2.Steek de DEF-adapter / het DEF-vulpistool
in de DEF-vulopening.
OPMERKING:
• Het kan tot vijf seconden duren voordat
de DEF-meter actueel is nadat een liter
of meer Diesel Exhaust Fluid (DEF) is
getankt. Als er sprake is van een storing
met betrekking tot het DEF-systeem,
kan het zijn dat de meter de werkelijke
stand niet bijwerkt. Bezoek uw erkende
dealer voor service.
• De DEF-meter wordt mogelijk ook niet
onmiddellijk na het vullen bijgewerkt
als de temperatuur van de DEF-vloeistof
lager is dan -11 °C (12 °F). De DEF-
leidingverwarming zal de DEF-vloeistof
pas na een bepaalde bedrijfsperiode
verwarmen, waarna de meter wordt bij-
gewerkt. Onder zeer koude omstandig-
heden is het mogelijk dat de meter het
nieuwe vloeistofniveau pas na meerdere
ritten aangeeft.LET OP!
•Om morsen van dieseluitlaatvloeistof en
mogelijke schade aan het dieseluitlaat-
vloeistofreservoir als gevolg van overlo-
pen te voorkomen, mag u het reservoir
na het vullen niet "helemaal bijvullen".
• VUL NOOIT TE VEEL VLOEISTOF
BIJ. Dieseluitlaatvloeistof bevriest onder
-11 °C (12 °F). Het systeem voor de
dieseluitlaatvloeistof is ontworpen om te
werken bij temperaturen lager dan het
vriespunt van de dieseluitlaatvloeistof,
als echter het reservoir te vol en bevriest,
kan het systeem beschadigd raken.
• Wanneer u dieseluitlaatvloeistof morst,
reinig dan onmiddellijk de plaats met
water en gebruik een absorberend mate-
riaal om de gemorste vloeistof op de
grond op te nemen.
• Probeer niet de motor te starten als per
ongeluk dieseluitlaatvloeistof in de
brandstoftank heeft bijgevuld, aange-
zien dit kan leiden tot ernstige motor-
schade, met inbegrip van maar niet be-
perkt tot storingen in de brandstofpomp
en de verstuivers.
Vuldop DEF en vulopening brandstof
1 — Vulopening dieselbrandstof
2 — Vulopening Diesel Exhaust Fluid
(DEF)
STARTEN EN RIJDEN
208
Motor/versnellingsbakMax. toelaatbaar aanhangergewicht —
met aanhangerremMax. toelaatbaar aanhangergewicht —
zonder aanhangerremDisselgewicht (zie de opmerking)
3.0-liter diesel - modellen
met achterwielaandrijving2949 kg (6500 lbs) 750 kg (1653 lbs) 147 kg (324 lbs)
3.0-liter diesel - modellen
met aandrijving op alle wie-
len (m.u.v. Summit)3500 kg (7716 lbs) 750 kg (1653 lbs) 175 kg (386 lbs)
3.0-liter diesel -—
Summit-modellen2949 kg (6500 lbs) 750 kg (1653 lbs) 147 kg (324 lbs)
Bij het trekken van een aanhanger mag het technisch toegestane gewicht in volledig beladen toestand niet met meer dan 10% of 100 kg
(220 lbs) worden overschreden, waarbij de laagste waarde geldig is en op voorwaarde dat de snelheid wordt beperkt tot 100 km/u (62 mph) of
lager.
OPMERKING:
Het disselgewicht van de aanhanger moet worden opgeteld bij het gewicht van inzittenden en lading en mag nooit hoger zijn dan de waarde die is
aangegeven op de band- en beladingsinformatiesticker. Raadpleeg de paragraaf "Banden" in het hoofdstuk "Service en onderhoud" voor meer in-
formatie.
Trekgewichten (maximale aanhangergewichten) — SRT
In de onderstaande tabel worden de maximale aanhangergewichten voor uw type aandrijflijn weergegeven.
Motor/versnellingsbak Maximaal toelaatbaar treingewicht
(GCWR)Frontaal oppervlak Max. GTW (toelaatbaar aanhan-
gergewicht)Max. disselgewicht van aan-
hanger (zie opmerking)
6.4L automaat 13.003 lbs (5898 kg) 55 sq ft (5,11 m2) 6.501 lbs (2.948 kg) 146 kg (324 lbs)
Bij het trekken van een aanhanger mag het technisch toegestane gewicht in volledig beladen toestand niet met meer dan 10% of 99 kg (220 lbs)
worden overschreden, waarbij de laagste waarde geldig is en op voorwaarde dat de snelheid wordt beperkt tot 100 km/u (62 mph) of lager.
Raadpleeg de plaatselijk geldende verkeerswetgeving voor de maximumsnelheid als u een aanhanger trekt.
211
• De instrumentengroep geeft een bericht
weer en een waarschuwingslampje om u
erop te attenderen contact op te nemen
met het servicenetwerk.
Zelfs als het SOS-Emergency Call-systeem
goed werkt, kunnen externe of onbeheersbare
factoren ervoor zorgen dat het systeem niet
werkt of stopt met werken. Dit kunnen de
volgende factoren zijn:
• De sleutelhouder is uit het voertuig verwij-
derd en de vertraagde accessoiremodus is
actief.
• De contactschakelaar staat in de stand
OFF.
• De elektrische systemen van het voertuig
zijn defect.
• De software en/of hardware van het SOS-
Emergency Call systeem is beschadigd tij-
dens een aanrijding.
• Er zijn netwerkproblemen die de werking
van het systeem kunnen beperken of be-
lemmeren (bijv. fout van de medewerker
van de alarmcentrale, druk netwerk, slecht
weer, enz.).Als de aansluiting van de accu niet werkt als
gevolg van een botsing of een ongeval, kan
het systeem gedurende een beperkte tijd een
SOS-Emergency Call ondersteunen. Als de
accu wordt losgekoppeld voor onderhoud,
wordt het systeem uitgeschakeld. In dit geval
kunt u alleen een SOS-Emergency Call plaat-
sen wanneer de accu opnieuw wordt aange-
sloten op het elektrische systeem van het
voertuig.
Systeemvereisten
• Deze functie is alleen beschikbaar voor
voertuigen die worden verkocht in de Rus-
sische douane-unie.
• Het voertuig moet een werkende 3G-
netwerkverbinding (gegevens) hebben.
• Het voertuig moet worden gevoed door een
goed functionerend elektrisch systeem.
• Het contact moet in de stand RUN of ACC
staan, of de stand OFF tot de achtergrond-
verlichting blijft branden.WAARSCHUWING!
• Plaats nooit voorwerpen op of in de
buurt van 3G (gegevens) en GPS-
antennes van het voertuig. Dat zou de
ontvangst van het 3G (gegevens)- en
GPS-signaal kunnen verhinderen, waar-
door uw voertuig mogelijk geen noodop-
roep meer kan plaatsen. Een werkende
3G (gegevens)-netwerkverbinding en
een GPS-signaal zijn nodig voor de
goede werking van het SOS-Emergency
Call systeem.
• Breng later geen elektrische apparatuur
aan in het elektrisch systeem van de
auto. Dit kan ertoe leiden dat uw auto
geen noodoproepsignaal meer kan uit-
zenden. Om storing te voorkomen die tot
uitval van het SOS-Emergency Call sys-
teem kan leiden, dient u nooit later
apparatuur (bijv. mobiele zend- en ont-
vangstapparatuur of CB-radio, datare-
corder, etc.) in het elektrisch systeem
van uw voertuig aan te brengen of de
antennes te veranderen. ALS UW VOER-
TUIG OM EEN OF ANDERE REDEN AC-
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
224
WAARSCHUWING!
CUVOEDING VERLIEST (ZOALS ON-
DER MEER TIJDENS OF NA EEN ON-
GEVAL), ZULLEN OOK DE MTC+ FUNC-
TIES, APPS EN SERVICES NIET
WERKEN.
• De controller van het beveiligingssys-
teem voor inzittenden schakelt het waar-
schuwingslampje voor het airbagsys-
teem in de instrumentengroep in als er
een storing wordt gedetecteerd in een
van de onderdelen van het airbagsys-
teem. Als het waarschuwingslampje voor
het airbagsysteem brandt, werkt het air-
bagsysteem mogelijk niet goed en kan
het SOS-Emergency Call-systeem moge-
lijk geen signaal naar de alarmcentrale
zenden. Als het waarschuwingslampje
voor het airbagsysteem brandt, dient u
contact op te nemen met het servicenet-
werk om het airbagsysteem onmiddellijk
te laten controleren.
WAARSCHUWING!
• Als u de LED op de SOS-Emergency
Call-knop negeert, kan dit betekenen
dat u mogelijk geen gebruik kunt maken
van SOS-Emergency Call wanneer dat
nodig is. Als de LED op de SOS-
Emergency Call-knop rood brandt, dient
u contact op te nemen met het service-
netwerk om het SOS-Emergency Call-
systeem onmiddellijk te laten controle-
ren.
• Als een inzittende mogelijk in gevaar is
(bijv. als er vuur of rook zichtbaar is, bij
gevaarlijke verkeersomstandigheden of
een gevaarlijke locatie), wacht dan niet
tot u spraakcontact met een centralist
van de alarmcentrale hebt. Alle inzitten-
den dienen de auto onmiddellijk te ver-
laten en zich naar een veilige plek te
begeven.
• Het niet uitvoeren van periodiek onder-
houd en regelmatige controles aan uw
voertuig kan leiden tot schade aan uw
voertuig, een ongeval of ernstig letsel.Veelgestelde vragen:
Wat gebeurt er als ik per ongeluk op de SOS-
Emergency Call-knop druk?
• U hebt na het indrukken van de noodknop
10 seconden de tijd om de oproep te
annuleren. Om de oproep te annuleren,
drukt u nogmaals op de knop.
Wat voor soort informatie wordt verzonden wan-
neer ik een SOS-Emergency Call doe vanuit mijn
voertuig?
• Bepaalde voertuiginformatie, zoals het
VIN, wordt doorgegeven samen met de
laatst bekende GPS-locatie. De medewer-
ker van de alarmcentrale kan gesprekken
en geluiden in uw voertuig opnemen zodra
er verbinding is. Door gebruik te maken
van de dienst gaat u ermee akkoord dat
deze informatie wordt gedeeld.
Wanneer kan ik de SOS-Emergency Call-knop
gebruiken?
• U kuntALLEENgebruikmaken van de SOS-
Emergency Call-knop om een oproep te
plaatsen als u of iemand anders noodhulp
nodig heeft.
225
GLOEILAMPEN VERVANGEN
Vervangingslampen
Gloeilampen van de binnenverlichting
Gloeilampnummer
Verlichting handschoenenkastje194
HandgreepverlichtingL002825W5W
Leeslampen in dakconsoleVT4976
Verlichting laadruimte achter214–2
Verlichting make-up spiegelV26377
Interieurverlichting benedenpaneel 906
Instrumentenpaneel (algemene verlichting) 103
Alarmlicht74
Gloeilampen van de buitenverlichting
Gloeilampnummer
Koplampen (dimlicht) — indien aanwezig H11
Premium-koplampen (dim-/grootlicht) D3S (service bij erkende dealer)
Koplampen (grootlicht) — indien aanwezig 9005
Premium parkeerlichten/richtingaanwijzers LED - (service bij erkende dealer)
Premium daglichtlamp (DRL) LED - (service bij erkende dealer)
Mistlampen voorH11
Markeerverlichting voor — indien aanwezig W5W
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
226
Gloeilampnummer
Premium markeerverlichting voor — indien aanwezig LED - (service bij erkende dealer)
Parkeerlicht/richtingaanwijzer voor — indien aanwezig 7444NA (WY27/8W)
Richtingaanwijzers achteraan op zijkant carrosserie 7440NA(WY21W)
Aanvullende achterlichten achterklep LED - (service bij erkende dealer)
Achteruitrijlichten achterklep921 (W16W)
Kentekenverlichting achter LED - (service bij erkende dealer)
Remlichten achteraan op zijkant carrosserie 3157KRD LCP
Achterlichten, achteraan op de zijkant van de carrosserie LED - (service bij erkende dealer)
Mistlampen achter7440 (W21W)
CHMSL - Derde remlicht LED - (service bij erkende dealer)
OPMERKING:
De nummers verwijzen naar in de handel verkrijgbare gloeilamptypen die bij uw erkende dealer kunnen worden aangeschaft.
Als een gloeilamp moet worden vervangen, gaat u naar uw erkende dealer of raadpleegt u het desbetreffende onderhoudshandleiding.
227
Lampen vervangen
HID-koplampen — indien aanwezig
De koplampen zijn een soort hoogspan-
ningsontladingsbuis. Zelfs wanneer de kop-
lampen zijn uitgeschakeld en de sleutel uit
het contactslot is verwijderd, kan er nog
hoogspanning aanwezig zijn in het circuit.
Daarom mag u niet zelf proberen een koplamp
te vervangen. Als een koplamp defect raakt,
laat deze dan door een erkende dealer
vervangen.
WAARSCHUWING!
Wanneer de koplampschakelaar wordt in-
geschakeld, treedt er kortstondig hoog-
spanning op aan de fittingen van de HID-
koplampen. Als het onderhoud niet correct
wordt uitgevoerd, kan deze hoogspanning
een ernstige elektrische schok of zelfs
elektrocutie veroorzaken. Bezoek uw er-
kende dealer voor service.OPMERKING:
Bij auto's met HID-koplampen (High Inten-
sity Discharge) hebben de lichten een blauwe
tint wanneer ze worden ingeschakeld. Na
ongeveer 10 seconden, wanneer het systeem
is opgeladen, vermindert de intensiteit van
de tint en wordt de kleur witter.
Halogeenkoplampen — indien aanwezig
1. Open de motorkap.
2. Draai de lamp voor dimlicht of grootlicht
een kwartslag linksom om deze uit het
lamphuis te verwijderen.
3. Koppel de stekker los en vervang de lamp.
LET OP!
Raak de nieuwe gloeilamp niet met de
vingers aan. Contact met huidvet verkort
de levensduur van de lamp. Wanneer de
lamp in aanraking is gekomen met vet,
reinig deze dan eerst met reinigingsalco-
hol.
Richtingaanwijzer voor
1. Open de motorkap.
2. Draai de lamp van de richtingaanwijzer
een kwartslag linksom om deze uit het
lamphuis te verwijderen.
3. Koppel de stekker los en vervang de lamp.
LET OP!
Raak de nieuwe gloeilamp niet met de
vingers aan. Contact met huidvet verkort
de levensduur van de lamp. Wanneer de
lamp in aanraking is gekomen met vet,
reinig deze dan eerst met reinigingsalco-
hol.
Mistlampen voor
1. Ontkoppel, door met uw hand door de
opening in het spatscherm te reiken, de
kabelboom van de stekker van de
mistlamp.
2. Pak de lamp stevig vast bij de twee klem-
veren aan de zijkant en knijp de veren
samen om de lamp los te maken uit de
achterzijde van het mistlamphuis voor.
IN GEVAL VAN NOOD/PECH
228
6. Verwijder/vervang de lamp(en).
7. Breng de fitting(en) weer aan.
8. Voer het proces in omgekeerde volgorde
uit om de achterklepstrip weer aan te
brengen.
Mistlamp op achterpaneel
1. Wrik voorzichtig met een staafje of plat-
kopschroevendraaier tussen de binnenste
rand van de lamp en het plaatwerk.
2. Verwijder de lamp uit de opening in het
plaatwerk.
3. Draai de fitting linksom.
4. Vervang de lamp.
5. Breng de fitting weer aan.
6. Sluit de binnenzijde van de lamp aan in
de houder in het plaatwerk.
7. Draai de lamp naar voren in de auto,
totdat de lamp vastklikt in de opening.
Derde remlicht
Het derde remlicht is een LED. Service door
een erkende dealer.
Kentekenverlichting achter
De kentekenverlichting achter is een LED.
Bezoek uw erkende dealer voor service.
Achterkant van achterlicht op achterklep
1 — Extra connector LED-achterlichten
- niet verwijderen
2 — Fitting van reservelamp
Mistlampen achterDerde remlicht (midden)
231