Page 129 of 272
Lamp vervangen
127
7
KENTEKENPLAATVERLICHTING
- Draai de twee moeren los.
- Druk de pennen in.
- Neem indien nodig de stekker los
om de het remlicht te verwijderen.
- Vervang de lamp.
Met achterklep
- Wip het lampglas met behulp van
een schroevendraaier los.
- Vervang de lamp.
- Breng het lampglas aan en druk het
aan de bovenzijde vast.
DERDE REMLICHT
Ty p e A , W16W - 16 W
Met achterdeuren
- Maak de bekleding aan de
binnenzijde los.
- Druk de borglip opzij en neem de
stekker los.
- Draai de lamphouder een kwart
omwenteling linksom.
- Vervang de lamp.
- Plaats de lamphouder terug en sluit
de stekker weer aan.
- Plaats de bekleding terug.
Type A
, W5W - 5W
Page 130 of 272

Zekering vervangen
128
De zekeringenkasten bevinden zich:
- in het onderste gedeelte van de
linkerzijde van het dashboard
(achter het deksel),
- in de motorruimte (vlakbij de accu).
Als uw auto is voorzien van
een trekhaak of aansluitingen
voor carrosserie- en plancher
cabine-ombouw wordt een extra
zekeringenkast gemonteerd rechts
achter de scheidingswand.
In de tabellen staan alleen de
nummers van de zekeringen vermeld
die de gebruiker met behulp van de
tang die zich achter het opbergvakje
in de rechterzijde van het dashboard
bevindt, kan vervangen. Raadpleeg
voor alle andere werkzaamheden
het CITROËN-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats.
Vervangen van een zekering
Vervang een defecte zekering altijd
door een zekering met dezelfde
stroomsterkte.
CITROËN is niet aansprakelijk voor
kosten van herstel van uw auto of
storingen die worden veroorzaakt door
het monteren van extra accessoires
die niet door het CITROËN-netwerk
aanbevolen en geleverd worden en
niet volgens de voorschriften zijn
gemonteerd. Dit geldt met name voor
apparatuur met een gezamenlijk
stroomverbruik van meer dan
10 milliampère. Informatie voor monteurs:
raadpleeg via het netwerk de
schema's van de "Methoden" voor
volledige informatie over de zekeringen
en relais. Voordat een zekering wordt vervangen,
moet eerst de oorzaak van de storing
opgespoord en verholpen zijn.
- Gebruik de tang.
Page 131 of 272
Zekering vervangen
129
7
ZEKERINGEN DASHBOARD
Kantel het deksel om bij de zekeringen
te komen. Zekering
F
Ampère
A
Functies
1 15 Ruitenwisser achter
2 - Vrij
3 5 Airbags
4 10 Airconditioning, diagnoseaansluiting, bediening
buitenspiegel, hoogteverstelling koplampen
5 30 Ruitbediening
6 30 Sloten
7 5 Plafonnier achter, kaartleeslamp vóór, dakconsole
8 20 Autoradio, display, waarschuwing lage
bandenspanning, alarm en sirene
9 30 12V-aansluiting voor en achter
10 15 Middenkolom
11 15 Contactslot (zwakstroom)
12 15 Regen- en lichtsensor, airbags
13 5 Instrumentenpaneel
14 15 Parkeerhulp, bediening automatische airconditioning,
handsfree set
15 30 Sloten
16 - Vrij
17 40 Achterruit-/spiegelverwarming
Page 132 of 272
Zekering vervangen
130
ZEKERINGEN INTERIEUR
Zekering
F
Ampère
A
Functies
1 - Vrij
2 20 Stoelverwarming
3 - Vrij
4 15 Relais inklapbare buitenspiegels
5 15 Relais aansluiting koeluitrusting
ZEKERINGEN TREKHAAK /
CARROSSERIEOMBOUW /
PLANCHER CABINE
De zekeringnummers worden slechts
ter indicatie gegeven: informatie over
deze extra module is verkrijgbaar
bij het carrosseriebedrijf. Dit
instructieboekje kan daarover geen
uitsluitsel geven.
Zekering
F
Ampère
A
Functies
1 15 Vrij
2 15 Relais contact, optionele generator
3 15 12V-voeding aanhanger
4 15 Permanente voeding voor carrosserieombouw
5 40 Alarmknipperlichten
Page 133 of 272
Zekering vervangen
131
7
ZEKERINGEN IN DE
MOTORRUIMTE
Maak, na het openen van de motorkap,
de klemmen los en kantel de kast om
bij de zekeringen te komen. Zekering
F
Ampère
A
Functies
1 20 Motormanagementcomputer
2 15 Claxon
3 10 Ruitensproeierpomp voor en achter
4 20 Koplampsproeierpomp of LED
5 15 Motorcomponenten
6 10 Hoeksensor stuurwiel, ESC
7 10 Remlichtschakelaar en schakelaar koppelingspedaal
8 25 Startmotor
9 10 Motor koplamphoogteverstelling, module
wagenparkbeheer
10 30 Motorcomponenten
11 40 Vrij
12 30 Ruitenwisser
13 40 BSI
14 30 Pomp
15 10 Grootlicht rechts
16 10 Grootlicht links
17 15 Dimlicht rechts
18 15 Dimlicht links
Page 134 of 272
Ruitenwisserblad vervangen
132
De ruitenwissers vóór in een
speciale stand zetten
- Beweeg de ruitenwisserschakelaar
binnen één minuut na het afzetten
van het contact omlaag om de
ruitenwissers naar de voorruitstijlen
te bewegen (speciale stand).
Vervangen van een wisserblad vóór
- Til de ruitenwisserarm op.
- Maak het wisserblad los en
verwijder het.
- Monteer het nieuwe wisserblad.
- Zet de ruitenwisserarm terug.
Zet het contact aan en bedien
de ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.
Vervangen van het wisserblad achter
- Til de ruitenwisserarm op, maak de
clip los en verwijder het wisserblad.
- Monteer het nieuwe wisserblad en
zet de ruitenwisserarm terug.
WISSERBLADEN VERVANGEN
Page 135 of 272

Slepen van uw auto
133
SNEL WEER OP WE
G
7
Zonder takelen (4 wielen op de
grond)
Gebruik hiervoor altijd een sleepstang.
SLEPEN VAN DE AUTO
Aan de voorzijde
- maak het klepje aan de onderkant los met behulp
van het vlakke gedeelte van het sleepoog,
- draai het demonteerbare sleepoog vast tot het
stuit.
Aan de achterzijde
- maak het klepje los met behulp van
een muntstuk of het platte uiteinde
van het sleepoog,
- draai het demonteerbare sleepoog
vast tot het stuit.
Bij het slepen van de auto met
stilstaande motor werken de rem-
en stuurbekrachtiging niet.
Getakeld (2 wielen op de grond)
Het takelen van de wagen bij de wielen
geniet de voorkeur. Het sleepoog is opgeborgen in de
gereedschapsset, onder de linker
voorstoel.
Auto's met handgeschakelde
versnellingsbak (diesel)
Bij auto's met een handgeschakelde
versnellingsbak moet de
versnellingshendel in de neutraalstand
staan. Het niet opvolgen van dit
voorschrift kan er toe leiden dat
onderdelen van de transmissie of het
remsysteem beschadigd raken en dat
de rembekrachtiger na het starten niet
meer werkt.
Page 136 of 272