3424-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
*1: Type met 4 sensoren
*2: De afbeeldingen wijken mogelijk af van de getoonde afbeeldingen.(→ Blz. 339)
*3: Multi-informatiedisplay
*4: Scherm navigatiesysteem of multimediasysteem
■
Werking zoemer en afstand tot een obstakel
Een zoemer klinkt als de sensoren in werking zijn.
● De geluidssignalen volgen elkaar sneller op naarmate de auto
dichter bij het obstakel komt.
Als de auto het obstakel genaderd is tot onderstaande afstanden,
klinkt er een continu geluidssignaal.
• Hoeksensoren voor: ongeveer 30 cm
• Binnenste sensoren voor: ongeveer 30 cm
• Hoeksensoren achter: ongeveer 30 cm
• Binnenste sensoren achter: ongeveer 35 cm
● Als er gelijktijdig 2 of meer obstakels worden gesignaleerd, rea-
geert het zoemersysteem op het dichtstbijzijnde obstakel. Als
een of beide obstakels dichter bij de auto komen dan hierboven
vermeld staat, klinkt er een l angdurig piepsignaal, gevolgd door
elkaar snel opvol gende piepsignalen.
Ongeveer 100 cm
Ongeveer 150 cm
Ongeveer 55 cm
Ongeveer 50 cm
Het schema toont het detectiebe-
reik van de sensoren. Houd er
rekening mee dat de sensoren
obstakels die zich extreem dicht bij
de auto bevinden, mogelijk niet
kunnen signaleren.
Het bereik van de sensoren kan
verschillend zijn, afhankelijk van
bijvoorbeeld de vorm van het
object.
*: Indien aanwezig
Detectiebereik sensoren
1
2
3
4
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 342 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
3444-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)■
Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is beperkt tot het gebied rond de bum-
per van de auto.
● De staat van de auto en de omgeving kunnen van invloed zijn op de capaci-
teit van de sensor om een obstakel correct te signaleren. Specifieke situa-
ties waarin dit voor kan komen ziet u hieronder.
• Er zit vuil, sneeuw of ijs op de sensor. (Het reinigen van de sensoren zal
het probleem oplossen.)
• Wanneer de sensor bevroren is. (Het ontdooien van de sensor zal het
probleem oplossen.)
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het gebeuren dat er ten gevolge
van een bevroren sensor een abnormaal beeld te zien is op het display of
dat obstakels niet worden gesignaleerd.
• De sensor is op een of andere manier afgedekt.
• De auto helt sterk over naar één zijde.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige weg, op een helling, op grind of op gras.
• Er is veel omgevingslawaai rond de auto van claxons, motorfietsmotoren, luchtremmen van vrachtwagens of andere geluidsbronnen die ultrasone
geluidsgolven produceren.
• Er is een andere auto uitgerust met Parking Assist-sensoren in de nabije omgeving.
• De sensor is bedekt met een laklaag of een overvloedige hoeveelheid
regenwater.
• De auto is uitgerust met een staafantenne of een draadloze antenne.
• Er zijn sleepogen geplaatst.
• Als de bumper of sensor een sterke schok ondergaat.
• De auto nadert een hoge of gebogen stoeprand.
• In fel zonlicht of zeer koud weer.
• Objecten direct onder de bumper worden niet gesignaleerd.
• Als het obstakel zich te dicht bij de sensor bevindt.
• Er zijn niet-originele Toyota-onderdelen voor de wielophanging (verla-
gingsset, enz.) gemonteerd.
• Mogelijk worden mensen die bepaalde soorten kleding dragen niet gesig- naleerd.
Naast bovenstaande voorbeelden zijn er situaties waarin verkeersborden
en andere objecten vanwege hun vorm door de sensor dichterbij worden
gezien dan ze in werkelijkheid zijn.
● De vorm van een obstakel kan ervoor zorgen dat een sensor het obstakel
niet signaleert. Let goed op bij de volgende obstakels:
• Kabels, hekken, touwen, enz.
• Katoen, sneeuw en andere materialen die geluidsgolven absorberen
• Zeer hoekige objecten
• Lage obstakels
• Hoge obstakels waarbij het bovenste deel uitsteekt in de richting van uw
auto
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 344 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
3454-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)●
Tijdens het gebruik kunnen zich de volgende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het obstakel en andere factoren kan de
detectieafstand korter worden of kan detectie onmogelijk zijn.
• Mogelijk worden obstakels niet gesignaleerd als deze zich te dicht bij de
sensor bevinden.
• Tussen het signaleren van een object en de weergave zit een kleine ver- traging. Ook als er met lage snelheid wordt gereden, bestaat de mogelijk-
heid dat het obstakel binnen het detectiegebied van de sensoren komt
voordat het controlelampje gaat branden en het waarschuwingssignaal
hoorbaar is.
• Smalle paaltjes of objecten die lager zijn dan de sensor worden mogelijk niet gesignaleerd wanneer u ze nadert, zelfs als ze eenmaal zijn gesigna-
leerd.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen te horen als de audio-installa- tie hard staat of als de luchtcirculatie van de airconditioning veel geluid
produceert.
■ Wanneer een storing in het systeem optreedt
Type met 4 sensoren
● Als het controlelampje auto blijft branden terwijl de controlelampjes van de
hoek achter en het midden achter knipperen en de storingspieptoon gedu-
rende ongeveer 7 seconden klinkt, laat de auto dan nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
● Reinig de sensoren met een zachte doek als het controlelampje auto en de
controlelampjes van de hoek achter en het midden achter knipperen en de
storingspieptoon gedurende ongeveer 7 seconden klinkt.
Type met 8 sensoren
Er wordt een melding weergegeven op het multi-informatiedisplay: →Blz. 601
■ Persoonlijke voorkeursinstellingen
De instelling van het geluidsvolume van de zoemer kan worden gewijzigd.
(Systemen met mogelijkheden voor persoonlijke voorkeursinstellingen
→Blz. 705)
WAARSCHUWING
■Bij gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht.
Anders kan een ongeval het gevolg zijn.
● Rijd als het systeem is ingeschakeld niet harder dan 10 km/h.
● Het detectiegebied van de sensoren en de reactietijden zijn beperkt. Con-
troleer tijdens rijden of de omgeving (vooral naast de auto) veilig is en rijd
langzaam. Regel de snelheid met het rempedaal.
● Monteer geen accessoires binnen de detectiegebieden van de sensoren.
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 345 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
3464-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)
OPMERKING
■Bij gebruik van de Toyota Parking Assist-sensor
In de volgende gevallen werkt het systeem mogelijk niet goed als gevolg
van een storing in een sensor, enz. Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
● Als het gedeelte rond de sensor in aanraking komt met iets of wordt bloot-
gesteld aan een krachtige schok.
● Als de bumper ergens tegenaan komt.
Type met 4 sensoren
● De controlelampjes voor de hoeken achter en midden achter knipperen en
er klinkt een pieptoon terwijl er geen obstakel is gesignaleerd.
● Als de controlelampjes voor de hoeken achter en midden achter continu
branden en er geen piepsignaal klinkt.
● Controleer eerst de sensor als er een signaleringsfout optreedt.
Als de fout zich voordoet terwijl er geen ijs, sneeuw of modder op de sen-
sor zit, is de sensor waarschijnlijk defect.
Type met 8 sensoren
● Het display van de Toyota Parking Assist-sensor knippert en er klinkt een
piepsignaal terwijl er geen obstakel is gesignaleerd.
● Als het display continu te zien is en er geen piepsignaal klinkt.
● Controleer eerst de sensor als er een weergavefout optreedt.
Als de fout zich voordoet terwijl er geen ijs, sneeuw of modder op de sen-
sor zit, is de sensor waarschijnlijk defect.
■ Opmerkingen bij het wassen van de auto
Stel de omgeving van de sensoren niet bloot aan sterke waterstralen of
stoom.
De sensor kan hierdoor defect raken.
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 346 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
3544-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)■
Airconditioning terwijl de motor door het Stop & Start-systeem is uitgescha-
keld
Wanneer de motor is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem, wordt de
airconditioning (koelen, verwarmen en ontvochtigen) tijdelijk uitgeschakeld en
wordt er alleen nog lucht geblazen of stopt het systeem met lucht blazen.
Druk op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem om het Stop & Start-
systeem uit te schakelen, zodat wordt voorkomen dat het airconditioningsys-
teem tijdelijk wordt uitgeschakeld.
■ Weergave werkingsduur Stop & Star t-systeem en totale werkingsduur
Stop & Start-systeem
→Blz. 110
■ Wijzigen van de tijd voor uitschakeling bij stilstand bij ingeschakelde air-
conditioning
Als de airconditioning is ingeschakeld, kan de tijd voor uitschakeling bij stil-
stand van het Stop & Start-systeem op een van de volgende manieren wor-
den gewijzigd. (De tijd voor uitschakeling bij stilstand van het Stop & Start-
systeem als de airconditioning is uitgeschakeld, kan niet worden gewijzi\
gd.)
Wijzigen van de instellingen via de uitschakeltoets van het Stop & Start-sys-
teem
Telkens wanneer de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem gedurende
ten minste 3 seconden ingedrukt wordt gehouden, schakelt het systeem tus-
sen “Extended” (verlengd) en “Standard” (standaard). (De systeemstatus kan
worden gecontroleerd op het informatiescherm van het Stop & Start-systeem
op het multi-informatiedisplay.)
Wijzigen van de instellingen met de bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel
Instellen vanaf het scherm (informatie Stop & Start-systeem):
Wanneer het scherm (informatie Stop & Start-systeem) wordt
weergegeven, druk dan op van de bedieningstoetsen van het instru-
mentenpaneel ( →Blz. 107).
Instellen vanaf het scherm (instellingendisplay):
Bedien, wanneer het scherm (instellingendisplay) wordt weerge-
geven, de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel omhoog of
omlaag om te selecteren en druk vervolgens op van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel ( →Blz. 107).
Bedien de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel omhoog of
omlaag om “Standard” (standaard) of “Extended” (verlengd) te selecteren
en druk vervolgens op van de bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel.
1
2
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 354 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
3564-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)■
Weergeven van de status van het Stop & Start-systeem
De bedrijfsstatus van het Stop & Start-systeem kan worden weergegeven op
het scherm (informatie Stop & Start-systeem) van het multi-informatie-
display. ( →Blz. 107)
De weergave van “After Reset” (sinds resetten) en “Fuel Saved After Reset”
(brandstof bespaard sinds resetten) kan worden gereset.
Druk om de weergave te resetten op van de bedieningstoetsen van het
instrumentenpaneel, bedien de bedieningstoetsen van het instrumentenpa-
neel omhoog of omlaag om “Reset” te selecteren en houd vervolgens \
ingedrukt.
Druk op van de bedieningstoetsen van het instrumentenpaneel om de
resetprocedure te beëindigen.
“Stop & Start”
(Stop & Start-systeem) Geeft de actuele tijd voor uitschakeling bij stilstand
weer (tijd dat de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem). Tevens kan de tijd dat de motor
niet draait wanneer de airconditioning is ingescha-
keld, worden gewijzigd met de bedieningstoetsen
van het instru
mentenpaneel. ( →Blz. 354)
“After Start”
(sinds starten) Geeft de totale tijd weer die de motor door het Stop
& Start-systeem is uitgeschakeld vanaf het
moment dat de motor werd
gestart tot de motor
werd uitgeschakeld.
“After Reset”
(sinds resetten) Geeft de totale tijd weer die de motor door het Stop
& Start-systeem is uitgeschakeld vanaf de laatste
keer resetten totdat het
systeem weer wordt gere-
set.
“Fuel Saved After Start”
(brandstof bespaard sinds
starten) Geeft de geschatte totale hoeveelheid bespaarde
brandstof weer als gevolg van het uitschakelen
van de motor door het Stop & Start-systeem vanaf
het moment dat de motor werd gestart tot de motor
werd uitgeschakeld.
“Fuel Saved After Reset”
(brandstof bespaard sinds
resetten) Geeft de geschatte totale hoeveelheid bespaarde
brandstof weer als gevolg van het uitschakelen
van de motor door het Stop & Start-systeem vanaf
het moment dat het laatst werd gerest tot het
opnieuw resetten van het systeem.
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 356
Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
3574-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)■
Meldingen multi-informatiedisplay
Wanneer de motor niet kan worden uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem en wanneer de motor automatisch wordt herstart terwijl hij was uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem worden de volgende meldingen
weergegeven op het multi-informatiedisplay.
●
Wanneer de motor niet kan worden uitgeschakeld door het Stop & Start-sys-
teem
MeldingDetails/handelingen
“Depress Brake
Firmly to Activate.”
(trap het rempedaal
ver in om te active-
ren)Het rempedaal wordt niet diep genoeg ingetrapt.
→Werkt wanneer het rempedaal verder wordt ingetrapt
nadat de auto tot stilstand is gebracht.
“For Climate Control”
(voor klimaatregeling)
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omge-
vingstemperatuur hoog of laag is.
→Treedt direct in werking wanneer het verschil tussen
de ingestelde temperatuur en de temperatuur in het
interieur te klein is.
• De toets van de voorruitverwarming wordt ingedrukt.
(
→Blz. 459, 467)
“Battery Charging”
(accu aan het opla-
den)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
→Het uitschakelen van de motor is tijdelijk niet moge-
lijk om voorrang te geven aan het laden van de accu,
maar als de motor kortstondig draait, wordt het uit-
schakelen van de motor toegestaan.
• Er wordt mogelijk een onder houdslaadprocedure uitge-
voerd (bijvoorbeeld enige tijd nadat de accupolen zijn los-
genomen en weer aangesloten, enige tijd nadat de accu
is vervangen, enz.)
→Wanneer de onderhoudslaadprocedure na ongeveer
30 - 60 minuten is voltooid, kan het systeem worden
bediend.
• De motor is mogelijk herstart terwijl de motorkap was geopend.
→Sluit de motorkap, zet het contact UIT, wacht ten
minste 30 seconden en start vervolgens de motor.
• De accu is mogelijk koud.→Wanneer de motor kortstondig draait, kan het sys-
teem herstellen doordat de temperatuur in de motor-
ruimte stijgt.
• De accu is mogelijk zeer heet.→Als de motor is uitgeschakeld en u de motorruimte
voldoende laat afkoelen, herstelt het systeem.
• Gedurende lange tijd continu weergegeven→De accu kan te ver ontladen zijn. Neem voor meer
informatie contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 357 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM
3584-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE)●
Wanneer de motor automatisch wordt herstart terwijl hij was uitgeschakeld
door het Stop & Start-systeem
■
Als het controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem blijft knipperen
of “Stop & Start System Malfunction Visi t Your Dealer” (storing Stop & Start-
systeem, ga naar uw dealer) op het multi-informatiedisplay wordt weergege-
ven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
“For Brake System”
(voor remsysteem)
• De werking van de rembekrachtiger is verminderd
• De auto rijdt op grote hoogte.
→Wanneer een bepaalde kracht wordt gegenereerd
door de rembekrachtiger, herstelt het systeem.
“Driver Seat Belt
Unbuckled” (bestuur-
dersgordel los)De veiligheidsgordel van de bestuurder is niet vastge-
maakt.
“Non-Dedicated
Battery” (niet-speci-
fieke batterij)
Er is mogelijk een niet-specifieke batterij voor het Stop &
Start-systeem geplaatst.
→Het Stop & Start-systeem werkt niet. Laat de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
MeldingDetails/handelingen
“For Climate Control”
(voor klimaatregeling)• De airconditioning wordt ingeschakeld of gebruikt.
• De voorruitverwarming wordt ingeschakeld. (
→Blz. 459, 467)
“For Brake System”
(voor remsysteem)
Het rempedaal wordt diep of pompend ingetrapt.
→Wanneer een bepaalde kracht wordt gegenereerd
door de rembekrachtiger doordat er met de auto
wordt gereden, herstelt het systeem.
“Battery Charging”
(accu aan het
opladen)De accu is mogelijk bijna leeg.
→De motor wordt herstart om voorrang te geven aan
het laden van de accu. Wanneer de motor kortston-
dig draait, kan het systeem herstellen.
“Steering Wheel
Turned” (stuurwiel
gedraaid)Het stuurwiel wordt gedraaid.
“Driver Seat Belt
Unbuckled” (bestuur-
dersgordel los)De veiligheidsgordel van de bestuurder is niet vastge-
maakt.
MeldingDetails/handelingen
RAV4_OM_OM42A45E_(EE).book Page 358 Tuesday, October 20, 2015 11:26 AM