Page 129 of 157
USB-poort129
De bediening van de via USB aange‐sloten iPod is hoofdzakelijk hetzelfde
als beschreven voor een audio-MP3
cd 3 122.
Hieronder staan alleen de bedie‐
ningsaspecten beschreven die afwij‐
kend/extra zijn.
Muziekzoekprogramma
Afhankelijk van het/de model/versie
van de aangesloten iPod en de opge‐ slagen gegevens zijn er diverse op‐
ties voor het selecteren en afspelen
van tracks.
Selecteer Album in het menu iPod om
een menu weer te geven met de be‐
schikbare opties voor het zoeken
naar muziek.
Selecteer de gewenste optie voor het zoeken naar muziek.
Afhankelijk van de geselecteerde op‐ tie verschijnt een volgend menu voor
zoeken naar muziek of het iPod-
menu.
De stappen voor titelselectie met de
iPod-menuopties of de kruistuimel‐
schakelaarknoppen m en n zijn
hetzelfde als beschrijven voor een
audio MP3-cd 3 122.
Let op
De kruistuimelschakelaarknoppen
c en d hebben geen functie als een
iPod is aangesloten.
Page 130 of 157

130TrefwoordenlijstAActiveren van de CD-speler........ 122
Afspelen van een cd starten .......122
Algemene aanwijzingen ............
.......................... 94, 121, 126, 127
AM .............................................. 109
Antidiefstalfunctie ........................95
AS ............................................... 113
Autostore-lijsten .......................... 113
AUX-ingang contactdoos ............................. 126
gebruik .................................... 126
B Balance....................................... 106
Bass............................................ 106
Bediening ..................................... 99
C
Cd extra's ................................... 122
CD, invoeren............................... 122
CD-speler gebruiken................... 122
Cd-tekst ...................................... 122
CD, uitwerpen ............................. 122
D
DAB .................................... 109, 118
DAB-menu .................................. 118
DAB-radiotekst ........................... 118
De AUX-ingang gebruiken ..........126De USB-poort gebruiken ............127
Digital Audio Broadcasting .........118
E Ensemble.................................... 118
Extern in ..................................... 107
F
Fader .......................................... 106
FM .............................................. 109
G
Gebruik ....................... 109, 122, 126
Gebruiker .................................... 106
Geluidsinstellingen .....................106
H
Handmatig zender zoeken .........109
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 99
Hoofdscherm ................................ 99
I
Infotainmentsysteem gebruiken ...99
Inschakelautomaat .......................99
K
Klankinstellingen ........................106
Page 131 of 157

131
M
Menubediening ............................. 99
Multifunctionele toets ....................99
N Nummer herhalen .......................122
O
Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 128
Opslaan ...................................... 109
Overzicht ..................................... 96
P Pop-up menu ................................ 99
Programmatype .......................... 114
PTY............................................. 114
R Radio Data System (RDS) ......... 114
Radiotekst................................... 118 Random ...................................... 122
Random album ........................... 122
Regionale programma's .............114
S SDVC.......................................... 107
Stand .......................................... 106
Startvolume ................................ 107
Subwoofer .................................. 106T
TA-volume .................................. 107
Titel even laten horen .................122
Titel tonen ................................... 122
TP ............................................... 114
Treble ......................................... 106
U
Uitschakelautomaat ......................99
USB-poort belangrijke informatie ..............127
bewaarde audiobestanden
afspelen................................... 128
V Verkeersberichten ......................114
Verkeersinformatie .....................114
Verlaten van een menu ................99
Volume ......................................... 99
Volume instellen ........................... 99
Volume-instellingen ....................107
Voor snelheid gecompenseerde volumebediening (SDVC) .......107
Z
Zendergeheugen ........................109
Zenderlijst ................................... 109
Zendermenu ............................... 109
Zenders bijwerken ......................109
Zenders opvragen ......................109Zenders zoeken via doorloop .....109
Zender zoeken............................ 109
Page 132 of 157
Page 133 of 157
Inleiding..................................... 134
Stemherkenning .........................147
Trefwoordenlijst ......................... 154Mobiele telefoonportaal
Page 134 of 157

134InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............134
Verbinding .................................. 137
Bluetooth-verbinding ..................138
Noodoproep ............................... 140
Bediening ................................... 141
Mobiele telefoons en CB-zendapparatuur ..................145Algemene aanwijzingen
De Mobiele telefoon portal biedt de mogelijkheid om de telefoongesprek‐
ken van de mobiele telefoon via een
microfoon en luidspreker in de auto te
voeren en om de belangrijkste func‐
ties van de mobiele telefoon via het
Infotainmentsysteem van de auto te
bedienen.
De Mobiele telefoon portal werkt via
de afstandsbediening op het stuur, een spraakherkenningssysteem en
een combiknop op de radio. De me‐
nugestuurde functies en status ver‐
schijnen op het infodisplay.
De weergave van de belangrijkste in‐ houd van het telefoondisplay op het
Info display zorgt voor een overzich‐
telijke en comfortabele bediening.
De mobiele telefoon dient in een voor het specifieke telefoontype bedoelde
adapter te worden vastgeklikt en via
een buitenantenne te worden ge‐
bruikt.Bij een actieve telefoonverbinding
wordt het radiogeluid uitgeschakeld.
Na beëindigen van de telefoonverbin‐
ding wordt het radiogeluid weer inge‐
schakeld.
Algemene aanwijzingen ten
aanzien van deze
Gebruiksaanwijzing
Gedetailleerde functiebeschrijvingen
van uw Infotainmentsysteem vindt u
in de gebruiksaanwijzing van uw In‐
fotainmentsysteem.
Informatie over telefoonspecifieke
adapters voor de mobiele telefoon is
verkrijgbaar bij uw Opel Partner.
Niet alle functies van het mobiele te‐
lefoonportaal worden door elke tele‐
foon ondersteund. De functionaliteit
van de telefoon hangt af van de ge‐
bruikte mobiele telefoon en de net‐
werkexploitant. Voor nadere informa‐
tie verwijzen wij u naar de gebruiks‐
aanwijzing van de mobiele telefoon,
de instructies voor de telefoonspeci‐
fieke adapter en de netwerkexploi‐
tant.
Page 135 of 157

Inleiding1359Waarschuwing
Het infotainment-systeem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel uw auto aan de kant en bedien het infotain‐
ment-systeem terwijl u stilstaat.
Bediening van de mobiele
telefoon Mobiele telefoons beïnvloeden uw
omgeving. Daarom gelden er be‐
paalde veiligheidsregels en regelin‐ gen. Ga voorafgaand aan het gebruik
van de telefoonfunctie na welke rege‐ lingen van toepassing zijn.
9 Waarschuwing
Het gebruik van de telefoon in
handsfree-modus tijdens het rij‐
den kan gevaarlijk zijn doordat uw concentratie afneemt tijdens het
telefoneren. Parkeer uw auto
voordat u de telefoon in hands‐
free-modus gebruikt. Volg de be‐
palingen van het land waarin u
zich bevindt.
Volg de voorschriften die in som‐
mige gebieden gelden op en zet
uw mobiele telefoon uit als mobiel
telefoneren verboden is, als de
mobiele telefoon interferentie ver‐
oorzaakt of als er zich gevaarlijke
situaties kunnen voordoen.
Bluetooth™
De Mobiele telefoon portal onder‐
steunt Bluetooth™ Handsfree Profile
V. 1.5 en is gespecificeerd volgens
Bluetooth™ Special Interest Group
(SIG).
Nadere informatie over de specifica‐
tie vindt u op Internet onder
http://qualweb.bluetooth.org. De
Bluetooth™ kwalificeringscode van
de Mobiele telefoon portal luidt
B02237.
Om veiligheidsredenen dient bij het
combineren van de apparaten een
minimaal 4-cijferige en toevallig ge‐
kozen PIN-code te worden gebruikt.
Conformiteitsverklaring
Wij verklaren bij deze dat de Mobiele
telefoon protal voldoet aan de basis‐
vereisten en andere geldende bepa‐
lingen van de richtlijn 1999/5/EC.
Het spraakherkenningssysteem bedienen
Gebruik de spraakherkenningsfunc‐
tie niet in noodgevallen. Uw stem kan
in stresssituaties zo anders klinken
dat deze niet meer voldoende wordt
herkend. De gewenste verbinding
kan hierdoor wellicht niet snel genoeg tot stand gebracht worden.
Basisplaat voor de
telefoonhouder
Houd de contacten van de basisplaat
vrij van stof en vuil.
Opladen van de telefoon
Zodra de Mobiele telefoon portal in‐
geschakeld is en de telefoon in de
specifieke adapter voor het betref‐
fende model is vastgeklikt, worden de
accu's van de telefoon opgeladen.
Page 136 of 157
136Inleiding
Bedieningselementen
De Mobiele telefoon portal werkt via
een afstandsbediening op het stuur,
een spraakherkenningssysteem en
een combiknop op de radio.
Zodra de Mobiele telefoon portal in‐
geschakeld is en de mobiele telefoon aangemeld is, verschijnt de startpa‐
gina op het display.
De selectie van de functies in de kop‐ regel en de verdere bediening wordtonderstaand beschreven:
Stuurwielafstandsbediening1Draaischijf
Draaien: menuopties en comman‐
do's selecteren
Indrukken: een keuze bevestigen
(OK)2q -toets
Indrukken: Spraakherkennings‐
systeem selecteren/uitschakelen
3 1473p -toets
Indrukken: Oproep ontvangen of afsluiten of directe toegang tot
bellijst4o Draaien: volume aanpassen
Infotainmentsysteem met combiknop
bedienen
Zie "Bedieningselementen op instru‐
mentenbord" in de handleiding van
het betreffende Infotainmentsysteem.
Het mobiele telefoonportaal kan daar‐
naast ook met het spraakherkenning‐
systeem worden bediend 3 147.