▷Evt. Bluetooth-instelling vooraf op het ap‐
paraat nodig, bijv. zichtbaarheid, zie hand‐
leiding van het apparaat.▷Evt. getal met ten minste 4 tot maximaal
16 cijfers als Bluetooth-code vastleggen.
Alleen nodig voor het eenmalig koppelen.
Bluetooth activeren
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Mobiele apparaten"4."Instellingen"5."Bluetooth"
Telefoonfunctie activeren/deactiveren
Om alle ondersteunde functies van de mobiele
telefoon te kunnen gebruiken moeten vóór de
koppeling de volgende functies worden geacti‐
veerd.
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Mobiele apparaten"4."Instellingen"5.Gewenste instelling selecteren:▷"Office"
Functie activeren, om korte berichten,
e-mails, kalenders, taken, notities en
herinneringen naar de auto te verstu‐
ren. Door de overdracht van alle gege‐
vens naar de auto kunnen kosten ont‐
staan.▷"Contactfoto´s"
Functie activeren, om contactafbeel‐
dingen weer te geven.6.Controller naar links kantelen.Apparaat verbinden door invoeren van de passkey
De verbinding ofwel volledig aan het voorste of
het achterste Control Display uitvoeren.
Via iDrive:1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Mobiele apparaten"4."Nieuw apparaat verbinden"5.Functies selecteren, waarvoor het apparaat
gebruikt moet worden▷ "Telefoon"▷ "Bluetooth-audio"▷ "Apps"
De Bluetooth-naam van de auto wordt op
het Control Display weergegeven.
6.Met het apparaat naar Bluetooth-appara‐
ten in de omgeving zoeken.
De Bluetooth-naam van de auto wordt op
het display van het apparaat weergegeven.
Bluetooth-naam van de auto selecteren.7.Geef in het apparaat en via de iDrive de‐
zelfde Passkey op en bevestig.
Of
Controlenummer in het Control Display
vergelijken met het controlenummer in de
display van het apparaat. Controlenummer
in het apparaat en in het Control Display
bevestigen.
Het apparaat wordt verbonden en in de ap‐
paratenlijst weergegeven.
Als het mobiele apparaat een mobiele tele‐
foon is, wordt weergegeven welke functies
het apparaat ondersteunt, zie pagina 40.
Als de verbinding niet is gelukt: Wat moet u
doen als ..., zie pagina 47.
Seite 41Algemene instellingenOverzicht41
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Apparaat verbinden via Near Field
Communication, NFC
Principe
Met Near Field Communication, NFC, kunnen
gegevens radiografisch over korte afstand
worden verzonden. Door deze functie wordt
het koppelen van een mobiel apparaat aan‐
zienlijk vereenvoudigd.
Geschikte apparaten, zie pagina 40.
Overzicht
De NFC-antenne bevindt zich in het dashboard
onder de toets voor de alarmknipperlichten.
Voorwaarden voor een correcte werking
Bij het koppelen moet het apparaat ontgren‐
deld zijn.
Apparaat verbinden
1.De functie NFC op het apparaat inschake‐
len, zie handleiding van het apparaat.2.Apparaat nabij de NFC-antenne houden.3.Controlenummer in het Control Display
vergelijken met het controlenummer in de
display van het apparaat. Controlenummer
in het apparaat bevestigen.
Of
De verbinding op het apparaat bevestigen.
Het apparaat wordt verbonden en in de ap‐
paratenlijst weergegeven.Afhankelijk van welke functies al bezet zijn,
wordt het mobiele apparaat met de functie te‐
lefoon, extra telefoon of muziek verbonden.
Als de koppeling niet is gelukt: Wat moet u
doen als ..., zie pagina 47.
De snap-in-adapter van de telefoon
achterin met de auto verbinden
Voorwaarden voor een correcte werking▷Bluetooth-passkey op de achterkant van
de snap-in-adapter is bekend.▷De snap-in-adapter is in de middenarm‐
steun ingebouwd.▷Gereedheid is ingeschakeld.▷SIM-kaart is in de snap-in-adapter inge‐
bracht of SIM-toegangsprofiel SAP is ac‐
tief.
Apparaat verbinden
Via iDrive:
1."Mijn auto"2."Systeeminstellingen"3."Mobiele apparaten"4."Nieuw apparaat verbinden"5. Toets op de snap-in-adapter ca.
3 seconden ingedrukt houden tot het ge‐
luidssignaal eenmaal klinkt.
LED boven de toets knippert groen.6.Bluetooth-Passkey van de snap-in-adapter
op het Control Display invoeren.7. "Telefoon"8.Het apparaat wordt verbonden en in de ap‐
paratenlijst weergegeven.
USB-verbinding
Principe Op de USB-aansluiting, zie pagina 239, kun‐
nen mobiele apparaten met USB‐aansluiting
aangesloten worden.
Seite 42OverzichtAlgemene instellingen42
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15
Handmatige luchthoeveel‐heid 222
Handmatige luchtverde‐ ling 222
Handrem, zie Parkeer‐ rem 105
Handzender, wisselende code 234
Head-Up Display 132
Head-Up Display, verzor‐ ging 320
Heet uitlaatsysteem 253
Helderheid van het Control Display 38
Hellingshoeksensor 71
Homepage 6
Hoofdairbags 144
Hoofdsteunen 78
Hoofdsteunen, achterin 85
Hoofdsteunen, voorin 84
Hoofdsteunkussen 87
Hoogwater 253
Hotelfunctie, kofferdeksel 66
Houder voor dranken 246
Hout, verzorging 319
HUD Head-Up Display 132
Hulp bij het wegrijden 172
Hulp bij pechgeval 311
I
IBA, geïntegreerde gebruiks‐ aanwijzing in de auto 49
iBrake — Post Crash 170
Identificatienummer, zie Voer‐ tuigidentificatienummer 9
iDrive 19
IJswaarschuwing, zie Buiten‐ temperatuurwaarschu‐
wing 123
In-/uitschakelen, zie Groot‐ lichtassistent 138
Individuele instellingen, zie Bestuurdersprofielen 58
Inhaalverboden 126
Inhaalverbodinfo 126 Initialiseren, bandenpech‐
waarschuwing RPA 292
Initialiseren, bandenspan‐ ningscontrole RDC 288
Inklembeveiliging, glazen dak 77
Inklembeveiliging, ruiten 72
Inparkeerassistent 205
Inrijden, rijaanwijzingen 252
Instelbare snelheidslimiet, zie Handmatige snelheidsbe‐
grenzer 176
Instellingen op het Control Display 36
Instellingen opslaan van stoel, spiegel, stuurkolom 90
Instellingen, stoelen/hoofd‐ steunen 78
Instellingen, ver-/ontgrende‐ len 68
Instrumentenpaneel 118
Instrumentenverlichting 140
Integraal-actieve bestu‐ ring 174
Intelligente noodoproep 311
Intelligent Safety 147
Intensiteit, AUTO-pro‐ gramma 221
Interieurbeveiliging 71
Interieuruitrusting 233
Interieurverlichting 140
Interieurverlichting bij ont‐ grendelen 61
Interieurverlichting bij ver‐ grendelde auto 62
Interieurvoorventilatie/verwar‐ ming tijdens stilstand 227
Internetpagina 6
Intervalmelding, servicebe‐ hoefte 124
Ionisatie, zie Ambient Air pak‐ ket 229
ISOFIX kinderzitjesbevesti‐ ging 99 J
Joystick, Steptronic versnel‐ lingsbak 111
Juiste plaats voor kinde‐ ren 96
K
Katalysator, zie Heet uitlaat‐ systeem 253
Kenmerken van aanbevolen banden 282
Keuzehendel, Steptronic ver‐ snellingsbak 111
Keuzelijst op het instrumen‐ tenpaneel 127
Keyless-Go, zie Comforttoe‐ gang 66
Kick-down, Steptronic ver‐ snellingsbak 111
Kilometerteller 129
Kinderbeveiliging 101
Kinderen veilig vervoeren 96
Kinderzitje 96
Kinderzitjes, montage 97
Klank 6
Klaptafel 240
Klaptafel achterin 240
Klassen van kinderzitjes, ISO‐ FIX 99
Kleerhaken 247
Klimaatregeling 220
Klok 123
Knie-airbag 144
Knipperlicht, bediening 108
Knop, start-/stop 102
Koelbox achterin 241
Koelen, maximaal 221
Koelfunctie 221
Koelmiddel 301
Koelsysteem 301
Koelvloeistof 301
Koelvloeistofpeil 301
Koelvloeistoftempera‐ tuur 123 Seite 340OpzoekenAlles van A tot Z340
Online Edition for Part no. 0140 2 966 463 - X/15