2. Draai de audioregelknop en kies de
gewenste modus.
Display Modus Functie
PAIR
DEVICEParingmodusParen van Bluetooth®
audioapparatuur
LINK
CHANGEModus voor
verbindings-
wijzigingWijzigen van de
verbinding naar
Bluetooth
®
audioapparatuur
PAIR
DELETEParing
verwijderen
modusVerwijderen van de
verbinding naar
Bluetooth
®
audioapparatuur
DEVICE
INFOWeergavemo-
dus voor
apparatuurin-
formatieWeergeven van de
informatie van de
Bluetooth
®eenheid van
de auto
3. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
Paren van Bluetooth
®audioapparatuur
Voordat Bluetooth
®audioapparatuur
beluisterd kan worden via de luidsprekers
van de auto, moet de apparatuur gepaard
worden met de Bluetooth
®eenheid van de
auto.
Maximaal zeven stuks apparatuur
waaronder Bluetooth
®audioapparatuur en
handsfree mobiele telefoons kunnen met
één auto gepaard worden.
OPMERKING
lAls Bluetooth®audioapparatuur
reeds met de auto is gepaard als een
handsfree mobiele telefoon, hoeft
deze niet nogmaals gepaard te
worden wanneer de apparatuur als
Bluetooth
®audioapparatuur gebruikt
wordt. Omgekeerd hoeft de
apparatuur niet nogmaals gepaard te
worden als een handsfree mobiele
telefoon als deze reeds als
Bluetooth
®audioapparatuur gepaard
is.
lRegistratie van apparatuur is ook
mogelijk met behulp van
spraakherkenning.
Zie de bijbehorende
gebruikershandleiding voor de bediening
van de Bluetooth
®audioapparatuur zelf.
Bepaalde Bluetooth®audioapparatuur
heeft PIN codes (vier cijfers). Zie de
gebruikershandleiding van de
audioapparatuur omdat de
paringsprocedure verschilt afhankelijk of
deze voorzien is van een PIN code of niet.
Paren van Bluetooth
®audioapparatuur
met een viercijferige PIN code
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de paringmodus“PAIR
DEVICE”in de“BT SETUP”modus.
(Zie voor bijzonderheden“Instellen
van Bluetooth
®audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus. Nadat“ENTER
PIN”gedurende drie seconden op de
audiodisplay is getoond, wordt“PIN
0000”getoond en kan de PIN code
worden ingevoerd.
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-105
3. Voer de PIN code van uw Bluetooth®
audioapparatuur in door de
voorkeuzezendertoetsen 1 tot 4 in te
drukken terwijl“PIN 0000”wordt
getoond.
Druk voorkeuzezendertoets 1 in voor
het invoeren van het eerste cijfer, 2
voor het tweede, 3 voor het derde en 4
voor het vierde. Als de PIN code
bijvoorbeeld“4213”zou zijn, de
voorkeuzezendertoets 1 viermaal (1, 2,
3, 4), toets 2 tweemaal (1, 2), toets 3
eenmaal (1) en toets 4 driemaal (1, 2,
3) indrukken. Als de weergave van
“PIN 0000”verdwijnt alvorens de
invoer van de PIN code is voltooid, de
procedure vanaf stap 1 herhalen.
OPMERKING
Sommige apparatuur accepteert enkel
een bepaalde paringcode (gewoonlijk
“0000”of“1234”). Zie de
gebruikershandleiding van uw mobiele
telefoon en probeer deze nummers
indien nodig als paren niet kan worden
voltooid.
4. Druk terwijl de ingevoerde PIN code
wordt getoond de audioregelknop in.
“PAIRING”knippert op de display.
5. Bedien de Bluetooth
®audioapparatuur
en stel deze in op de paringmodus
terwijl“PAIRING”knippert.
6. Wanneer het paren voltooid is, wordt
“
”en“PAIR SUCCESS”na
ongeveer 10-30 seconden getoond,
waarna“PAIR SUCCESS”nog
gedurende drie seconden wordt
getoond en de eenheid vervolgens
terugkeert naar de normale display.
OPMERKING
lBij bepaalde Bluetooth®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het“
”symbool wordt
getoond.
lAls het paren gefaald heeft, knippert
“Err”gedurende drie seconden.
lHet paren kan niet tijdens het rijden
uitgevoerd worden. Als u probeert
het paren uit te voeren tijdens het
rijden, wordt“PAIR DISABLE”
getoond.
lAls zeven stuks Bluetooth®
audioapparatuur reeds met de auto
zijn gepaard, kan geen verdere
paring plaatsvinden en wordt
“MEMORY FULL”getoond.
Voordat andere apparatuur gepaard
kan worden dient één gepaard
apparaat verwijderd te worden.
Paren van Bluetooth
®audioapparatuur
zonder viercijferige PIN code
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de paringmodus“PAIR
DEVICE”in de“BT SETUP”modus.
(Zie voor bijzonderheden“Instellen
van de Bluetooth
®audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus. Nadat“ENTER
PIN”gedurende drie seconden op de
audiodisplay is getoond, wordt“PIN
0000”getoond en kan de PIN code
worden ingevoerd.
3. Druk terwijl“PIN 0000”wordt
getoond de audioregelknop in.
“PAIRING”knippert op de
audiodisplay.
5-106
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
4. Bedien de Bluetooth®audioapparatuur
en stel deze in op de paringmodus
terwijl“PAIRING”knippert.
5. Voer“0000”in aangezien voor de
Bluetooth
®audioapparatuur een PIN
code vereist is.
6. Wanneer het paren voltooid is, wordt
“
”en“PAIR SUCCESS”na
ongeveer 10-30 seconden getoond,
waarna“PAIR SUCCESS”nog
gedurende drie seconden wordt
getoond en de eenheid vervolgens
terugkeert naar de normale display.
OPMERKING
lAls paren niet kan worden voltooid,
in plaats hiervan“1234”proberen.
Zie de gebruikershandleiding van uw
mobiele apparatuur voor de juiste
PIN code.
lBij bepaalde Bluetooth®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het“
”symbool wordt
getoond.
lAls het paren gefaald heeft, knippert
“Err”gedurende drie seconden.
lHet paren kan niet tijdens het rijden
uitgevoerd worden. Als u probeert
het paren uit te voeren tijdens het
rijden, wordt“PAIR DISABLE”
getoond.
lAls zeven stuks Bluetooth®
audioapparatuur reeds met de auto
zijn gepaard, kan geen verdere
paring plaatsvinden en wordt
“MEMORY FULL”getoond.
Voordat andere apparatuur gepaard
kan worden dient één gepaard
apparaat verwijderd te worden.Selectie van apparatuur
Als meerdere apparatuur wordt gepaard,
verbindt de Bluetooth
®eenheid de laatst
gepaarde apparatuur. Als u andere
gepaarde apparatuur wilt verbinden, is het
nodig de verbinding te wijzigen. Na het
wijzigen van de verbinding blijft de
volgorde van prioriteit van de apparatuur
behouden, ook wanneer het contact wordt
uitgezet.
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de
verbindingswijzigingmodus“LINK
CHANGE”in de“BT SETUP”modus.
(Zie voor bijzonderheden“Instellen
van Bluetooth
®audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de huidige verbonden
Bluetooth
®audioapparatuur wordt
getoond.
Als op dat moment geen Bluetooth
®
audioapparatuur is verbonden, wordt
de naam van de eerste van de gepaarde
apparatuur getoond.
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-107
4. Draai de audioregelknop voor het
selecteren van de naam van de
apparatuur die u wilt verbinden.
Apparatuurnaam 1
Apparatuurnaam 2
Apparatuurnaam 3
Apparatuurnaam 4
Apparatuurnaam 5
Apparatuurnaam 6
Apparatuurnaam 7
5. Druk de audioregelknop in voor het
selecteren van de apparatuur die u wilt
verbinden.
Het“
”symbool verdwijnt en
“PAIRING”knippert in de
audiodisplay.
OPMERKING
Wanneer“GO BACK”wordt
geselecteerd en de audioregelknop
wordt ingedrukt, keert de display terug
naar“LINK CHANGE”.6. Als de verbinding met de gewenste
apparatuur met goed gevolg is
gemaakt, wordt het“
”symbool
nogmaals getoond, tezamen met
“LINK CHANGED”.“LINK
CHANGED”wordt gedurende drie
seconden getoond, vervolgens keert de
normale display terug.
OPMERKING
lBij bepaalde Bluetooth®
audioapparatuur duurt het enige tijd
voordat het“
”symbool wordt
getoond.
lAls een handsfree type mobiele
telefoon de meest recent gepaarde
apparatuur is, verbindt de Bluetooth
®
eenheid deze apparatuur. Als u een
Bluetooth®type audioapparatuur
wilt gebruiken dat reeds eerder met
de Bluetooth
®eenheid is gepaard,
dient de verbinding gewijzigd te
worden naar deze apparatuur.
lAls zich tijdens het verbinden van
apparatuur een fout voordoet,
knippert“Err”gedurende drie
seconden op de display en keert de
display terug naar“LINK
CHANGE”. Controleer in dit geval
de paringstatus van de Bluetooth
®
audioapparatuur en de locatie van de
apparatuur in de auto (niet in de
bagageruimte of in een metalen
doos) en probeer dan de
verbindingsprocedure opnieuw.
lHet selecteren van apparatuur is ook
mogelijk met behulp van
spraakherkenning.
5-108
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
Verifiëren van de huidige verbonden
apparatuur
Schakel over naar de modus voor
verbindingswijziging. (Zie“Wijzigen van
de verbinding naar Bluetooth
®
audioapparatuur”)
De naam van de apparatuur die als eerste
wordt getoond is de apparatuur die op dat
moment is verbonden.
Wissen van een apparaat
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de paring verwijderen
modus“PAIR DELETE”in de“BT
SETUP”modus. (Zie voor
bijzonderheden“Instellen van
Bluetooth
®audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de eerste van de gepaarde
apparatuur wordt getoond.4. Draai de audioregelknop en selecteer
de naam van de gepaarde apparatuur
die u wilt verwijderen.
Apparatuurnaam 1
Apparatuurnaam 2
Apparatuurnaam 3
Apparatuurnaam 4
Apparatuurnaam 5
Apparatuurnaam 6
Apparatuurnaam 7
OPMERKING
Enkel de namen van de gepaarde
apparatuur kunnen getoond worden. Als
enkel één stuks apparatuur is gepaard,
wordt enkel de naam van deze
apparatuur getoond.
5. Als een andere selectie dan“GO
BACK”is gemaakt en de
audioregelknop wordt ingedrukt, wordt
“SURE ? NO”getoond.
6. Draai de audioregelknop rechtsom en
schakel de display over naar“SURE ?
YES”.
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-109
OPMERKING
De display verandert als volgt
afhankelijk van of de audioregelknop
rechtsom of linksom wordt gedraaid.
- Rechtsom:“SURE ? YES”wordt op
de display getoond
- Linksom:“SURE ? NO”wordt op de
display getoond
7. Druk de audioregelknop in voor het
verwijderen van de gekozen
apparatuur.
OPMERKING
Selecteer“GO BACK”en druk de
audioregelknop in om terug te keren
naar de“PAIR DELETE”display.
8.“Nadat het verwijderen is voltooid,
wordt“PAIR DELETED”gedurende
drie seconden getoond en keert de
display vervolgens terug naar de
normale display.
OPMERKING
Als zich tijdens het verwijderen van de
gepaarde apparatuur een fout voordoet,
knippert“Err”gedurende drie seconden
op de display en keert de display terug
naar“LINK DELETE”.Informatiedisplay van Bluetooth
®
audioapparatuur
1. Selecteer met behulp van de
audioregelknop de modus voor
weergave van
paringapparatuurinformatie“DEVICE
INFO”in de“BT SETUP”modus. (Zie
voor bijzonderheden“Instellen van
Bluetooth
®audioapparatuur”.)
2. Druk op de audioregelknop voor het
bepalen van de modus.
3. De naam van de Bluetooth® eenheid
wordt getoond.
4. Draai de audioregelknop voor het
selecteren van de informatie voor de
Bluetooth
®eenheid die u wilt zien.
Apparatuurnaam
BT adres
OPMERKING
Wanneer“GO BACK”wordt
geselecteerd en de audioregelknop
wordt ingedrukt, keert de display terug
naar“DEVICE INFO”.
5-110
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
qBeschikbare taal (Type B audio)
De beschikbare talen zijn Engels, Frans,
Spaans, Italiaans, Duits, Nederlands en
Portugees. Als de taalinstelling wordt
veranderd, worden alle gesproken
begeleiding en spraakinvoeropdrachten in
de gekozen taal gedaan.
OPMERKING
lAls de taalinstelling wordt
veranderd, blijft de
apparatuurregistratie behouden.
lTelefoonboekgegevens worden niet
gewist, echter voor elke taal is er een
apart telefoonboek. Dus gegevens
die in één taal zijn ingevoerd,
moeten opnieuw in het telefoonboek
van de nieuwe taal ingevoerd
worden.
lVoer deze stappen uit alvorens u
begint te rijden. Deze minder
gebruikte functies zijn te zeer
afleidend om tijdens het rijden
gebruikt te worden, totdat u volledig
vertrouwd bent met het systeem.
(Methode 1)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Setup”
3.Prompt:“Selecteer één van de
volgende Koppelingsopties,
Bevestiging Prompts, Taal,
Wachtwoord, Selecteer Telefoon, of
Selecteer muziekspeler .”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Taal”5.Prompt:“Selecteer een taal: Engels,
Frans, Spaans, Italiaans, Duits,
Nederlands of Portugees.”
6.Zeg:[Geluidssignaal]“Frans”(Spreek
de gewenste taal uit:“Engels”,“Frans”,
“Spaans”,“Italiaans”,“Duits”,
“Nederlands”,of“Portugees”)
OPMERKING
Overige taalinstellingen kunnen in de
huidige instelling ook worden gemaakt
door het uitspreken van de naam van de
taal in de uitspraak van de betreffende
taal.
7.Prompt:“Frans (Gewenste taal) is
geselecteerd. is dit nummer correct?”
8.Zeg:[Geluidssignaal]“Ja”
9.Prompt:“Een moment alstublieft, het
telefoonboek in het Frans wordt
geïnstalleerd. Frans is geselecteerd.”
(Gesproken in de nieuw geselecteerde
taal).
(Methode 2)
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Frans”(Zeg de
gewenste taal:“Engels”,“Frans”,
“Spaans”,“Italiaans”,“Duits”,
“Nederlands”,of“Portugees”).
(Verander de gewenste taal door de
naam van de taal te zeggen.)
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®
5-111
OPMERKING
Overige taalinstellingen kunnen in de
huidige instelling ook worden gemaakt
door het uitspreken van de naam van de
taal in de uitspraak van de betreffende
taal.
3.Prompt:“Wilt u de taal veranderen
naar het Frans (Gewenste taal) ?”
4.Zeg:[Geluidssignaal]“Ja”
5.Prompt:“Een moment alstublieft, het
telefoonboek in het Frans wordt
geïnstalleerd. Frans is geselecteerd.”
(Gesproken in de nieuw geselecteerde
taal).
qSpraakherkenning (Type B audio)
In dit hoofdstuk wordt het basisgebruik
van de spraakherkenning verklaard.
Activeren van de spraakherkenning
Activeren van het hoofdmenu: Druk de
opnementoets of sprekentoets kort in.
Beëindigen van de spraakherkenning
Gebruik een van de volgende methoden:
lHoud de sprekentoets ingedrukt.
lDruk op de ophangtoets.
Overslaan van de gesproken
begeleiding (voor sneller gebruik)
Druk de sprekentoets in en laat deze los.
OPMERKING
lHet Bluetooth®handsfree systeem is
gebruiksklaar enkele seconden nadat
het contact op ACC of ON is gezet
(minder dan 15 seconden vereist).
lBij bediening van de audio-installatie
of de airconditioning kunnen tijdens
het gebruik van Bluetooth
®
handsfree de pieptonen of de
gesproken begeleiding (audio-
installatie) niet worden gehoord.
Begeleiding
In de begeleiding wordt het gebruik van
Bluetooth
®handsfree verklaard. Doe het
volgende om de begeleiding te activeren:
1. Druk de opnementoets of sprekentoets
kort in.
2.Zeg:[Geluidssignaal]“Handleiding”
3. Volg de prompts voor het verkrijgen
van de juiste gesproken begeleiding.
Opdrachten die tijdens
spraakherkenning steeds gebruikt
kunnen worden
“Help”of“Terug”zijn opdrachten die
tijdens spraakherkenning steeds kunnen
worden gebruikt.
Gebruik van de helpfunctie
De helpfunctie informeert de gebruiker
over alle beschikbare spraakopdrachten
onder de huidige omstandigheden.
1.Zeg:[Geluidssignaal]“Help”
2. Volg de prompts voor het verkrijgen
van de juiste gesproken begeleiding.
5-112
Interieurvoorzieningen
Bluetooth®