
BELANGRIJK
62)Gebruik nooit een accusnellader om de
motor te starten, aangezien deze de
elektronische systemen kan beschadigen,
met name de regeleenheden van de
ontsteking en de brandstoftoevoer.
63)Verbind de startkabel niet met de
minpool (–) van de lege accu. De afgegeven
vonk kan explosie van de accu tot gevolg
hebben en ernstige schade veroorzaken.
Gebruik alleen het specifieke massapunt;
gebruik geen andere blootgestelde metalen
onderdelen.
AFSLUITER VAN DE
BRANDSTOFTOEVOER
BESCHRIJVING
Afhankelijk van het type en het geweld
van de botsing, bepaalt de regeleenheid
van de ORC-beschermingssystemen voor
inzittenden of de air bags en de voorste
veiligheidsgordelaanspanners moeten
worden geactiveerd en of de stroom
onmiddellijk moet worden gestopt in de
batterijen om pompen te voeden en naar
apparatuur dat de motor bedient. De
kracht van de accu wordt onderbroken
door de pyrotechnische zekering
geplaatst op de zekeringenkast naast de
positieve pool van de accu “te laten
exploderen”.
Wanneer de zekering “geëxplodeerd” is,
blijven alleen sommige diensten,
noodzakelijk voor de veiligheid van het
voertuig (bijv. portiervergrendeling,
antidiefstalapparaat, etc.), gevoed.
BELANGRIJK Controleer na de aanrijding
het voertuig zorgvuldig op
brandstoflekkage, bijvoorbeeld in de
motorruimte, onder het voertuig of in de
buurt van de tank.
BELANGRIJK Laat de correcte werking
van het systeem herstellen door het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
SLEPEN VAN VOERTUIG MET
PECH
VERSIES MET
ACHTERWIELAANDRIJVING (RWD)
Het wordt aanbevolen het voertuig te
slepen met alle vier de wielen van de
grond getild op het platform van een
takelwagen.
Als er geen voertuig voor pech onderweg
met platform beschikbaar is, moet het
voertuig gesleept worden met de
achterwielen OPGEHEVEN van de grond
(met behulp van een aanhanger of
speciale inrichtingen die het opheffen
van de achterwielen mogelijk maken).
BELANGRIJK Het slepten van voertuigen
zonder te voldoen aan bovenstaande
voorschriften kan ernstige schade aan
het voertuig toebrengen.
VERSIES MET VIERWIELAANDRIJVING
(AWD)
Het wordt aanbevolen het voertuig te
slepen met alle vier de wielen van de
grond getild op het platform van een
takelwagen.
BELANGRIJK Vermijd het optillen van de
voor- of de achterwielen alleen, met
gebruik van een trailer of voertuig
waarmee de wielen van een as alleen
kunnen worden opgetild. Als alleen de
158
NOODGEVALLEN

BELANGRIJK
147)Beweeg de startinrichting naar ON en
dan naar STOP, zonder het portier te openen.
148)Onthoud dat tijdens het slepen de
rembekrachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken. Om die
reden is meer kracht benodigd voor de
bediening van het rempedaal en het stuur.
Gebruik voor het slepen geen soepele kabels
en vermijd bruuske bewegingen. Zorg tijdens
het slepen dat er geen onderdelen door de
sleepverbinding kunnen worden beschadigd.
Neem bij het slepen in elk geval de wettelijke
voorschriften in acht van het land waarin
wordt gereden en pas uw rijgedrag aan.
Start de motor niet wanneer de auto wordt
gesleept. Maak voor de montage van het
sleepoog de schroefdraad zorgvuldig
schoon. Controleer of het sleepoog volledig
op de schroefdraadpen is gedraaid alvorens
de auto te slepen.
16208136S0002EM
160
NOODGEVALLEN

Het voertuig is uitgerust met een IBS
(Intelligent Battery Sensor), die in staat is
het laad- en ontlaadvoltage te meten en
het laadniveau te berekenen en de
algemene toestand van de accu. De
sensor wordt geplaatst naast de
negatieve terminal (-) van de accu.
Voor een correcte ladings-/
ontladingsprocedure, moet het
laadvoltage door de IBS-sensor gaan.
Draai de lader aan en volg de
aanwijzingen uit de
gebruikershandleiding om de accu
helemaal op te laden;
schakel na het heropladen eerst de
acculader uit voordat deze wordt
losgekoppeld van de accu;
eerst de zwarte kabelterminal van de
acculader afsluiten en daarna de rode
kabelterminal;
herplaats de beschermende kap van
de positieve terminal van de accu en de
toegangskap op de accuruimte.
BELANGRIJK Als een acculader van het
"snelle" type wordt gebruikt terwijl de
accu in het is voertuig gemonteerd,
moeten eerst beide kabels van de accu
losgemaakt worden alvorens de
acculader aan te sluiten. Gebruik geen
"snellader" voor de levering van
startspanning.
70)
BELANGRIJK
159)Het proces van opladen of weer
opladen van de accu produceert waterstof,
een ontvlambaar gas dat kan ontploffen en
tot ernstig letsel leiden.
160)Houd u altijd aan de vermelde
voorzorgsmaatregelen bij het opladen of
weer opladen van de accu.
BELANGRIJK
70)Als u de accu moet loskoppelen of
verwijderen, sluit de achterklep dan niet. Om
onbedoelde sluiting te voorkomen, wordt
aanbevolen een obstakel (bijv. een doek) op
het slot te leggen zodat de achterklep niet
gesloten kan worden.
ONDERHOUDSPROCEDURES
161) 162) 163)
71) 72) 73) 74) 75) 76) 77)
ONDERHOUD AIRCONDITIONING
78) 79)
Om de beste prestaties te garanderen,
moet de airconditioning gecontroleerd en
onderhouden worden bij een werkplaats
van het Alfa Romeo Servicenetwerk, bij
het begin van de zomer.
RUITENWISSER
De wisserbladen van de ruitenwisser
omhoog zetten (functie "Servicestand")
Dankzij de functie "Servicestand" kan de
bestuurder de wisserbladen eenvoudiger
vervangen. Het wordt ook aanbevolen om
deze functie te activeren wanneer het
sneeuwt en om het gemakkelijker te
maken elke afzetting van vuil te
verwijderen in de zone waar de bladen
normaal geplaatst zijn, bij het wissen.
Inschakeling van de functie
Schakel, om deze functie in te schakelen,
de ruitenwissers uit (draaischakelaar
fig. 167 in standO) voordat u de
startinrichting op STOP zet.
Deze functie kan alleen binnen 2 minuten
nadat de startinrichting op STOP is gezet
ingeschakeld worden.
176
ONDERHOUD EN ZORG

Beweeg, voor inschakeling van deze
functie, de hendel minstens een drie
seconden omhoog (onstabiele stand).
Indien, na gebruik van deze functie, de
startinrichting teruggezet wordt op
AANmet de wisserbladen in een andere
stand dan de ruststand (onderaan op de
voorruit), dan zullen ze alleen terugkeren
naar de ruststand na een commando
afkomstig van de hendel (hendel omhoog,
naar onstabiele stand) of wanneer een
snelheid van 5 km/h wordt overschreden.
Wisserbladen voorruit vervangen
Ga als volgt te werk:
hef de wisserarm op, druk op het lipje
fig. 168 van de springveer en verwijder
het wisserblad van de arm;
monteer het nieuwe wisserblad door
het lipje in de speciale zitting op de
wisserarm te blokkeren;
laat de wisserarm voorzichtig op de
ruit zakken.
BELANGRIJK Schakel de ruitenwissers
niet met van de ruit opgeheven
wisserbladen in.
Ruitensproeier
De ruitensproeiers zijn niet verstelbaar.
Als de ruitensproeiers niet werken,
controleer dan eerst of er
ruitensproeiervloeistof in het reservoir
zit (zie paragraaf “Motorruimte” in dit
hoofdstuk).
Controleer vervolgens of de
sproeigaatjes niet verstopt zijn. Gebruik
zo nodig een naald om ze te ontstoppen.
BELANGRIJK
161)Het luchtinlaatsysteem (luchtfilter,
rubber slangen, enz.) kan als bescherming
fungeren in geval van terugslag van de
motor. VERWIJDER dit systeem NIET, tenzij
u reparatie- of onderhoudswerkzaamheden
moet uitvoeren. Controleer, alvorens de
motor te starten, dat het systeem niet
verwijderd is: het niet in acht nemen van
deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot
ernstig letsel.
162)Uitlaatgassen zijn uiterst gevaarlijk, en
kunnen dodelijk zijn. Ze bevatten
koolmonoxide, een kleurloos en reukloos gas
dat bij inademing bewustzijnsverlies en
vergiftiging kan veroorzaken.
163)Het uitlaatsysteem kan zeer hoge
temperaturen bereiken en kan leiden tot
brand als het voertuig geparkeerd wordt op
ontvlambaar materiaal. Droog gras of
bladeren kunnen ook vlam vatten als ze in
contact komen met het uitlaatsysteem.
Parkeer of gebruik het voertuig niet op een
plaats waar het uitlaatsysteem in contact
kan komen met ontvlambaar materiaal.
16709046S0001EM
16809046S0002EM
177

Genre tonen
Genre afspelen
Playlist tonen
Playlist afspelen
Nummer afspelen
Alles afspelen
Alle albums tonen
Alle artiesten tonen
Alle componisten tonen
Alle genres tonen
Alle playlists tonen
Alle liedjes tonen
Activeren shuffle
Deactiveren shuffle
Bron wijzigen in Aux
Bron wijzigen in USB 1
Bron wijzigen in USB 2
Bron wijzigen in Bluetooth
OPMERKING Deze bedieningen zijn van
toepassing op apparaten die via USB met
het systeem zijn verbonden en niet via
het
Bluetooth-systeem®.
Telefoonfuncties
Met de toets
kunt u de volgende
functies activeren:
Nummer intoetsen
Bellen
Nummer herhalen
Toon contacten
Toon alle oproepen
Toon gemiste oproepen
ZoekNavigatiefunctie
(indien aanwezig)
Met de toets
kunt u de volgende
functies activeren:
Navigeer naar
Favorieten
2D-kaart instellen
Gedetailleerde 3D-kaart instellen
Bovenaanzicht instellen
Route weergave
Navigatie starten
Navigatie stoppen
Instructies herhalen
Toon kaart
Dichtstbijzijnde
vinden
219

Handgeschakelde versnellingsbak. .114
Herconfigureerbaar tft display.....44
Het voertuig opkrikken.........179
Hoofdairbag................107
Hoofdsteunen...............22
Hoogteregeling koplampen.......29
HSA-systeem (Hill Starting Assist)
(Ondersteuning bij wegrijden op
een helling)................74
i-Size kinderzitjes.............97
Identificatiegegevens..........184
Imperiaal/skidrager>...........40
Interieurverlichting............30
ISOFIX-kinderzitje (montage)......95
Kinderen veilig vervoeren........91
Kinderslot..................17
Kinderzitjes.................91
Klimaatregeling...............33
KNOPPEN
Samenvattende tabel knoppen op
de tunnelconsole...........206
Lakwerk (reiniging en onderhoud). .180
Lamp buitenverlichting vervangen . .145
Lampen
typen lampen.............143
Lampjes en berichten...........51
Lichtschakelaar..............26
Mistlampen (lamp vervangen).....146
Mistlampen voor..............27Modificaties/wijzigingen aan het
voertuig..................5
Motor....................185
niveau vloeistof
motorkoelsysteem..........173
Motorkap..................37
Motorolie
niveau controleren..........172
verbruik................173
Motorruimte...............170
Noodstart.................156
Onderhoudsprocedures........176
Parkeerlichten...............27
Parkeersensorensysteem.......131
Parkeren..................111
Passive Entry (systeem).........15
PBA-systeem (Panic Brake Assist) . . .73
Plafondverlichting voor..........30
Portieren..................15
Prestaties (topsnelheid)........196
RCP-systeem...............77
Regensensor................32
Remmen
remvloeistofniveau..........173
Richtingaanwijzers (lamp
vervangen)...............146
Richtlijnen voor de behandeling van
het voertuig aan het einde van
de levensduur.............201
Rijbaanwissel................29Rijhulpsystemen..............76
Rijmodi...................118
Ruitensproeiervloeistof voor
voorruit/koplampen.........173
Ruitenwisser . . ..............31
wisserbladen vervangen.......177
Ruitenwisser/-sproeier . .........31
"Intelligente" wis-/wasfunctie....32
SBA (Gordelwaarschuwing).......88
SBA (Gordelwaarschuwing)
Systeem.................88
SBL-functie.................29
Schemersensor...............26
Slepen van het voertuig.........159
Slepen van voertuig met pech.....158
Sleutels
elektronische sleutel . .........11
Sneeuwkettingen. ............179
Snelheidsbegrenzer...........120
SRS (aanvullend
veiligheidssysteem) .........103
Stadslicht..................27
Start & Stop-Evo.............119
Starten met een sleutel met lege
batterij..................13
Starten met hulpaccu..........157
ALFABETISCH REGISTER