Page 65 of 215
Opbergen63
De zwenkplaat, die voor schrijfwerk‐
zaamheden of documenten kan wor‐
den gebruikt, moet vóór het opklap‐ pen van de rugleuning van de stoel
weer in de oorspronkelijke stand wor‐ den gezet.
Zonnebrilhouder
Neerklappen om te openen.
Hierin geen zware voorwerpen bewa‐
ren.
Plafondconsole
Niet meer dan 5 kg aan spullen in
deze opbergvakken bewaren.
Opbergvak onder
passagiersstoel
Trek het kussen van de passagiers‐
stoel aan de twee lussen naar voren
om toegang tot de opbergruimte on‐
der de stoel te krijgen.
Page 66 of 215
64OpbergenOpbergruimte plafond
Niet meer dan 35 kg aan spullen in dit
opbergvak bewaren.
Opbergruimte achterin Bus
U kunt voorwerpen opbergen in de
dakopbergrekken boven de passa‐
giersstoelen achteraan.
Het totale gewicht in elk opbergrek
mag niet groter zijn dan 35 kg.
Bagageruimte
Sjorogen
In de laadruimte zitten sjorogen om
de lading in positie te houden met be‐
vestigingsbanden of een bagagenet
op de vloer.
De sjorogen mogen onder een hoek
van 30° niet met meer dan 5000 N
worden belast.
Verwijderbare sjorogen
Druk de middelste dop naar onder en
schuif in de gewenste positie om op‐
nieuw op zijn plaats te zetten. Zorg
ervoor dat het sjoroog goed in de uit‐
sparing vastzit.
Beladingsinformatie 3 68.
FlexOrganizer
Beweegbare verdeelwand
De beweegbare verdeelwand kan
worden gebruikt tussen de vloer en
de dakrails.
Page 67 of 215
Opbergen65
Druk de grendel naar onder om de
wand los te zetten en hem zoals ge‐ wenst te verplaatsen. Zorg ervoor dat
de grendel volledig vastzit en dat de
verdeelwand rechtop staat.Berg de verdeelwand op aan één kant
van de bagageruimte wanneer u hem niet gebruikt.
Telescopische blokkeerstangen
De telescopische blokkeerstangen
kunnen worden gebruikt in horizon‐
tale of verticale positie.
Zorg ervoor dat de blokkeerstangen
volledig in de laadrails vastzitten.
Om de stang los te zetten, drukt u op
het slot en schuift u tegelijkertijd met
de stang.
Maximale belading 100daN/700mm.
Page 68 of 215
66Opbergen
SpanbandenMet de juiste spanbanden kunt u
voorwerpen vastmaken aan de ver‐
wijderbare sjorogen op de laadrails in de zijkant of vloer.
De maximale belasting voor de vloer‐
rails is 500 daN/700mm.
De maximale belasting voor de zijrails is 100 daN/700mm.
Verwijderbare sjorogen 3 64, Bela‐
dingsinformatie 3 68.
Veiligheidsnet
Laat het veiligheidsnet van de dak‐
ruimte zakken en maak het vast aan
de sjorogen 3 64.
Pas de spanning op de banden aan
zodat de lading goed vast zit.
Wanneer u het veiligheidsnet niet ge‐
bruikt, moet u het in de dakruimte op‐
bergen.
Beladingsinformatie 3 68.
Page 69 of 215
Opbergen67Gevarendriehoek
De gevarendriehoek kan worden op‐
geborgen in de ruimte onder de voor‐ stoelen.
Opbergvak onder passagiersstoel
3 63.
Verbanddoos De verbanddoos kan worden opge‐
borgen in de ruimte onder de voor‐
stoelen of in de dakconsole.
Er zit een etiket op de dakconsole als de verbanddoos daar is opgeborgen.
Opbergvak onder passagiersstoel
3 63.
Dakconsole 3 63.
Brandblusser
De brandblusser kan worden opge‐
borgen in de ruimte onder de voor‐
stoelen.
Met behulp van de twee lussen op het stoelkussen trekt u het kussen naar
voor om erbij te kunnen.
Er bevindt zich mogelijk een extra
brandblusser in het paneel van het voorportier.
In dat geval zit er een etiket op de
dakconsole.
Page 70 of 215

68OpbergenDakdragersysteem
Dakdrager Om veiligheidsredenen en ter vermij‐ding van dakschade adviseren wij het
voor uw auto goedgekeurde dakdra‐
gersysteem te gebruiken.
Gebruiksaanwijzing van het dakdra‐
gersysteem in acht nemen en dak‐
dragersysteem verwijderen wanneer
het niet wordt gebruikt.Beladingsinformatie
■ Zware voorwerpen zo ver mogelijk vooraan en gelijkmatig verdeeld in
de laadruimte plaatsen. Bij stapel‐
bare voorwerpen de zwaarste voor‐ werpen onderaan leggen.
■ Voorwerpen met spanbanden aan de sjorogen vastzetten 3 64.
■ Losse voorwerpen in de bagage‐ ruimte vastzetten om schuiven te‐
gen te gaan.
■ De bagage mag de bediening van pedalen, handrem, schakelhef‐
boom en de bewegingsvrijheid van
de bestuurder niet belemmeren.
Geen losse voorwerpen in het inte‐
rieur leggen.
■ Niet met een geopende achterklep rijden. Bovendien is de kenteken‐
plaat alleen goed zichtbaar en ver‐
licht met gesloten deuren.9 Waarschuwing
Controleer altijd of de lading in het
voertuig goed vastgezet is. Als datniet het geval is, kunnen voorwer‐
pen in het voertuig rondgeslingerd worden en letsel of schade aan delading of de auto veroorzaken.
■ Het nuttig draagvermogen is het verschil tussen het maximaal toe‐
laatbare totaalgewicht van de auto
(zie typeplaatje 3 185) en het EU-
leeggewicht van de auto.
U berekent het nuttig draagvermo‐
gen door de gegevens van uw auto
in de tabel Gewichten voorin deze
handleiding in te voeren.
Het EU-leeggewicht omvat ook het
gewicht van de bestuurder (68 kg),
de bagage (7 kg) en alle vloeistof‐
fen (tank voor 90 % gevuld).
Extra uitrusting en accessoires ver‐ hogen het leeggewicht.
■ Rijden met daklading verhoogt de zijwindgevoeligheid van de auto en
verslechtert het rijgedrag door het
Page 71 of 215
Opbergen69
hogere zwaartepunt. Lading gelijk‐
matig verdelen en goed met span‐
banden vastzetten. Bandenspan‐
ning en rijsnelheid aan de bela‐
dingstoestand aanpassen. Span‐
banden regelmatig controleren en
bijspannen.
Niet sneller rijden dan 120 km/u.
■ De toegestane dakbelading (waarin het gewicht van de dakdra‐ger is inbegrepen) is 200 kg voor
standaard dakvarianten. De dakbe‐
lasting is de som van het gewicht
van het dakdragersysteem en de
lading.
Page 72 of 215
70Instrumenten en bedieningsorganenInstrumenten en
bedieningsorganenBedieningsorganen ......................70
Waarschuwingslampen, meters
en controlelampen .......................75
Informatiedisplays ........................85
Boordinformatie ........................... 86
Tripcomputer ................................ 87
Tachograaf ................................... 89Bedieningsorganen
Stuurwielverstelling
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Stuurbedieningsknoppen
De cruisecontrol en de snelheidsbe‐
grenzer werken via de toetsen op het stuurwiel.
Cruise control en snelheidsbegrenzer
3 128.