
Verzorging en onderhoud
dan kan het systeem automatisch een sig-
n aal
st
uren. Dit hangt van de netwerkbeheer-
der af. Normaal gesproken kunnen de signa-
len alleen verzonden worden in zones met
een groot bereik.
Geheugenmodule voor opslaan van ongeval-
gegevens (Event Data Recorder)
De wagen is niet uitgerust met een geheu-
genmodule voor het opslaan van ongevalge-
gevens.
In een geheugenmodule voor het opslaan
van ongevalgegevens wordt de wageninfor-
matie tijdelijk geregistreerd. Op deze manier
kan er bij een ongeval gedetailleerde infor-
matie over de oorzaak van het ongeval ver-
kregen worden. In wagens met airbagsys-
teem kunnen bijvoorbeeld gegevens over de
snelheid op het moment van de botsing, de
status van de gespen van de veiligheidsgor-
dels, de standen van de stoel en de active-
ringstijden van de airbags in het geheugen
worden opgeslagen. Het gegevensvolume is
afhankelijk van de fabrikant.
Alleen als de autobezitter toestemming
geeft, mag een geheugenmodule voor het
opslaan van ongevalgegevens worden inge-
bouwd. In sommige landen zijn er wetten die
dit regelen. Regelapparaten herprogrammeren
In het algemeen w
orden alle gegevens die
nodig zijn voor het beheren van onderdelen
in de regelapparaten opgeslagen. De pro-
grammering van sommige comfortfuncties,
zoals de knipperlichten, het afzonderlijk ope-
nen van portieren en de aanduidingen op het
scherm, kunnen met speciale apparaten die
in de gespecialiseerde werkplaatsen aanwe-
zig zijn worden gewijzigd. Als dit het geval is,
dan komen de informatie en beschrijvingen
uit het instructieboekje niet overeen met de
oorspronkelijke functies. SEAT raadt daarom
aan altijd elk type wijziging in het hoofdstuk
"Andere aantekeningen van de werkplaats"
van het Onderhoudsprogramma te raadple-
gen.
De technische dienst moet van elke wijziging
in de programmering op de hoogte worden
gebracht.
Storingsgeheugen van wagen uitlezen
In het interieur van de wagen bevindt zich
een diagnoseconnector voor het lezen van
het storingsgeheugen van de wagen. In het
storingsgeheugen worden de storingen en af-
wijkingen met betrekking tot de theoretische
waarden van de elektronische regelappara-
ten geregistreerd.
De diagnoseconnector bevindt zich in de voe-
tenruimte van de bestuurder, naast de hen-
del voor het openen van de motorkap, onder
een deksel. Het storingsgeheugen mag alleen door een
gespec
ialiseerde werkplaats geraadpleegd
en geactiveerd worden.
Mobiele telefoon in wagen gebruiken
zonder aansluit
en op buitenantenne Mobiele telefoons zenden radiogolven uit en
ontvan
g
en deze, zowel tijdens telefoonge-
sprekken als tijdens de wachtmodus. In hui-
dige wetenschappelijke publicaties wordt
vermeld dat radiogolven die bepaalde waar-
den overschrijden, schadelijk voor het men-
selijk lichaam kunnen zijn. Landen en inter-
nationale commissies hebben bereiken en
richtlijnen opgesteld met als doel de elektro-
magnetische straling afkomstig van mobiele
telefoons binnen bepaalde grenzen te hou-
den die niet schadelijk zijn voor de gezond-
heid. Toch zijn er geen onomstotelijke weten-
schappelijke bewijzen die aangeven dat
draadloze telefoons helemaal veilig zijn.
Daarom raden sommige deskundigen aan de
mobiele telefoon met mate te gebruiken tot
de resultaten van onderzoeken die nog lo-
pen, gepubliceerd worden.
Gebruikt u in de auto een mobiele telefoon
die niet op de buitenantenne voor telefoons
aangesloten is, dan kan de elektromagneti-
sche straling hoger zijn dan wanneer de mo-
biele telefoon aangesloten zou zijn op een »
263
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten

Aanwijzingen
ingebouwde antenne of een andere
aan g
es
loten buitenantenne.
Als de wagen uitgerust is met een geschikt
handsfree apparaat, dan voldoet u aan de
wetgeving van vele landen die alleen het ge-
bruik van mobiele telefoons in wagens toe-
staan als dat met handsfree toestellen ge-
beurt.
Het in de fabriek ingebouwde handsfree sys-
teem is ontworpen voor gebruikt met conven-
tionele mobiele telefoons, en mobiele tele-
foons met Bluetooth-technologie. De mobiele
telefoons moeten in een geschikte telefoon-
houder worden geplaatst. Aan de andere
kant moet de telefoonhouder altijd volgens
de instructies op de basisplaat vastgeklikt
worden. Alleen op deze manier is de mobiele
telefoon goed op het dashboard vastge-
maakt, altijd binnen het bereik van de be-
stuurder en aangesloten op de buitenanten-
ne van de wagen.
Door de mobiele telefoon op een in de wagen
geïntegreerde antenne of op een op de mobi-
ele telefoon aangesloten buitenantenne aan
te sluiten, vermindert de elektromagnetische
straling die de telefoon uitzendt en bijgevolg
de effecten daarvan op het menselijk li-
chaam. Bovendien neemt de kwaliteit van de
verbinding ook toe.
Als u de mobiele telefoon zonder het hand-
sfree systeem in de wagen gebruikt, dan is
de mobiele telefoon niet stevig bevestigd en niet op de buitenantenne voor de telefoon
aanges
loten. Tevens wordt de telefoon via de
houder opgeladen. Ook kunnen de gevoerde
telefoongesprekken onderbroken worden en
zal de kwaliteit van de verbinding slechter
zijn.
Gebruik de mobiele telefoon alleen in de wa-
gen als de telefoon op een handsfree sys-
teem met buitenantenne aangesloten is. ATTENTIE
Als de mobiele telefoon los vervoerd wordt of
als niet
goed is vastgemaakt, kan deze bij
bruusk remmen, plotselinge manoeuvres, of
een ongeval door het interieur van de wagen
worden geslingerd en letsel veroorzaken.
● Mobiele telefoons moeten tijdens het rijden
altijd op de juist
e wijze en buiten het wer-
kingsgebied van de airbags worden beves-
tigd, of op een veilige plaats worden opgesla-
gen. ATTENTIE
Als u een mobiele telefoon of zendapparatuur
gebruikt die niet
op de buitenantenne aange-
sloten is, kan het maximum elektromagneti-
sche stralingsniveau in de wagen overschre-
den worden. Hetzelfde gebeurt als de buiten-
antenne verkeerd geïnstalleerd is.
● Houd tussen de antennes van de mobiele
telefoon en een p
acemaker een afstand aan
van ten minste 20 centimeter, omdat mobiele telefoons de goede werking van de pacema-
ker ku
nnen beïn
vloeden.
● Draag de mobiele telefoon nooit standby in
de borstzak
direct op de pacemaker.
● Wanneer u denkt dat er interferentie is,
moet u de mobiel
e telefoon direct uitschake-
len. 264

Aanwijzingen
opzichte van de carrosserie moet hebben
› ›
› .
Houd v
o l
doende afstand tot zacht materiaal,
zoals flexibele rubberen leidingen of isolatie-
materiaal, en tot de sensoren van de parkeer-
hulp De sensoren van de parkeerhulp bevin-
den zich in de achterbumper, en in geval van
uw wagen in de voorbumper ››› .
Ge bruik
in geen g
eval rondstraalsproeikop-
pen of vuilfrezen ››› .
ATTENTIE
Als u hogedrukreinigers verkeerd gebruikt,
kan dit l eiden t
ot permanente schade, zicht-
baar of niet, aan de banden en ander materi-
aal. Dit kan ernstige ongevallen tot gevolg
hebben.
● Zorg voor voldoende afstand tussen de rui-
tenspr
oeier en de banden.
● Maak de banden nooit met een rondstraals-
proeikop ("vui
lfrees") schoon. Zelfs wanneer
de spuitafstand betrekkelijk groot is en er
kort gespoten wordt, kunnen de banden -
zichtbaar of niet- hierdoor beschadigd wor-
den. ATTENTIE
Vanwege de vochtigheid (en sneeuw in de
winter) r emt
de wagen na het wassen minder
goed, waardoor de remweg toeneemt.
● "Droog ze en verwijder het ijs" door voor-
zichtig te r
emmen. Doe dit zonder andere weggebruikers in gevaar te brengen en zon-
der verk
eer
sregels te overtreden. VOORZICHTIG
● De temper at
uur van het water mag niet ho-
ger zijn dan +60°C (+140°F).
● Was de wagen niet direct in de zon om
scha
de aan de lak te voorkomen.
● De sensoren in de bumper moeten schoon
en ijsvrij blij
ven om de goede werking van de
parkeerhulp en het inparkeersysteem te kun-
nen garanderen. Bij het schoonmaken met
hogedrukreinigers of dampstralers alleen
kort direct sproeien en altijd een afstand van
meer dan 10 cm aanhouden.
● Maak bevroren of met sneeuw bedekte rui-
ten niet met een hog
edrukreiniger schoon.
● Autowassen bij koud weer: wanneer u de
wagen met een s
lang afspuit, moet u erop let-
ten de waterstraal niet direct op de sloten of
de naden van de portieren of van het dak te
richten. De sloten en naden kunnen namelijk
bevriezen! Ruiten en buitenspiegels schoonma-
k
en Ruiten en buitenspiegels schoonmaken
M
aak
de ruit en en b
uitenspiegels met een
universele glasreiniger op alcoholbasis
schoon. Droog de glazen oppervlakken met een scho-
ne zeem of met
een lap zonder pluisjes. Op
een zeem waarmee de lak is afgenomen blij-
ven smerige resten verzorgingsmiddel ach-
ter. Daarmee zouden de ruiten vuil gemaakt
kunnen worden.
Verwijder rubber-, olie-, vet- of kitresten met
een ruitenreiniger of siliconenverwijderaar
››› .
W a
sr e
sten verwijderen
Wasstraten en andere verzorgingsproducten
kunnen op alle glazen oppervlakken wasres-
ten achterlaten. Deze resten kunnen alleen
met een speciaal product of schoonmaak-
doekje verwijderd worden. Door resten was
op de voorruit kunnen de ruitenwissers gaan
bobberen. SEAT raadt aan na elke wasbeurt
de wasresten op de ruit met een doek te ver-
wijderen.
Om te voorkomen dat de ruitenwisserbladen
gaan krassen, kunt u het waterreservoir van
de ruitenwissers vullen met een ruitenreini-
gingsmiddel waarin was wordt opgelost. Let
bij het bijvullen van het ruitenreinigingsmid-
del op de aanwijzingen wat het mengen be-
treft. Vetverwijderingsmiddelen verwijderen
geen wasrestanten ››› .
Bij elk e t
echni
sche dienst zijn speciale reini-
gingsmiddelen of zemen ruitendoekjes ver-
krijgbaar. Om de wasresten te verwijderen
268

Aanwijzingen
VOORZICHTIG
● Om sch a
de te voorkomen, moet u mat ge-
lakte delen of kunststof delen niet met po-
lijstmiddelen of vaste was behandelen.
● De delen van de lak van de wagen niet in
een zanderige of
stoffige omgeving polijsten
als de lak vies is. Chromen delen schoonmaken
Chromen delen met een vochtige doek
s
c
hoonm ak
en. SEAT raadt aan de vlekken en
viezigheid op het oppervlak met een product
voor het behandelen van verchroomde delen
schoon te maken. Polijst de verchroomde de-
len met een zachte en droge doek. VOORZICHTIG
Om ervoor te zorgen dat een chroomopper-
vlak g een k
rassen krijgt:
● Geen conserveringsmiddelen met schuren-
de werking aanbr
engen.
● Het oppervlak van de chromen delen niet in
een zanderige of
stoffige omgeving schoon-
maken of polijsten.
● Vieze oppervlakken niet polijsten. Geanodiseerde oppervlakken verzor-
g
en en s
choonm
aken Het is moeilijk om in een oogopslag een ge-
anodiseerd op
per
vlak van aluminium te on-
derscheiden; bijvoorbeeld het rooster van de
radiateur. Deze oppervlakken moeten echter
niet als aluminium behandeld worden. Ge-
bruik in geen geval ruwe sponsen of iets
soortgelijks voor het verwijderen van de res-
tanten van insecten.
● Gebruik een schone, niet-pluizende met
water bev oc
htigde doek om de geanodiseer-
de oppervlakken schoon te maken.
● Gebruik bij sterke vervuiling een speciaal
verzor
gingsproduct zonder oplosmiddelen. VOORZICHTIG
Ga als volgt te werk om de geanodiseerde op-
pervlakk en niet
te beschadigen:
● Geen producten die oplosmiddelen bevat-
ten, gebruik
en.
● Geen polijstmiddelen of vaste was gebrui-
ken.
● Geen conser
veringsmiddelen met schuren-
de werking aanbr
engen.
● De geanodiseerde oppervlakken niet in een
zanderige of s
toffige omgeving polijsten.
● Vieze oppervlakken niet polijsten. Velgen schoonmaken
Stalen velgen schoonmaken
Hardnekkig r
ems
lijpsel kan met een indu-
striereiniger worden verwijderd. Maak daar-
om de banden regelmatig met een aparte
spons schoon.
Beschadigingen aan de lak van de velgen
moeten worden verholpen voordat er roest
kan ontstaan.
Lichtmetalen velgen onderhouden en
schoonmaken
Strooizout en remslijpsel ongeveer elke twee
weken van de lichtmetalen velgen afspoelen.
Wielen vervolgens met een zuurvrij reini-
gingsmiddel schoonmaken. SEAT raadt aan
de wielen elke drie maanden met vaste was
grondig in te wrijven.
Als strooizout en remslijpsel niet regelmatig
worden afgespoeld, wordt het lichtmetaal
aangetast.
Als reinigingsmiddel een zuurvrij reinigings-
middel voor lichtmetalen velgen gebruiken.
Een lakpolijstmiddel of andere schurende
middelen mogen bij het onderhoud van de
wielen niet worden gebruikt.
Als de beschermende laklaag (bijv. door
steenslag) is beschadigd, moet de laklaag zo
spoedig mogelijk worden hersteld.
270

Verzorging en onderhoud
Afdichtrubbers onderhouden De afdichtrubbers van portieren, ruiten, enz.
blijv
en soepel
er, sluiten beter af en gaan lan-
ger mee, als deze regelmatig met een conser-
veringsmiddel voor rubber (bijv. siliconens-
pray) worden behandeld.
Verwijder voor de behandeling met een zach-
te doek stof en vuil van de afdichtrubbers.
Portierslotcilinder ontdooien Om portierslotcilinders te ontdooien advi-
seer
t
S
EAT u de originele SEAT-spray te ge-
bruiken, die voor een vette en corrosieweren-
de laag zorgt. VOORZICHTIG
Als u voor het ontdooien van de portierslotci-
linders pr oduct
en gebruikt met ontvetter, dan
kan de portierslotcilinder gaan roesten. Onderstel van wagen beschermen
De onderzijde van de wagen is tegen chemi-
s
c
he en mec h
anische invloeden beschermd.
De beschermende laag van het onderstel kan
tijdens het rijden beschadigd raken. Daarom
adviseert SEAT u om de beschermende laag
aan de onderzijde van de wagen en van het
onderstel vóór en na het koude jaargetijde regelmatig te controleren en zo nodig te laten
bijwerken. ATTENTIE
De extra bescherming voor het onderstel van
de wagen, of de antir
oestproducten kunnen
vlam vatten door het hete uitlaatsysteem of
door andere hete motordelen.
● Breng nooit een bodembeschermingslaag
of corro
siewerend middel op uitlaten, kataly-
satoren, hitteschilden of andere wagenonder-
delen die heel heet kunnen worden aan. Reiniging van de motorruimte
De motorruimte van elke wagen is een ge-
v
aarlijk
ge
bied ›››
pag. 286.
Het schoonmaken van de motorruimte mag
alleen door deskundig personeel worden uit-
gevoerd. Als het schoonmaken niet goed uit-
gevoerd wordt, kan de roestwerende be-
scherming aangetast worden en kunnen
sommige elektrische onderdelen beschadigd
raken. Daarnaast kan er via de waterkast di-
rect water in het interieur terecht komen ››› .
A l
s de mot
orruimte erg vies is, laat dan een
gespecialiseerde werkplaats de motorruimte
op een professionele manier schoonmaken.
SEAT raadt u aan de Technische Dienst te
raadplegen. Waterkast
De waterk
ast bevindt zich in de motorruimte,
tussen de voorruit en de motor, onder een af-
dekking met gaten. Via de waterkast wordt
de buitenlucht met de verwarming en de air-
conditioning naar het interieur geleid.
Regelmatig moeten bladresten en andere los-
se voorwerpen met een stofzuiger of met de
hand van het deksel van de waterkast wor-
den verwijderd. ATTENTIE
Bij werkzaamheden aan de motor of in de mo-
torruimte k u
nt u letsel of brandwonden oplo-
pen, of ongevallen of brand veroorzaken.
● Bestudeer voordat u de werkzaamheden
start
eerst wat u moet doen en welke algeme-
ne veiligheidsmaatregelen u moet nemen
››› pag. 286.
● SEAT raadt aan om daarvoor een gespeciali-
seerde werkpl
aats te raadplegen. VOORZICHTIG
Als er handmatig water in de waterkast te-
recht k
omt (bijvoorbeeld via een hogedrukrei-
niger), kan de wagen aanzienlijke schade op-
lopen. » 271
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten

Aanwijzingen
Milieu-aanwijzing
Was de motorruimte alleen op speciaal daar-
voor bedoelde w a
splaatsen zodat het eventu-
eel door olie, vet of brandstof verontreinigde
water niet in het afvalwater terechtkomt. In
bepaalde gebieden is het wassen van de mo-
torruimte buiten zulke wasplaatsen verbo-
den. Verzorging en reiniging van de
wagen, b
innen
zijde
Inleiding tot thema De verfstof die gebruikt wordt voor het kleu-
r
en
van de s
toffen van veel moderne kleding-
stukken, zoals van donkere jeans, geeft soms
af. De bekleding van de stoelen (van stof of
leer), vooral als die licht is, zou zichtbaar
kunnen verkleuren als die kleding zou gaan
afgeven (ook al zou de kleding correct ge-
bruikt worden). In dit geval gaat het niet om
een probleem met de bekleding, maar is de
verf van de kleding niet bestendig genoeg.
Hoe langer een vlek resp. vuil blijft zitten op
de zittingen en de bekleding van de rugleu-
ningen van een wagen, hoe lastiger deze
schoon te maken en na te behandelen zijn.
Als de vlekken resp. vuil gedurende lange tijd
niet worden verwijderd, is het mogelijk dat
deze niet meer volledig te verwijderen zijn. ATTENTIE
Verzorgingsproducten van de wagen kunnen
giftig en gev aarlijk
zijn. Het gebruik van pro-
ducten die niet geschikt zijn voor verzorging
of onjuist gebruik kan leiden tot ongevallen,
ernstig persoonlijk letsel, brandwonden en
vergiftiging.
● Bewaar verzorgingsproducten te allen tijde
in de originele verp
akkingen.
● Lees de instructies op de bijsluiter.
● Bewaar verzorgingsproducten nooit in lege
blikje
s, flessen of vergelijkbare verpakkingen
waarin voedingsmiddelen hebben gezeten,
omdat andere personen zich dan kunnen ver-
gissen.
● Kinderen verwijderd houden van verzor-
gingspr
oducten.
● Tijdens het gebruik van sommige produc-
ten kunnen s
chadelijke dampen vrijkomen.
Geadviseerd wordt dan ook deze uitsluitend
buiten of in goed geventileerde ruimtes te ge-
bruiken.
● Nooit brandstof, terpentine, motorolie, ace-
ton of andere heel
vluchtige vloeistoffen ge-
bruiken voor het wassen, verzorgen of reini-
gen. Deze zijn giftig en snel ontvlambaar. ATTENTIE
Onjuiste verzorging en reiniging van onderde-
len v an de w
agen kan de werking van de vei-
ligheidsvoorzieningen negatief beïnvloeden
en resulteren in ernstig persoonlijk letsel. ●
Verz or
g en reinig de onderdelen van de wa-
gen volgens de instructies van de fabrikant.
● Gebruik goedgekeurde of aanbevolen reini-
gingspr
oducten. VOORZICHTIG
● Reiniging smid
delen met oplosmiddel tas-
ten het materiaal aan en kunnen het onher-
stelbaar beschadigen.
● Vlekken en vuil waarin zich agressieve stof-
fen of oplo
smiddelen bevinden, tasten het
materiaal aan en kunnen dit onherstelbaar
beschadigen, ook als u deze snel verwijdert.
● Laat vuil en vlekken niet opdrogen en ver-
wijder deze z
o snel mogelijk.
● Voor het verwijderen van hardnekkige vlek-
ken kunt
u zich het beste wenden tot een ge-
specialiseerd reinigingsbedrijf om schade te
voorkomen. Stoffering behandelen
Voor de behandeling en verzorging van de
s
t
oel bek
leding moet het volgende in acht
worden genomen ››› :
● Sluit, voordat u instapt, alle klittenband-
s luitin
gen die in c
ontact kunnen komen met
de bekleding van de rugleuningen en de met
272

Verzorging en onderhoud
stof beklede portierpanelen. Als klittenband-
s luitin
gen open
zijn, kunnen deze de bekle-
ding van de rugleuningen en de met stof
beklede portierpanelen beschadigen.
● Om beschadigingen te voorkomen, zorg er-
voor dat
voorwerpen en scherpe versiersels
niet in contact komen met de bekleding van
de rugleuningen en de met stof beklede por-
tierpanelen. Denk bij versiersels bijvoorbeeld
aan ritsen, klinknagels en kralen in kleding
of riemen.
● Verwijder regelmatig het stof en de vuil-
deeltjes die
zich ophopen in de openingen,
in de vouwen en de naden om te voorkomen
dat de zittingen beschadigd raken door schu-
rende deeltjes.
● Controleer of de kledingstukken kleurecht
zijn om te v
oorkomen dat deze afgeven en
vlekken veroorzaken in de bekleding. Dit is in
het bijzonder van belang bij lichte bekledin-
gen. VOORZICHTIG
Indien u deze belangrijke tips voor de verzor-
ging v an de bek
leding van de zitplaatsen niet
in acht neemt, kunnen de bekleding van de
rugleuningen en de met stof beklede portier-
panelen beschadigd raken of vlekkerig wor-
den. Let op
SEAT raadt u aan naar een gespecialiseerde
werkpl aat
s te gaan om alle vlekken in de be-
kleding die door het afgeven van kleding ont-
staan zijn, aldaar te laten behandelen. Reinigen van de bekleding van de rug-
leunin
g
en, met stof beklede portier-
panelen en delen bekleed met Alcan-
tara ® Reinigen van de bekleding van zittingen met
v
er
warmin
g, elektrisch verstelbare zittingen
of airbagonderdelen
In de zitplaats voor de bestuurder, de bijrij-
der en in sommige gevallen ook de zitplaat-
sen achter kunnen zich belangrijke onderde-
len van de airbags en elektrische verbindin-
gen bevinden. Als de zittingen en rugleunin-
gen beschadigd raken, worden gereinigd en
verkeerd worden behandeld of eroverheen
wordt gemorst, kan het elektrisch systeem
van de wagen ontregeld raken en de airbag-
systemen beschadigd raken ››› .
In z
itp l
aatsen met elektrische verstelling
resp. zitplaatsen met verwarming zijn elektri-
sche onderdelen en connectoren verwerkt die
beschadigd kunnen raken bij reiniging of ver-
keerde behandeling ››› . Tevens kan er
s c
h a
de aan andere delen van het elektrisch
systeem in de wagen ontstaan. Volg daarom de volgende instructies op bij
reiniging:
●
Gebruik
geen hogedruk- of stoomreiniger,
noch koude spr
ays.
● Gebruik geen oplosmiddelen in pastavorm
of oplos
singen op basis van een oplosmiddel
voor gevoelige delen.
● Voorkom in alle gevallen dat de bekleding
doorweekt r
aakt.
● Gebruik uitsluitend door SEAT goedgekeur-
de reinigings
producten.
● Bij twijfel, wend u tot een gespecialiseerd
reinigings
bedrijf.
Reinigen van de bekleding van zittingen zon-
der verwarming, stoelen zonder elektrische
verstelling noch airbagonderdelen
● Voordat u reinigingsproducten toepast, de
gebruiks
instructie alsmede de instructies en
waarschuwingen op de verpakking raadple-
gen en in acht nemen.
● Gebruik regelmatig een stofzuiger (met
zuigbors
tel) voor het reinigen van de bekle-
ding van de rugleuningen, de met stof bekle-
de portierpanelen, de Alcantara ®
bekleding
van de zittingen en de vloerbedekking.
● Gebruik geen hogedruk- of stoomreiniger,
noch koude spr
ays.
● Gebruik voor algemene reiniging een zach-
te spons
of een microvezel zeem die niet
pluist ››› .
»
273
Technische gegevens
Aanwijzingen
Bedienen
Noodgevallen
Vastzetten

Aanwijzingen
● Reinig de op
pervl
akken van Alcantara ®
met
een licht bevochtigde katoenen of wollen
doek of een microvezel zeem die niet pluist
››› .
A l
s het
vuil op de bekleding van de rugleu-
ningen en de met stof beklede portierpane-
len slechts oppervlakkig is, kunt u een reini-
gingsschuim gebruiken.
Als de bekleding en de met stof beklede por-
tierpanelen erg nat zijn, wordt geadviseerd
om voor reiniging eerst contact op te nemen
met een professioneel reinigingsbedrijf om
te kijken hoe deze eventueel beter gereinigd
kunnen worden. In geval van twijfel de reini-
ging laten uitvoeren door een gespeciali-
seerd reinigingsbedrijf.
Vlekken verwijderen
In het geval van vlekken kan het nodig zijn
het hele oppervlak en niet alleen de vlek in
kwestie schoon te maken. Vooral als het op-
pervlak door dagelijks gebruik vies is gewor-
den. Als u uitsluitend het gedeelte reinigt
waar zich de vlek bevindt, kan dat lichter
worden dan de rest. Bij twijfel, wend u tot
een gespecialiseerd reinigingsbedrijf. ATTENTIE
Bij schade aan een airbagsysteem is het mo-
gelijk d at
de betreffende airbag niet correct
opblaast of totaal niet functioneert resp.on- verwachts open gaat; dit kan leiden tot ern-
stig persoon
lijk
letsel of zelfs de dood.
● Laat het systeem onmiddellijk door een
specia
list controleren. VOORZICHTIG
Als de bekleding van de zitplaatsen met elek-
tri sche r
egeling, verwarming of airbagonder-
delen doorweekt raken, kunnen de interne
elektrische onderdelen alsmede het elek-
trisch systeem van de wagen beschadigd ra-
ken.
● Als de zitting doorweekt raakt, moet u di-
rect cont
act opnemen met een gespeciali-
seerde werkplaats voor het drogen en revise-
ren van de onderdelen van het systeem.
● Gebruik geen dampstralers omdat de damp
zich v
astzet waardoor het vuil nog hardnekki-
ger in het weefsel vast komt te zitten.
● Hogedrukreinigers of reinigers die werken
met koude spr
ay kunnen de bekleding be-
schadigen. VOORZICHTIG
● Gebruik bor s
tels alleen voor het schoonma-
ken van de vloerbedekking en de vloermat-
ten! Bekleding kan verder beschadigd raken
als deze wordt gereinigd met een borstel.
● Als oplosmiddelen in pastavorm of oplos-
singen met
oplosmiddelen op gevoelige de-
len worden aangebracht met een vochtige
doek of spons, kan na drogen een kring in de bekleding achterblijven, bijv. ten gevolge van
de reactiev
e s
toffen in het reinigingsmiddel.
Een kring is over het algemeen slechts lastig
of vrijwel niet te verwijderen. VOORZICHTIG
● In A lcant ar
a®
kan water in geen enkel geval
binnendringen.
● Alcantara ®
-bekleding m
ag in geen geval
met schoonmaakmiddelen voor leer, oplos-
middelen, boenwas, schoenpoets, vlekken-
verwijderaar en dergelijke worden behan-
deld.
● Gebruik geen borstels voor nat schoonma-
ken omdat het
oppervlak van het materiaal
beschadigd kan raken. Natuurlederen bekleding schoonma-
k
en en
ver
zorgen Bij twijfel m.b.t. het reinigen en verzorgen
v
an l
eren onder
delen in de wagen, wend u
tot een gespecialiseerd reinigingsbedrijf.
Verzorging en behandeling
Natuurleer is kwetsbaar omdat dit geen extra
beschermlaag heeft.
274