Page 107 of 339

Instrumenten en bedieningsorganen105De resterende levensduur van de olie
wordt weergegeven op het Driver
Information Center 3 114.
Selecteer op het Baselevel-display
het menu Instell. door op MENU op de
richtingaanwijzerhendel te drukken.
Draai aan het stelwiel om de pagina
Resterende levensduur olie te selec‐
teren.
Selecteer op het Midlevel- en Uple‐
vel-display het menu Info door op p
op het stuurwiel te drukken. Druk op
P om de modus Resterende
levensduur olie te selecteren.
De resterende levensduur van de olie wordt aangeduid met een percen‐
tage.
Terugzetten Druk op het Baselevel-display gedu‐
rende enkele seconden op SET/CLR
op de richtingaanwijzer om terug te
zetten. Het contact moet ingescha‐
keld zijn maar de motor moet niet
draaien.
Druk op het Midlevel- of Uplevel-
display op > op het stuurwiel om de
submap te openen. Selecteer
Terugstellen en bevestig dit door
gedurende enkele seconden op 9 te
drukken. Het contact moet ingescha‐
keld zijn maar de motor moet niet
draaien.
Het systeem moet bij elke keer
verversen van de olie worden gereset
om het goed te laten werken. De hulp van een werkplaats inroepen.
Volgende onderhoudsbeurt
Wanneer het systeem heeft berekend dat de gebruiksduur van de motorolie
is verstreken, verschijnt Motorolie
spoedig verversen op het Driver Infor‐
mation Center. Laat de motorolie en
het oliefilter binnen een week of
500 km door een werkplaats vervan‐
gen (wat het eerst voorkomt).
Service-informatie 3 288.
Page 111 of 339

Instrumenten en bedieningsorganen109KnippertElektrische handrem is niet helemaal
aangetrokken of losgezet. Trap het
rempedaal in en probeer het systeem
te resetten door de elektrische hand‐
rem eerst los te zetten en daarna aan
te trekken. Blijft m knipperen, rijd dan
niet door en roep de hulp van een
werkplaats in.
Storing elektrische handrem j brandt of knippert geel.
Brandt Elektrische handrem werkt niet opti‐maal 3 182.
Knippert Elektrische handrem staat in de servi‐
cemodus. Stop de auto, trek de elek‐
trische handrem aan en zet deze los
om de rem te resetten.9 Waarschuwing
Oorzaak van de storing onmiddel‐
lijk door een werkplaats laten
verhelpen.
Antiblokkeersysteem (ABS)
u brandt geel.
Brandt na het inschakelen van de
ontsteking enkele seconden. Het
systeem is na het doven van het
controlelampje klaar voor gebruik.
Als de controlelamp na enkele secon‐
den niet dooft of als deze tijdens de rit gaat branden, dan zit er een storing inhet ABS-systeem. Het remsysteem
blijft normaal werken, maar zonder ABS-regeling.
Antiblokkeersysteem 3 181.
Opschakelen [ of R met het getal van een hogere
versnelling verschijnt wanneer wordt
aanbevolen om vanwege de brand‐
stofbesparing op te schakelen.
Bij sommige versies verschijnt de
schakelaanduiding als een pop-up op
het Driver Information Center 3 114.
Variabele
stuurbekrachtiging
c brandt geel.
Storing in het variabele stuurbekrach‐
tigingssysteem. Hierdoor kan de auto zwaarder of lichter gaan sturen. De
hulp van een werkplaats inroepen.
Afstand tot voorligger
E geeft de ingestelde afstand tot
voorligger van de adaptieve cruise
control of de waarschuwingstijdge‐
voeligheid van de frontaanrijdings‐
waarschuwing door middel van
gevulde afstandsbalken aan.
Adaptieve cruise control 3 192.
Frontaanrijdingswaarschuwing
3 200.
Lane Departure Warning ) brandt groen of knippert geel.
Page 118 of 339

116Instrumenten en bedieningsorganenDruk op 9 om een functie te selecte‐
ren en te bevestigen.
Als het Driver Information Center de
bestuurder verzoekt een functie of
bericht te bevestigen door op H
(Selecteren) te drukken, bevestig dan door op 9 te drukken.
Na het selecteren van een hoofdme‐
nupagina blijft deze selectie opgesla‐ gen totdat er een andere hoofdmenu‐ pagina wordt geselecteerd. Dit houdt
in dat u na het selecteren van de
pagina 'Menu Info' kunt veranderen
van subpagina door gewoon op P of
Q te drukken.
Eventueel verschijnt er boord- en onderhoudsinformatie op het DriverInformation Center. Bevestig berich‐
ten door op 9 te drukken. Boordin‐
formatie 3 123.
Menu Info De onderstaande lijst bevat alle
mogelijke pagina's van het menu Info. Sommige zijn voor uw specifieke auto
wellicht niet beschikbaar. Afhankelijk
van het display zijn sommige functies weergegeven als symbool.Draai aan het stelwiel of druk op Q of
P om een pagina te selecteren:
● dagteller 1/A gemiddeld brandstofverbruik
gemiddelde snelheid
● dagteller 2/B gemiddeld brandstofverbruik
gemiddelde snelheid
● digitale snelheid
● actieradius brandstof
● actieradius brandstof LPG
● actueel brandstofverbruik
● resterende levensduur olie
● bandenspanning
● brandstofpeil LPG-brandstofpeil
● timer
● verkeersbordherkenning ● afstand tot voorligger
● batterijspanning
● Grootste verbruikers
● Zuinigheidstrend● Eco-index
● lege pagina
Op het Baselevel-display worden de
pagina's "Resterende levensduur
olie", "Bandenspanning", "Verkeers‐
bordherkenning" en "Indicatie afstand
tot voorligger" weergegeven in het
menu Instellingen X . Selecteer dit
door op MENU te drukken.
Op het Baselevel-display verschijnen de pagina's "Grootste verbruikers",
"Zuinigheidstrend" en "Eco-index" in
het menu Eco s . Selecteer dit
door op MENU te drukken.
Dagteller 1/A en 2/B
De dagteller geeft de huidige afstand
vanaf een bepaalde reset weer.
Dagteller telt op tot een afstand van
2000 km en begint dan weer bij 0.
Zet deze op het Baselevel-display
terug door gedurende enkele secon‐
den op SET/CLR te drukken, op het
Midlevel- en Uplevel-display door op
> te drukken en met 9 te bevestigen.
Page 224 of 339

222Rijden en bediening
Afbeelding toont Baselevel Driver
Information Center.
Afbeelding toont Midlevel of Uplevel
Driver Information Center.
Selecteer wanneer de instellingenpa‐
gina verschijnt Waarschuwingen
AAN op het Uplevel-display of stel
waarschuwingen J in op het Midle‐
vel-display om de waarschuwings‐
functie te activeren.
Deactiveer via de optie
Waarschuwingen uit of waarschuwin‐
gen I.
Instelling blijft actief tot de volgende
verandering.
De pop-upwaarschuwing wordt onge‐
veer acht seconden lang weergege‐
ven op het Driver Information Center.
Systeem terugstellen
De inhoud van het verkeersborddis‐
play kan in het menu Instellingen van de pagina Verkeersbordherkenning
worden gewist door Terugzetten te
selecteren en te bevestigen door
SET/CLR op de richtingaanwijzer‐
hendel of 9 op de stuurwielknop
rechts langere tijd in te drukken.
U kunt ook SET/CLR of 9 drie secon‐
den indrukken om de inhoud van de
pagina te wissen.Na een reset hoort u een geluidssig‐
naal en het volgende symbool wordt
weergegeven totdat het volgende
verkeersbord wordt gedetecteerd.
In sommige gevallen wordt verkeers‐
bordherkenning automatisch door het
systeem gewist.
Wissen van verkeersborden
Er zijn verschillende scenario's waar‐
bij de op dit moment getoond
verkeersborden worden gewist. Na
het wissen verschijnt het "Standaard‐ bord" op het Driver Information
Center.
Redenen voor het wissen van
verkeersborden:
● Een vooraf ingestelde afstand werd gereden of een vooraf inge‐
stelde periode is verlopen
(verschillend per verkeersbord)