Page 17 of 157

Inleiding17
Voorbeeld: Display-instellingenMet aanraakscherm:
Tik op een menuoptie om naar een
andere instellingsoptie over te scha‐ kelen.
Let op
De punten onder een instelling ge‐ ven aan hoeveel opties er voor die
instelling beschikbaar zijn.Met multifunctionele knop: 1. Draai de multifunctionele knop rechts- of linksom om een menu‐
optie te selecteren.
2. Druk op de multifunctionele knop om naar een andere instellings‐
optie over te schakelen.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐ den de stappen voor het instellen
van een andere optie via aanraak‐
scherm of multifunctionele knop sim‐ pelweg beschreven als
"...zet...op...naam van optie...".Voorbeeld: SysteeminstellingenMet aanraakscherm:
Tik op een menuoptie, bijv. Klik bij
aanraken , om de instelling op Aan of
Uit te zetten.Met multifunctionele knop:
1. Draai de multifunctionele knop rechts- of linksom om een menu‐
optie te selecteren.
2. Druk op de multifunctionele knop om de instelling op Aan of Uit te
zetten.
Let op
In de volgende hoofdstukken wor‐ den de stappen voor het instellen
van Aan of Uit via aanraakscherm of
multifunctionele knop simpelweg be‐ schreven als "...zet...op... Aan..." of
"...zet...op... Uit...".
Page 18 of 157

18Inleiding
Geluidsinstellingen
Menu AUDIO-INSTELLINGEN op‐
vragen:
■ Druk op de toets SETUP en selec‐
teer vervolgens de knop Audio op
het scherm,
of
■ als er momenteel een audiohoofd‐ menu actief is, bijv. het menu FM1
of CD , drukt u op de multifunctio‐
nele knop.
Let op
De knop Audio op het scherm in het
menu INSTELLINGEN is niet selec‐
teerbaar als u het volume geheel uit‐
schakelt.
Laag
Met deze instelling kunt u de lage fre‐ quenties van de audiobronnen ver‐
sterken of dempen.
Hoog
Met deze instelling kunt u de hoge
frequenties van de audiobronnen ver‐
sterken of dempen.
Balans
Met deze instelling kunt u de geluids‐ verdeling verdelen tussen de linkeren de rechter luidsprekers in de auto.
Fade
Met deze instelling kunt u de geluids‐ verdeling verdelen tussen de voorste
en de achterste luidsprekers in de
auto.Volume-instellingen
Snelheidsgecompenseerd volume
aanpassen
Menu AUDIO-INSTELLINGEN op‐
vragen:
■ Druk op de toets SETUP en selec‐
teer vervolgens de knop Audio op
het scherm,
of
■ als er momenteel een audiohoofd‐ menu actief is, bijv. het menu FM1
of CD , drukt u op de multifunctio‐
nele knop.
Page 19 of 157

Inleiding19
Let op
De knop Audio op het scherm in het
menu INSTELLINGEN is niet selec‐
teerbaar als u het volume geheel uit‐
schakelt.
Mate van volumeregeling aanpassen: zet Snelh.-vol. op een waarde tussen
0 en 5.
0 : geen harder volume bij een toene‐
mende snelheid.
5 : maximaal hard volume bij een toe‐
nemende snelheid.
Volume van aux-ingangsbronnen
aanpassen
(zie de afbeelding van het AUDIO-
INSTELLINGEN -menu bovenstaand)
Aanpassen van het relatieve volume‐ niveau van externe audiobronnen,
bijv. een cd-speler: zet AUX Niveau
op Zacht , Midden of Hard .Volume van gesproken opdrachten
(navigatie) aanpassen
Menu NAVIGATIE-INSTELLINGEN
opvragen: druk op de toets SETUP en
selecteer vervolgens de knop
Navigatie op het scherm.
Als Spraakherkenning op Uit staat,
zet u deze op Aan.
Zet Volume op het gewenste volume‐
niveau. Elke wijziging wordt verge‐
zeld door een pieptoon.
Systeeminstellingen
Diverse instellingen en aanpassingen
voor het infotainmentsysteem kunnen in het SYSTEEMINSTELLINGEN -
menu worden geconfigureerd.
Dit menu opvragen: druk op de toets
SETUP en selecteer vervolgens de
knop Systeem op het scherm.
Display aanpassen
Het menu BEELDSCHERMINSTEL‐
LINGEN opvragen: selecteer de
menuoptie Beeldscherm .
Page 20 of 157

20Inleiding
Helderheid
Helderheid van het display wijzigen:
zet Helderheid op Zeer helder ,
Helder , Midden , Donker of Zeer
donker .Displaymodus
Display aanpassen aan het huidige omgevingslicht: zet Beeldschermmo‐
dus op Dag , Nacht of Automatisch .
Bij de optie Automatisch wordt de dis‐
playmodus automatisch aangepast
aan het externe omgevingslicht.Schuifrichting
Schuifrichting voor selectie van me‐
nuopties via de multifunctionele knop
aanpassen: zet Scroll-richting op
[ of ].
De taal aanpassen
De menuteksten op het display van
het infotainmentsysteem zijn beschik‐ baar in diverse talen.
Bij het wijzigen van de taal van de
menuteksten verandert de taal van de gesproken opdrachten mee.
Het menu TAAL opvragen: selecteer
de menuoptie Taal (Language) .Selecteer de gewenste taal voor de
menuteksten.
Touchklikken activeren of
deactiveren
Als de menuoptie Klik bij aanraken in
het menu SYSTEEMINSTELLIN‐
GEN op Aan staat, wordt elke tik op
een knop op het scherm of menuoptie vergezeld van een klikkend geluid.
Systeemgeluiden activeren of
deactiveren
Als de menuoptie Functietonen in het
menu SYSTEEMINSTELLINGEN op
Aan staat, worden de volgende han‐
delingen van de gebruiker of het sys‐
teem vergezeld van een pieptoon:
■ Radio: een zender opslaan via een
van de zenderknoppen 1...6.
■ Cd-speler: snel vooruit of achteruit spoelen activeren.
■ Navigatie: spraakbegeleiding via de knop Info op het kaartscherm
activeren of deactiveren.
Page 21 of 157
Inleiding21
Terugzetten op fabrieksinstellingen
Alle systeeminstellingen en geheu‐
gen terugzetten op de fabrieksinstel‐
lingen: selecteer de menuoptie Fa‐
brieksinstellingen in het menu SYS‐
TEEMINSTELLINGEN en bevestig
de melding die verschijnt.
Page 22 of 157

22RadioRadioGebruik........................................ 22
Zender zoeken ............................. 23
Radio Data System (RDS) ...........25Gebruik
Let op
In de menu's van de radio kunt u het aanraakscherm alleen gebruiken
voor het selecteren/activeren van de
schermknoppen onderaan de me‐
nu's.
Radio activeren
Druk op de FM-AM-toets om het ra‐
diohoofdmenu te openen.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der wordt weergegeven.
Als de momenteel beluisterde zender
een RDS-zender is 3 25, worden de
naam van de zender en programmas‐
pecifieke informatie weergegeven.
Frequentiebereik selecteren
Druk een of meerdere malen op de
FM-AM -toets om het gewenste fre‐
quentiebereik te selecteren.
De laatst ten gehore gebrachte zen‐
der van dat frequentiebereik wordt
weergegeven.
Bij het wisselen van golfbereik van
FM1 naar FM2 of andersom blijft de
momenteel ontvangen zender actief.
Als de momenteel ontvangen zender
is opgeslagen onder een van de zen‐ derknoppen 1...6, staat het nummer
van de betreffende knop, bijv. P3,
naast de aanduiding van het golfbe‐
reik op de bovenste regel van het
menu.
Let op
Er zijn twee FM-golfbereikmenu's
waarmee u 12 FM-zenders onder de zenderknoppen 1...6 kunt opslaan.
Page 23 of 157

Radio23
Verkeersberichten (TA)
activeren of deactiveren Selecteer de knop TA op het scherm
om de ontvangst van verkeersberich‐ ten te activeren of te deactiveren.
Nadere details over de TA-functie
3 25.
Zender zoeken Automatisch zender zoeken
Druk kort op de toets l of m . De
volgende ontvangbare zender wordt
opgezocht en automatisch afge‐
speeld.
Als er geen andere ontvangbare zen‐
der wordt gevonden, wordt de laast
beluisterde zender weer ontvangen.
Het frequentiedisplay gebruiken
Selecteer de knop Handm. op het
scherm. Er verschijnt een frequentie‐
schaal.
Druk op de toets l of m (op het in‐
strumentenpaneel) en houd deze in‐ gedrukt. Laat de toets los zodra de
gewenste frequentie op de getoonde
schaal bijna is bereikt.
De volgende ontvangbare zender
wordt opgezocht en automatisch af‐
gespeeld.
Als er geen andere ontvangbare zen‐ der wordt gevonden, wordt de laast
beluisterde zender weer ontvangen.
Handmatig zenders afstemmen
Met de multifunctionele knop
Als er een radiohoofdmenu actief is:
draai de multifunctionele knop rechts-
of linksom om de ontvangstfrequentie te wijzigen.
Het frequentiedisplay gebruiken
Selecteer de knop Handm. op het
scherm. Er verschijnt een frequentie‐
schaal.
Beschikbare opties voor het aanpas‐
sen van de vereiste frequentie:
■ Tik op de frequentieschaal.
■ Druk kort op de toets k of l.
■ Houd de knop k of l op het
scherm ingedrukt.
■ Draai de multifunctionele knop rechts- of linksom.
Lijst FM-zenders
In de lijst FM-zenders ziet u alle ont‐
vangbare FM-radiozenders in het hui‐ dige ontvangstgebied die u kunt se‐
lecteren.
Page 24 of 157

24Radio
Druk op de knop FM-lijst op het
scherm om de lijst weer te geven.
De lijstvermelding van de momenteel afgespeelde FM-zender is rood ge‐
markeerd.
Als een zender is opgeslagen onder
een van de zenderknoppen 1...6, ver‐
schijnen de aanduiding van het be‐
treffende golfbereik en het nummer
van de knop in de lijst, bijv. FM1-P3.
Selecteer de lijstvermelding van de te
beluisteren FM-zender.
Let op
De dualtuner van het Infotainment‐
systeem werkt de FM-zenderlijst op
de achtergrond continu bij.
Dat zorgt ervoor dat bijv.de zender‐
lijst tijdens een langere snelwegrit
altijd de ontvangbare FM-zenders in het actuele ontvangstgebied bevat.
Omdat de automatische update een
bepaalde tijd nodig heeft, staan bij
een snelle verandering van het ont‐
vangstgebied eventueel niet meteen alle ontvangbare zenders op de zen‐
derlijst ter beschikking.
Zendertoetsen 1...6 In elk golfbereik (AM, FM1 en FM2)
kunnen zes radiozenders worden op‐ geslagen onder de zenderknoppen
1...6.Een zender opslaan
1. Selecteer het gewenste frequen‐ tiebereik.
2. Stem af op de gewenste zender of
selecteer deze uit de lijst FM-zen‐
ders.
3. Houd een van de zenderknoppen ingedrukt totdat u een pieptoon
hoort.
Het bijbehorende knopnummer,
bijv. P3, verschijnt naast de aan‐
duiding van het golfbereik op de
bovenste regel van het menu.
De momenteel ontvangen radiozen‐
der is opgeslagen en kan voortaan via
de zenderknop worden opgevraagd.
Let op
Als er bij het opslaan van een zender
geen pieptoon klinkt, zijn de sys‐
teemgeluiden gedeactiveerd. Sys‐
teemgeluiden activeren 3 12.
Een zender oproepen
Selecteer het gewenste golfbereik en
druk vervolgens kort op een zender‐
knop om de betreffende radiozender
op te vragen.