Rijden en bediening227Bij alle andere storingen de hulp van
een werkplaats inroepen.Voorzichtig
Reparaties en bijstellingen mogen alleen door getrainde specialisten
worden uitgevoerd om de veilig‐
heid en garantie op het LPG-
systeem te handhaven.
Aan vloeibaar gas is een speciale
geur gegeven zodat alle lekken
gemakkelijk ontdekt kunnen worden.
9 Waarschuwing
Als u gas in de auto of in de onmid‐
dellijke omgeving ruikt, schakel
dan onmiddellijk naar benzinemo‐
dus. Niet roken. Geen open vlam‐ men of ontstekingsbronnen.
Als er nog wel gaslucht is, start de
motor dan niet. Sluit indien mogelijk
de handmatige afsluiter op de combi‐
klep af. De combiklep zit op de LPG-
tank in de bagageruimte, onder de
klep opbergruimte vloer achter 3 77.
Draai het kartelwiel rechtsom.
Als er na het sluiten van de handma‐ tige afsluiters geen gaslucht meerwaarneembaar is, kan de auto op
benzine rijden. Start de motor niet als u gas blijft ruiken. Oorzaak van de
storing onmiddellijk door een werk‐
plaats laten verhelpen.
Volg in ondergrondse parkeergara‐
ges de aanwijzingen van de exploi‐
tant en lokale wetgeving op.
Let op
In geval van een ongeluk moeten het contact en de lichten worden uitge‐schakeld. Sluit de handbediende
afsluiter op de meerwegklep.
Tanken9 Gevaar
Schakel het contact en externe
verwarmingen met verbrandings‐ kamers uit alvorens te beginnenmet tanken.
Volg de bedienings- en veilig‐
heidsinstructies van het tanksta‐
tion tijdens het tanken.
Rijden en bediening229Klepje sluiten en vastklikken.
Auto's met beveiliging tegen onjuiste
brandstof9 Waarschuwing
Probeer de klep van de vulpijp bij
auto's met beveiliging tegen
onjuiste brandstof niet met de
hand te openen.
Als u dat toch doet, kunnen uw
vingers bekneld raken.
Auto's met selectieve katalysatorre‐
ductie zijn uitgevoerd met een bevei‐
liging tegen onjuiste brandstof.
Door de beveiliging tegen onjuiste
brandstof kan de klep van de vulpijp
alleen worden geopend door een
vulpistool voor dieselbrandstof of een
trechter voor noodbijtanken.
Draai de tankdop langzaam linksom.
Bij het tanken de dop in de steun op
de tankklep hangen.
Plaats het pistool recht op de vulpijp
en druk het met iets kracht erin.
Tank in een noodgeval bij vanuit een
jerrycan. Gebruik een trechter om het
kapje van de vulopening te openen.
De trechter bevindt zich in de baga‐
geruimte.
Plaats de trechter recht op de vulpijp en druk deze met iets kracht erin.
Gebruik de trechter om dieselbrand‐
stof bij te tanken.
Doe de trechter na het bijtanken in de plastic zak en plaats deze in de baga‐geruimte.
Systeem voor selectieve katalysator‐
reductie 3 172.
Vloeibaar gas tanken
Bij het tanken de gebruiks- en veilig‐
heidsvoorschriften van het tanksta‐
tion in acht nemen.
De vulklep voor het vloeibare gas zit
achter de tankdop.
230Rijden en bedieningSchroef de tankdop van de vulpijp.
Schroef de vereiste adapter handvastop de vulpijp.
ACME-adapter: Schroef de moer van
het vulmondstuk op de adapter. Druk de vergrendelhendel op het vulmond‐stuk naar beneden.
DISH-vulpijp: Plaats het vulmondstuk
in de adapter. Druk de vergrendel‐
hendel op het vulmondstuk naar beneden.
Vulpijphals met bajonetsluiting:
Plaats het vulmondstuk op de adapter en draai deze een kwartslag rechts-
of linksom. Trek zo ver mogelijk aan
de vergrendelhendel van het
vulmondstuk.
EURO-vulpijphals: Druk het vulmond‐
stuk op de adapter totdat het ingrijpt.
Druk op de knop van de pomp voor
vloeibaar gas. Het vulsysteem stopt
of begint langzaam te lopen wanneer 80% van het tankvolume is bereikt
(maximaal vulpeil).
Laat de knop op het vulsysteem los
en het vullen stopt. Laat de vergren‐
delhendel los en verwijder het
vulmondstuk. Een kleine hoeveelheid vloeibaar gas kan ontsnappen.
Verwijder de adapter en berg hem in
de auto op.Breng de beschermdop aan om te
voorkomen dat vreemde voorwerpen
de vulopening of het systeem binnen‐
dringen.9 Waarschuwing
Vanwege het ontwerp van het
systeem is het ontsnappen van
vloeibaar gas na het vrijgeven van de vergrendelingshendel onver‐
mijdelijk. Niet inademen.
9 Waarschuwing
Omwille van de veiligheid mag de
LPG-tank maar tot 80% worden
gevuld.
De meerwegklep op de vloeibaar- gastank beperkt de te vullen hoeveel‐
heid automatisch. Als een grotere
hoeveelheid wordt toegevoegd,
raden we aan om de auto niet aan de
zon bloot te stellen voordat de extra
hoeveelheid is opgebruikt.
246Verzorging van de autoWaarschuwingslabel
Betekenis van symbolen:● Geen vonken of open vlammen en niet roken.
● Bescherm de ogen altijd. Explo‐ sieve gassen kunnen blindheid of
letsel veroorzaken.
● Houd de accu buiten het bereik van kinderen.
● De accu bevat zwavelzuur dat blindheid of ernstige brandwon‐
den kan veroorzaken.
● Zie de Gebruikershandleiding voor meer informatie.
● Er kan knalgas aanwezig zijn in de buurt van de accu.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten
Na het leegrijden van de tank moet het dieselbrandstofsysteem worden
ontlucht. Het contact driemaal
15 seconden per keer aanzetten.
Motor vervolgens maximaal
40 seconden starten. Deze procedure na minstens 5 seconden herhalen.
Slaat de motor niet aan, dan de hulp
van een werkplaats inroepen.Wisserblad vervangen
Wisserbladen voorruit
Til de wisseram op en open de borg‐
clip.
336T
Tanken ....................................... 227
Te laag brandstofpeil .................112
Toerenteller ............................... 103
Top-Tether-bevestigingsogen ......71
Traction Control .........................184
Traction Control-systeem uit....... 110 Trekhaak .................................... 234
Trekstang.................................... 232
Typeplaatje ................................ 292
U Uitlaatgassen ............................. 170
Uitrol-brandstofafsluiter .............167
Uitstapverlichting .......................143
Ultrasoonparkeerhulp ................110
Uplevel-display ........................... 114
Uw autogegevens ..........................3
V Valetmodus................................. 120Variabele stuurbekrachtiging ......109
Vaste luchtroosters ....................159
Veiligheidsgordel ...........................8
Veiligheidsgordels .......................56
Veiligheidsnet .............................. 81
Velgen en banden .....................265
Ventilatie ............................... 56, 146
Ventilatieopeningen ....................158
Verbanddoos ............................... 84
Vergrendelingssysteem ...............34Verkeersbordherkenning ....113, 219
Verlichting middenconsole ........143
Verlichtingsfuncties..................... 143
Verlichting zonneklep ................143
Versnellingsbak ........................... 16
Versnellingsbakdisplay ..............175
Verstelbare luchtroosters ........... 158
Vertraagde uitschakeling stroom 165
Verwarmde spiegels ....................39
Verwarmd stuurwiel .....................88
Verwarming ................................. 55
Verwerking van sloopauto .........239
Verzorging .................................. 284
Verzorging exterieur ..................284
Verzorging interieur ...................286
Vloerafdekking bagageruimte ......77
Voertuiggewicht .........................302
Voertuigidentificatienummer ......292
Voordat u wegrijdt ........................ 17
Voorligger gedetecteerd .............113
Voorruit ......................................... 40
Voorstoelen .................................. 49
Voorverwarming ........................110
W
Waarschuwing kruisend verkeer achter ...................................... 218
Waarschuwingslichten ................102
Waarschuwing wisselen van rijstrook.................................... 214Werkzaamheden uitvoeren .......239
Wieldoppen ................................ 270
Wiel verwisselen ........................274
Winterbanden ............................ 265
Wis-/wasinstallatie .......................14
Wis-/wasinstallatie achterruit .......91
Wis-/wasinstallatie voorruit ..........89
Wisserblad vervangen ...............246
X Xenonkoplampen ......................250
Z
Zekeringen ................................. 257
Zekeringenkast in bagageruimte 262
Zekeringenkast in motorruimte ..259
Zekeringenkast instrumentenpaneel ...............261
Zitplaatsen achterin ......................56
Zonnedak ..................................... 44
Zonnekleppen .............................. 43
Zijdelings airbagsysteem .............64
Zijmarkeringslichten.................... 133
Zijrichtingaanwijzers ..................255