Bedienen
● De aut
omati
sche afstandsregeling (ACC)
moet ingeschakeld en actief zijn ››› pag. 209.
● De keuzehendel moet zich in stand D/S of
in Tiptronic-
schakelweg bevinden.
● De snelheid moet lager zijn dan 60 km/u
(38 mph).
● De functie "midden rijstrook houden" moet
actief zijn ›
›› pag. 228.
Het filehulpsysteem is niet actief (het contro-
lelampje van de rijstrookassistent (Lane As-
sist) gaat geel branden)
● Indien een van de voorwaarden vermeld in
pag. 229, Techni
sche vereisten om het file-
hulpsysteem te gebruiken niet langer is ver-
vuld.
● Indien een van de nodige voorwaarden
voor werkin
g van de rijstrookassistent (Lane
Assist) niet langer vervuld is ››› pag. 226.
● Indien een van de nodige voorwaarden
voor werkin
g van de automatische afstands-
regeling (ACC) niet langer vervuld is ››› pag.
209.
Situaties waarin het filehulpsysteem uitge-
schakeld moet worden
Wegens de beperkingen van het systeem
moet het filehulpsysteem steeds worden uit-
geschakeld in de volgende situaties:
● Als de bestuurder erg goed moet opletten.
● Bij het erg sportief rijden. ●
Bij slecht
e weersomstandigheden, bijv.
sneeuw of intense regen.
● Bij het rijden op wegen in slechte staat.
● Bij wegwerkzaamheden.
● Bij verplaatsingen in de stad. ATTENTIE
De intelligente technologie in het filehulpsys-
teem kan de limiet en op
gelegd door de na-
tuurkundige wetten niet overwinnen en werkt
enkel binnen de eigen grenzen van het sys-
teem. Indien het filehulpsysteem nalatig of
onbedoeld wordt gebruikt, kunnen er zich on-
gevallen en ernstige letsels voordoen. On-
danks het systeem moet de bestuurder te al-
len tijde opmerkzaam blijven.
● De snelheid en de veiligheidsafstand altijd
aanpassen aan de
voorligger afhankelijk van
het zicht, het weer, het wegdek en het ver-
keer.
● Gebruik het filehulpsysteem niet bij ver-
plaats
ingen in de stad.
● Gebruik het filehulpsysteem niet bij slecht
zicht, op st
eile hellingen of op gladde wegen
zoals bijvoorbeeld bij sneeuw, ijs, regen of
losse steentjes, noch op overstroomde we-
gen.
● Gebruik het filehulpsysteem niet in het ter-
rein of op een onv
erhard wegdek. Het file-
hulpsysteem is enkel bestemd voor gebruik
op verharde wegen.
● Het filehulpsysteem reageert niet bij perso-
nen of dieren, noch b
ij kruisende wagens of bij een tegemoetkomende wagen op dezelfde
rijstr
ook.
● Indien het
filehulpsysteem de snelheid niet
voldoende
vermindert, rem dan de wagen on-
middellijk met het rempedaal.
● Indien de wagen zich blijft verplaatsen na
de oproep tot in
greep door de bestuurder,
rem dan de wagen met het rempedaal.
● Indien op het display van het instrumenten-
paneel een opr
oep tot ingreep van de be-
stuurder weergegeven wordt, neem dan on-
middellijk weer de controle over de wagen
over.
● Houd de handen steeds op het stuur en
wees k
laar om op elk moment zelf te kunnen
sturen. De verantwoordelijkheid voor het juist
aanhouden van de rijstrook ligt altijd bij de
bestuurder.
● Wees altijd klaar om zelf te kunnen sturen
(acceler
eren of remmen). Let op
● Als het
filehulpsysteem niet werkt zoals be-
schreven in dit hoofdstuk, gebruik het dan
niet en ga naar een gespecialiseerde werk-
plaats.
● Als het systeem een storing vertoont, laat
het dan nak
ijken in een gespecialiseerde
werkplaats. 230
Systemen ter ondersteuning van de bestuurder
Noodhulpsysteem (Emergency
As s
is
t)
Beschrijving en werking Het noodhulpsysteem (Emergency Assist)
stelt
vast of de bestuurder niet actief is en
kan de wagen automatisch binnen zijn rijst-
rook houden of zo nodig volledig tot stilstand
brengen. Op die manier kan het systeem ac-
tief helpen om een ongeval te voorkomen.
Het noodhulpsysteem (Emergency Assist) is
een bijkomende functie van de rijstrookassis-
tent (Lane Assist) ›››
pag. 226 en combineert
de functies daarvan met die van de automati-
sche afstandsregeling (ACC) ›››
pag. 209.
Lees daarom aandachtig deze twee hoofd-
stukken en houd rekening met de beperkin-
gen van de systemen en aanwijzingen erover.
Werking van het noodhulpsysteem (Emer-
gency Assist)
Het noodhulpsysteem stelt vast of de be-
stuurder geen enkele activiteit uitvoert en
vraagt hem herhaaldelijk met optische en
akoestische waarschuwingen alsook rem-
schokken om de controle over de wagen weer
actief over te nemen.
Als de bestuurder nog steeds niets doet,
neemt het systeem automatisch het gaspe-
daal, de rem en stuurinrichting over om de
wagen te remmen en op zijn rijstrook te hou- den
››› . Als de resterende remafstand vol-
doende i s,
ver
traagt het systeem zo nodig de
wagen tot volledige stilstand en wordt de
elektronische parkeerrem automatisch inge-
schakeld ››› pag. 179.
Wanneer het noodhulpsysteem actief regelt,
gaan de noodknipperlichten branden ››› pag.
142 en maakt de wagen lichte zigzagbewe-
gingen binnen de rijstrook om andere wegge-
bruikers te waarschuwen.
Noodhulpsysteem (Emergency Assist) in- en
uitschakelen
Het noodhulpsysteem (Emergency Assist) is
automatisch ingeschakeld wanneer de rijst-
rookassistent (Lane Assist) ingeschakeld is
››› pag. 226.
Technische vereisten om het noodhulpsys-
teem (Emergency Assist) te gebruiken ● De automatische afstandsregeling (ACC)
moet inge
schakeld zijn ››› pag. 209.
● De rijstrookassistent (Lane Assist) moet in-
gesc
hakeld zijn ››› pag. 226.
● De keuzehendel moet zich in stand D/S of
in Tiptronic-
schakelweg bevinden.
● Het systeem moet aan weerszijden van de
wagen een afbak
eningslijn van de rijstrook
vastgesteld hebben ›››
afb. 190. De volgende situaties kunnen ertoe leiden
dat het noodhu
lpsysteem (Emergency As-
sist) niet reageert of automatisch wordt uit-
geschakeld:
● Indien de bestuurder het gas- of rempedaal
intrapt, of het s
tuur beweegt.
● Indien een van de voorwaarden vermeld in
››› p
ag. 231, Technische vereisten om het
noodhulpsysteem (Emergency Assist) te ge-
bruiken niet langer vervuld is.
● Indien een van de nodige voorwaarden
voor werkin
g van de rijstrookassistent (Lane
Assist) niet langer vervuld is ››› pag. 226.
● Indien een van de nodige voorwaarden
voor werkin
g van de automatische afstands-
regeling (ACC) niet langer vervuld is ››› pag.
209. ATTENTIE
De intelligente technologie in het noodhulp-
syst eem (Emer
gency Assist) kan de limieten
opgelegd door de natuurkundige wetten niet
overwinnen en werkt enkel binnen de eigen
grenzen van het systeem. De bestuurder
draagt altijd de verantwoordelijkheid voor
het besturen van de wagen.
● De snelheid en de veiligheidsafstand altijd
aanpassen aan de
voorligger afhankelijk van
het zicht, het weer, het wegdek en het ver-
keer.
● Houd de handen steeds op het stuur en
wees k
laar om op elk moment zelf te kunnen
sturen. » 231
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Bedienen
●
Het noodhulp sy
steem kan op zich geen on-
gevallen of ernstige letsels voorkomen.
● Als de werking van het noodhulpsysteem
verst
oord is, bijvoorbeeld omdat de radar van
de automatische afstandsregeling (ACC) of de
camera van de rijstrookassistent (Lane As-
sist) bedekt of verkeerd afgesteld is, dan kan
het zijn dat het systeem ongepast ingrijpt in
de remmen of de stuurinrichting.
● Het noodhulpsysteem reageert niet bij per-
sonen of dieren, noch b
ij kruisende wagens
of bij een tegemoetkomende wagen op de-
zelfde rijstrook. ATTENTIE
Als het noodhulpsysteem (Emergency Assist)
op ongep a
ste wijze ingrijpt, kunnen er zich
ongevallen en ernstige letsels voordoen.
● Als het noodhulpsysteem niet juist werkt,
schak
el dan de rijstrookassistent (Lane As-
sist) uit ››› pag. 226. Op die manier wordt ook
het noodhulpsysteem uitgeschakeld.
● Laat het systeem door een gespecialiseer-
de werkplaat
s controleren. SEAT raadt u aan
om daarvoor een SEAT-dealer te raadplegen. Let op
● Automati s
che ingrepen op de remmen door
het noodhulpsysteem (Emergency Assist)
kunnen worden onderbroken door het gaspe-
daal of de rem in te trappen, of door te draai-
en aan het stuur. ●
De noodknipperlic ht
en, die automatisch
gingen branden, kunnen worden gedoofd
door het gaspedaal of de rem in te trappen, te
draaien aan het stuur of te drukken op de
knop van de noodknipperlichten.
● Zo nodig kan het noodhulpsysteem (Emer-
gency Ass
ist) de wagen doen vertragen tot
volledige stilstand.
● Wanneer het noodhulpsysteem (Emergency
Assis
t) wordt geactiveerd, is het enkel op-
nieuw beschikbaar na uitschakelen en weer
inschakelen van het contact. 232
Verzorging en onderhoud
–
druk de hendel v
an de ruitenwisser kort
naar voren (ruitensproeierfunctie). De rui-
tenwisserarmen zijn vergrendeld. Milieu-aanwijzing
Wagen alleen op daarvoor aangewezen was-
p laat sen w
assen. Daar wordt voorkomen dat
eventueel door olie verontreinigd water in het
afvoerwater komt. In bepaalde gebieden is
autowassen buiten zulke wasplaatsen verbo-
den. Sensoren en cameralenzen
●
Sneeuw met een handveger verwijderen en
ij s
b ij
voorkeur met een ontdooispray.
● Reinig de sensoren met producten die vrij
zijn van op
losmiddelen en een schone, droge
doek.
● Maak de cameralens met een normaal in
de handel v
erkrijgbaar glasreinigingsmiddel
op basis van alcohol nat en veeg de lens met
een droge doek schoon. Bij een active lane
assist* wordt het gedeelte voor de lens nor-
maliter schoongehouden door de ruiten-
sproeiers. VOORZICHTIG
● Als u de w
agen wast met een hogedrukrei-
niger: –
houd dan v o
ldoende afstand tot de sen-
soren in de voor- en achterbumpers.
– Reinig niet de cameralenzen of het ge-
bied daaromheen met de hogedrukreini-
ger.
● Gebruik nooit warm of heet water om snee-
uw en ijs t
e verwijderen van de lens van de
achteruitrijcamera, omdat deze daardoor kan
scheuren.
● Bij het schoonmaken van de lens nooit een
onderhoudsmiddel met
een schurende werk-
ing gebruiken. Conserveren en oppoetsen
Waxbehandeling
D
e c
onser
vering beschermt de wagenlak. Ui-
terlijk wanneer op de schone lak het water
niet meer duidelijk als ronde druppels is te
zien, de wagen door het aanbrengen van een
vaste was opnieuw beschermen.
Ook als in de automatische wasinstallatie re-
gelmatig een vloeibare was wordt gebruikt,
is het aan te bevelen de lak ten minste twee-
maal per jaar met vaste was te beschermen.
Dode insecten die vooral in het warme jaar-
getijde op het voorste gedeelte van de motor-
kap en op de voorbumper achterblijven, kun-
nen overigens veel gemakkelijker van een
goed geconserveerde lak worden verwijderd. Polijsten
Alleen al
s de lak van uw wagen dof is gewor-
den en als u met conserveringsmiddelen
geen glans meer kunt verkrijgen, is polijsten
nodig.
Als het toegepaste polijstmiddel geen be-
waarmiddelen bevat, moet vervolgens een
conserveringsmiddel worden aangebracht. VOORZICHTIG
● Behandel m
atte lak of kunststof delen niet
met polijstmiddelen of vaste wax.
● De sierlijsten die om het panoramadak en
de voorruit lopen, mog
en niet met lakpoets-
middelen worden behandeld. U mag deze
echter wel met vaste was behandelen. Wieldoppen
De zilverkleurige sierdelen en sierlijsten be-
s
t
aan uit mi
lieu-oogpunt uit 100% alumini-
um (geen chroom).
Voor het verwijderen van vlekken en aanslag
op de sierlijsten pH-neutrale onderhouds-
middelen gebruiken - dus geen chroom-
poetsmiddelen. Lakpolijstmiddelen zijn
eveneens niet geschikt voor het onderhoud
van sierdelen en sierlijsten. Ook krachtige al-
kalische schoonmaakmiddelen, die vaak
worden gebruikt voordat de wasstraat in »
285
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten
Trefwoordenlijst
Bandenafdichtset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55, 87 band af
dicht
en . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
band oppompen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
Controle na 10 minuten rijden . . . . . . . . . . . . . . 89
onderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88
Bandenprofiel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 312
Bandenreparatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Bandenreparatieset . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87 zie ook Bandenafdichtset . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87
Bandenspanning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 310, 322
Bandenspanningscontrolesysteem . . . . . . . . . . 314
Bandenspanningscontrolesystemen bandenspanningsindicator . . . . . . . . . . . . . . . 316
Batterij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125 vervangen in de afstandsbediening (interieur-voorverwarming) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 172
Batterij vervangen van de autosleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 125
Bedieningselementen op het stuur bediening van het audio- en telefoonsysteem 114
Bedieningselementen op het stuurwiel . . . . . . . 114
Bekleding: reinigen alcantara . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 290
Bekleding: schoonmaken weefsels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 287
Benzine additieven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295
tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295
Bergafdaalhulp controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201
Bergafondersteuning . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193
Bescherming tegen afslepen . . . . . . . . . . . . . . . . 129
Bescherming tegen de zon . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
Bescherming van voetgangers zie Voetgangerherkenningssysteem . . . . . . . . 225
Besparingstips (efficiencyprogramma) . . . . . . . . . 36
Bestuurder zie Juiste zithouding . . . . . . . . . . . . . . . 65, 66, 67 Bestuurdersinformatiesysteem
bediening met de ruiten wisserhendel . . . . . . . 30
indicatie cd/radio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
motorolietemperatuurindicatie . . . . . . . . . . . . . 35
Bestuurdersruimte overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Bevestigingsogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
Bewakingssysteem Front Assist aanwijzingen op het display . . . . . . . . . . . . . . 220
beperkingen van het systeem . . . . . . . . . . . . . 223
bewakingssysteem City . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223
functiestoring . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 220
radarsensor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
tijdelijk uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 223
Bewaking van het interieur en afsleepalarm . . . 129
Bijrijder zie Juiste zithouding . . . . . . . . . . . . . . . 65, 66, 67
Bijzonderheden aanslepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 91
hogedrukreinigers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 275
motor starten door slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
Rijden met aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . 278
slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90, 92
systeem voor perifeer gezichtsveld (AreaView) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 265
Binnenaanzicht stuur links . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
stuur rechts . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Binnenspiegel zelfdimmend . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Binnenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
Biodiesel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296
Blikjeshouders . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Bodem van de bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . 161
Brandstof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50, 295 besparing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 195
brandstofpeilmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
diesel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296 ethanol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295
tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 295
v
erbruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 321
Brandstof besparen inertiestand . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 193
Brandstofverbruik ontkoppeling door inertie . . . . . . . . . . . . . . . . 195
waarom neemt het brandstofverbruik toe? . . 197
BSD zie Dodehoekhulp (BSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
Buitenaanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5, 6
Buitenantenne . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 282
Buitenspiegels buiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
de buitenspiegels verstellen . . . . . . . . . . . . . . 148
rijden met aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . 273
verstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
verwarmd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 148
Buitentemperatuur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Buitenverlichting Een lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
C Camera Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 228
reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 241, 285
Capaciteiten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50 AdBlue-tank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297, 298
ruitensproeiervloeistof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 307
CD-ROM-lezer (navigatie) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Centrale vergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117 Alarmsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 127
instellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 120
Keyless Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
noodvergrendeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
schakelaar van de centrale vergrendeling . . . 120
331
Trefwoordenlijst
schuif-/kanteldak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 133
s l
eut el
met afstandsbediening . . . . . . . . . . . . 119
veiligheidsontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . 119
Centrale wieldop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Cetaangetal (dieselbrandstof) . . . . . . . . . . . . . . . 296
Circulatiefunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
Claxon . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 105
Climatronic . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Comfortfunctie van de knipperlichten . . . . . . . . 138
Coming Home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Connectivity Box . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 116
Contact . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24, 174
Contactslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24, 174 zie Startknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176
Controle . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
controle- en waarschuwingslampjes rempedaal intrappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 210
Controle- en waarschuwingslampjes . . . . . . . . . 111 afstandsbediening (interieurvoorverwarming) . .171
airbagsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80
ASR . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
automatische afstandsregeling . . . . . . . . . . . . 210
bandenspanningscontrolesysteem . . . . . . . . . 315
dashboard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
display van het instrumentenpaneel . . . . . . . . 41
elektromechanische stuurinrichting . . . . . . . . 291
emissiecontrole . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198
ESC . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 185
geluidssignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 111
instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 227
lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
rem intrappen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 220
roetfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
schakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
snelheidsregelsysteem (GRA) . . . . . . . . . . . . . 204
Start-Stop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 199 tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 294
veiligheidsg
ordel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 70
vermogensregeling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 198
voorgloeisysteem/motorstoring . . . . . . . . . . . 198
Controlelampjes AdBlue . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 297
bergafdaalhulp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 201
dodehoekhulp (BSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
kogelkop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274
snelheidsbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 205
trekhaak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 272
uitparkeerhulp (RCTA) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
Controle van niveaus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Cruisecontrol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
D Dagteller op nul zetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
Dakdragersysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162 de dwarsdragers bevestigen . . . . . . . . . . . . . . 163
Dakkoffer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 162
Dashboard . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40
Dashboardkastje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
De auto slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 90
De auto starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
De auto wassen sensoren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 245
De gordel spannen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 75
De motor afzetten met sleutel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 175
De motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174
De motor starten door aanslepen . . . . . . . . . . . . . 60
De voorairbag van de bijrijder buiten werking stellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
De wagen laden aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
bagageruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 bevestigingsogen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 159
luik voor het
vervoer van lange voorwerpen . . 158
De wagen slepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 59 sleepoog vooraan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 93
De wagen verzorgen interieur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 287
De wagen wassen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 283
Diefstal-alarmsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 117
Diepte van het bandenprofiel . . . . . . . . . . . . . . . 312
Diesel motorolie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 302
roetfilter diesel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
voorverwarming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 174
Dieselolie roetfilter diesel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 197
tanken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 296
Digitale klok . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
Display . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107, 108
Display van de radio: schoonmaken . . . . . . . . . . 287
Disselkogeldruk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 271 de aanhangwagen laden . . . . . . . . . . . . . . . . . 277
Dodehoekhulp (BSD) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233 aanhangwagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 238
controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
indicatie in de buitenspiegel . . . . . . . . . . . . . . 234
rijsituaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 236
storing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 233
werking . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 234
Doorgebrande lampen een lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
DSG . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 187
DSG-versnellingsbak: zie Automatische versnellingsbak . . . . . . . . . . 187
Dynamische lichtbundel-hoogteverstelling . . . . 144
332
Trefwoordenlijst
Keyless-Exit zie K
eyle
ss Access . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
Keyless Access bijzonderheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 124
Easy Open . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
Keyless-Entry . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
Keyless-Exit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 121
motor starten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 178
Press & Drive . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 176
wagen ontgrendelen en vergrendelen . . . . . . 121
Kickdown automatische transmissie . . . . . . . . . . . . . . . . 191
schakelbak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 240
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110 dagteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
resetknop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 110
totaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 107
Kinderslot elektrische ruitbediening . . . . . . . . . . . . . . . . . 132
Kinderzitjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18, 84 indeling in groepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85
ISOFIX-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Top Tether-systeem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 23
vastmaken met veiligheidsgordel . . . . . . . . . . . 18
veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . 18, 83
Kledinghaken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155
Klimaatregeling handmatige airconditioning . . . . . . . . . . . . . . . 46
verwarming en frisse lucht . . . . . . . . . . . . . . . . . 48
knieairbags veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
Knipperlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 138
Koeling Koelvloeistoftemperatuurmeter . . . . . . . . . . . . 110
Koelsysteem koelvloeistof bijvullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
koelvloeistof controleren . . . . . . . . . . . . . . . . . 305 Koelvloeistof
peil contr oleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 305
Kofferdeksel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
Kogelkop controlelampje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274
elektrisch ontgrendelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 274
Koplampen een lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
koplampsproeiers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 146
rijden in het buitenland . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
Koppeling (controlelampje) . . . . . . . . . . . . . . . . . 194
Krik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56, 87 steunpunten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Kunststofdelen: reinigen . . . . . . . . . . . . . . 286, 287
L Lade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 154
Lading op dak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163 technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 163
Lak . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 285 code . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 320
schade . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 286
verzorgen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 285
Lampje mistlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
Lampjes vervangen achterlamp in de achterklep . . . . . . . . . . . . . . 102
achterlamp in het zijpaneel . . . . . . . . . . . . . . . 101
dimlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 98
grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
knipperlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 99
mistlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 100
Lane assist zie Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
Lane Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226 het gebied van de camera schoonmaken . . . . 285
Leaving Home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
Leer: onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 288 Lekke band
wat te doen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Lendensteun . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 150
Lichtbundelhoogteverstelling . . . . . . . . . . . . . . . 144
Lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24, 137 akoestische signalen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
alarmlichten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
AUTO . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139
bediening van de lichten . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
binnenverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
bochtenlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
coming home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
cornering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
dagrijverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
dimlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
een lamp vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 97
grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25, 137
grootlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
knipperlichthendel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 138
leaving home . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 141
leeslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
Mistlamp . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 140
parkeerlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
schakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
snelwegverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 143
stadslicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
Lichten inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
Lichten uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 137
Light Assist . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 139
Looprichting banden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Luchtroosters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 168
Luik voor het vervoer van lange voorwerpen . . . 158
M
Make-upspiegel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 145
Maximumsnelheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
335