28
7 inch touchscreen tablet
Het touchscreen tablet heeft de volgende
functies:
-
b
ediening van de ver warming/
airconditioning,
-
t
oegang tot de boordcomputer en de
configuratie van diverse functies van de
auto,
-
b
ediening van het audiosysteem en de
telefoon,
-
t
oegang tot de interactieve hulp en de
instellingen van de geluidssignalen en de
lichtsterkte van de dashboardverlichting,
en volgens uitvoering:
-
d
e bediening van het navigatiesysteem en
de internetdiensten.
Uit veiligheidsoverwegingen moet
de bestuurder handelingen die veel
aandacht vergen altijd bij stilstaande
auto uitvoeren.
be
paalde functies zijn niet beschikbaar
als de auto rijdt.Algemene werking
Adviezen
Het scherm moet voelbaar worden aangeraakt,
met name bij bewegingen (door lijsten
bladeren, over de kaart scrollen, enz.).
Lichtjes aanraken is niet voldoende.
Als u het touchscreen tablet met meerdere
vingers aanraakt, worden de commando's niet
uitgevoerd.
Deze technologie werkt bij elke temperatuur en
werkt ook wanneer u handschoenen draagt.
Houd geen puntige voorwerpen tegen het
touchscreen tablet.
ra
ak het touchscreen tablet niet aan met
vochtige vingers.
Gebruik een schone en zachte doek om het
touchscreen tablet te reinigen. Gebruik deze toets om de secundaire
pagina te openen.
Gebruik deze toets om terug te gaan
naar de hoofdpagina.
Gebruik deze toets om toegang te
krijgen tot extra informatie en de
instellingen van bepaalde functies.
Gebruik deze toets om uw keuze
te bevestigen en wijzigingen op te
slaan.
Gebruik deze toets om de pagina te
verlaten.
Principes
Gebruik de toetsen aan weerszijden van het
scherm om de menu's te openen en druk
vervolgens op de op het scherm weergegeven
toetsen.
el
k menu wordt op één pagina of op twee
pagina's (hoofdpagina en secundaire pagina)
weergegeven.
Als gedurende enkele seconden geen handelingen
op de secundaire pagina worden uitgevoerd, wordt
automatisch de hoofdpagina weer weergegeven.
bij zeer warm weer kan het systeem
automatisch voor een tijdsduur van
minimaal 5
minuten overgaan op de
stand-bystand (het scherm en het
geluid worden volledig uitgeschakeld).
Status van de verklikkerlampjes
bepaalde toetsen zijn voorzien van een verklikkerlampje
dat de status van de desbetreffende functie aangeeft.
Groen verklikkerlampje: u hebt de desbetreffende
functie geactiveerd.
or
anje verklikkerlampje: u hebt de desbetreffende
functie uitgeschakeld.
Controle tijdens het rijden
38
Datum en tijd instellen
F selecteer " Tijd instellen " o f " Datum
instellen " en wijzig de instellingen met
behulp van het numerieke toetsenbord en
bevestig uw keuzes.
F
D
ruk op de secundaire pagina op
" Tijd/datum ".
F
s
e
lecteer het menu
" Configuratie ". F
D ruk op " Bevestigen " om het
menu te verlaten.
De datum en tijd kunnen worden ingesteld via
het touchscreen tablet.
Controle tijdens het rijden
39
C4-cactus_nl_Chap02_ouvertures_ed02-2014
u kunt om de auto te ontgrendelen of vergrendelen de centrale vergrendeling bedienen met de sleutel in het portierslot of met de afstandsbediening.
D e sleutel met afstandsbediening dient tevens voor de lokalisering en het starten van de auto en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.
sleutel met afstandsbediening
Uitklappen / inklappen van
de sleutel Ontgrendelen van de auto
Ontgrendelen met de sleutel
F Draai de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier richting de voorzijde
van de auto om deze te ontgrendelen.
Ontgrendelen met de
afstandsbediening
F Druk op het geopende hangslot om de auto te ontgrendelen.
Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer
2
seconden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
F
D
ruk op deze knop om de sleutel uit of in te
klappen.
Selectief ontgrendelen van de
achterklep
F Houd de middelste knop van de afstandsbediening ingedrukt tot
de achterklep wordt ontgrendeld.
De portieren blijven vergrendeld.
Als het selectief ontgrendelen van de
achterklep is uitgeschakeld, zult u met
het indrukken van deze knop ook de
portieren ontgrendelen.
Vergeet niet de achterklep weer te
vergrendelen door op de vergrendelknop
(gesloten hangslot) te drukken.
Het selectief ontgrendelen van de achterklep
kan worden in- of uitgeschakeld via het
touchscreen tablet.
Het systeem is standaard zo ingesteld
dat de achterklep selectief wordt
ontgrendeld.F
s
e
lecteer het menu
" Rijhulpsysteem ".
F
D
ruk op de secundaire pagina op
" Configuratie auto ".
2
Toegang tot de auto
64
C4-cactus_nl_Chap03_confort_ed02-2014
om bij koud weer en koude motor de
toevoer van koude lucht in het interieur
te beperken, wordt de luchtopbrengst
geleidelijk vergroot tot de gewenste
comfortwaarde is bereikt.
Als de temperatuur in de auto bij
het instappen veel lager of hoger
is dan de ingestelde waarde, heeft
het geen zin om voor een optimale
temperatuur de ingestelde waarde te
wijzigen. Het systeem compenseert
automatisch en zo snel mogelijk het
temperatuurverschil.
De intensiteit is uitsluitend gekoppeld aan de
stand A
u
to
. A
ls de stand A
u
to
echter wordt
uitgeschakeld, blijft de geselecteerde intensiteit
opgeslagen.
Als de intensiteit wordt gewijzigd ter wijl de
stand A
u
to
is uitgeschakeld, wordt de stand
A
ut
o
h
ierdoor niet ingeschakeld.
Druk om de ingestelde intensiteit te wijzigen op
de toets van de gewenste intensiteit:
" Langzaam ": voor een aangenaam
comfort en een zo laag mogelijk
geluidsniveau, aangezien de
aanjagersnelheid beperkt wordt.
" Normaal ": voor het beste
compromis tussen thermisch
comfort en een laag geluidsniveau
(standaardinstelling).
" Snel ": voor een doeltreffende en
dynamische luchttoevoer.
Intensiteit van het automatische
programma
F Druk op deze toets om de secundaire pagina weer te
geven.
o
p d
eze pagina kunt u de
intensiteit van het automatische
programma " comfort " instellen.
Comfort
99
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
snelheden opslaan
Opslaan
Met behulp van deze functie kunt u snelheden opslaan die u vervolgens kunt gebruiken voor de configuratie van de twee functies snelheidsbegrenzer
(maximumsnelheid) en snelheidsregelaar (kruissnelheid).
u
kunt voor beide functies zes snelheden opslaan in het geheugen van het systeem. e
r z
ijn standaard al snelheden opgeslagen.
F
D
ruk op de secundaire pagina op
" Inst. snelheden ".
Voer deze handelingen omwille van de
veiligheid alleen uit als de auto stilstaat.
F
s
e
lecteer de functie waarvoor u nieuwe
snelheden wilt opslaan:
F
s
e
lecteer het menu
" Rijhulpsysteem ".
F
V
oer de nieuwe waarde in met de
nummertoetsen en bevestig.
F
b
e
vestig om de wijzigingen op te slaan en
sluit het menu af.
● snelheidsbegrenzer
of
● snelheidsregelaar.
F
D
ruk op de toets van de snelheid die u wilt
wijzigen. Als u op deze toets drukt, worden de
fabrieksinstellingen weer teruggezet.
Deze functie kan worden ingesteld via het
touchscreen tablet.
5
rijden
104
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Fileparkeren - inparkeren
F Verminder als u een lege parkeerplek ziet uw snelheid tot maximaal 20 km/h.
F
Z
et uw auto stil vóór de lege parkeerplek. Activeren van het Park Assist-systeem:
o
F
er v
erschijnt een melding op het scherm.
F
s
e
lecteer de functie voor het inparkeren in
een fileparkeervak.
H
et lampje van de schakelaar gaat
branden. F
s
c
hakel de richtingaanwijzer in om aan te
geven aan welke zijde u gaat parkeren.
F
r
i
jd langs de parkeerplek met een snelheid
lager dan 20
km/h om de beschikbare
ruimte te meten en zorg er daarbij voor
dat u een afstand van 0,5
tot 1,5 meter
tussen de geparkeerde auto's en uw auto
aanhoudt.
Zodra de meting voltooid is en de gemeten
ruimte voldoende groot is, geeft een melding
aan dat de parkeermanoeuvre kan beginnen.
F
s
e
lecteer het menu
" Rijhulpsysteem " van het
touchscreen tablet.
F
D
ruk op de secundaire pagina op
" Park Assist ".
F
D
ruk op deze schakelaar.
Het lampje van de schakelaar blijft uit.
rijden
106
C4-cactus_nl_Chap05_conduite_ed02-2014
Fileparkeren - uitparkeren
Activeren van het Park Assist-systeem,
bij stilstaande auto: F s
t
art de motor wanneer u de parkeerplek
wilt verlaten.
De geassisteerde uitparkeermanoeuvre is nu
begonnen.
ri
jd stapvoets (max. 5 km/h) en ga door met de
manoeuvre op basis van de aanwijzingen van de
functie "Parkeerhulp" tot er een melding verschijnt
die aangeeft dat de manoeuvre is voltooid.
De manoeuvre is voltooid zodra de voor wielen van
de auto zich buiten de parkeerplek bevinden.
Het lampje van de schakelaar gaat uit en er klinkt
een geluidssignaal.
De bestuurder moet nu het stuur weer
overnemen.
o
F
er v
erschijnt een melding op het scherm. F
s
e
lecteer de functie voor het uitparkeren
uit een fileparkeervak.
H
et lampje van de schakelaar gaat
branden.
F s
c
hakel de richtingaanwijzer in om aan te
geven dat u de parkeerplek gaat verlaten.
H
et verklikkerlampje van de
richtingaanwijzer blijft gedurende
de manoeuvre knipperen op het
instrumentenpaneel, ongeacht de stand
van de hendel.
F sc hakel de 1e versnelling of de
achteruitversnelling in en laat het stuur wiel
vervolgens los.
F
s
e
lecteer het menu
" Rijhulpsysteem " van het
touchscreen tablet.
F
D
ruk op de secundaire pagina
op " Park Assist ".
F
D
ruk op deze schakelaar.
Het lampje van de schakelaar blijft uit.
rijden
114
C4-cactus_nl_Chap06_visibilite_ed02-2014
Parkeerlichten
Inschakelen
F G eef bij afgezet contact een "lichtsignaal"
met de lichtschakelaar.
F
G
eef nogmaals een "lichtsignaal" om de
functie uit te schakelen.
Uitschakelen
na h
et vergrendelen van de auto wordt de
handbediende follow me home-verlichting na
een bepaalde tijd automatisch uitgeschakeld. Deze functie zorgt ervoor dat na het afzetten
van het contact de dimlichten nog even blijven
branden om het uitstappen in het donker te
vergemakkelijken.
De zijkant van de auto wordt gemarkeerd door
het inschakelen van de parkeerlichten aan de
kant van het verkeer.
F
V
olgens uitvoering: duw de lichtschakelaar
binnen één minuut na het afzetten van
het contact omhoog of omlaag om de
parkeerlichten aan de kant van het verkeer
in te schakelen (voorbeeld: rechts van
de weg parkeren: lichtschakelaar omlaag
duwen; parkeerlichten links gaan branden).
Het inschakelen wordt bevestigd door een
geluidssignaal en het branden van het
verklikkerlampje van de desbetreffende
richtingaanwijzer op het instrumentenpaneel.
Zet om de parkeerlichten uit te schakelen de
lichtschakelaar in de middelste stand.
Follow me
home-verlichting
Automatisch
Als de functie "automatische verlichting" is
geactiveerd, gaat bij een geringe lichtsterkte
van de omgeving na het afzetten van het
contact het dimlicht branden.
u
kunt de functie in- en uitschakelen en de
tijdsduur van de follow me home-verlichting
instellen via het touchscreen tablet.
F
s
e
lecteer het menu
" Rijhulpsysteem ".
F
D
ruk op de secundaire pagina op
" Configuratie auto ".
Handmatig
Zicht