WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-2
3
DAU57670
ContactslotVia het contactslot worden het ontstekings-
systeem en de verlichtingssystemen be-
diend. De diverse standen van het
contactslot worden hierna beschreven.LET OP
DCA17961
Gebruik geen metalen sleutelhan gers en
b ewaar niet meer dan één sleutel aan
d ezelf de sleutelhan ger. Terwijl het voer-
tui g rij dt kan een metalen sleutelhan ger,
metalen sleutelrin g of extra sleutel in
contact komen met omli ggende on der-
d elen en deze bescha dig en. Het is d aar-
om aan te rad en om een stoffen of
le deren sleutelhan ger te geb ruiken.
OPMERKINGGebruik de standaardsleutel (zwarte greep)
voor regelmatig gebruik van de machine.
Bewaar de codeersleutel (rode greep) op
een veilige plaats en gebruik deze uitslui-
tend voor hercodering om het risico op ver-
lies te minimaliseren.
DAU38531
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, het
achterlicht, de kentekenverlichting en het
parkeerlicht gaan branden en de motor kan
worden gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.OPMERKINGDe koplamp gaat automatisch branden als
de motor wordt gestart en blijft aan totdat
de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid, zelfs
als de motor afslaat.
DAU45752
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10073
Draai de contactsleutel nooit naar “OFF”
terwijl de machine rij dt; elektrische sy-
stemen wor den dan af geschakel d en
mo gelijk zult u zo de macht over het
stuur verliezen of een on geval veroorza-
ken.
DAU62271
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
De sleutel moet in de “OFF”-stand worden
ingedrukt om naar “ ” te kunnen worden
gedraaid.
LET OP
DCA20760
Als u d e alarmverlichtin g of d e richtin g-
aanwijzers lan gdurig g eb ruikt, kan d it de
accu ontla den.
P
ON
OFF
UB33D0D0.book Page 2 Monday, December 1, 2014 2:33 PM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-8
3
Rechts
DAU12351
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich- tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU54211
Startschakelaar/noo
dstopschakelaar
“//”
Als u de motor wilt starten met de startmo-
tor, zet u deze schakelaar op “ ” en drukt
u vervolgens op de “ ”-zijde van de scha-
kelaar. Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU41701
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring gaat branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12735
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU55701
“SELECT”-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de kilometer-, ritteller- en
klokweergave van de multifunctionele me-
ter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-5
voor meer informatie.
1. Startschakelaar/noodstopschakelaar “//”
2. “SELECT”-schakelaar
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
213
UB33D0D0.book Page 8 Monday, December 1, 2014 2:33 PM
10-1
10
INDEX
AABS....................................................... 3-10
ABS-waarschuwingslampje.................... 3-4
Accu ..................................................... 6-24
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-22
Achterlicht/remlichtunit ........................ 6-29BBanden ................................................. 6-13
Bougies, controleren .............................. 6-8
Brandstof .............................................. 3-12
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 5-4CClaxonschakelaar ................................... 3-8
Contactslot ............................................. 3-2
Controlelampje grootlicht ....................... 3-3
Controlelampje richtingaanwijzers ......... 3-3
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ........................ 3-3
Controlelampje startblokkering .............. 3-5DDimlichtschakelaar ................................. 3-8
Doorbuiging aandrijfriem ...................... 6-19GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren ............................................... 6-20
Gereedschapsset ................................... 6-2
Gloeilamp richtingaanwijzer, vervangen ........................................... 6-29IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode.............................................. 5-4KKabels, controleren en smeren............. 6-20 Kentekenverlichting.............................. 6-30
Klepspeling .......................................... 6-13
Koplampgloeilamp, vervangen ............ 6-27
Koppelingshendel .................................. 3-9
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen.............................................. 6-15
LLichtsignaalschakelaar ........................... 3-8
Luchtfilterelement, vervangen .............. 6-12MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Modelinformatiesticker........................... 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................. 6-9
Multifunctionele meter ........................... 3-5OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem .... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets ......... 6-30PPaneel, verwijderen en aanbrengen ....... 6-8
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-28
Parkeren ................................................. 5-5
Plaats van de onderdelen ...................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 6-30RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren ....................... 6-21
Rem- en schakelpedalen controleren
en smeren .......................................... 6-21
Remhendel ............................................. 3-9
Remlichtschakelaars ............................ 6-17
Rempedaal ........................................... 3-10
Remvloeistofniveau, controleren.......... 6-18
Remvloeistof, verversen ....................... 6-19
Richtingaanwijzerschakelaar.................. 3-8
SSchakelaar alarmverlichting.................... 3-8
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ........................................ 3-9
Schokdemperunits, afstellen ................ 3-16
SELECT-schakelaar ................................ 3-8
Serienummer motorblok ......................... 9-1
Smering en onderhoud, periodiek .......... 6-4
Specificaties ........................................... 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startschakelaar/noodstopschakelaar ..... 3-8
Startspersysteem.................................. 3-17
Storingzoekschema .............................. 6-32
Stuurschakelaars .................................... 3-7
Stuurslot ............................................... 3-14
Stuursysteem, controleren ................... 6-23TTankbeluchtingsslang/overloopslang ... 3-13
Tankdop................................................ 3-11UUitlaatkatalysator .................................. 3-13VVeiligheidsinformatie............................... 1-1
Verzorging............................................... 7-1
Voertuigidentificatienummer ................... 9-1
Voor- en achterremblokken
controleren ......................................... 6-17
Voorvork, controleren ........................... 6-23
Vrije slag van gasgreep, controleren .... 6-13
Vrije slag van remhendel, controleren ......................................... 6-16
Vrijstandcontrolelampje .......................... 3-3
UB33D0D0.book Page 1 Monday, December 1, 2014 2:33 PM