147
C4-cactus_nl_Chap08_securite-enfants_ed02-2014
Door CItroËn aanbevolen kinderzitjes
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kg
L1
"rÖ
M
e
r b
a
by-
sa
fe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 2
en 3: van 15 tot 36 kg
L4
"kL
IPPA
n
o
p
tima"
Vanaf 22
kg (vanaf ongeveer 6 jaar): gebruik alleen de zitverhoging.L5
"rÖ
M
e
r
k IDFIX"
ka
n aan de I
s
o
F
IX-verankeringen van de auto worden bevestigd.
Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel.
CI
t
ro
Ën
levert een reeks kinderzitjes met artikelnummer die met een driepunts
veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:
8
Veilig vervoeren van kinderen
148
C4-cactus_nl_Chap08_securite-enfants_ed02-2014
tabel voor het plaatsen van kinderzitjes met de veiligheidsgordel
overeenkomstig de eu ropese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeel
gehomologeerd kinderzitje ( a) in uw auto, gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Plaats Gewicht van het kind/
leeftijdsindicatie
Groep 0
(b) en 0+
Tot 13
kg
to
t ongeveer 1 jaar
Groep 1 V
an 9 tot 18 kg
Van 1
tot ongeveer 3 jaarGroep 2 V
an 15 tot 25 kg
Van 3
tot ongeveer 6 jaarGroep 3 v
an 22 tot 36 kg
Van 6
tot ongeveer 10 jaar
1e zitrij Passagiersstoel vóór (
c) zonder
hoogteverstelling ( d) U
UUU
2
e zitrij
bu
itenste zitplaatsen achter (
e) U UUU
Middelste zitplaats achter ( e) U (f ) U (f ) UU
Veilig vervoeren van kinderen
149
C4-cactus_nl_Chap08_securite-enfants_ed02-2014
(a ) universeel kinderzitje: kinderzitje dat in alle
auto's met de veiligheidsgordel kan worden
bevestigd.
( b )
G
roep 0: vanaf de geboorte tot 10 kg.
op d
e passagiersplaats vóór kan geen
reiswieg of kinderbedje voor in de auto
worden bevestigd.
A
ls deze op de tweede zitrij zijn geplaatst,
kunnen een of meerdere zitplaatsen achter
niet worden gebruikt.
( c )
r
a
adpleeg de wetgeving in uw land
alvorens een kinderzitje op deze plaats te
bevestigen.
Verwijder de hoofdsteun en berg deze
op alvorens een kinderzitje op een
passagiersstoel te bevestigen. Vergeet niet
de hoofdsteun weer aan te brengen nadat
u het kinderzitje weer hebt verwijderd.
U : plaats geschikt voor het bevestigen van
een universeel goedgekeurd kinderzitje
met de veiligheidsgordel.
k
i
nderzitje
geplaatst "met de rug in de rijrichting" of
"met het gezicht in de rijrichting".
( d )
W
anneer een kinderzitje "met de rug in
de rijrichting" op de passagiersstoel vóór
wordt geplaatst, moet de airbag vóór aan
passagierszijde worden uitgeschakeld.
Het kind zou anders ernstig of zelfs
levensgevaarlijk gewond kunnen raken als
de airbag wordt geactiveerd.
A
ls een kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" op de passagiersstoel vóór
wordt geplaatst, moet de airbag vóór aan
passagierszijde ingeschakeld blijven. (
e )
sc
huif wanneer u een kinderzitje achterin
plaatst "met de rug in de rijrichting" of "met
het gezicht in de rijrichting" de voorstoel
naar voren en zet de rugleuning rechtop,
zodat er voldoende ruimte is voor het het
kinderzitje en de benen van het kind.
( f )
e
e
n kinderzitje met een steun mag nooit
op de middelste zitplaats achter worden
geplaatst.
8
Veilig vervoeren van kinderen
150
C4-cactus_nl_Chap08_securite-enfants_ed02-2014
uw auto voldoet aan de meest recente
ISOFIX-normen.
De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn
uitgerust met de voorgeschreven I
s
o
F
IX-
bevestigingen:
IsoFIX-bevestigingen
elke zitplaats is voorzien van drie
bevestigingsringen: -
é
én bevestigingsring B achter de stoel,
TOP TETHER genoemd, voor de
bevestiging van de bovenste riem.
Aan de toP tetHe r kan de bovenste
bevestigingsriem (indien aanwezig) van een
kinderzitje worden vastgemaakt.
b
i
j een
frontale aanrijding beperkt dit systeem het naar
voren kantelen van het kinderzitje.
De I
s
o
F
IX-bevestigingen zorgen voor een
veilige, degelijke en snelle montage van het
kinderzitje in uw auto.
raadpleeg het overzicht voor de bevestiging
van IsoF IX-kinderzitjes in uw auto, waarin
staat vermeld welke kinderzitjes voor welke
zitplaatsen geschikt zijn.
bij een onjuist geplaatst kinderzitje kan
het kind bij een aanrijding ernstig letsel
oplopen.
Houd u nauwgezet aan de
montagevoorschriften die in de handleiding
van het kinderzitje zijn vermeld.
Voor u een Is oF IX-kinderzitje op de linker
achterstoel kunt plaatsen, moet u eerst de
middelste veiligheidsgordel achter naar het
midden van de auto duwen op een zodanige
manier dat de gordel normaal blijft werken. De
ISOFIX-kinderzitjes zijn voorzien van twee
sloten die aan de twee bevestigingsringen A
kunnen worden verankerd.
so
mmige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een bovenste bevestigingsriem die kan
worden vastgemaakt aan de bevestigingsring B .
ki
nderzitje vastmaken aan de to
P
tet
He
r
:
-
v
er wijder de hoofdsteun en berg hem op
alvorens het kinderzitje op deze zitplaats
te bevestigen (plaats de hoofdsteun terug
zodra het kinderzitje is verwijderd),
-
v
oer de riem van het kinderzitje over
de rugleuning van de zitplaats, tussen
de openingen voor de pennen van de
hoofdsteun door,
-
b
evestig de aansluiting van de bovenste
bevestigingsriem aan de ring B ,
-
t
rek de bovenste bevestigingsriem strak.
-
t
wee bevestigingsringen A , die zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een merkteken,
Veilig vervoeren van kinderen
151
C4-cactus_nl_Chap08_securite-enfants_ed02-2014
Door CItroËn aanbevolen IsoF IX-kinderzitjes
"RÖMER Baby- Safe Plus" met ISOFIX-basis
(lengtecategorie: E )
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13
kg
Dit zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een I
s
o
F
IX-basis,
die wordt bevestigd aan de ringen A .
De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het zitje zonder basis met de driepuntsgordel op de zitplaats van de auto bevestigd.
"RÖMER Duo Plus ISOFIX" (lengtecategorie: B1 )
Groep 1: van 9
tot 18 kg
Dit zitje wordt "met het gezicht in de rijrichting" geplaatst.
Het wordt verankerd met een bovenste riem aan de ringen A en de ring B , de
to
P
tet
He
r
.
D
rie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op zitplaatsen die niet zijn voorzien van I
soF
IX-bevestigingspunten.
In dat geval moet het zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd.
Het CI
t
ro
Ën-
netwerk levert een gamma I
s
o
F
IX-kinderzitjes. Deze kinderzitjes, die zijn voorzien van een onderdeelnummer, zijn goedgekeurd voor
gebruik in uw auto.
ra
adpleeg ook de montagehandleiding van de fabrikant van het kinderzitje voor meer informatie over het plaatsen en ver wijderen van het zitje.
8
Veilig vervoeren van kinderen
152
C4-cactus_nl_Chap08_securite-enfants_ed02-2014
overzicht van zitplaatsen geschikt voor IsoF IX-kinderzitjes
overeenkomstig de eu ropese wetgeving geeft het overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een Is oF IX-kinderzitje op een plaats in de
auto voorzien van IsoF IX-bevestigingen.
bi
j universele en semi-universele I
s
o
F
IX-kinderzitjes wordt de I
s
o
F
IX-maat op het kinderzitje naast het I
s
o
F
IX-logo aangegeven met een letter (A t /m G ).
I UF: zitplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel
gehomologeerd Is oFI X- kinderzitje met het gezicht in de rijrichting
en een bovenste riem.
IL- SU:
z
itplaats geschikt voor de bevestiging van een semi-universeel
gehomologeerd I
s
o
F
IX-kinderzitje:
-
r
ug in de rijrichting voorzien van een bovenste riem of een steun,
-
g
ezicht in de rijrichting voorzien van een steun,
-
r
eiswieg voorzien van een bovenste riem of een steun.
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Tot 10
kg
(groep 0)
to
t ca.
6
maanden Tot 10
kg
(groep 0)
Tot 13
kg
(groep 0+)
to
t ca. 1 jaar Van 9
tot 18 kg (groep 1)
Van 1
tot ca. 3 jaar
Type ISOFIX-kinderzitje Reiswieg"rug in de rijrichting" "rug in de
rijrichting" "gezicht in de rijrichting"
ISOFIX-maat F G C D E C D A B B1
1
e zitrij Passagiersstoel voor Geen Is oFI X
2
e zitrijbu itenste zitplaatsen achter
IL- SU IL- SU IL- SU IL- SU IL- SU IUF
IL- SU
Middelste zitplaats achter Geen I
s
o
FI
X
Ver wijder de hoofdsteun en berg hem op alvorens een kinderzitje met een rugleuning te bevestigen op een passagiersstoel.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is ver wijderd.
ra
adpleeg de rubriek "I
s
o
F
IX-bevestigingen" voor meer informatie over
de bevestiging van de bovenste riem.
Veilig vervoeren van kinderen
153
C4-cactus_nl_Chap08_securite-enfants_ed02-2014
overzicht van zitplaatsen geschikt voor i-size-kinderzitjes
i-size-kinderzitjes zijn voorzien van twee sloten die aan de twee bevestigingsringen A kunnen worden vastgemaakt.
Zie de rubriek "I
soF IX-bevestigingen".
i- U:
z
itplaats geschikt voor de bevestiging van een universeel
gehomologeerd i-
si
ze-kinderzitje met het gezicht in de rijrichting of
met de rug in de rijrichting.
Ver wijder de hoofdsteun en berg hem op alvorens een kinderzitje met een rugleuning te bevestigen op een passagiersstoel.
Plaats de hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is ver wijderd. (
a )
b
ij het plaatsen van een kinderzitje met de rug in de rijrichting
of met het gezicht in de rijrichting op een zitplaats achter: schuif
de voorstoel naar voren en zet de rugleuning rechtop, zodat er
voldoende ruimte is voor het kinderzitje en de benen van het kind.
Deze i-
si
ze-kinderzitjes zijn ook uitgerust met:
-
e
en bovenste riem die aan de ring B moet worden bevestigd (zie de rubriek "I
s
o
F
IX-bevestigingen").
-
o
f een steun die op de vloer rust vóór de voor i-
si
ze-kinderzitjes geschikte zitplaats van de auto. Deze steun voorkomt dat het zitje bij een ongeval
kantelt.
ov
ereenkomstig de nieuwe e
u
ropese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden aan voor het bevestigen van een i-
si
ze-kinderzitje op een plaats
in de auto voorzien van I
s
o
F
IX-bevestigingen die voor i-
si
ze-kinderzitjes zijn goedgekeurd.i-Size-kinderzitje
1
e zitrij Passagiersstoel voor Geen i-si ze
2
e zitrijbu itenste zitplaatsen achter (
a) i-U
Middelste zitplaats achter Geen i-si
ze
8
Veilig vervoeren van kinderen
154
C4-cactus_nl_Chap08_securite-enfants_ed02-2014
Kinderzitjes
Adviezen
Plaatsen van een
zitverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
CI
t
ro
Ën
beveelt aan een zitverhoger met
rugleuning te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Gebruik de kindersloten om te voorkomen
dat de achterportieren per ongeluk geopend
worden.
Zorg er voor dat de achterportierruiten niet
verder dan voor 1/3
deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om jonge kinderen
tegen de zon te beschermen.
Kinderen voorin
Voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting"
is het noodzakelijk dat de afstand tussen de
rugleuning van het kinderzitje en de rugleuning
van de stoel van de auto zo klein mogelijk is.
Voordat u een kinderzitje met rugleuning
op een passagiersstoel plaatst, moet u
de hoofdsteun van de desbetreffende
passagiersstoel verwijderen.
Zorg ervoor dat de hoofdsteun goed
is opgeborgen of vastgemaakt om te
voorkomen dat de hoofdsteun bij plotseling
remmen een gevaarlijk projectiel wordt.
Vergeet niet de hoofdsteun weer aan te
brengen nadat u het kinderzitje weer hebt
verwijderd.
De regelgeving met betrekking tot
het vervoer van kinderen op de
voorpassagiersstoel verschilt per land. Houd
u aan de regels die gelden in het land waar u
zich bevindt.
sc
hakel de passagiersairbag vóór uit zodra
een kinderzitje "met de rug in de rijrichting"
op de voorpassagiersstoel wordt geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling
ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt .
Zorg er bij het bevestigen van het
kinderzitje met de veiligheidsgordel voor
dat de veiligheidsgordel correct tegen het
kinderzitje is gespannen en dat de gordel het
kinderzitje stevig op zijn plaats houdt.
s
c
huif
de passagiersstoel, wanneer deze versteld
kan worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
h
et kinderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
d
e voeten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
sc
huif daartoe de voorstoel naar voren en
zet de rugleuning ervan, indien nodig, meer
rechtop.
Veilig vervoeren van kinderen