110
C4-Aircross_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Hill Holder
Dit systeem houdt uw auto bij het wegrijden op
een helling ongeveer 2 seconden op zijn plaats.
In die tijd kunt u uw voet van het rempedaal
naar het gaspedaal verplaatsen.
Deze functie is alleen actief:
-
a
ls de auto volledig stilstaat ter wijl u het
rempedaal intrapt,
-
a
ls de hellingshoek aan bepaalde
voor waarden voldoet,
-
a
ls het bestuurdersportier is gesloten.
De Hill Holder kan niet worden uitgeschakeld.
Als de auto bergopwaar ts stilstaat, wordt
deze even op zijn plaats gehouden als u het
rempedaal loslaat en:
-
b
ij een handgeschakelde versnellingsbak
de eerste versnelling of de neutraalstand
hebt ingeschakeld,
-
b
ij een CV
t-
transmissie de stand D hebt
geselecteerd.Werking
Als de auto bergafwaar ts stilstaat en de
achteruitversnelling ingeschakeld is, wordt
de auto even op zijn plaats gehouden als u
het rempedaal loslaat.
Verlaat de auto niet in de korte periode
dat u de Hill Holder gebruikt.
Als u de auto moet verlaten ter wijl de
motor draait, trek dan de handrem aan.
Storing
bij een storing in het systeem gaat dit
verklikkerlampje branden in combinatie
met een melding op het display van het
instrumentenpaneel. r
aad
pleeg het CI tro
Ën-
n
etwerk of een gekwalificeerde werkplaats om
het systeem te laten controleren.
Als de motor is afgezet en ook als de
motor tijdelijk is afgezet door de functie
st
op & s
t
art (A
s&
G), is de Hill Holder
buiten werking.
rijden
111
C4-Aircross_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Functie stop & st art (Auto st op & Go)
Werking
Overgang naar de STOP-stand
van de motor
Het verklikkerlampje "AS &G" op het
instrumentenpaneel of op het display
van het instrumentenpaneel gaat
branden en de motor komt na enkele
seconden in de
sto
P
-stand:
-
b
ij een handgeschakelde
versnellingsbak: wanneer u, ter wijl de
auto stilstaat en het rempedaal is ingetrapt,
de versnellingsbak in de neutraalstand zet
en het koppelingspedaal loslaat.
ta
nk nooit als de motor in de sto
P
-
stand staat, zet in dat geval altijd het
contact af met de sleutel of met de
stAr
t
/st
o
P
-knop.
Als de motor automatisch is
afgezet, functioneren bepaalde
componenten zoals de remmen en de
stuurbekrachtiging op een andere wijze.
Houd daar rekening mee.
Bijzonderheden: STOP-stand niet
beschikbaar
De stoP-stand wordt niet geactiveerd als:
- de
veiligheidsgordel van de bestuurder
losgemaakt is,
-
he
t bestuurdersportier geopend is,
-
d
e motorkap geopend is,
-
n
iet meer dan 30 seconden verstreken zijn
sinds het starten van de motor,
-
d
e auto sinds de laatste start niet sneller
dan 5
km/h heeft gereden,
-
d
e motor minder dan 10 seconden geleden
opnieuw is gestart,
-
d
e klimaatregeling in het interieur dat niet
toelaat,
-
d
e ruitontwaseming is ingeschakeld,
-
b
epaalde bijzondere omstandigheden
(laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur enz.)
dat niet toelaten,
-
h
et verklikkerlampje "AS &G"
op het display van het
instrumentenpaneel knippert.
Dit is volkomen normaal.
De functie
s
t
op &
s
t
art (Auto
s
t
op & Go) zet de motor tijdelijk af als u stopt (bij rood licht, opstoppingen enz.). De motor wordt automatisch gestart als u
weer weg wilt rijden. Het starten gebeurt direct, snel en stil.
De functie
s
t
op &
s
t
art (Auto
s
t
op & Go) is bij uitstek geschikt voor het stadsverkeer en zorgt voor een lager brandstofverbruik, minder uitstoot van
schadelijke stoffen en een aangename rust in het interieur tijdens het wachten.
Als u de versnellingshendel bedient,
knippert als waarschuwing het
verklikkerlampje "AS &G" in combinatie
met een geluidssignaal.
Zodra de versnellingsbak weer in de
neutraalstand is gezet, verdwijnt deze
waarschuwing.
4
rijden
112
C4-Aircross_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Overgang naar de START-stand
van de motor
Het verklikkerlampje "AS &G" gaat
uit en de motor wordt automatisch
opnieuw gestart:
-
b
ij een handgeschakelde
versnellingsbak : wanneer u het
koppelingspedaal volledig intrapt ter wijl de
versnellingsbak in de neutraalstand staat. De
stAr t- stand wordt ten behoeve van
de veiligheid en het comfort automatisch
geactiveerd als:
Bijzonderheden: automatisch
activeren van de START-stand
- de snelheid van de auto hoger is dan 3 km/h,
- he t bestuurdersportier wordt geopend,
-
de
bestuurder zijn veiligheidsgordel
losmaakt,
-
b
epaalde bijzondere omstandigheden
(laadtoestand accu, motortemperatuur,
rembekrachtiging, buitentemperatuur enz.)
dit niet toelaten.
Als u het systeem met de motor in de
s
to
P
-stand uitschakelt, dan wordt de
motor niet opnieuw gestart.
u
kunt deze functie op elk willekeurig moment
uitschakelen door de toets "AS &G O FF " in te
drukken.
Uitschakelen
In dat geval gaat het lampje "AS &G"
uit.
Dit is volkomen normaal. Het verklikkerlampje "AS &G O FF "
op het instrumentenpaneel of op het
display van het instrumentenpaneel
gaat branden.
Als in de
sto
P
-stand van de motor de
motorkap wordt geopend, knippert het
verklikkerlampje "AS &G" in combinatie
met een geluidssignaal. De motor wordt
dan niet automatisch opnieuw gestart.
Gebruik om de motor opnieuw te
starten de contactsleutel of druk op de
s
t
Ar
t
/s
to
P
-knop; houd daarbij het
rempedaal en het koppelingspedaal
volledig ingetrapt.
rijden
113
C4-Aircross_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Het systeem wordt automatisch
opnieuw ingeschakeld zodra de motor
met de sleutel of met de st
Ar
t
/s
to
P
-
knop wordt gestart.
Opnieuw inschakelen
Druk nogmaals op de toets "AS &G O FF " .
Het systeem is dan opnieuw actief; het
verklikkerlampje "AS &G O FF " op het
instrumentenpaneel of op het display van het
instrumentenpaneel gaat uit.
Storingen
bij een storing in het systeem gaat het verklikkerlampje
"AS &G O FF " op het instrumentenpaneel of op het
display van het instrumentenpaneel knipperen: het
systeem werkt dan niet meer.
Laat het systeem controleren door het CIt roËn-
n etwerk of een gekwalificeerde werkplaats. Dit systeem heeft specifieke kenmerken
en maakt gebruik van een speciale
accu (raadpleeg voor meer informatie
het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats).
Het gebruik van een andere dan de door
CI
t
ro
Ën
voorgeschreven accu's kan leiden
tot storingen in het systeem.
Onderhoud
Het "Auto st op & Go"-systeem maakt
gebruik van geavanceerde technologie.
Laat eventuele werkzaamheden aan
dit type accu uitsluitend uitvoeren door
het CI
t
ro
Ën-
netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
Als er in de
sto
P
-stand een storing zou
optreden, kan het zijn dat de motor niet meer
wil aanslaan of direct afslaat. De volgende
verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel of
op het display gaan branden:
Zet in dat geval het contact af en start de motor
met behulp van de sleutel of met de
st
Ar
t
/s
to
P
-knop.
4
rijden
118
C4-Aircross_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
elektronisch gestuurde vierwielaandrijving
Afhankelijk van de omstandigheden kunt u met dit systeem een type aandrijving kiezen.
De bestuurder kan handmatig kiezen uit drie typen aandrijving, afhankelijk van de gewenste prestaties.
u
kunt van type aandrijving wijzigen wanneer
de auto stilstaat of wanneer de auto rijdt.
Het type aandrijving kan worden gewijzigd door
aan de knop A te draaien.
Type aandrijving
selecteren
4WD AUTO (stand 1)
bij vier wielaandrijving wordt de auto optimaal
aangedreven, op elke ondergrond.
on
der normale omstandigheden wordt in deze
positie het koppel automatisch verdeeld over
de voor- en achter wielen.
Het koppel wordt voornamelijk overgebracht
op de voor wielen, de elektronische eenheid
bepaalt aan de hand van de grip op het wegdek
hoeveel koppel naar de achter wielen gaat.
Hierdoor is de wegligging altijd optimaal.
4WD LOCK (stand 2)
De auto kan ook permanent op alle vier wielen
worden aangedreven.
Deze aandrijving is het meest geschikt in
situaties waar de auto weinig grip heeft (zand,
modder, hellingen, ...).
2WD (stand 3)
In deze stand heeft de auto voor wielaandrijving.
Deze aandrijving leent zich het best voor rijden
op asfaltwegen waar de auto veel grip heeft
(droog wegdek).
Weergave op het instrumentenpaneel
na het wijzigen van het type aandrijving
knippert het bijbehorende pictogram op het
display van het instrumentenpaneel. Als de omstandigheden het toelaten,
raden wij u aan deze aandrijving te
kiezen.
rijden
125
C4-Aircross_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Grafische weergave
Parkeerhulp vóór
Uitschakelen / activeren van de
parkeerhulp vóór en achter
De functie kan worden uitgeschakeld door deze
knop in te drukken. Het controlelampje in de
knop dooft.
Door de knop opnieuw in te drukken wordt de
functie weer geactiveerd. Het controlelampje
gaat branden.
Storing
Deze wordt geactiveerd zodra er bij
ingeschakelde versnelling (stand D bij
auto's met een CV
t-
versnellingsbak) en een
wagensnelheid van maximaal 10
km/h vóór de
auto een obstakel wordt gedetecteerd.
De parkeerhulp vóór wordt uitgeschakeld zodra
de auto langer dan vijf seconden stilstaat met
een ingeschakelde versnelling vooruit, als
er geen obstakel meer wordt gedetecteerd
of zodra de wagensnelheid hoger wordt dan
10
km/h. Vergeet niet het systeem uit te
schakelen zodra een aanhanger of
caravan wordt aangekoppeld.Zorg ervoor dat bij slecht weer of in
winterse omstandigheden de sensoren
niet bedekt zijn met modder, ijs of
sneeuw.
Als de snelheid van de auto lager
is dan 10
km/h, kan de parkeerhulp
geluidssignalen geven als reactie op
bepaalde omgevingsgeluiden (motoren,
vrachtwagens, drilboren, enz.).
Als er een storing optreedt bij het inschakelen
van de achteruitversnelling, gaat het
controlelampje in de toets knipperen, in
combinatie met een geluidssignaal.
De grafische weergave
is een aanvulling op het
geluidssignaal. o
p h
et display
worden blokjes voor en/of
achter de auto weergegeven. Als een van de sensoren
defect is, knippert deze
op het display van het
instrumentenpaneel.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Deze blokjes knipperen bij het begin van
de manoeuvre en gaan permanent branden
binnen een bepaalde afstand tussen de auto en
een obstakel.
4
rijden
126
C4-Aircross_nl_Chap04_conduite_ed01-2014
Achteruitrijcamera
De achteruitrijcamera van het optionele
navigatiesysteem vormt een aanvulling
op het parkeerhulpsysteem. De camera
wordt automatisch geactiveerd wanneer de
achteruitversnelling wordt ingeschakeld.De beelden van de camera worden
weergegeven op het display van het
navigatiesysteem.
Het gedeelte (A)
geeft het bovenste deel van
de achterbumper weer.
De rode lijn geeft een afstand van 50
cm achter
het uiteinde van de achterbumper weer.
De groene lijnen geven de breedte van de auto
weer, waarbij aan weerskanten van de auto
20
cm is toegevoegd.
De markeringen op de groene lijnen komen
overeen met het uiteinde van de achterbumper
(B), een afstand van 1
meter achter het
uiteinde van de achterbumper (C) en een
afstand van 2
meter achter het uiteinde van de
achterbumper (D) .
on
danks de aanwezigheid van de
achteruitrijcamera moet de bestuurder
altijd waakzaam blijven.
re
inig de camera om de zoveel tijd met
een zachte, droge doek.
Wassen met een hogedrukspuit
Houd bij het wassen van de auto de
spuit op minimaal 30
cm van de lens
van de camera.
rijden
133
C4-Aircross_nl_Chap05_visibilite_ed01-2014
Verstel de koplampen met halogeenlampen
afhankelijk van de belading van uw auto
om verblinding van medeweggebruikers te
voorkomen.
0
1
of 2 personen voorin.
1
5
personen (inclusief bestuurder).
2
5
personen (inclusief bestuurder) +
maximaal toegestane belading.
3
b estuurder + maximaal toegestane
belading.
koplampen
handmatig verstellen Automatische
koplampverstelling
Als er een storing optreedt
, verschijnt deze
melding op het multifunctionele display.
ra
ak de xenonlampen niet aan.
ra
adpleeg het CI
t
ro
Ën-
netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
bi
j auto's met xenonlampen stelt het systeem
bij stilstaande auto automatisch de hoogte
van de lichtbundel af, ongeacht de belading
van de auto. De bestuurder is dus verzekerd
van een optimale verlichting en kan andere
weggebruikers niet verblinden.
5
Zicht