Terug naar vorige bedieningsmodus
Deze opdracht is om vanuit de
spraakherkenningsmodus terug te keren
naar de vorige bedieningsmodus.
Zeg:[Geluidssignaal]“Terug”
Let op de volgende punten om
vermindering van de spraakherkenning
en spraakkwaliteit te voorkomen:
lTijdens de gesproken begeleiding of
het klinken van de zoemer is gebruik
van de spraakherkenning niet
mogelijk. Wacht totdat de gesproken
begeleiding of de pieptoon is
beëindigd alvorens uw opdrachten
uit te spreken.
lDialecten of een andere bewoording
dan de handsfree oproepen kunnen niet
door de spraakherkenning worden
herkend. Spreek in de bewoording
zoals voorgeschreven door de
spraakopdrachten.
lHet is niet nodig recht voor de
microfoon te gaan zitten of er naar toe
over te leunen. Spreek de
spraakopdrachten uit en houd daarbij
een veilige rijpositie aan.
lSpreek niet te langzaam of te luid.
lSpreek duidelijk, zonder te pauzeren
tussen woorden en getallen.
lSluit bij gebruik van Bluetooth®
handsfree de ramen en/of het schuifdak
om harde geluiden van buiten de auto
te verminderen of stel de luchtstroming
van het airconditioningsysteem lager
af.
lZorg er voor dat de luchtroosters de
luchtstroom niet omhoog naar de
microfoon richten.
OPMERKING
Als de prestaties van de
spraakherkenning onvoldoende zijn.
Zie Spraakherkenningleerfunctie
(gebruikerspraakregistratie) (Type B
audio) op pagina 5-115.
Zie Oplossen van problemen op pagina
5-157.
qBeveiligingsinstelling (Type B audio)
Als een wachtwoord is ingesteld, kan het
systeem niet geactiveerd worden tenzij het
wachtwoord wordt ingevoerd.
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te afleidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
Wachtwoord instellen
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Setup”
3.Prompt:“Selecteer één van de
volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler .”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Wacht woord”
5.Prompt:“Wachtwoord is
gedeactiveerd. Wilt u deze activeren?”
6.Zeg:[Geluidssignaal]“Ja”
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-113
7.Prompt:“Spreek een 4-cijferig
wachtwoord in. Onthoud dit
wachtwoord. Er zal om gevraagd
worden om dit systeem te gebruiken.”
8.Zeg:[Geluidssigaal]“XXXX”(Zeg
een gewenst 4-cijferig wachtwoord,
“PCode”.)
9.Prompt:“Wacht woord XXXX
(Wachtwoord, PCode). is dit nummer
correct?”
10.Zeg:[Geluidssignaal]“Ja”
11.Prompt:“Wachtwoord is geactiveerd”
Gebruik van Bluetooth®handsfree met
een wachtwoord
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Prompt:“Handenvrije systeem is
geblokkeerd. Voer het wachtwoord in
om verder te gaan.”
3.Zeg:[Geluidssigaal]“XXXX”(Zeg
het ingestelde wachtwoord,“PCode”.)
4. Als het correcte wachtwoord wordt
ingevoerd, kondigt de gesproken
begeleiding“XXXXXX... (Bijv.
“Mary's apparatuur”) (apparatuurnaam)
is aangesloten”wordt aangekondigd.
Als het wachtwoord niet correct is,
wordt door de gesproken begeleiding
“XXXX (4-cijferig wachtwoord,
Pcode) wachtwoord onjuist, probeer
het nogmaals”aangekondigd.
Annuleren van het wachtwoord
OPMERKING
Gebruik deze functie alleen wanneer u
geparkeerd staat. Dit is te afleidend om
tijdens het rijden te proberen en u maakt
dan mogelijk teveel fouten zodat dit
weinig effectief is.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Setup”
3.Prompt:“Selecteer één van de
volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler .”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Wacht woord”
5.Prompt:“Wachtwoord is geactiveerd.
Wilt u deze deactiveren?”
6.Zeg:[Geluidssignaal]“Ja”
7.Prompt:“Wachtwoord is
gedeactiveerd.”
Bevestigingsprompts
De bevestigingsprompt bevestigt de
opdrachtinhoud naar de gebruiker toe
alvorens verder te gaan naar de procedure
die door de gebruiker is aangevraagd.
Wanneer deze functie is ingeschakeld,
leest het systeem de eerder ontvangen
spraakinvoeropdracht op en bevestigt of
de opdracht correct is alvorens door te
gaan met de uitvoer van de opdracht.
Wanneer de bevestigingspromptfunctie is
ingeschakeld: (Bijv.“Belt John's apparaat.
is dit nummer correct?”)
Wanneer de bevestigingspromptfunctie is
uitgeschakeld: (Bijv.“Belt John's
apparaat.”)
5-114
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
OPMERKING
Als de bevestigingspromptfunctie is
uitgeschakeld wanneer u een
alarmnummer belt, leest het systeem de
opdracht op en bevestigt deze alvorens
de opdracht uit te voeren.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Setup”
3.Prompt:“Selecteer één van de
volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler .”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Bevestiging
prompts”
5.Prompt:“Bevestiging prompts staat
aan/uit. Wilt u bevestiging prompts
aanzetten/uitzetten?”
6.Zeg:[Geluidssignaal]“Ja”
7.Prompt:“Bevestiging prompts staat
uit/aan.”
qSpraakherkenningleerfunctie
(gebruikerspraakregistratie)
(Type B audio)
Met de spraakherkenningleerfunctie is
spraakherkenning mogelijk
overeenkomstig de karakteristieken van
de spraak van de gebruiker. Als de
herkenning van de
spraakinvoeropdrachten gericht aan het
systeem niet adequaat is, kan met behulp
van deze functie de spraakherkenning van
de gebruiker door het systeem in grote
mate verbeterd worden. Als uw spraak
voldoende herkend kan worden zonder
gebruik van deze functie, zult u het extra
voordeel van deze functie mogelijk niet
bemerken. Voor het registreren van uw
spraak, dient de lijst met
spraakinvoeropdrachten opgelezen te
worden. Lees de lijst op nadat u de auto
geparkeerd heeft.
Voer de registratie uit op een plek die zo
rustig mogelijk is (pagina 5-112). De
registratie dient volledig uitgevoerd te
worden. De vereiste tijd is enkele
minuten. De gebruiker dient in de
bestuurdersstoel te zitten met de lijst met
spraakinvoeropdrachten voor
spraakherkenning leren zichtbaar.
Wanneer spraakherkenning leren voor
de eerste keer wordt gebruikt
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Inspreken”
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-115
3.Prompt:“Dit moet u doen in een stille
omgeving terwijl de auto stilstaat. Zie
de eigenaarshandleiding voor de lijst
met benodigde trainingsuitdrukkingen.
Druk even op de knop Spraak als u wilt
beginnen. U kunt op elk gewenst
moment stoppen door op de knop
Ophangen te drukken.”
4. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
5. De gesproken begeleiding leest het
spraakinvoeropdrachtnummer op (zie
de lijst met spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren). (Bijv.
“Lees alstublieft geavanceerde functie
1”)
6.Zeg:[Geluidssignaal]“0123456789”
(Zeg de spraakinvoeropdrachten voor
spraakherkenningleren (1 tot 8)
overeenkomstig de gesproken
begeleiding.)
7.Prompt:“Spraakregistratie is
compleet.”
OPMERKING
Als zich een fout heeft voorgedaan bij
het spraakherkenning leren, is opnieuw
leren mogelijk door de sprekentoets
kort in te drukken.
Opnieuw leren van spraakherkenning
Als spraakherkenning leren reeds is
gebeurd.
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Inspreken”
3.Prompt:“Registratie is geactiveerd/
gedeactiveerd. Wilt u deze deactiveren/
activeren, of opnieuw inspreken?”4.Zeg:[Geluidssignaal]“Opnieuw
inspreken”
5.Prompt:“Dit moet u doen in een stille
omgeving terwijl de auto stilstaat. Zie
de eigenaarshandleiding voor de lijst
met benodigde trainingsuitdrukkingen.
Druk even op de knop Spraak als u wilt
beginnen. U kunt op elk gewenst
moment stoppen door op de knop
Ophangen te drukken.”
6. Druk de sprekentoets in met een korte
druk.
7. De gesproken begeleiding leest het
spraakinvoeropdrachtnummer op (zie
de lijst met spraakinvoeropdrachten
voor spraakherkenningleren). (Bijv.
“Lees alstublieft geavanceerde functie
1”)
8.Zeg:[Geluidssignaal]“0123456789”
(Zeg de spraakinvoeropdrachten voor
spraakherkenningleren (1 tot 8)
overeenkomstig de gesproken
begeleiding.)
9.Prompt:“Spraakregistratie is
compleet.”
OPMERKING
Als zich een fout heeft voorgedaan bij
het spraakherkenning leren, is opnieuw
leren mogelijk door de sprekentoets
kort in te drukken.
5-116
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Lijst met spraakinvoeropdrachten voor
spraakherkenningleren
Bij het oplezen dienen de volgende
punten in acht genomen te worden:
lLees de nummers één voor één correct
en natuurlijk op. (Bijvoorbeeld,“1234”
moet opgelezen worden als“eén, twee,
drie, vier”, niet“twaalf, vierendertig”.)
lLees geen haakjes op.“(”en
koppeltekens“-”worden gebruikt
voor het scheiden van nummers in een
telefoonnummer.
Bijv.
“(888) 555-1212”moet worden uitgesproken als
“Acht, acht, acht, vijf, vijf, vijf, eén, twee, eén,
twee.”
Zin Opdracht
1 0123456789
2 (888) 555-1212
3 Bel
4 Nummer keuze
5 Setup
6 Annuleer
7 Doorgaan
8 Help
OPMERKING
lDe zin van toepassing verschijnt in
de audiodisplay.
lNadat de gebruikerspraakregistratie
is voltooid, wordt door de gesproken
begeleiding“Spraakregistratie is
compleet”aangekondigd.
Spraakherkenning leren aan/uit
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Inspreken”3.Prompt:“Registratie is geactiveerd/
gedeactiveerd. Wilt u deze deactiveren/
activeren, of opnieuw inspreken?”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Deactiveren”of
“Activeren”.
5. Wanneer“Deactiveren”wordt
uitgesproken, wordt het
spraakherkenning leren uitgeschakeld.
Wanneer“Activeren”wordt
uitgesproken, wordt het
spraakherkenning leren ingeschakeld.
6.Prompt:“Spraakregistratie is
gedeactiveerd/geactiveerd.”
qGereed maken van Bluetooth®
(Type C/Type D audio)
Paren van apparatuur
Voor het gebruik van Bluetooth
®audio en
handsfree moet de apparatuur uitgerust
met Bluetooth
®aan de hand van de
volgende procedure met de eenheid
gepaard worden. Maximaal zeven
apparaten zoals Bluetooth
®
audioapparatuur en handsfree mobiele
telefoons kunnen gepaard worden.
OPMERKING
Het is mogelijk dat het Bluetooth®
systeem gedurende 1 of 2 minuten
nadat het contact op ACC of ON is
gezet niet functioneert. Dit duidt echter
niet op een probleem. Controleer dat de
Bluetooth
®instelling op het apparaat in
orde is en probeer het Bluetooth®
apparaat vanaf de auto opnieuw in te
stellen als het Bluetooth®systeem na 1
of 2 minuten niet automatisch
verbinding maakt.
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-117
Paringprocedure
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Schakel de Bluetooth
®instelling in.
5. Selecteer
om het
bericht te tonen en over te schakelen
naar gebruik van de apparatuur.
6. Voer met behulp van uw apparatuur
een zoekopdracht voor de Bluetooth
®
apparatuur (randapparatuur) uit.
7. Selecteer“Mazda”uit de lijst met
apparatuur die door de apparatuur
wordt afgezocht.
8.(Apparaat met Bluetooth
®versie 2.0)
Voer de getoonde 4-cijferige
paringcode op de apparatuur in.
(Apparaat met Bluetooth
®versie 2.1
of hoger)
Controleer dat de getoonde 6-cijferige
code op de audio-installatie ook op de
apparatuur wordt getoond en raak
aan.
Afhankelijk van het mobiele apparaat
is het mogelijk dat toestemming voor
verbinding en telefoonboektoegang is
vereist.
9. Als paring gelukt is, worden de
functies van het apparaat dat
aangesloten is op Bluetooth
®getoond.10.(Apparatuur dat compatibel is met
de Mazda e-mail/SMS functie)
SMS (korte berichtenservice)
berichten en e-mail worden
automatisch op het apparaat
gedownload. Afhankelijk van het
apparaat dient er mogelijk een
downloadtoestemming voor uw
apparaat ingesteld te worden.
OPMERKING
Voor het automatisch downloaden van
de belhistorie en berichten, moeten alle
automatische downloadinstellingen zijn
ingeschakeld. Zie Communicatie-
instellingen op pagina 5-141.
Nadat apparatuur is geregistreerd, wordt
de apparatuur automatisch door het
systeem geïdentificeerd. Door Bluetooth
®
handsfree nogmaals te activeren of door
Bluetooth®handsfree eerst te activeren
nadat het contact van OFF op ACC is
gezet, wordt de verbindingsstatus van het
apparaat getoond op de middendisplay.
BELANGRIJK Opmerking over
paring en automatische herverbinding:
lAls paring op dezelfde mobiele
telefoon opnieuw wordt uitgevoerd,
dient u eerst“Mazda”dat op het
Bluetooth
®instelscherm van het
mobiele apparaat verschijnt eenmaal
te wissen.
lBij het updaten van het
besturingssysteem van de apparatuur
bestaat de kans dat de paringinformatie
gewist wordt. Herprogrammeer in dit
geval de paringinformatie in de
Bluetooth
®eenheid.
5-118
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
lControleer alvorens u uw apparaat
paart, dat Bluetooth®op zowel uw
telefoon als op de auto“AAN”zijn.
Selectie van apparatuur
Als meerdere apparatuur wordt gepaard,
verbindt de Bluetooth
®eenheid de laatst
gepaarde apparatuur. Als u andere
gepaarde apparatuur wilt verbinden, is het
nodig de verbinding te wijzigen. Na het
wijzigen van de verbinding blijft de
volgorde van prioriteit van de apparatuur
behouden, ook wanneer het contact wordt
uitgezet.
Aansluiten van overige apparatuur
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Schakel de Bluetooth
®instelling in.
5. Selecteer de naam van het apparaat dat
u wilt verbinden.
6.
Selectie
Beide apparaten worden verbonden als
handsfree en Bluetooth
®audio.
Selectie
Wordt verbonden als een handsfree
apparaat.
Selectie
Wordt verbonden als Bluetooth®audio.
OPMERKING
De volgende functies zijn voor
handsfree bellen of audiobediening
beschikbaar.
lHandsfree: Telefoongesprekken en e-
mail/SMS
lAudio: Bluetooth®audio, Aha™,
Stitcher™radio
Loskoppelen van apparatuur
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Schakel de Bluetooth
®instelling in.
5. Selecteer de naam van het huidige
verbonden apparaat.
6. Selecteer
.
Wissen van een apparaat
Selecteren en wissen van apparatuur
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Schakel de Bluetooth
®instelling in.
5. Selecteer de apparatuurnaam die u wilt
wissen.
6. Selecteer
.
7. Selecteer
.
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-119
Wissen van alle apparatuur
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Selecteer
.
5. Selecteer
.
6. Selecteer
.
Wijzigen van de pincode
De pincode (4 cijfers) kan gewijzigd
worden.
1. Selecteer het
pictogram op het
thuisscherm en toon het Instellingen
scherm.
2. Selecteer het
tabblad.
3. Selecteer
.
4. Selecteer
.
5. Selecteer
.
6. Voer de nieuwe pincode in die u wilt
instellen.
7. Selecteer
.
qBeschikbare talen (Type C/Type
D audio)í
De taal kan gewijzigd worden.
Zie Instellingen op pagina 5-71.
OPMERKING
Afhankelijk van de taal, is het mogelijk
dat deze enkel beschikbaar is voor de
schermdisplay maar niet voor de
spraakherkenning.
qSpraakherkenning (Type C/Type
D audio)
In dit hoofdstuk wordt het basisgebruik
van de spraakherkenning verklaard.
Activeren van de spraakherkenning
Druk op de sprekentoets.
Beëindigen van de spraakherkenning
Gebruik een van de volgende methoden:
lDruk op de ophangtoets.
lZeg,“annuleren”.
lBedien de commanderschakelaar of de
middendisplay (alleen wanneer de auto
stilstaat).
Overslaan van de gesproken
begeleiding (voor sneller gebruik)
Druk de sprekentoets in en laat deze los.
Storingzoeken voor spraakherkenning
Zeg“instructieprogramma”of“help”als u
in de spraakherkenningsmodus een
bedieningsmethode niet begrijpt.
Opdrachten die tijdens
spraakherkenning steeds gebruikt
kunnen worden
“ga terug”en“annuleren”zijn opdrachten
die tijdens spraakherkenning steeds
kunnen worden gebruikt.
Terug naar vorige bedieningsmodus
Zeg“ga terug”in de
spraakherkenningsmodus om terug te
keren naar de vorige bediening.
Annuleren
Zeg“annuleren”in de
spraakherkenningsmodus om het
Bluetooth
®handsfree-systeem op de
standbymodus in te stellen.
5-120
Interieurvoorzieningen
íBepaalde modellen.
Bluetooth®