Lampjes op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
STORING EBD
Wanneer de waarschuwingslampjes
(rood) and
(geel) bij draaiende motor tegelijk gaan branden, dan
is er een storing in het EBD-systeem of is het systeem
niet beschikbaar. In dit geval kunnen de achterwielen bij
hard remmen plotseling blokkeren waardoor de auto
begint te slippen.Rijd zeer voorzichtig naar het dichtstbijzijnde Alfa Romeo
Servicepunt om het systeem onmiddellijk te laten
controleren.
STORING AIRBAG
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar
de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later
doven.
Als het lampje permanent blijft branden, dan is er een
storing in het airbagsysteem.
22) 23)
VEILIGHEIDSGORDELS NIET VASTGEMAAKT
(voor bepaalde versies/markten)
Het waarschuwingslampje blijft continu branden bij
stilstaand voertuig als de veiligheidsgordel van de
bestuurder niet is vastgemaakt.
Wanneer met de auto wordt gereden met niet goed
omgelegde veiligheidsgordels, gaat het lampje knipperen
en klinkt er een geluidssignaal.Neem, voor permanente uitschakeling van het
geluidssignaal (de zoemer) van het SBR-systeem. (Seat
Belt Reminder) systeem contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk. Het systeem kan weer worden
ingeschakeld in het Setup-menu.
44
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Lampjes op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
MOTOROLIEDRUK TE LAAG
Wanneer de contactsleutel naar MAR wordt gedraaid, gaat het lampje branden maar
moet het doven zodra de motor is gestart.
Nadat de contactsleutel op MAR is gedraaid, circa 2 seconden wachten alvorens de
motor te starten.
Het lampje gaat knipperen en (voor bepaalde versies/markten) verschijnt er een
bericht op het display wanneer het systeem detecteert dat de motoroliedruk laag is.
BELANGRIJK Gebruik het voertuig niet tot de storing is verholpen.
BELANGRIJK Om de correcte oliehoeveelheid te weten te komen, altijd controleren
met gebruik van de peilstok.
17)
UITGEWERKTE MOTOROLIE (voor bepaalde versies/markten)
Het lampje knippert en er verschijnt een speciaal bericht op het display (voor
bepaalde versies/markten).
Afhankelijk van de versie kan het lampje op verschillende manieren knipperen:
- elke twee uur gedurende 1 minuut;
- cycli van 3 minuten met intervallen van 5 seconden waarin het lampje niet brandt
totdat de olie wordt ververst.
Na de aanvankelijke waarschuwing blijft het waarschuwingslampje, elke keer als de
motor wordt gestart, op dezelfde manier knipperen tot de olie is ververst. In
aanvulling op het waarschuwingslampje verschijnt er een speciaal bericht op het
display (voor bepaalde versies/markten). Het knipperen van het lampje moet niet als
een storing worden beschouwd, maar wil de bestuurder erop wijzen dat de motorolie
moet worden ververst na een normaal gebruik van het voertuig. De verslechtering
van de olie wordt versneld door:
- overwegend stadsgebruik van de auto, waardoor het DPF-regeneratieproces vaker
moet worden uitgevoerd;
- gebruik van de auto voor korte ritten, waardoor de motor niet helemaal op
bedrijfstemperatuur kan komen;
- herhaald onderbreken van het regeneratieproces, hetgeen wordt aangegeven door
het branden van het DPF-lampje.Neem zo snel mogelijk
contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
24) 25)
45
Lampjes op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar
de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later
doven. Het lampje gaat branden wanneer de motor
oververhit is.
Op het display verschijnt een speciaal bericht.Tijdens een normale rit: breng de auto tot stilstand, zet
de motor af en controleer of het koelvloeistofniveau in
het reservoir onder het MIN-teken staat. Als dit het geval
is, wacht dan tot de motor is afgekoeld, draai vervolgens
langzaam en voorzichtig de dop open, vul koelvloeistof
bij en controleer of het peil tussen het MIN- en
MAX-teken op het reservoir staat. Controleer ook op de
aanwezigheid van vloeistoflekken. Als het
waarschuwingslampje bij de volgende keer starten weer
gaat branden, neem dan contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Wanneer het voertuig onder zware omstandigheden
wordt gebruikt: (bijv. wanneer er tijdens het rijden hoge
prestatie gevraagd worden) en als het lampje blijft
branden: minder dan snelheid en breng het voertuig tot
stilstand. Wacht 2 of 3 minuten met draaiende motor en
geef ietwat gas om de koelvloeistofcirculatie te
bevorderen. Zet vervolgens de motor af. Controleer of
het koelvloeistofpeil correct is, zoals hiervoor
beschreven is.
BELANGRIJK Het wordt geadviseerd om onder zware
bedrijfsomstandigheden de motor vóór het afzetten
enkele minuten te laten draaien met het gaspedaal iets
ingetrapt.
STORING ALFA TCT
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar
de stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later
doven.
Het waarschuwingslampje gaat knipperen (samen met
een bericht op het display en een geluidssignaal) om een
defect in de versnellingsbak aan te geven.
Het waarschuwingslampje kan ook gaan branden bij
oververhitting van de versnellingsbak na bijzonder zwaar
gebruik. In dit geval worden de motorprestaties beperkt.Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Als de motor gestart moet worden terwijl er een storing
in de transmissie aanwezig is, volg dan de procedure
beschreven in de paragraaf "Alfa TCT" in het hoofdstuk
"Starten en rijden".
46
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Lampjes op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
STORING INSPUIT-/EOBD-SYSTEEM
Onder normale omstandigheden, wanneer de contactsleutel naar
MAR wordt gedraaid, gaat het lampje branden maar dit moet
doven zodra de motor is gestart. De verkeerspolitie beschikt over
speciale apparatuur waarmee de werking van het lampje
kan
worden gecontroleerd. Neem in elk geval de wettelijke
voorschriften in acht van het land waarin u rijdt.18)
Als het lampje blijft branden of tijdens het rijden gaat branden,
dan betekent dat het inspuitsysteem niet goed werkt. Een
continu brandend lampje duidt op een storing in het
inspuit-/ontstekingssysteem die zou kunnen leiden tot
overmatige uitlaatgasemissies, mogelijk prestatieverlies, slechte
rijeigenschappen en een hoog brandstofverbruik.
Het lampje dooft nadat de storing is verdwenen, maar de melding
wordt door het systeem in het geheugen bewaard.Onder deze omstandigheden kan met
gematigde snelheid verder gereden worden
zonder te veel eisen aan de motor te stellen. Het
langdurig rijden met continu brandend lampje
kan tot schade leiden.
Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
Alleen benzinemotoren
Als het waarschuwingslampje knippert, betekent dit dat de
katalysator beschadigd kan zijn.Laat in dit geval het gaspedaal los om het
motortoerental te verlagen tot het lampje stopt
met knipperen. Rijd verder met gematigde
snelheid en voorkom rijomstandigheden die
kunnen leiden tot het opnieuw gaan knipperen
van het lampje. Neem zo spoedig mogelijk
contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
STORING VOORGLOEIBOUGIES/VOORGLOEISYSTEEM
(dieselmotoren)
Dit lampje gaat branden wanneer de contactsleutel in de stand
MAR wordt gedraaid. Het lampje dooft zodra de
voorgloeibougies de van tevoren ingestelde temperatuur hebben
bereikt. De motor kan worden gestart zodra het lampje gedoofd
is.
WAARSCHUWING Bij gemiddelde of hoge buitentemperatuur
blijft het lampje zeer kort bijna onwaarneembaar branden.
Storing voorgloeisysteem
Het waarschuwingslampje knippert om aan te geven dat er een
storing in het voorgloeisysteem is.Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
49
Lampjes op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
WATER IN DIESELFILTER (Dieselversies)
Het lampje brandt constant tijdens het rijden om aan te geven dat
er water in het dieselfilter is waargenomen.
19)
REINIGING DPF (roetfilter) bezig (alleen dieselversies met DPF)
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de
stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later doven. Het
lampje gaat continu branden om te waarschuwen dat het
DPF-systeem bezig is met het verwijderen van de opgehoopte
vervuilende deeltjes (roet) middels regeneratie.
Het lampje zal niet bij elk DPF-regeneratie branden, maar alleen
als de rijomstandigheden zodanig zijn dat de bestuurder hiervan
op de hoogte moet worden gebracht. De auto moet tot aan het
einde van het regeneratieproces in beweging blijven opdat het
lampje dooft.
Een regeneratieproces duurt gemiddeld 15 minuten. De optimale
omstandigheden om het proces te voltooien worden bereikt door
de voertuigsnelheid op 60 km/h te houden met een toerental van
meer dan 2000 tpm.
Als dit lampje gaat branden, wijst dit niet op een storing en hoeft
het voertuig dus niet naar een werkplaats te worden gebracht.
27)
50
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL
Lampjes op
instrumentenpaneelWat het betekent Wat te doen
iTPMS-SYSTEEM
Het lampje gaat branden wanneer de contactsleutel naar de
stand MAR wordt gedraaid, maar het moet even later doven.BELANGRIJK Rijd niet verder met een of
meerdere lekke banden, dit kan de
bestuurbaarheid van de auto in gevaar brengen.
Breng het voertuig tot stilstand, voorkom
bruusk remmen en sturen. Repareer de band(en)
onmiddellijk met behulp van de speciale kit (zie
de paragraaf "Een wiel verwisselen" in het
hoofdstuk "Noodgevallen") en neem zo snel
mogelijk contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Storing iTPMS/iTPMS tijdelijk uitgeschakeld
Het waarschuwingslampje knippert gedurende circa 75 seconden
en blijft daarna constant branden( zie paragraaf
"Bedrijfsomstandigheden") om aan te geven dat het systeem
tijdelijk uitgeschakeld of defect is.
Het systeem gaat weer normaal werken zodra de
bedrijfsomstandigheden dat toelaten. Als dat niet het geval is de
Resetprocedure uitvoeren na het herstellen van de normale
bedrijfsomstandigheden.Als de storing blijft voortduren, zo snel mogelijk
contact opnemen met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
Lage bandenspanning
Het waarschuwingslampje gaat continu branden om aan te geven
dat de bandenspanning gezakt is onder de aanbevolen waarde die
een lange levensduur van de band en een zuinig
brandstofverbruik garandeert, of om aan te geven dat er
spanningsverlies is.
Zo wordt de bestuurder door het iTPMS gewaarschuwd dat een
of meer banden leeg en daardoor mogelijk lek kunnen zijn. In dit
geval wordt geadviseerd de juiste bandenspanning te herstellen
(zie paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk "Technische gegevens").
Zodra de normale bedrijfsomstandigheden van het voertuig
hersteld zijn, de resetprocedure uitvoeren.In elke situatie waarin op het display het bericht
"Raadpleeg handleiding" wordt weergegeven, is
het VERPLICHT om de inhoud van de paragraaf
"Wielen" in het hoofdstuk "Technische
gegevens" te raadplegen, en moeten de
aanwijzingen die u daarin vindt strikt worden
opgevolgd.
BELANGRIJK Rijd niet verder met een of
meerdere lekke banden, dit kan de
bestuurbaarheid van de auto in gevaar brengen.
Breng het voertuig tot stilstand, voorkom
bruusk remmen en sturen.
51
SYMBOLEN OP HET DISPLAY
Symbool op het
displayWat het betekent Wat te doen
STORING DYNAMO
Het lampje gaat branden op het display bij een storing
met de dynamo.Als het lampje blijft branden, neem dan onmiddellijk
contact op met een Alfa Romeo Servicenetwerk.
PORTIER OPEN
(voor bepaalde versies/markten)
Dit lampje verschijnt op het display wanneer een of
meerdere portieren of de achterklep niet goed gesloten
zijn. Bij geopende portieren en als de auto rijdt klinkt er
een geluidssignaal.
Bij sommige versies verschijnt het lampje op het display
ook wanneer de motorkap niet goed gesloten is.
STORING DUAL PINION STUURBEKRACHTIGING
(voor bepaalde versies/markten)
Het lampje gaat branden op het display bij een storing
met de stuurinrichting.
Bij een storing zou de elektrische stuurbekrachtiging
niet meer kunnen werken waardoor aanzienlijk meer
inspanning nodig is om het voertuig te besturen. Het
sturen blijft echter wel mogelijk.Neem zo snel mogelijk contact op met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Elke keer dat de accu wordt losgekoppeld
moet de stuurinrichting worden geïnitialiseerd. Dit wordt
aangeduid met het verschijnen van het lampje. Ga
hiervoor als volgt te werk: draai het stuurwiel van het ene
uiteinde naar het andere of rijd circa 100 meter op een
rechtlijnig stuk weg.
55
BELANGRIJK
22)Als hetwaarschuwingslampje niet dooft wanneer de startinrichting naar ON wordt gedraaid of als het blijft branden tijdens het rijden
(terwijl er ook een bericht op het display wordt weergegeven), dan kan er iets mis zijn met de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de airbags of
gordelspanners niet in werking treden bij een ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen, onbedoeld in werking treden. Laat het systeem
onmiddellijk controleren door het Alfa Romeo Servicenetwerk alvorens verder te rijden.
23)Een fout met het waarschuwingslampje
wordt gesignaleerd door het oplichten van het lampjeop het instrumentenpaneeldisplay en het
knipperen van het lampje dat de uitgeschakelde passagiersairbag op het achteruitkijkspiegeltje aanduidt. Ook zorgt het airbagsysteem voor de
automatische uitschakeling van de airbags aan passagierszijde (voor bepaalde versies/markten). In dergelijke gevallen kan het lampje mogelijk
geen storingen in de veiligheidssystemen aangeven. Laat het systeem onmiddellijk controleren door het Alfa Romeo Servicenetwerk alvorens
verder te rijden.
24)Wanneer het lampje gaat branden, moet de afgewerkte motorolie zo spoedig mogelijk, en elk geval binnen 500 km na het aangaan van het
lampje, worden ververst. Het niet naleven van deze instructie kan leiden tot ernstige beschadiging van de motor en de garantie ongeldig maken.
Vergeet niet dat het knipperen van dit lampje niets te maken heeft met het oliepeil in de motor; voeg dus absoluut geen motorolie toe als het lampje
begint te knipperen.
25)Als het lampje tijdens het rijden gaat knipperen, neem dan contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
26)Als, tijdens het rijden, het lampje gaat knipperen (of het pictogram op het display verschijnt), contact opnemen met het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
27)Rijd altijd met een snelheid die is afgestemd op de verkeerssituatie, de weersomstandigheden en de wegenverkeerswetgeving. De motor
afzetten zelfs terwijl het
lampje brandt is toegestaan, maar het meermaals onderbreken van het regeneratieproces kan leiden tot voortijdig
kwaliteitsverlies van de motorolie. Daarom wordt het aanbevolen om altijd te wachten tot het symbool is gedoofd voordat de motor wordt
afgezet, door bovenstaande aanwijzingen te volgen. Voltooi het DPF-regeneratieproces niet terwijl het voertuig stil staat.
BELANGRIJK
17)Als hetlampje tijdens het rijden gaat branden, zet dan de motor onmiddellijk af en neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
18)Als, wanneer de startinrichting naar MAR wordt gedraaid, het waarschuwingslampjeniet gaat branden of tijdens het rijden continu blijft
branden of gaat knipperen (bij bepaalde versies verschijnt er ook een bericht op het display), neem dan zo snel mogelijk contact op met het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
19)Water in het brandstofcircuit kan het inspuitsysteem ernstig beschadigen en de motor onregelmatig doen draaien. Als het symbool
wordt
weergegeven, zo snel mogelijk contact opnemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk om het systeem af te laten tappen. Als de bovengenoemde
aanwijzingen onmiddellijk voorkomen na het tanken, kan het zijn dat er tijdens het tanken water in de tank terecht is gekomen: zet de motor
onmiddellijk uit en neem contact op met het Alfa Romeo Servicenetwerk.
60
KENNIS VAN HET INSTRUMENTENPANEEL