Ar
b G
НИКОГА НЕ инсталирайте детско столче на седалка с АКТИВИРАНА предна ВЪЗДУШНА ВЪЗГЛАВНИЦ А. Това може да причини С МЪРТ или СЕРИОЗНО НАРАНЯВАНЕ на детето.
CsNIKDY neumisťujte dětské zádržné zařízení orientované směrem dozadu na sedadlo chráněné AKTIVOVANÝM čelním AIRBAGEM. Hrozí nebezpečí SMRTI DÍTĚTE nebo VÁ ŽNÉHO ZR ANĚNÍ.
DAbrug ALDrIG en bagudvendt barnestol på et sæde, der er beskyttet af en Ak tI V AIr bA G. bAr net risikerer at blive ALVo rL IGt kV
Æs tet eller DrÆb t.
DeMontieren sie auf einem si tz mit Ak tI VIe rteM F ront-Airbag nIeM ALs einen ki ndersitz oder eine ba byschale entgegen der Fahr trichtung,
das ki nd könnte schwere oder sogar tödliche Verletzungen erleiden.
eLΜη χρησιμοποιείτε ΠΟΤΕ παιδικό κάθισμα με την πλάτη του προς το εμπρός μέρος του αυτοκινήτου, σε μια θέση που προστατεύεται από ΜΕΤΩΠΙΚΟ αερόσακο που είναι ΕΝΕΡΓΟΣ. Αυτό μπορεί να έχει σαν συνέπεια το ΘΑΝΑΤΟ ή το ΣΟΒΑΡΟ ΤΡΑΥΜΑΤΙΣΜΟ του ΠΑΙΔΙΟΥ
enneVer use a rear ward facing child restraint on a seat protected by an ACtI Ve AIr bA G in front of it, DeAtH o r serIo us In jurY t o the
CHILD can occur
esno InstALAr nunC A un sistema de retención para niños de espaldas al sentido de la marcha en un asiento protegido mediante un
AIRBAG frontal ACTIVADO, ya que podría causar lesiones GR AVES o incluso la MUERTE del niño.
etÄrge MItte kunA GI paigaldage "seljaga sõidusuunas" lapseistet juhi kõrvalistmele, mille esI turV APADI on Ak t IVe erI tuD . tu rvapadja
avanemine võib last tÕsIs eLt või eLu oHtL Ik uLt vigastada.
FIÄLÄ koskAAn aseta lapsen tur vaistuinta selkä ajosuuntaan istuimelle, jonka edessä suojana on käyttöön aktivoitu turV AtY YnY . se n
laukeaminen voi aiheuttaa LAPs en kuoLeM An tai VAkA VAn Lo ukkA An tuM Is en.
Frne jAMAIs installer de système de retenue pour enfants faisant face vers l’arrière sur un siège protégé par un Co ussIn Go nF LAbLe
frontal ACTIVÉ.
Cela peut provoquer la M
o
rt de l’
e
n
F
A
n
t ou le b
Le
sser G
rA
V
eMe
nt
HrNIK ADA ne postavljati dječju sjedalicu leđima u smjeru vožnje na sjedalo zaštićeno UKLJUČENIM prednjim ZR AČNIM JASTUKOM. To bi moglo uzrokovati sMr t ili teŠk u o ZLj eDu djeteta.
HuSOHA ne használjon menetiránynak háttal beszerelt gyermekülést AKTIVÁLT (BEK APCSOLT) FRONTLÉGZSÁKK AL védett ülésen. Ez a gyermek HALÁLÁT vagy SÚLYOS SÉRÜLÉSÉT okozhatja.
Itnon installare MAI seggiolini per bambini posizionati in senso contrario a quello di marcia su un sedile protetto da un AIr bA G frontale
At tI VAt o. C iò potrebbe provocare la Mo rte o Fe rIt e GrA VI al bambino.
LtNIEK ADA neįrenkite vaiko prilaikymo priemonės su atgal atgręžtu vaiku ant sėdynės, kuri saugoma VEIKIANČIOS priekinės ORO PAGALVĖS. Išsiskleidus oro pagalvei vaikas gali būti MIRTINAI arba SUNKIAI TR AUMUOTAS.
LVNEK AD NEuzstādiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēdeklīti priekšējā pasažiera sēdvietā, kurā ir AKTIVIZĒTS priekšējais DROŠĪBAS GAISA
sP I LVe n s.
T
as var izraisīt BĒRNA NĀVI vai radīt NOPIETNUS IEVAINOJUMUS.
166
C5_nl_Chap07_securite-enfant_ed01-2015
Veilig vervoeren van kinderen
MtQatt m’ghandek thalli tifel/tifla marbut f’siggu dahru lejn l-Airbag attiva, ghaliex tista’ tikkawza korriment serju jew anke mewt lit-tifel/tifla
nLPlaats nooIt een kinderzitje met de rug in de rijrichting op een zitplaats waar van de AIr bA G is InGe sC HAk eL D. bi j het afgaan van de
airbag kan het kInD LeVe nsGeV A ArL Ij k GeWo nD rAk en
noInstaller ALDrI et barnesete med ryggen mot kjøreretningen i et sete som er beskyttet med en frontal Ak tI Ve rt koL LIs jonsPu te, bAr
net risikerer å bli Dr ePt eller HArDt skA De t.
PLNIGDY nie instalować fotelika dziecięcego w pozycji "tyłem do kierunku jazdy" na siedzeniu wyposażonym w CZOŁOWĄ PODUSZKĘ POWIETR ZNĄ w stanie AKT Y WNYM. Może to doprowadzić do ŚMIERCI DZIECK A lub spowodować u niego POWA ŻNE OBR A ŻENIA
CI
AŁA.
PtnunCA instale um sistema de retenção para crianças de costas para a estrada num banco protegido por um AIr bA G frontal ACtI VADo.
E sta instalação poderá provocar FERIMENTOS GR AVES ou a MORTE da CRIANÇA.
ronu instalati nI CIoDAtA u n sistem de retinere pentru copii, dispus cu spatele in directia de mers, pe un loc din vehicul protejat cu AIr bA G
frontal ACtI VAt. A ceasta ar putea provoca MoAr teA CoP ILuLuI s au rAnIr eA l ui GrA VA.
ruВО ВСЕХ СЛУЧА ЯХ ЗАПРЕЩАЕТСЯ использовать обращенное назад детское удерживающее устройство на сиденье, защищенном ФУНКЦИОНИРУЮЩЕЙ ПОДУШКОЙ БЕЗОПАСНОСТИ, установленной перед этим сиденьем.
Э
то может привести к
ГИБЕЛИ РЕБЕНК А или НАНЕСЕНИЮ ЕМУ СЕРЬЕЗНЫХ ТЕЛЕСНЫХ ПОВРЕЖ ДЕНИЙ
skNIKDY neinštalujte detské zádržné zariadenie orientované smerom dozadu na sedadlo chránené AKTIVOVANÝM čelným AIRBAGOM. Mohlo by dôjsť k SMRTEĽNÉMU alebo VÁ ŽNEMU POR ANENIU DIEŤAŤA.
sLNIKOLI ne nameščajte otroškega sedeža s hrbtom v smeri vožnje, če je VARNOSTNA BLA ZINA pred sprednjim sopotnikovim sedežem AKTIVIR ANA. Takšna namestitev lahko povzroči SMRT OTROK A ali HUDE POŠKODBE.
srNIK ADA ne koristite dečje sedište koje se okreće unazad na sedištu zaštićenim AKTIVNIM VA ZDUŠNIM JASTUKOM ispred njega, jer mogu nastupiti sMr t ili o ZbI Lj nA PoVr eDA De tetA .
sVPassagerarkrockkudden fram MÅste v ara avaktiverad om en bakåtvänd bilbarnstol installeras på denna plats. Annars riskerar barnet att
DÖDAs eller skA DAs ALLVArL IGt.
trKESİNLKLE HAVA YASTIĞI AKTİF olan ön koltuğa yüzü arkaya dönük bir çocuk koltuğu yerleştirmeyiniz. Bu ÇOCUĞUN ÖLMESİNE veya ÇOK AĞIR YAR ALANMASINA sebep olabilir.
167
C5_nl_Chap07_securite-enfant_ed01-2015
7
Veilig vervoeren van kinderen
170
C5_nl_Chap07_securite-enfant_ed01-2015
(a) universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's met behulp van de veiligheidsgordel
geplaatst kan worden.
(b)
G
roep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg. o
p
d
e voorpassagiersstoel kan geen reiswieg
of reisbedje worden geplaatst.
(c)
r
a
adpleeg de in uw land geldende
wetgeving voor het installeren van een
kinderzitje op deze plaats.
(d)
A
ls u een kinderzitje met de rug of met het
gezicht in de rijrichting op de zitplaats achter
bevestigt, schuif dan de voorstoel naar voren
en zet vervolgens de rugleuning rechtop
om voldoende ruimte over te laten voor het
kinderzitje en de benen van het kind. Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun
terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
(e) A
ls een kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" op de voorpassagiersstoel
is gemonteerd, moet de airbag vóór aan
passagierszijde zijn uitgeschakeld. Zo
niet, dan kan het kind bij een aanrijding
levensgevaarlijk gewond raken . Als
een kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" op de voorpassagiersstoel
is gemonteerd, moet de airbag vóór aan
passagierszijde ingeschakeld blijven.
(f )
e
e
n kinderzitje met steun mag nooit op
de middelste zitplaats achter worden
bevestigd .
Veilig vervoeren van kinderen
171
C5_nl_Chap07_securite-enfant_ed01-2015
Adviezen
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot het
vervoer van kinderen op de passagiersstoel
vóór is per land verschillend. r
a
adpleeg de
in uw land geldende regelgeving.
sc
hakel de airbag vóór aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorpassagiersstoel wordt
geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
CI
t
ro
Ën
beveelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel voor
dat de veiligheidsgordel correct tegen het
kinderzitje is gespannen en dat de gordel het
kinderzitje stevig op zijn plaats houdt.
s
c
huif
de passagiersstoel, wanneer deze versteld
kan worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
sc
huif daartoe de voorstoel naar voren
en zet de rugleuning ervan, indien nodig,
rechter op. Zorg er voor een optimale bevestiging
van het kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" voor dat de rugleuning van het
zitje zo dicht mogelijk tegen de rugleuning
van de stoel van de auto aan zit of er zelfs
tegenaan drukt.
Verwijder de hoofdsteun alvorens een
kinderzitje met een rugleuning te plaatsen op
een passagiersstoel.
be
rg de hoofdsteun zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de
hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is
verwijderd. Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren en de portierruiten achter
per ongeluk geopend worden.
Zorg er voor dat de portierruiten achter niet
verder dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
7
Veilig vervoeren van kinderen
207
C5_nl_Chap08_information_ed01-2015
Zekeringkast C
Zekeringnr.StroomsterkteFunctie
F1 15
A Achterruitenwisser (
tou
rer)
F2 30
A
re
lais vergrendeling en supervergrendeling
F3 5
A Airbags
F4 10
A Automatische transmissie - Module extra verwarming (diesel) -
e
l
ektrochromatische spiegels
F5 30
A
ru
itbediening voor -
s
c
huif-/kanteldak - Instapverlichting voorpassagier - Verstelling buitenspiegel aan passagierszijde
F6 30
A
ru
itbediening achter
F7 5
A Verlichting make-upspiegel - Verlichting dashboardkastje - Plafonniers - Zaklamp (
to
urer)
F8 20
A
Autoradio - be dieningstoetsen op het stuurwiel - Display -ba ndenspanningcontrole - el ektronische eenheid elektrisch bediende achterklep
F930 AAansteker - 12V-aansluiting vóór
F10 15
AAlarm -
b
e
diening op het stuurwiel, verlichting en ruitenwissers
F11 15
AContactslot met circuit lage stroomsterkte
F12 15
A
elektrisch verstelbare bestuurdersstoel - Instrumentenpaneel - Waarschuwingslampjes niet-vastgemaakte veiligheidsgordels - be diening airconditioning
F135 Ab sM - ond erbrekingsrelais pomp hydraulische vering - Voeding van de elektronische eenheid airbags
F14 15
A
re
gen-/lichtsterktesensor - Parkeerhulp - e
l
ektrisch verstelbare passagiersstoel -Aanhangermodule -
el
ektronische eenheid hifi-versterker - Handsfree kit - Lane Departure Warning s
y
stem
F15 30
A
re
lais vergrendeling en supervergrendeling
F17 40
AAchterruitverwarming - Verwarmde buitenspiegels
FSH SHUNT
sHu
nt
t
ijdens opslag
8
Praktische informatie
251
C5_nl_Chap11a_btA_ed01-2015
noodoproep of Pechhulp
Wanneer de elektronische
eenheid airbags een botsing heeft
gedetecteerd, wordt onafhankelijk van
het eventueel afgaan van de airbags,
automatisch een noodoproep gedaan.
Noodoproep met lokalisatiefunctie
Druk in geval van nood langer
dan 2
seconden op deze toets.
Het knipperen van het groene
L
eD
-lampje en een gesproken
bericht bevestigen dat de
oproep naar de helpdesk
van "
no
odoproep met
lokalisatiefunctie" is verstuurd*.
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken,
wordt de oproep geannuleerd.
Het groene L
eD
-lampje dooft.
De oproep wordt ook geannuleerd door, op
ieder willekeurig moment, de toets langer dan
8
seconden in te drukken.
Het groene LeD -lampje blijft branden (zonder te
knipperen) wanneer de verbinding tot stand is gebracht.
Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de helpdesk
van "no odoproep met lokalisatiefunctie" die
de informatie over de lokalisatie van de auto
ontvangt en een waarschuwing kan zenden
naar de gekwalificeerde hulpdiensten.
In landen waar de helpdesk niet operationeel
is of wanneer de lokalisatie uitdrukkelijk
is geweigerd, wordt de oproep meteen
doorgestuurd naar de hulpdiensten (112),
zonder lokalisatie. *
D
eze diensten zijn afhankelijk van bepaalde
voorwaarden en beschikbaarheid.
r aadpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk.
Indien u gebruikmaakt van de dienst
Citroën Connect
b
o
x met sos
-
pakket
en pechhulpservice, beschikt u ook
over aanvullende diensten via uw
persoonlijke pagina MyCI
t
ro
Ën o
p
de CI
t
ro
Ën-
internetsite voor uw land.
su
r f hiervoor naar www.citroen.com.
.
Audio en telematica
333
C5_nl_Chap12_index-alpha_ed01-2015
Aanhanger..................................................... 216
Aanhangergewichten ............................ 24
3, 245
Aanjager, regeling
..................................... 75, 79
Aansluiten MirrorLink
.................................... 29
9
Aansluiting 12V
............................................... 89
Ab
s
m
et elektronische remdrukregelaar
.....15
0
Accessoires ................................................... 221
Accu
.............................................. 210, 212, 231
Accu laden
............................................ 210, 212
Achterbank
...................................................... 71
Achterruitverwarming
...............................75, 79
Achteruitrijcamera
......................................... 13 3
Achteruitrijlicht
...................................... 197, 19 9
Ad
blu
e
® ............................... ..........................234
Adblu
e®-niveau ............................................. 234
Adblu
e®-reservoir ................................. 234, 239
Additief Adblu e ............................... 32, 234, 238
Afmetingen
.................................................... 24
6
Afstandsbediening
.............................. 45, 46, 49
Afstandsbediening, batterij
....................... 4
8, 49
Afstandsbediening, batterij vervangen
...........48
Afstandsbediening synchroniseren
................48
Afzetten van de motor
..................................... 97
A
irbaglampjes
................................................. 35
Airbags
............................................................ 35
Airbags vóór
...............................
...................161
Airconditioning
...............................
...........12 , 74
Airconditioning met centrale regeling
.............75
Airconditioning met gescheiden regeling
.......79
Alarmknipperlichten
...................................... 148
Alarmsysteem
................................................. 50
Algemeen menu
...............................
.......15, 318
Allesdragers
.................................................. 218
Allesdragers monteren
................................. 218 CD
.........................................................282, 321
CD MP3
.........................................282, 321, 322
CD-/MP3 -speler
...................................321, 322
Centrale vergrendeling
.............................46, 55
Check
..............................................................20
A
B
C
bagageafdekking ............................................93bag
agenet voor hoge belading .......................94
bag
ageruimte
............................................ 58, 59
bag
ageruimte (indeling)
............................ 9
1, 92
bag
ageruimte, indeling
.............................91, 92
ba
gageruimte openen
....................................45
ba
nden
............................................................ 12
ba
ndenreparatieset
...................................... 181
ban
denspanning
..................................... 12, 25 0
ban
denspanning, detectie
.................... 11
8 , 1 9 1
ban
denspanning te laag (detectie)
............... 11
8
ban
dreparatieset
.......................................... 181
be
kerhouder
............................................. 88, 89
be
laden
........................................................... 12
Antiblokkeersysteem (A
b
s
) ..........................
15
0
Antislipregeling
.......................................
2 9, 151
Apple
®-speler ........................................ 284, 323
Armleuning achter ........................................... 89
A
rmleuning vóór
...............................
...............88
Audiokabel
.................................................... 282
Automatische ruitenwissers
..................14 4, 146
Automatisch inschakelen alarmknipperlichten
.................................... 148
Automatisch inschakelen verlichting
.....1 3 7, 1 4 0
Autoradio
............................................... 120, 315
Autoradio, bedieningen aan stuurkolom
.......................................... 2 5 6 , 317
A
uX
-aansluiting
.................................... 282, 321
Aux-ingang
...............................
.....................282
be
nzine
...............
..........................................
179b enzinemotor ........................
179, 225, 242, 243be
stuurdersplaats (instellingen) .....................67bi
nnenspiegel .................................................70bl
ue HDi ................................................114 , 2 3 4
bl
uetooth (handsfree set)
.............
304, 305, 324
b
luetooth (telefoon)
...............................304, 305
bl
uetooth-verbinding
....................296, 304, 305
bo
chtverlichting
.....................................14
1-143
bo
ordcomputer
..........................................17-19
br
ake Assist s
y
stem (
bAs)
..........................150
br
andstof
..........................................12 , 17 7, 179
br
andstofaddititiefniveau
..............................230
br
andstofniveaumeter
...................................17
7
br
andstofsysteem ontluchten
.......................180
br
andstoftank
.........................................17 7, 178
br
andstoftankdop
..........................................17 7
br
andstof tanken
....................................17 7-179
br
andstoftank (inhoud)
.................................17 7
br
andstoftankklep
..................................17 7, 178
bra
ndstoftank leeg (diesel)
...........................180
br
andstoftanklep openen
.............................17 7
br
andstofverbruik
...........................................12
bu
itenspiegels................................................. 69
.
trefwoordenregister
336
C5_nl_Chap12_index-alpha_ed01-2015
onderhoudsintervalindicator resetten ............23on
tdooien .................................................. 75, 79
on
tgrendelen
.................................................. 45
on
twasemen
............................................. 75, 79
opb
ergvak ....................................................... 86
op
bergvakken
................................................. 86
op
schakelindicator
....................................... 114
ra
dio
..................................... 278, 279, 282, 318
r
adiozender
.......................................... 278, 279
rDs
............................................................... 279
re
gelmatig onderhoud
...................................12
re
generatie roetfilter
.................................... 232
rem
bekrachtigingsysteem
........................... 15
0
rem
blokken
.................................................. 233
sc
hakelen automatische versnellingsbak
....11 0
s
chakelen elektronisch bediende
versnellingsbak
..........................................109
s
chuifdak openen
...........................................61
sc
huifdak resetten
..........................................61
sc
huif-/kanteldak
............................................61
R
S
remlichten ............................................ 197, 19 9rem
men ........................................................ 233
re
mschijven .................................................. 233
rem
vloeistofniveau
...................................... 2
29
re
servewiel
.......................................... 185, 191
re
servoir koplampsproeiers
.........................230
re
setten van het traject
.............................1
7, 1 8
ri
chtingaanwijzers
........................148, 193, 19 9
rija
dviezen
..................................................... 96
ri
jstrookcontrolesystemen
...........................151
ri
sicozones (update)
.................................... 269
ro
etfilter
................................................ 230, 232
ru
itbediening
.................................................. 53
ru
itbediening resetten
....................................53
ru
itensproeier achter
...................................145
ru
itensproeierreservoir
................................230
ru
itensproeiers vóór ..................................... 145
ru
itensproeiervloeistofniveau
......................230
ru
itenwisser achter
...................................... 145
ru
itenwisserbladen (vervangen)
..................147
ru
itenwisserbladen vervangen
.................... 14
7
ru
itenwissers
........................................ 14
4, 146
ru
itenwisserschakelaar
......................... 14
4 -146sCr (s elective Catalytic red uction) ............234sCr
-systeem ..........................................33, 234
se
rienummer auto
..............................
..........250
sf
eerverlichting
...............................................84
sjo
rogen
..........................................................91
sk
iluik
..............................................................90
slee
poog
.......................................................214
sl
epen van een auto .....................................214
sl
eutel met afstandsbediening
.....4
5, 46, 49, 97
sl
otbouten
.....................................................188
sn
eeuwkettingen
..........................................192
sne
euwscherm
.............................................2
20
sn
elheidsbegrenzer
......................................12 2
s
nelheidsregelaar
.........................................125
sn
ow motion
.................................................1
51
s
tartblokkering, elektronische
..................4
9, 97
st
arten van de auto.........................................97
st
arten van de motor ......................................97
st
ilzetten van de auto .....................................97
st
oelen verstellen
.....................................64, 65
st
oelverwarming
.......................................64, 66
st
oelverwarming, schakelaars
.......................66
s
top s tart
.....19, 77, 82, 115, 177, 210, 224, 231
st
reaming audio b
l
uetooth
...........282, 284, 323
st
uurbekrachtigingsvloeistofniveau
.............229
s
tuur met bedieningen op vaste naaf
...........120
s
tuurslot
..........................................................97
st
uurverstelling
...............................................68
s
tuurwiel (verstellen)
......................................68
su
pervergrendeling
........................................47sy
nchroniseren afstandsbediening
................48
Panoramadak
.................................................. 62
Parkeerhulp achter
....................................... 13
1
Parkeerhulp vóór
........................................... 131
Parkeerlichten
....................... 1
36, 193, 197, 19 9
Parkeerplaatsassistent
................................. 129
Passagiersairbag uitschakelen
.................... 15 8
Plafonniers
...................................................... 83
Portieren
......................................................... 55
Portieren openen
...................................... 45, 55
Portieren sluiten
........................................ 46, 55
P
trefwoordenregister