Page 300 of 664

300
2-5. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO_EE_OM64590E
Detectiebereik sensoren
Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 60 cm
Het schema toont het detectiebe-
reik van de sensoren. Merk op
dat de sensoren geen obstakels
kunnen detecteren die zich
extreem dicht bij de auto bevin-
den.
Het bereik van de sensoren kan
verschillend zijn, afhankelijk van
bijvoorbeeld de vorm van het
object.
■De Toyota Parking Assist-sensor kan worden gebruikt als
De schakelaar van de Toyota Parking Assist-sensor is ingeschakeld.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop:
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop:
Het contact AAN staat.
● Binnenste sensoren voor:
• De selectiehendel staat in een andere stand dan P (Multidrive CVT) of
R.
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 10 km/h.
● Hoeksensoren voor:
• De selectiehendel staat in een andere stand dan P (Multidrive CVT).
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 10 km/h.
● Hoeksensoren en binnenste sensoren achter:
• de selectiehendel in stand R staat.
VERSO_OM_Europe_OM64590E.book Page 300 Thursday, November 19, 2015 3:49 PM
Page 301 of 664

301
2-5. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO_EE_OM64590E
■
Detectie-informatie sensoren
● De staat van de auto en de omgeving kunnen van invloed zijn op de
capaciteit van de sensor om een obstakel correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet u hieronder.
• De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs.
• De sensor is bevroren.
• Een sensor wordt ergens door afgedekt.
• De auto helt sterk over naar één zijde.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind
of op gras.
• Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmoto- ren, luchtremmen van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die
ultrasone geluidsgolven produceren.
• Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de nabije omgeving.
• Een sensor is bedekt met een waterfilm of er is sprake van zware regenval.
• De auto is uitgerust met een staafantenne of een radioantenne.
• Er is een sleepoog gemonteerd.
• Een bumper of sensor krijgt een harde klap.
• De auto nadert een hoge of rechthoekige stoeprand.
• In fel zonlicht of zeer koud weer.
• Als een niet-originele Toyota-wielophanging (bijvoorbeeld verlaagde wielophanging) is gemonteerd.
Naast bovenstaande voorbeelden zijn er situaties waarin verkeersborden en
andere objecten vanwege hun vorm door de sensor dichterbij worden
gezien dan ze in werkelijkheid zijn.
● De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen dat een sensor het obsta-
kel niet signaleert. Let goed op bij de volgende obstakels:
• Kabels, hekken, touwen, enz.
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Objecten met scherpe hoeken
• Lage obstakels
• Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van
uw auto
VERSO_OM_Europe_OM64590E.book Page 301 Thursday, November 19, 2015 3:49 PM
Page 302 of 664

302
2-5. Gebruik van overige rijsystemen
VERSO_EE_OM64590E
■
Wanneer de sensor abnorm aal werkt of defect is
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen die bij een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een ande re naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige kunn en worden geconfigureerd
De instelling van het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
→ Blz. 640)
WAARSCHUWING
■Wees alert tijdens het gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
● Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
● Monteer geen accessoires binnen het bereik van de sensor.
●Als een van de sensoren vuil of bevro-
ren is, gaat het controlelampje voor de
abnormaal werkende sensor branden
en klinkt er gedurende 8 seconden een
zoemer. Nadat de zoemer heeft geklon-
ken, gaan alle controlelampjes van de
sensoren branden.
Reinig de sensoren met een zachte
doek.
●Als een van de sensoren defect is, gaat
het controlelampje voor de defecte sen-
sor branden en klinkt er gedurende
8 seconden een zoemer. Nadat de zoe-
mer heeft geklonken, gaan alle controle-
lampjes van de sensoren knipperen.
Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/
reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
Controlelampjes
sensor
VERSO_OM_Europe_OM64590E.book Page 302 Thursday, November 19, 2015 3:49 PM
Page 303 of 664
303
2-5. Gebruik van overige rijsystemen
2
Tijdens het rijden
VERSO_EE_OM64590E
OPMERKING
■
Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of
stoom.
De sensor kan hierdoor defect raken.
VERSO_OM_Europe_OM64590E.book Page 303 Thursday, November 19, 2015 3:49 PM
Page 323 of 664

323
2-6. Rij-informatie
2
Tijdens het rijden
VERSO_EE_OM64590E
WAARSCHUWING
■
Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig letsel het gevolg zijn.
● Rijd niet harder dan de maximaal toegestane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50 km/h, afhankelijk van welke snel-
heid de laagste is.
● Vermijd het rijden over slechte wegdekken en over gaten.
● Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
● Minder uw snelheid alvorens een bocht aan te snijden zodanig, dat u
zeker weet dat de auto bestuurbaar blijft.
OPMERKING
■Repareren of vervangen van winterbanden (auto's met bandenspan-
ningswaarschuwingssysteem)
Laat winterbanden repareren of vervangen door een Toyota-dealer of door
een bandenspecialist.
Het verwijderen en plaatsen van winterbanden heeft invloed op de werking
van de bandenspanningssensoren en -zenders.
■ Sneeuwkettingen monteren (auto' s met bandenspanningswaarschu-
wingssysteem)
Als er sneeuwkettingen gemonteerd zijn, kan het gebeuren dat bandenspan-
ningssensoren en -zenders niet goed functioneren.
VERSO_OM_Europe_OM64590E.book Page 323 Thursday, November 19, 2015 3:49 PM
Page 426 of 664

426
VERSO_EE_OM64590E
4-1. Onderhoud en verzorging
Reinigen en beschermen van het exterieur
■Wassen in de wasstraat
● Zorg ervoor dat de buitenspiegels zijn ingeklapt en verwijder de antenne
voordat u van een autowasstraat gebruikmaakt. Begin met wassen vanaf
de voorzijde van de auto. Vergeet niet vóór het rijden de antenne weer te
plaatsen en de buitenspiegels uit te klappen.
● Sommige borstels in wasstraten kunnen krassen veroorzaken, waardoor
de lak van uw auto wordt beschadigd.
● Auto's met ruitenwissers met regensensor: Zet de ruitenwissers uit voor-
dat u de auto gaat wassen. ( →Blz. 427)
■ Hogedrukreinigers
● Zorg ervoor dat de sproeiers van de wasstraat zich zo ver mogelijk bij de
ruiten vandaan bevinden.
● Controleer voordat u de wasstraat inrijdt of de tankdopklep goed geslo-
ten is.
Voer het volgende uit om uw auto te beschermen en in perfecte staat
te houden.
● Spoel de auto van boven naar beneden af met veel water en
verwijder zo vuil en stof van de carrosserie, uit de wielkasten
en van de onderkant van de auto.
● Was de auto met een spons of een zachte doek (bijv. een
zeemlap).
● Verwijder hardnekkige vlekken met een autowasmiddel en
spoel grondig af met water.
● Veeg overtollig water weg.
● Wanneer het water niet meer in druppels op de lak blijft lig-
gen, moet de auto opnieuw in de was worden gezet.
Zet de auto alleen in de was als de carrosserie is afgekoeld.
VERSO_OM_Europe_OM64590E.book Page 426 Thursday, November 19, 2015 3:49 PM
Page 427 of 664

427
4-1. Onderhoud en verzorging
4
Onderhoud en verzorging
VERSO_EE_OM64590E
■
Lichtmetalen velgen (indien aanwezig)
● Verwijder vuil onmiddellijk met een neutraal reinigingsmiddel. Gebruik
geen harde borstels of schuurmiddelen. Gebruik geen sterke of bijtende
oplosmiddelen. Gebruik hetzelfde neutrale reinigingsmiddel en dezelfde
was als die gebruikt wordt voor de carrosserie.
● Reinig de velgen niet met reinigingsmiddelen als de velgen, bijvoorbeeld
na een lange rit bij warm weer, nog warm zijn.
● Spoel het reinigingsmiddel op de velgen direct na het gebruik af.
■ Bumpers
Gebruik geen schuurmiddelen.
WAARSCHUWING
■Bij het wassen van de voorru it (auto's met regensensor)
● Wanneer het bovenste deel van de voorruit waar de regensensor is
geplaatst met de hand wordt aangeraakt
● Wanneer een natte doek of iets dergelijks in de buurt van de regensensor
wordt gehouden
● Als iets tegen de voorruit stoot
● Als u het regensensorhuis aanraakt of als iets in aanraking komt met de
regensensor
■ Waarschuwing met betrekking tot de uitlaat
Uitlaatgassen zorgen ervoor dat de uitlaatpijp tamelijk heet wordt.
Raak wanneer u de auto wast de uitlaatpijp niet aan totdat deze voldoende
is afgekoeld, aangezien het aanraken van een hete uitlaatpijp brandwonden
kan veroorzaken.
Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand
OFF.
Als de ruitenwisserschakelaar in de stand
AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in
de volgende gevallen onverwacht in wer-
king treden. Hierdoor kunnen uw handen
bekneld raken en kunt u ernstig letsel
oplopen, en hierdoor kunnen de ruiten-
wisserbladen beschadigd raken.
AUTO
Off
VERSO_OM_Europe_OM64590E.book Page 427 Thursday, November 19, 2015 3:49 PM
Page 429 of 664

429
4-1. Onderhoud en verzorging
4
Onderhoud en verzorging
VERSO_EE_OM64590E
OPMERKING
■Wassen in een autowasstraat (auto's met ruitenwissers met regensensor)
Zet de ruitenwisserschakelaar in de stand OFF. Als de ruitenwisserschake-
laar in stand AUTO staat, kunnen de ruitenwissers in werking treden waar-
door de ruitenwisserbladen beschadigd kunnen raken.
■ Reinigen met een hogedrukreiniger
Houd de sproeierkop uit de buurt van hoezen (rubberen of kunststof afdek-
kingen), stekkers of de volgende onderdelen. Wanneer onderdelen in aanra-
king komen met sterke waterstralen, kunnen ze beschadigd raken. • Aan tractie gerelateerde onderdelen
• Onderdelen stuurinrichting
• Onderdelen wielophanging
• Onderdelen remsysteem
■ Omgaan met de camera (auto's met Rear View Monitor-systeem)
● De camera is waterdicht afgesloten. Verwijder, demonteer of wijzig hem
daarom niet. Anders kan hij onjuist gaan werken.
● Als er vuil of verontreinigingen (zoals waterdruppels, sneeuw, modder,
enz.) op de camera zit, kan deze geen duidelijk beeld overbrengen. Spoel
hem in dit geval af met een grote hoeveelheid water en veeg de camera-
lens af met een zachte, natte doek.
● Zorg ervoor dat er geen organische oplosmiddelen, autowas, ruitenreini-
ger of ruitencoating op de lens terechtkomt. Verwijder dergelijke stoffen zo
snel mogelijk van de lens als dit gebeurt.
● Stel de camera of de omgeving van de camera tijdens het wassen van de
auto niet bloot aan sterke waterstralen. Hierdoor kunnen storingen optre-
den in de camera.
VERSO_OM_Europe_OM64590E.book Page 429 Thursday, November 19, 2015 3:49 PM