73
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het lampje
van de knop blijft branden, duidt dit op een
storing in het systeem.
Laat dit controleren door het P
e
ugeot
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Storing afstandsbediening
om de alarmsystemen uit te schakelen:
F o ntgrendel de auto met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening) in
het slot van het bestuurdersportier,
F
o
pen het portier; het alarm gaat af,
F
z
et het contact aan: het alarm stopt en het
lampje van de knop gaat uit.
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te schakelen
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende 30 seconden.
Als het alarm voor de 11
e keer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
Als het lampje van de knop snel knippert
bij het ontgrendelen van de auto met de
afstandsbediening of het Keyless entry
and start-systeem, is het alarm tijdens uw
afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met
knipperen als het contact wordt aangezet.
F
V
ergrendel de auto of schakel de
supervergrendeling in met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening) in
het slot van het bestuurdersportier.
2
toegang tot de auto
84
3008-2_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Panoramisch schuif-/kanteldak
De schakelaars van het schuif-/kanteldak en
het zonnescherm kunnen worden gebruikt:
-
a
ls het contact aan staat en de
laadtoestand van de accu voldoende is,
-
a
ls de motor draait,
-
i
n de S
t
o
P
-stand van het Stop & Start-
systeem,
-
t
ot 45 seconden na het afzetten van het
contact,
-
t
ot 45 seconden na het vergrendelen van
de auto.
Openen
Het schuif-/kanteldak en het zonnescherm
kunnen met de schakelaars op de dakconsole
worden geopend en gesloten.
A.
S
chakelaar van het zonnescherm.
B.
S
chakelaar van het schuif-/kanteldak.
Controleer of de op de allesdragers
gemonteerde accessoires of vervoerde
lading de beweging van het dak niet kunnen
hinderen.
Leg geen zware voor werpen op het vaste en
beweegbare deel van het schuif-/kanteldak.
Controleer alvorens de schakelaar van het
schuif-/kanteldak of het zonnescherm te
bedienen of niets of niemand de beweging
ervan kan hinderen.
Principes
Bij het volledig openen van het schuif-/kanteldak kantelt
eerst het beweegbare deel van het dak open waarna
dit deel boven het vaste deel van het dak schuift.
Het schuif-/kanteldak kan in elke willekeurige stand
tussen volledig gesloten en volledig geopend worden
gezet.
Bij het openen van het dak wordt ook het zonnescherm
geopend.
Het zonnescherm kan echter geopend blijven als het
dak is gesloten.
Als het dak volledig gesloten of
gedeeltelijk opengekanteld is:
F
d
ruk om het dak volledig open te
kantelen kort op het achterste deel
van de schakelaar B , zonder het
zware punt te passeren.
Als het dak verder is geopend dan de volledig
opengekantelde stand:
F
d
ruk om het dak volledig te openen kort op
het achterste deel van de schakelaar B,
zonder het zware punt te passeren.
Als het dak gedeeltelijk of volledig gesloten is:
F
d
ruk om het dak volledig te openen kort op
het achterste deel van de schakelaar B, tot
voorbij het zware punt.
Als u nogmaals op deze schakelaar drukt,
wordt de beweging van het dak onderbroken.
Openen en sluiten van het dak
F Houd het achterste deel van de schakelaar B ingedrukt, zonder het zware
punt te passeren: het dak gaat open en
stopt als u de schakelaar loslaat.
toegang tot de auto
98
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Systeem waarbij kan worden gekozen uit
verschillende massagesoorten en waarbij de
intensiteit van de massage kan worden ingesteld.
Dit systeem werkt bij draaiende motor en in de
S
t
o
P
-stand van het Stop & Start-systeem.
Inschakelen / instellen
Via het touchscreen kunnen de instellingen van
de massagefunctie worden aangepast.
De functie kan rechtstreeks worden
ingeschakeld met de schakelaar van de
voorstoel of door een persoonlijke ambiance
van de functie i-Cockpit Amplify te activeren.
Meerkeuzemassagefunctie
F Druk op deze schakelaar; het
verklikkerlampje ervan gaat
branden.
De functie wordt onmiddellijk geactiveerd waarbij
de laatst opgeslagen instellingen worden gebruikt.
Bovendien wordt de pagina voor het wijzigen van
de instellingen geopend op het touchscreen.
Als de instellingen naar uw zin zijn, hoeft u niets te
doen en zal deze pagina automatisch weer sluiten. Als u de instellingen wilt wijzigen:
F
se lecteer een andere soort massage;
u hebt de keuze uit vijf soorten,
F
s
electeer een intensiteit voor de massage;
u hebt de keuze uit drie vooraf bepaalde
instellingen " 1" (Licht), " 2" (Normaal)
of " 3" (Sterk).
De wijzigingen worden onmiddellijk
doorgevoerd.
Zodra het systeem is ingeschakeld, wordt
een één uur durende massagecyclus gestart,
bestaande uit sessies van 6 minuten massage
en 3 minuten pauze.
Het systeem wordt automatisch uitgeschakeld
aan het einde van de cyclus; het
verklikkerlampje van de schakelaar gaat uit.
De meerkeuzemassagefunctie wordt
ook aangestuurd door de functie
i-Cockpit Amplify
.
Met de schakelaar van de voorstoel:
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de functie i- Cockpit
Amplify
.
ergonomie en comfort
105
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Stop & Start-systeem
De ver warming en de airconditioning
werken uitsluitend bij draaiende motor.
Als u het thermische comfort in de auto
op het door u gewenste niveau wilt
houden, kunt u tijdelijk de functie
Stop & Start uitschakelen.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over het
Stop & Star t -systeem.
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
L
et erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroosters
en overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
L
et erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
Z
et de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
C
ontroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen.
W
ij raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
L
aat om de per fecte werking van de airconditioning te garanderen het systeem
regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en onderhoudsboekje.
F
g
e
bruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het P
e
ugeot
-
netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor. Condensvorming in de airconditioning
kan ertoe leiden dat zich een klein
plasje water onder de auto vormt. Dit is
een normaal verschijnsel.
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de
lucht in het interieur goed ververst wordt.
Het airconditioningssysteem is chloorvrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
3
ergonomie en comfort
116
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
ontwasemen - on tdooien vóór
Met semi-automatische en
automatische airconditioning
Als bij auto's met Stop & Start de
ontwaseming, de airconditioning en de
aanjager zijn ingeschakeld, is de S
t
o
P
-
stand niet beschikbaar.
Automatisch programma
"Zicht"
Bij auto's met een Stop & Start-systeem geldt
dat zolang de voorruitontwaseming in werking
is, de S
t
o
P
-functie niet beschikbaar is.
Het systeem regelt automatisch de
airconditioning (volgens uitvoering), de
luchtopbrengst en de luchttoevoer en stelt de
luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en de
zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.
F
D
ruk nogmaals op deze toets om het
programma uit te schakelen. Het lampje
van de toets gaat uit.
Met handbediende
airconditioning
F Zet de temperatuur op de hoogste stand
(rood).
F
Z
et de aanjager op de hoogste stand; alle
lampjes gaan branden.
F
Z
et de luchtverdeling in de stand " Voorruit";
het desbetreffende lampje gaat branden
F
C
ontroleer of de luchtrecirculatie is
uitgeschakeld; het desbetreffende lampje
moet uit zijn.
F
S
chakel de airconditioning in door
de toets
"A /C " in te drukken; het
desbetreffende lampje gaat branden. F
D
ruk op deze toets om de
voorruit en de zijruiten snel te
ontwasemen of te ontdooien.
Het lampje van de toets gaat
branden.
De luchtopbrengst kan handmatig worden
gewijzigd zonder dat het automatische
programma "Zicht" wordt uitgeschakeld.
ergonomie en comfort
122
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Draadloze lader
Werking
De lader werkt als de motor draait en in de
St oP -stand van het Stop & Start-systeem.
Het opladen wordt aangestuurd door de smartphone.
Met dit systeem kan externe apparatuur, zoals
een smartphone, door middel van magnetische
inductie draadloos worden opgeladen. Het
systeem voldoet aan de norm Qi 1.1.
Het op te laden apparaat moet zelf compatibel
zijn met de Qi-norm of moet zijn voorzien van
een compatibele hoes of houder.
Het laadgedeelte is te herkennen aan het
symbool Qi.
Bij uitvoeringen met keyless entry and start
kan de werking van de lader tijdelijk worden
gestoord bij het openen van een portier of bij
het afzetten van het contact.
Premium hifisysteem
FOCAL®
uw auto is uitgerust met een hifi-
geluidsinstallatie van de al meer dan 35 jaar
bestaande Franse luidsprekerfabrikant
F
o
C
AL
® die wereldwijd befaamd is om
zijn gepatenteerde innovaties en unieke
geluidskwaliteit. Dankzij de 10 luidsprekers met exclusieve
technologieën van F
oC
AL
® kunt u genieten van
een puur en ver fijnd geluid in de auto:
-
Hifi-woofers/middentonenluidsprekers:
Polyglass-technologie voor een optimale
balans en precisie van het geluid.
-
t
N
F-tweeters: technologie met
omgekeerde aluminium conussen voor een
optimale spreiding van het geluid en uiterst
verfijnde hoge tonen.
-
S
ubwoofer: technologie met drievoudige
spoel Power Flower™ 200 mm voor een
per fecte, dynamische weergave van de
lage tonen.
-
A
ctieve 515 W 12-kanaals versterker:
hybride technologie met een combinatie
van klasse AB en klasse D voor volle en
verfijnde hoge tonen en krachtige bassen.
ergonomie en comfort
133
3008-2_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Voorzieningen achter
onder een beschermklepje aan de achterzijde
van de middenconsole bevindt zich een 230 V /
50 Hz stopcontact (max. vermogen: 150 W).
Dit stopcontact werkt als de motor draait, maar
ook in de S
t
o
P
-stand bij auto's met een
Stop & Start-systeem.
F
B
eweeg het beschermklepje omhoog.
F
C
ontroleer of het groene controlelampje
brandt.
F
S
luit uw elektrische apparaat
(telefoonlader, laptop, CD/DVD-speler,
flessenwarmer enz.) aan.
230 V / 50 Hz stopcontact
Bij een storing in het systeem gaat het groene
lampje knipperen.
Laat dit controleren door het P
e
ugeot
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Sluit hoogstens één apparaat op het
stopcontact aan (verlengsnoeren of
dubbelstekkers niet toegestaan).
Sluit alleen apparaten aan die voldoen
aan isolatieklasse II (op het apparaat
aangegeven).
ge
bruik geen apparaten met een
metalen behuizing (zoals een elektrisch
scheerapparaat).
De stroomtoevoer naar dit stopcontact
wordt bij overbelasting automatisch
onderbroken; dit gebeurt ook als er
andere omstandigheden zijn die daar
aanleiding toe geven (bijzondere
weersomstandigheden, zware belasting
van de elektrische installatie van de
auto enz.). Het groene controlelampje
gaat dan uit. F
V
er wijder het afdekkapje en sluit
een geschikte adapter aan als u een
12V-accessoire wilt aansluiten
(max. 120 W).
12V-aansluiting
Het aansluiten van elektrische
apparatuur die niet door Pe ugeot is
goedgekeurd, zoals een lader met
uS
B-aansluitingen, kan leiden tot
storingen in de werking van de
elektrische componenten van de auto,
zoals een slechte radio-ontvangst
of storingen in de weergave van de
displays.
3
ergonomie en comfort
195
3008-2_nl_Chap06_conduite_ed01-2016
Rijadviezen
Houd u altijd aan de verkeersregels en let
onder alle omstandigheden goed op.
Richt uw aandacht op het verkeer en houd
uw handen op het stuur wiel, zodat u snel kunt
reageren op onverwachte situaties.
Las tijdens een lange rit om de twee uur een
pauze in.
Rijd bij slecht weer defensief, rem eerder af en
houd meer afstand tot uw voorligger.
Rijden op een
overstroomde weg
Probeer het rijden over overstroomde wegen zo
veel mogelijk te vermijden, want het water kan
de motor, versnellingsbak en het elektrische
systeem van uw auto ernstig beschadigen.
Belangrijk!Bent u genoodzaakt over een overstroomd
weggedeelte te rijden, doe dan het volgende:
-
k
ijk of het water niet meer dan 15 cm
diep is, houd daarbij rekening met golven
die door andere weggebruikers kunnen
worden veroorzaakt,
-
s
chakel het Stop & Start-systeem uit,
-
r
ijd zo langzaam mogelijk zonder de motor
te laten afslaan. Rijd in elk geval niet
sneller dan 10 km/h,
-
z
et de auto niet stil en zet de motor niet af. Rijd nooit met aangetrokken handrem -
kans op oververhitting en beschadiging
van het remsysteem!
Kans op brand!
Het uitlaatsysteem van uw auto wordt
erg warm en blijft ook na het afzetten
van de motor nog enige tijd warm.
Parkeer daarom uw auto niet en zet uw
auto niet met draaiende motor stil op
een plaats waar brandbaar materiaal
(gras, afgevallen blad enz.) in contact
kan komen met het uitlaatsysteem.
Laat de auto nooit onbewaakt met
draaiende motor achter. Als u uw auto
met draaiende motor moet verlaten,
trek dan de parkeerrem aan en zet de
versnellingsbak in de neutraalstand of
in de stand N of P
, afhankelijk van het
type versnellingsbak.
Als u het overstroomde weggedeelte
achter u hebt gelaten, rem dan, zodra de
verkeerssituatie dat toelaat, meerdere keren
licht af om de remschijven en remblokken te
drogen.
Als u twijfels hebt over de staat van uw auto,
neem dan contact op met het P
e
ugeot
-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
6
Rijden