278Verzorging van de auto
10.Zet de wipschakelaar van de com‐
pressor op I. De band wordt nu
met afdichtmiddel gevuld.
11. De manometer van de compres‐ sor geeft even max. 6 bar aan
wanneer de fles afdichtmiddel
wordt geleegd (ca. 30 seconden).
Daarna begint de druk te dalen.
12. Al het afdichtmiddel wordt in de band gepompt. Daarna wordt de
band opgepompt.
13. De voorgeschreven bandenspan‐ ning moet binnen 10 minuten wor‐
den bereikt. Bandenspanning
3 316 . Schakel de compressor uit
wanneer de juiste bandenspan‐
ning is bereikt.Wordt de voorgeschreven ban‐
denspanning niet binnen
10 minuten bereikt, dan de ban‐
denreparatieset verwijderen. De
auto één wielomwenteling ver‐
plaatsen. De bandenreparatieset
weer aansluiten en het vulproces
10 minuten lang voortzetten.
Wordt de voorgeschreven ban‐
denspanning dan nog niet bereikt,
dan is de band te ernstig bescha‐
digd. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Laat eventueel de te hoge ban‐
denspanning af via de knop boven
op de manometer.
De compressor niet langer dan
10 minuten laten werken.
14. Maak de bandenreparatieset los. Borglipje op houder indrukken omfles met afdichtmiddel uit houder
te verwijderen. Bandenvulslang
op de vrije aansluiting van de fles
met afdichtmiddel schroeven.
Hierdoor wordt voorkomen dat er
afdichtmiddel uit de fles stroomt.
Bandenreparatieset in de baga‐
geruimte opbergen.
15. Eventueel vrijgekomen afdicht‐ middel met een doek verwijderen.
16. Het op de fles met afdichtmiddel aanwezige etiket met de maxi‐
maal toelaatbare snelheid in het
gezichtsveld van de bestuurder
aanbrengen.
17. De rit onmiddellijk voortzetten, zo‐
dat het afdichtmiddel zich gelijk‐
matig in de band kan verspreiden. Na ca. 10 km rijden (uiterlijk na
10 minuten) stoppen en de ban‐
denspanning controleren. Hier‐
voor de luchtslang van de com‐
pressor rechtstreeks op bandven‐
tiel en compressor schroeven.
282Verzorging van de autohendel totdat het wiel vrij van de
grond is.
Sports tourer, krikvariant 2 3 267:
Zet de krik op de vereiste hoogte.
Plaats deze zodanig onder het
krikpunt dat deze niet kan los‐
schieten.
Bevestig de wielsleutel en draai
met de krik recht onder het krik‐
steunpunt aan de wielsleutel tot‐
dat het wiel van de grond komt.
5. Draai de wielmoeren los.
6. Wiel verwisselen. Reservewiel 3 283.
7. Draai de wielmoeren erop.
8. Laat de auto zakken en verwijder de krik.
9. Wielsleutel aanbrengen, let er hierbij op dat deze stevig vastzit
en de wielmoeren kruislings aan‐ halen. Het aanhaalmoment be‐
draagt 140 Nm.
10. Wieldop voor het aanbrengen zo verdraaien dat de ventielopening
over het bandventiel valt.
Wielmoerdoppen aanbrengen.
Installeer de middendop op de
lichtmetalen velgen.
11. Breng bij versies met dorpelplaten
de krikpuntafdekking aan.
12. Berg het vervangen wiel 3 283,
het autogereedschap 3 267 en de
adapter voor het vergrendelen
van de wielmoeren 3 62 op.
13. Bandenspanning en het aanhaal‐ koppel van de wielmoeren van het
gemonteerde wiel zo spoedig mo‐ gelijk controleren.
Defecte band zo spoedig mogelijk la‐
ten vervangen of repareren.
Verzorging van de auto293PanoramadakVoor het reinigen nooit oplos- of
schuurmiddelen, brandstoffen,
agressieve middelen (bijv. lakreini‐
gers, acetonhoudende oplossingen
enz.), zuurhoudende of sterk alka‐
lische middelen dan wel schuurspon‐
zen gebruiken. Geen was of
poetsmiddelen op het panoramadak
aanbrengen.
Velgen en banden
Niet schoonmaken met hogedrukrei‐
nigers.
Velgen met een pH-neutrale velgen‐
reiniger reinigen.
Velgen zijn gelakt en kunnen met de‐ zelfde middelen worden behandeldals de carrosserie.
Lakschade Geringe lakschade voordat er roest‐
vorming optreedt met een lakstift her‐
stellen. Grotere lakschade of roest‐
vorming door een werkplaats laten
herstellen.Bodemplaat
Sommige delen van de bodemplaat
zijn voorzien van een beschermende
pvc-laag, terwijl er op andere delen
een duurzame beschermende was‐
laag is aangebracht.
De bodemplaat na het schoonspuiten
controleren en zo nodig een nieuwe
waslaag laten aanbrengen.
Bitumineuze/rubber materialen kun‐
nen de pvc-laag aantasten. Werk‐
zaamheden aan de bodemplaat door een werkplaats laten uitvoeren.
De bodemplaat vóór en ná de winter
schoonspuiten en daarna de be‐ schermende waslaag laten controle‐
ren.
LPG-systeem9 Gevaar
Vloeibaar gas is zwaarder dan
lucht en kan zich op lage punten
verzamelen.
Wees voorzichtig wanneer u in
een werkkuil aan het chassis
werkt.
Voor lakwerk en bij gebruik van een
droogcabine bij een temperatuur bo‐
ven 60 °C moet de LPG-tank worden
verwijderd.
Breng geen wijzigingen in het LPG-
systeem aan.
TrekhaakKogelstang niet met een stoom- ofhogedrukreiniger reinigen.
Draagsysteem achterzijde Reinig minstens eenmaal per jaar het
draagsysteem achterzijde met een
stoomcleaner of hogedrukreiniger.
Wanneer u het draagsysteem achter‐ zijde niet regelmatig gebruikt, moet u
het vooral in de winter af en toe be‐
dienen.
Ventilatieklep
Reinig het afschermsysteem in de
voorbumper om een goede werking
te behouden.
Klantinformatie337Radiofrequentie-
identificatie (RFID)
RFID-technologie wordt in sommige
voertuigen gebruikt voor functies
zoals de controle van de banden‐
spanning en beveiliging van het ont‐
stekingssysteem. Het wordt ook sa‐
men gebruikt met apparaten zoals ra‐ diogestuurde afstandsbedieningen
voor het vergrendelen/ontgrendelen
van de deuren en starten en zenders
in de auto voor het openen van gara‐ gedeuren. RFID-technologie in Opel-
voertuigen gebruikt geen persoonlijke
informatie, houdt ze niet bij of koppelt deze niet aan andere Opel-systemen
die persoonlijke informatie bevatten.
338TrefwoordenlijstAAanbevolen vloeistoffen en smeermiddelen ..............296, 300
Aanduidingen op banden ..........269
Aangeslagen lampenglazen ......153
Aanhangerstabilisatie ................232
Aanhanger trekken ....................228
Aansteker .................................. 108
Accessoires en modificaties van auto ........................................ 234
Accu ........................................... 239
Achterlichten .............................. 251
Achterruitverwarming ................... 36
Achteruitkijkcamera ...................214
Achteruitrijlichten .......................153
Actieve hoofdsteunen ..................40
Actieve noodrem......................... 203
Adaptief rijlicht (AFL) .........148, 245
Adaptieve cruise control .....121, 192
Adaptive Forward Lighting .........120
Afmetingen auto ........................314
Afslagverlichting ......................... 148
Airbag deactiveren ....................... 54
Airbag-deactivering .................... 115
Airbag en gordelspanners .........115
Airbagsysteem ............................. 52
Airconditioning ........................... 158
Airconditioning regelmatig aanzetten ............................... 166
Alarmknipperlichten ...................151Algemene informatie .................. 228
Algemene richtlijnen voor het rijden ....................................... 168
Andere auto slepen ...................290
Antiblokkeersysteem .................180
Antiblokkeersysteem (ABS) .......117
Armsteun ..................................... 48
Armsteun met opbergruimte ........64
Asbakken ................................... 108
Autogegevens ............................ 300
Automatische antiverblinding ......33
Automatische verlichting ............ 145
Automatische versnellingsbak ...176
Automatisch vergrendelen ...........25
Auto ontgrendelen .........................6
Auto slepen ................................ 289
Auto stallen ................................. 234
B Bagageruimte ........................ 26, 83
Bagageruimte-afdekking .............88
Banden- en velgmaat veranderen ............................. 275
Bandenreparatieset ...................276
Bandenspanning .......................270
Bandenspanningscontrolesys‐ teem ................................ 119, 271
Bandenspanningswaarden ........316
Batterijspanning .........................131
Bedieningsorganen ....................102
339Bekerhouders .............................. 62
Bekleding .................................... 294
Beladingsinformatie .....................99
Bestuurdersondersteuningssys‐ temen ...................................... 188
Beveiliging van de auto ................29
Binnenspiegels ............................. 33
Binnenverlichting .......................154
Blindehoeksysteem ....................212
Bolle vorm .................................... 31
Boordgereedschap .....................267
Boordinformatie .........................128
Brandstof .................................... 221
Brandstofkeuzeschakelaar ........110
Brandstofmeter .......................... 110
Brandstofverbruik - CO 2-uitstoot. 227
Brandstof voor benzinemotoren 221
Brandstof voor dieselmotoren ...221
Brandstof voor rijden op LPG .....221
Buitenspiegels .............................. 31
Buitentemperatuur .....................105
C
Car Pass ...................................... 22
Centrale vergrendeling ................24
Claxon ................................. 15, 103
Code ........................................... 128
Conformiteitsverklaring ...............331
Contactslotstanden ....................169
Controlelampen ..................109, 112Controle over de auto ................168
Controles .................................... 235
Cruise control ....................120, 188
D Dagrijlicht ................................... 147
Dagteller .................................... 109
Dak ............................................... 37
Dakbelasting ................................. 99
Dakdrager .................................... 98
Diefstalalarmsysteem ..................29
Dieselbrandstofsysteem ontluchten .............................. 241
Dimlicht of grootlicht ...................144
Draagsysteem achterzijde ............66
Driepuntsgordel ........................... 50
Driver Information Center ...........121
E EHBO ........................................... 97
Elektrisch bediende ruiten ...........34
Elektrische aansluitingen ...........107
Elektrische handrem ...........116, 181
Elektrische handrem defect ........117
Elektrische stoelverstelling ..........46
Elektrische verstelling ..................31
Elektrisch systeem...................... 261
Elektronische hulpsystemen bij het rijden ................................. 183
Elektronische rijprogramma's ....178Elektronische stabiliteitsregeling
en Traction Control-systeem ...118
Elektronische stabiliteitsregeling (ESC) ...................................... 184
Elektronische stabiliteitsregeling UIT ............118
Elektronisch klimaatregelsysteem ..............160
Erkenning van software ..............334
Event Data Recorders (EDR) .....336
F
Fietsendrager ............................... 66
Flex-Fix-systeem .......................... 66
FlexOrganizer .............................. 92
Frontaal airbagsysteem ...............52
Frontaanrijdingswaarschuwing ...199
G
Gebruik van deze handleiding .......3
Geluidssignalen .........................130
Gereedschap ............................. 267
Gevaar, Waarschuwing en Voorzichtig ................................. 4
Gevarendriehoek .........................96
Gloeilamp vervangen ................242
Gordels ......................................... 49
Gordelverklikker ......................... 115
Gordijnairbagsysteem .................. 54
Graphic-Info-Display, Color-Info-Display ...................125
341Opschakelen............................... 117
Overzicht instrumentenpaneel .....11
P Panoramadak .............................. 38
Parkeerhulp ............................... 205
Parkeerlichten ............................ 153
Parkeren .............................. 19, 173
Park pilot met ultrasoonsensoren 205
Partikelfilter ................................. 174
Pech ........................................... 289
Pedaal intrappen ........................116
Persoonlijke instellingen ............134
Pollenfilter .................................. 166
Portieren ....................................... 26
Portier open ............................... 121
Prestaties ................................... 306
Profieldiepte ............................... 274
Q
Quickheat ................................... 164
R Radiofrequentie-identificatie (RFID) .................................... 337
Regelbare instrumentenverlichting ...........153
Regeleenheid smartphone .........127
Registreren van autogegevens en privacy ................................ 336
Remassistentie .......................... 183Rem- en koppelingssysteem .....116
Rem- en koppelingsvloeistof ......296
Remmen ............................ 180, 239
Remvloeistof .............................. 239
Reservewiel ............................... 283
Richtingaanwijzer ......................114
Richtingaanwijzers ..................... 151
Richtingaanwijzers vooraan ......248
Roetfilter ............................. 118, 174
Rugleuning neerklappen .............44
Ruiten ........................................... 33
Rijgedrag en aanhangertips ......228
Rijverlichting ................13, 120, 144
S Service ............................... 166, 295
Service-display .......................... 111
Service-indicatie ........................116
Service-informatie ...................... 295
Sjorogen ...................................... 92
Slepen ................................ 228, 289
Sleutel, opgeslagen instellingen ...23
Sleutels ........................................ 21
Sleutels, sloten ............................. 21
Sneeuwkettingen .......................275
Snelheidsbegrenzer ...................190
Snelheidsmeter .......................... 109 Spiegelverstelling ........................10
Sproeiervloeistof ........................238
Startbeveiliging ....................31, 120Starten en bediening ..................168
Starthulp gebruiken ...................287
Stoelpositie .................................. 41
Stoelverstelling ........................7, 42
Stoelverwarming ........................... 48
Stop/Start-systeem .....................170
Storing ....................................... 178
Storingsindicatielamp ................116
Stroomonderbreking ..................179
Sturen ......................................... 168
Stuurbedieningsknoppen ...........102
Stuurbekrachtiging .....................117
Stuurbekrachtigingsvloeistof ......238
Stuurwiel instellen ........................ 10
Stuurwielverstelling .................... 102
Symbolen ....................................... 4
T Tanken ....................................... 224
Te laag brandstofpeil .................119
Toerenteller ............................... 109
Top-Tether-bevestigingsogen ......61
Traction Control .........................183
Traction Control-systeem UIT .... 118
Trekhaak............................. 228, 229
Trekstang.................................... 228
Tripcomputer ............................. 131
Typeplaatje ................................ 298