2016.5 OPEL CASCADA Gebruikershandleiding (in Dutch)

Page 137 of 271

OPEL CASCADA 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling135Handmatige instellingenU kunt de instellingen van het klimaat‐
regelsysteem als volgt met de toetsen
en draaiknoppen veranderen. Wan‐
neer u een instelling wijzigt, wordt de
auto

Page 138 of 271

OPEL CASCADA 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 136Klimaatregelingwerkt alleen bij een draaiende motor
en ingeschakelde aanjager van de kli‐
maatregeling.
Druk opnieuw op  n om koeling uit te
schakelen.
Het airconditioningssysteem koelt en
ontvoc

Page 139 of 271

OPEL CASCADA 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling137Luchtroosters
Verstelbare luchtroosters
Wanneer de koeling ingeschakeld is moet er minimaal een luchtroosteropenstaan.
Open het luchtrooster door het stel‐
wiel naar het grotere sy

Page 140 of 271

OPEL CASCADA 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 138KlimaatregelingOnderhoud
Luchtinlaat
De luchtinlaat naar de motorruimte
onder aan de voorkant van de voorruit
moet voor voldoende luchttoevoer
vrijgehouden worden. Bladeren, vuil
of sneeuw verwijde

Page 141 of 271

OPEL CASCADA 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening139Rijden en bedieningRijtips......................................... 140
Controle over de auto ..............140
Sturen ...................................... 140
Rijhoogte ......

Page 142 of 271

OPEL CASCADA 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 140Rijden en bedieningRijtips
Controle over de auto Nooit laten vrijlopen wanneer de
motor niet draait (uitgezonderd
tijdens Autostop)
Veel systemen werken dan niet meer (bijv. rembekrachtiger, stuurb

Page 143 of 271

OPEL CASCADA 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Rijden en bediening141Starten en bedieningNieuwe auto inrijden
Tijdens de eerste ritten niet onnodig
hard remmen.
Tijdens de eerste rit kan er rookont‐
wikkeling optreden door het verdam‐
pen van

Page 144 of 271

OPEL CASCADA 2016.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 142Rijden en bedieningBedien het gaspedaal niet.
Dieselmotor: draai de sleutel naar stand  2 om voor te gloeien totdat de
controlelamp  ! dooft.
Draai de sleutel even naar stand  3 en
laat deze weer l