Cockpit
29
Jumper_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2016
Verklikkerlampjestatussignaleert Wat te doen
Lane Departure
Warning System knippert in
combinatie
met een
geluidssignaal. een onbedoelde afwijking van
de koers naar links.
Draai het stuurwiel in de tegenovergestelde richting om
de auto weer in de juiste koers te brengen.
een onbedoelde afwijking van
de koers naar rechts.
Elektronische
startblokkering brandt.
dat de in het contactslot
gestoken sleutel niet herkend is.
Starten is niet mogelijk. Gebruik een andere sleutel en laat de defecte sleutel
controleren door het CITROËN-netwerk.
Rubriek "Voordat u gaat rijden - Opengaande delen".
brandt gedurende
ongeveer 10
seconden
bij het aanzetten van
het contact.
het afgaan van het alarm. Laat de staat van de sloten controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Water in
brandstoffilter brandt in
combinatie met
een melding op
het display. de aanwezigheid van water in
het brandstoffilter.
Laat het filter aftappen door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Rubriek "Onderhoud - Niveaus en controles".
AdBlue brandt, en knippert
vervolgens in
combinatie met
een melding op het
display. dat de actieradius is
afgenomen.
Laat snel AdBlue bijvullen.
Wacht niet totdat de actieradius tot 0
km is afgenomen,
want dan kunt u de motor niet meer starten!
Rubriek "Onderhoud - AdBlue".
Laag
brandstofniveau brandt met de
wijzer in zone E.
een bijna lege brandstoftank. Wacht niet met tanken.
De actieradius met de resterende hoeveelheid brandstof
is afhankelijk van de rijstijl, het profiel van de weg, de
verstreken tijd en het aantal kilometers dat is gereden
sinds het lampje brandt.
knippert. een storing in het systeem.
Neem contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
2
VOORdAT U gAAT RIJdeN
Cockpit
31
Jumper_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2016
displaygeeft weersignaleert W at te doen
Temperatuur/
Gladheid het
verklikkerlampje
voor gladheid en
de temperatuur
die knippert in
combinatie met
een melding op
het display.weersomstandigheden met
kans op gladheid.
Wees extra waakzaam en rem niet abrupt.
Rubriek "Veiligheid - Veilig rijden".
Datum/tijd een instelling:
datum, tijd.een instelling via het menu
"MODE". Rubriek "Technologie aan boord - Configuratie van de
auto".
Hoogte van de
koplampverstelling een verstelling
van de
koplampen.stand 0
t/m 3, afhankelijk van
de belading van de auto. Verstel de koplampen met de toetsen van het
bedieningspaneel MODE.
Rubriek "Ergonomie en comfort - Stuurkolomschakelaars".
Onderhoudssleutelde sleutel die
blijft branden.
een bijna verstreken
onderhoudsinterval. Raadpleeg het overzicht van controles in het
onderhoudsschema van de fabrikant en laat vervolgens
de onderhoudsbeurt uitvoeren.
Stop & Start-
systeem brandt.
het in de STOP-stand zetten
van de motor nadat de auto tot
stilstand is gekomen. Zodra u wilt verder rijden, wordt de motor automatisch
weer gestart en gaat het verklikkerlampje uit.
knippert enkele
seconden en
gaat vervolgens
uit. het feit dat de STOP-stand
tijdelijk niet beschikbaar is.
Bijzondere gevallen van de STOP-stand.
Rubriek "Voordat u gaat rijden - Motor starten en
afzetten".
2
VOORdAT U gAAT RIJdeN
32
Jumper_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2016
displaygeeft weersignaleert W at te doen
Opschakelindicator
een
omhoogwijzende
pijl.de mogelijkheid over te
schakelen.
Rubriek "Voordat u gaat rijden - Versnellingsbak en
stuurwiel".
Snelheidsbegrenzer
brandt, samen
met "OFF".de geselecteerde
snelheidsbegrenzer is niet
actief.
Handmatig selecteren.
Rubriek "Ergonomie en comfort -Stuurkolomschakelaars".
brandt. de snelheidsbegrenzer is
geactiveerd.
Cockpit
36
Jumper_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2016
ONdeRHOUdSINdICATOReNMotorolieniveau
Na enkele seconden schakelt het display
weer over naar de normale weergave.
Motoroliekwaliteit
Controleer bij twijfel het motorolieniveau met
de peilstok.Dit tweede verklikkerlampje
gaat samen met het eerste
verklikkerlampje branden als de
olie niet is ververst en de kwaliteit
van de olie een nieuwe grenswaarde heeft
overschreden. Als dit verklikkerlampje met
regelmatige intervallen gaat branden, vul
dan zo snel mogelijk motorolie bij. Dit verklikkerlampje knippert bij het
starten van de motor en er verschijnt,
volgens uitvoering, een melding op
het instrumentenpaneel: het systeem
heeft een verslechtering van de kwaliteit van de
motorolie gedetecteerd. De motorolie moet zo
snel mogelijk worden ververst.
Voor de 3,0 l HDi-motoren zal het
toerental beperkt worden tot 3000
t/min
en vervolgens tot 1500
t/min zolang de
olie niet is ververst. Laat de motorolie
verversen om te voorkomen dat er
schade aan de motor ontstaat.
Onderhoudsinformatie
Na het aanzetten van het contact
brandt het lampje (een sleutel die
onderhoudsinformatie symboliseert)
gedurende enkele seconden: het
display geeft de afstand tot de volgende
onderhoudsbeurt aan volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant. Afhankelijk van de motoruitvoering wordt
vervolgens het motorolieniveau weergegeven
in een schaalverdeling van 1
(min.) tot
5
(max.) segmenten.
Als er geen enkel segment wordt
weergegeven, is het motorolieniveau te
laag. Vul in dat geval altijd motorolie bij om
motorschade te voorkomen.
De controle van het motorolieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30
minuten niet heeft gedraaid.
Raadpleeg de rubriek "Onderhoud -
Niveaus en controles".
Deze informatie wordt bepaald op basis
van de afgelegde afstand sinds de vorige
onderhoudsbeurt.
Cockpit
Cockpit
37
Jumper_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2016
Zie de rubriek "Technologie aan boord -
Configuratie van de auto".
Oproepen van de informatie over het
onderhoud
De informatie over het onderhoud kan altijd
worden geraadpleegd door kort op de toets
MOde te drukken.
Gebruik de pijltjestoetsen omhoog/omlaag om
de afstand tot de volgende onderhoudsbeurt
en de kwaliteit van de motorolie weer te geven.
Door de toets MO
de opnieuw in te drukken,
keert u terug naar de verschillende menu's op
het display.
Door de toets lang in te drukken keert u terug
naar het hoofdscherm.
Menu... Selecteer...Om...
11
Service
Service
(km/mijl tot
onderhoudsbeurt)
Het nog af te
leggen aantal
kilometers/mijlen
tot de volgende
onderhoudsbeurt
weer te geven.
Olie (km/
mijl tot
verversen) Het nog af te
leggen aantal
kilometers/
mijlen tot de
volgende keer
olieverversen
weer te
geven.
Raadpleeg het overzicht van de
controles in het onderhoudsschema
van de fabrikant dat u bij de aflevering
van de auto is overhandigd.
Resetten van de
onderhoudsinformatie
Het permanent knipperen van het lampje
kan worden uitgeschakeld door een
gekwalificeerde werkplaats door middel
van het diagnosegereedschap, na elke
onderhoudsbeurt.
Als u zelf de onderhoudsbeurt van
uw auto hebt uitgevoerd, moet u de
onderhoudsindicator als volgt resetten:
F
steek de sleutel in het contactslot,
F
draai deze in de stand
MAR,
F
houd gedurende ten minste
15
seconden gelijktijdig het rempedaal
en het gaspedaal ingetrapt.
2
VOORdAT U gAAT RIJdeN
Versnellingsbak en stuurwiel
39
Jumper_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2016
STUURWIel VeRSTelleN
Stel eerst, bij stilstaande auto, de stoel in de
juiste stand af.
Ontgrendel het stuurwiel door de hendel
naar u toe te trekken.
Stel het stuurwiel in de gewenste stand en
vergrendel het weer door de hendel volledig
terug te duwen.
Inschakelen
De bestuurder wordt geadviseerd
een hogere versnelling in te
schakelen door het branden
van het pictogram SHIFT en de
weergave van een omhoog wijzende pijl op
het display van het instrumentenpaneel.
Het systeem past het schakeladvies aan de
rijomstandigheden (helling, belading van
de auto, ...) en de rijstijl van de bestuurder
(veel vermogen nodig, accelereren,
remmen, ...) aan. Uitschakelen
De bestuurder kan dit systeem niet
uitschakelen.
Uit veiligheidsoverwegingen mogen
deze handelingen alleen bij stilstaande
auto worden uitgevoerd.
2
VOORdAT U gAAT RIJdeN
42
Jumper_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2016
HIll START ASSIST
Deze aan de dynamische stabiliteitscontrole
gekoppelde functie (ook bekend onder
de naam HHC (Hill Holder Control))
vereenvoudigt het wegrijden op een helling.
Het systeem wordt geactiveerd onder de
volgende omstandigheden:
-
de auto moet stilstaan met draaiende
motor en het rempedaal ingetrapt,
-
de helling moet steiler zijn dan 5%,
-
bij het omhoog rijden op een helling moet
de versnellingsbak in de neutraalstand
staan of moet een andere versnelling dan
de achteruitversnelling zijn ingeschakeld,
-
bij het afdalen van een helling moet de
achteruitversnelling zijn ingeschakeld.
De Hill Start Assist is een voorziening om het
rijcomfort te vergroten en kan niet gebruikt
worden als elektrisch bediende handrem.Werking
Als u het rempedaal en het
koppelingspedaal hebt ingetrapt, hebt u
zodra u het rempedaal loslaat ongeveer
2
seconden de tijd om, zonder dat de auto
de helling af begint te rollen, gas te geven
en weg te rijden.
Bij het wegrijden wordt de functie
automatisch gedeactiveerd door de remdruk
geleidelijk te laten afnemen. Gedurende
deze fase is het mogelijk dat de remmen
hoorbaar zijn, het teken dat de auto in
beweging komt.
Storing
In het geval van een storing in het
systeem gaat dit verklikkerlampje
branden in combinatie met een
geluidssignaal en een melding ter
bevestiging op het display. Laat het systeem
controleren door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats. De Hill Start Assist wordt gedeactiveerd
onder de volgende omstandigheden:
-
als u het koppelingspedaal laat
opkomen,
-
als de handrem wordt aangetrokken,
-
als de motor wordt afgezet,
-
als de motor afslaat.
Starten en stoppen
44
Jumper_nl_Chap02_Pret-a-Partir_ed01-2016
Bijzonderheden
Dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel knippert
enkele seconden en gaat
vervolgens uit.
d
it is volkomen normaal. Automatisch activeren van de START-
stand
De START-stand kan automatisch worden
geactiveerd als:
-
de auto wegrolt op een helling,
-
de ruitenwissers vóór in de stand hoge
snelheid werken,
-
de airconditioning in werking is,
-
de motor ongeveer drie minuten geleden
is afgezet door het Stop & Start-
systeem,
-
bepaalde bijzondere omstandigheden
(laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur
enz.) dit niet toelaten.
In dat geval wordt een melding
weergegeven op het display van
het instrumentenpaneel en gaat
dit verklikkerlampje gedurende
enkele seconden knipperen om
vervolgens te doven.
gebruiksvoorschrift
Als u bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak in de STOP-stand een
versnelling inschakelt, maar daarbij het
koppelingspedaal niet helemaal intrapt, wordt
de motor in sommige gevallen niet weer gestart.
Er gaat dan een verklikkerlampje branden en/
of er wordt een melding weergegeven die
aangeeft dat u het koppelingspedaal volledig
moet intrappen om de motor weer te laten
starten.
d
it is volkomen normaal. Als de motor automatisch is
afgezet (STOP-stand) en de
bestuurder zijn veiligheidsgordel
losmaakt en een voorportier
opent, dan kan de motor uitsluitend weer
met de contactsleutel worden gestart. Er
klinkt een geluidssignaal in combinatie met
het knipperen van dit verklikkerlampje en
een melding op het display.g
evallen waarin de STOP-stand mogelijk
niet wordt geactiveerd
De STOP-stand wordt niet geactiveerd als:
-
het systeem wordt geïnitialiseerd,
-
het bestuurderportier geopend is,
-
de veiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,
-
de airconditioning in werking is,
-
de
achterruitverwarming is ingeschakeld,
-
de ruitenwissers vóór in de stand hoge
snelheid werken,
-
de achteruitversnelling is ingeschakeld,
tijdens het inparkeren,
-
bepaalde bijzondere omstandigheden
(laadtoestand accu, motortemperatuur,
regeneratie van het roetfilter,
rembekrachtiging, buitentemperatuur
enz.) dat niet toelaten.
-
het Stop & Start-systeem zeer intensief
is gebruikt. In dat geval kan het systeem
worden uitgeschakeld om de startfunctie
te beschermen. Neem contact op met
het CITROËN-netwerk om de functie
weer te laten activeren.
Starten en stoppen