Page 65 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
DAU23292
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU50291
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-15.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is gifti g en gevaarlijk om-
d at het zwavelzuur b evat, een stof
d ie ernsti ge bran dwon den veroor-
zaakt. Vermij d contact met d e huid,
o gen of kle din g en b escherm uw o
gen altij d b ij werkzaamhed en na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloe dig
met water.
INWENDIG: Drink g rote hoeveel-
he den water of melk en roep d i-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel g ed uren de 15 mi-
nuten met water en roep direct
me dische hulp in.
Accu’s pro duceren het explosieve
waterstof gas. Hou d daarom von-
ken, open vuur, sig aretten e.d. uit
d e buu
rt van d e accu en zor g voor
vol doen de ventilatie bij acculad en
in een af gesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te la den
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
1. Positieve accukabel (rood)
2. Accu
3. Negatieve accukabel (zwart)
1
2
3
UB33D0D0.book Page 24 Monday, December 1, 2014 2:33 PM
Page 66 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
LET OP
DCA16522
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Aci d)-accu is een speci-
ale acculad er (met constante spannin g)
vereist. Bij geb ruik van een conventione-
le acculad er raakt de accu b eschadigd.Om de accu op te b ergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voor dat u d e accu verwij-
d ert de sleutel naar “OFF” en haal
d an eerst d e negatieve ka bel en
d aarna de positieve ka bel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren. LET OP: Draai voor dat u
d e accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolg ens eerst de
positieve ka bel en d aarna de neg a-
tieve ka bel aan.
[DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Hou d d e accu stee ds op gelad en. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
DAU57711
Zekerin gen vervan genDe hoofdzekering, de ABS-motorzekering
en de zekeringkasten, waarin de zekerin-
gen voor de afzonderlijke circuits zijn on-
dergebracht, bevinden zich onder het
boordgereedschapskastje achter het pa-
neel A. (Zie pagina 6-8.)1. Zekeringenkastje
2. Hoofdzekering
3. Zekering ABS-motor
4. Reservezekering ABS-pompmotor
3
2
4
1
UB33D0D0.book Page 25 Monday, December 1, 2014 2:33 PM
Page 67 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de ABS-motorze-
kering verwijdert u de kap van het startmo-
torrelais door deze omhoog te trekken.
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door- brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering ABS-regeleenheid
3. Zekering signaleringssysteem
4. Zekering parkeerlichten
5. Backup-zekering (voor klok en startblok-keersysteem)
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
8. Zekering brandstofinjectiesysteem
9. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
2 1
4
5
6
7
789
3
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering ABS-motor
3. Reservezekering ABS-pompmotor
2
1
3
Voor geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
40.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 15.0 A
Zekering ABS-motor: 30.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: 7.5 A
Backup-zekering: 7.5 A
UB33D0D0.book Page 26 Monday, December 1, 2014 2:33 PM
Page 68 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
DAU63180
Koplampgloeilamp vervan genDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10661
Raak het g las van de koplampg loeilamp
niet aan zo dat dit vetvrij blijft, an ders kan
d e doorzichti ghei d van het glas, de lich-
tintensiteit en de levens duur na deli g
wor den beïnvloe d. Wrijf eventuele ver-
ontreini gin gen en vin geraf drukken op
het gloeilamp glas weg met een d oekje
g ed renkt in alcohol of thinner.1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen. 2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp. 4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit dan de stekker aan.
OPMERKINGZorg er bij het aanbrengen van de gloei-
lampkap voor dat “TOP” naar boven wijst.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Schroef
1. Gloeilampkap
2. Koplampstekker
1
1
2
1. Gloeilamphouder
1
UB33D0D0.book Page 27 Monday, December 1, 2014 2:33 PM
Page 69 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
6. Monteer de koplampunit door deschroeven aan te brengen.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU45226
Parkeerlicht gloeilamp vervan genVervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit. (Zie pagina
6-27.)
2. Verwijder de parkeerlichtfitting (samen met de gloeilamp) door deze uit te
trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken. 4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Breng de koplampunit aan.
1. Merkteken “TOP”
1
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1
1. Parkeerlichtgloeilamp
1
UB33D0D0.book Page 28 Monday, December 1, 2014 2:33 PM
Page 70 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
DAU24182
Achterlicht/remlichtunitDit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
DAU24215
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervan gen1. Verwijder de lens van de richtingaan-
wijzer door de sc hroeven te verwijde-
ren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en. 3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe- ven aan te brengen. LET OP: Draai de
schroeven niet te vast, hier door kan
d e lens b reken.
[DCA10682]
1. Schroef
2. Lamplens richtingaanwijzer
2
1
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
UB33D0D0.book Page 29 Monday, December 1, 2014 2:33 PM
Page 71 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
DAU24331
KentekenverlichtingAls de kentekenverlichting niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen of vervang de
gloeilamp.
DAU24351
Ondersteunen van d e motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhou d aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of,
als geen andere standaard voorhan-
den is, door een krik te plaatsen onder
het frame aan de voorzijde van het
achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwij deren van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
DAU25852
Prob lemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In het volgende storingzoekschema is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze essentiële systemen zelf te
kunnen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
UB33D0D0.book Page 30 Monday, December 1, 2014 2:33 PM
Page 72 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tijdens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop dat er
g een open vuur of vonken in de omg e-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernsti g letsel of scha de aan
ei gen dommen tot g evolg.UB33D0D0.book Page 31 Monday, December 1, 2014 2:33 PM