Navigatie61NavigatieAlgemene aanwijzingen...............61
Gebruik ........................................ 63
Invoer van de bestemming ..........70
Begeleiding .................................. 75Algemene aanwijzingen
Het navigatiesysteem zal u betrouw‐
baar naar uw bestemming leiden.
Kaartlezen is niet nodig, ook als u he‐ lemaal niet bekend bent met de be‐
stemming.
Bij het berekenen van de route houdt het systeem rekening met de huidige
verkeerssituatie. Hiervoor ontvangt
het Infotainmentsysteem via RDS- TMC verkeersberichten in het huidige
ontvangstgebied.
Het navigatiesysteem kan echter
geen rekening houden met de actuele verkeerssituatie, recentelijk veran‐
derde verkeersregels en plotseling
optredende gevaren of knelpunten
(bijv. wegwerkzaamheden).Voorzichtig
Het gebruik van het navigatiesys‐
teem vrijwaart de bestuurder niet
van zijn verantwoordelijkheid cor‐
rect en oplettend aan het verkeer
deel te nemen. De relevante ver‐
keersregels moeten zonder uit‐
zondering in acht worden geno‐
men. Wanneer de routebegelei‐
ding tegen de verkeersregels in‐
gaat, moet u altijd de verkeersre‐
gels volgen.
Werking van het
navigatiesysteem
De positie en beweging van de auto
worden door het navigatiesysteem
met behulp van sensors gedetec‐
teerd. De afgelegde afstand wordt be‐ paald door het signaal van de snel‐
heidsmeter van de auto, de draaibe‐
wegingen in de bochten door een gy‐
rosensor. De positie wordt bepaald door de GPS-satellieten (global posi‐
tioning system).
Door vergelijking van de sensorsig‐ nalen met de digitale kaarten op de
kaart op de SD Card is het mogelijk
om de positie met een nauwkeurig‐
heid van ca. 10 meter te bepalen.
Het systeem werkt ook bij een slechte GPS-ontvangst. Dit kan echter wel de
nauwkeurigheid van de positiebepa‐
ling beïnvloeden.
Navigatie63
Een voorwaarde voor het gebruik van
TMC-verkeersinformatie is de ont‐
vangst van TMC-zenders in de be‐
treffende regio.
De TMC-stations kunnen in het navi‐
gatiemenu 3 63 worden geselec‐
teerd.
Kaartgegevens
Alle vereiste kaartgegevens zijn in het
Infotainmentsysteem opgeslagen.
Neem contact op met uw Opel Ser‐
vice Partner om de kaartsoftware via
een SD-kaart bij te werken.
Gebruik
Informatie over de kaartdisplay Druk op ; om de navigatiekaart weer
te geven en selecteer vervolgens het pictogram NAV.Routebegeleiding niet actief
Uw huidige locatie wordt aangeduid
met een pictogram van een auto.
Na een timeout van ong.
15 seconden, verdwijnen de toepas‐
singenbalk en de interactieve selec‐
tiebalk en wordt de kaart op het hele
scherm weergegeven.
Raak het scherm op een willekeurige plek aan om de toepassingenbalk en
de interactieve selectiebalk opnieuw weer te geven.
Routebegeleiding actief
Middendisplay:
68Navigatie
Bestemmingsgegevens naar een
USB-apparaat uploaden
U kunt de contactenlijst en eerder ge‐
downloade POI's (zie "Door de ge‐
bruiker bepaalde POI's aanmaken en downloaden" onderstaand) op een
USB-apparaat opslaan:
Selecteer Upload opgeslagen
locaties .
De contactenlijst en de POI-gege‐ vens worden in het verbonden USB-
apparaat opgeslagen in de folders
"F:\myContacts", of "F:\myPOIs",
waarbij "F:\" de rootfolder van het
USB-apparaat is.
Let op
Deze functie is alleen mogelijk als er
een USB-apparaat met voldoende
opslagruimte is aangesloten.
Contactgegevens downloaden
U kunt de contactlijstgegevens van
uw auto met Infotainmentsystemen
van andere auto's uitwisselen:
Zie "Navigatiedata naar een USB-ap‐
paraat uploaden" bovenstaand voor het uploaden van de gegevens naar
een USB-apparaat.Sluit het USB-apparaat op het Info‐
tainmentsysteem van een andere
auto aan 3 55.
Er verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd het downloaden te
bevestigen.
Na het bevestigen worden de con‐ tactgegevens naar het Infotainment‐
systeem gedownload.
De gedownloade contactgegevens
zijn vervolgens selecteerbaar in het
CONTACTEN -menu 3 32.
Door de gebruiker bepaalde
POI's aanmaken en
downloaden (Mijn POIs) Naast de voorgedefinieerde POI's dieal in het Infotainmentsysteem aanwe‐
zig zijn, kunt u ook zelf POI's aanma‐ ken die aan uw persoonlijke wensen
voldoen. U kunt deze gebruikerspeci‐
fieke POI's na het aanmaken down‐
loaden op het infotainmentsysteem.
U moet voor elke POI de GPS-coör‐
dinaten (de lengte- en breedtegraad)
van de locatie en een beschrijving in‐ voeren.Na het downloaden van de POI-ge‐
gevens in het Infotainmentsysteem,
zijn de POI's als selecteerbare be‐
stemmingen in het Mijn POIs-menu
opgenomen, zie "Een markant punt
selecteren" in het hoofdstuk "Bestem‐
mingsinvoer" 3 70.
Een tekstbestand met POI-data
creëren
Maak een tekstbestand aan (bv.
m.b.v. eenvoudige tekstverwerkings‐
software) en geef dit een arbitraire
naam en de bestandsextensie .poi,
bv. "TomsPOIs.poi".
Let op
Bij het opslaan van het tekstbestand
moet tekencodering UTF-8 (Uni‐
code) worden geselecteerd. Anders
worden de POI-gegevens wellicht
niet goed in het systeem geïmpor‐
teerd.
Navigatie69
Voor de POI-data in het volgende for‐
mat in het tekstbestand in:
Lengtecoördinaat,
breedtecoördinaat, "Naam van POI",
"Extra informatie", "Telefoonnummer"
Voorbeeld:
7.0350000, 50.6318040, "Michaels
Home", "Bonn, Hellweg 6",
"02379234567" , zie bovenstaande
afbeelding.
De GPS-coördinaten moeten in deci‐
male graden worden weergegeven. U kunt deze b.v. van een topografische
kaart overnemen.
De extra informatie en telefoonnum‐
mers zijn optioneel. Als er bijv. geen
aanvullende informatie nodig is, moet "" op de betreffende positie worden
ingevoerd.
Voorbeeld:
7.0350000, 50.6318040, "Michaels
Home", "", "02379234567" .
De POI-naam en de extra informatie‐
reeks mogen elk niet langer dan 60
lettertekens zijn. De telefoonnummer‐ reeks mag niet langer dan 30 cijfers
zijn.
De NP-gegevens van iedere bestem‐
ming moeten op een enkele, aparte
regel worden ingevoerd; zie boven‐
staande afbeelding.
POI-data op een USB-opslagstation
opslaan
In de hoofddirectory van een USB-
drive: maak een map aan met de
naam " myPOIs ", bijv. "F:\myPOIs",
waarbij " F:\" de hoofddirectory van de
USB-drive is.
Sla in de map " myPOIs": het tekstbe‐
stand met uw POI's op, bv.
"F:\myPOIs\TomsPOIs.poi".POI-gegevens rangschikken in meer‐ dere submappen
Naar keuze kunt u de tekstbestanden
rangschikken in diverse submappen
met willekeurige namen (max. diepte
van submappenstructuur: 2).
Voorbeelden: F:\myPOIs\AnnsPOIs
of F:\myPOIs\MyJourney\London,
waarbij F:\ de hoofddirectory is van
het USB-opslagstation.
Let op
In een map mogen alleen submap‐
pen of alleen POI-bestanden wor‐
den opgeslagen. Een combinatie
van beide wordt niet goed in het sys‐ teem geïmporteerd.
Na het downloaden van op die manier
gerangschikte persoonlijke POI-ge‐
gevens in het Infotainmentsysteem
(zie beschrijving van downloaden
hieronder), ziet u in het Mijn POIs-
menu een lijst met submenu's die u
kunt selecteren.
Na het selecteren van een submenu
en eventuele verdere submenu's ver‐ schijnt de betreffende lijst met geïm‐
porteerde POI-categorieën.
70Navigatie
POI-gegevens downloaden in het
Infotainmentsysteem
Sluit het USB-apparaat met uw ge‐
bruikerspecifieke POI-gegevens aan
op de USB-poort 3 55 van het Info‐
tainmentsysteem.
Er verschijnt een bericht waarin u
wordt gevraagd het downloaden te
bevestigen.
Na het bevestigen worden de POI-
gegevens naar het Infotainmentsys‐
teem gedownload.
De gedownloade POI's zijn vervol‐
gens selecteerbaar als bestemmin‐
gen in het Mijn POIs-menu, zie "Een
markant punt selecteren" in het
hoofdstuk "Bestemmingsinvoer"
3 70.
Invoer van de bestemming De navigatietoepassing biedt diverse
opties voor het instellen van een be‐
stemming met routebegeleiding.
Druk op ; en selecteer vervolgens
het NAV -pictogram om de navigatie‐
kaart weer te geven.Een adres invoeren via het
toetsenbord Selecteer BESTEMM. op de interac‐
tieve selectiebalk en selecteer vervol‐
gens ADRES .
U kunt een adres, kruispunt of straat‐
naam invoeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de toetsenborden 3 24.
Voor belangrijke informatie over de landspecifieke invoervolgordes van
bestemmingsadressen 3 61.
Let op
Wordt er een andere invoervolgorde
gebruikt dan voor het betreffende
land is gespecificeerd, dan kan het
systeem mogelijk de gewenste be‐
stemming niet vinden.
Voer het bestemmingsadres in de juiste postadresindeling van uw land
in. Voorbeeld: Laan van
Meerdervoort Den Haag .
Het navigatiesysteem accepteert in
zekere mate onvolledige invoergege‐
vens. Voorbeeld: Meerder Den Haag .
Voer aan het eind van buitenlandse
adressen de landnaam of de drielet‐
terige landcode in. Voorbeeld: Lewis
Way Southampton GBR .
Selecteer de schermtoets Gaan links‐
boven in het scherm om uw invoer te
bevestigen.
Zijn er bij de ingevoerde informatie
meerdere bestemmingen mogelijk, dan wordt er een lijst met mogelijke
bestemmingen getoond. Kies het ge‐
wenste adres.
Het scherm met de bestemmingsde‐ tails wordt weergegeven.
Spraakherkenning81SpraakherkenningAlgemene informatie....................81
Bediening ..................................... 83Algemene informatie
Geïntegreerde
spraakherkenning Met de geïntegreerde spraakherken‐ning van het Infotainmentsysteem
kunt u diverse functies van het Info‐
tainmentsysteem met uw stem bestu‐
ren. De spraakbesturing herkent
commando's en cijferreeksen, onge‐
acht de desbetreffende spreker. De
instructies en cijferreeksen kunnen
zonder pauze tussen de afzonderlijke woorden worden uitgesproken.
Bij onjuist gebruik of onjuiste com‐
mando's geeft de spraakherkenning visuele en/of akoestische feedbacken wordt u gevraagd het gewenste
commando te herhalen. Bovendien
bevestigt de spraakherkenning be‐
langrijke instructies en stelt zo nodig
een vraag hierover.
Er zijn verschillende manieren om
commando's voor het uitvoeren van
de gewenste acties uit te spreken.
Voor de meeste ervan, behalve hetinvoeren van een bestemming en het
stemtoetsenblok, is een enkel com‐ mando voldoende.
Ga als volgt te werk als voor de han‐
deling meer dan één commando no‐
dig is:
In uw eerste opdracht geeft u het type uit te voeren commando aan, zoals
"Invoeren navigatiebestemming". Het
systeem reageert met instructies die
u via een dialoog om de benodigde
informatie vragen. Zeg als er een be‐
stemming voor routebegeleiding no‐
dig is bijvoorbeeld "Navigatie" of "Be‐ stemming invoeren".
Let op
Om te voorkomen dat gesprekken in
de auto onbedoeld de systeemfunc‐ ties beïnvloeden, start de stemher‐
kenning pas nadat deze is geacti‐
veerd.
82Spraakherkenning
OpmerkingenOndersteunde talen■ Niet alle talen die voor het display van het Infotainmentsysteem be‐
schikbaar zijn, zijn ook beschikbaar
voor de spraakherkenning.
■ Wordt de momenteel geselec‐ teerde displaytaal niet ondersteund
door de spraakherkenning, dan is
deze niet beschikbaar.
In dat geval moet u een andere taal selecteren voor het display als u het
Infotainmentsysteem via spraakin‐
voer wilt bedienen. Zie voor het wij‐ zigen van de displaytaal "Taal" in
het hoofdstuk "Systeeminstellin‐
gen" 3 41.Adresinvoer van bestemmingen in
het buitenland
Als u het adres van een bestemming in het buitenland via spraakcomman‐
do's wilt invoeren, moet u de taal van
het Infotainmentdisplay in de taal van het betreffende land wijzigen.
Bv. als het display op dit moment op
Engels staat en u de naam van een
stad in Frankrijk wilt invoeren, moet u de displaytaal naar Frans wijzigen.Uitzonderingen: Voor het invoeren
van adressen in België kunt u de dis‐
playtaal naar keuze in Frans of Ne‐
derlands wijzigen. Voor het invoeren
van adressen in Zwitserland kunt u de displaytaal naar keuze in Frans, Duitsof Italiaans wijzigen.
Zie voor het wijzigen van de display‐
taal "Taal" in het hoofdstuk "Systeem‐ instellingen" 3 41.Invoervolgorde voor bestemmings‐
adressen
De volgorde waarin de delen van een adres met het spraakherkennings‐systeem moeten worden ingevoerd is
afhankelijk van het land waarin de be‐
stemming ligt.
■ Oostenrijk, Duitsland:
■ België, Frankrijk, Groot-Brittannië:
■ Italië, Nederland, Portugal, Rus‐ land, Spanje, Zwitserland:
Er zijn diverse instellingen en aan‐
passingen mogelijk voor de in het In‐
fotainmentsysteem geïntegreerde
spraakherkenning.
Druk ; en selecteer vervolgens het
pictogram INSTELLINGEN .
Selecteer de optie Spraak in-/uitvoer
om naar het betreffende submenu te
gaan.
Spraakherkenning83
Vertrouwelijkheidsdrempel
Afhankelijk van de gekozen optie in
het corresponderende submenu, kan
de spraakherkenning 'resoluter' zijn in het interpreteren van uw comman‐
do's.
Selecteert u Meer bevestigen , dan
vraagt het systeem u relatief vaker
om uw commando's te bevestigen.
Het systeem zal dus in de meeste ge‐
vallen de juiste actie uitvoeren.
Selecteert u Minder bevestigen , dan
vraagt het systeem u relatief minder
vaak om uw spraakinvoer te bevesti‐
gen. Dit betekent dat het systeem uw
commando's soms verkeerd zal be‐
grijpen en dus niet de juiste handeling uitvoert.
Let op
Als u de spraakherkenning start, kan
het een voordeel zijn om de Meer
bevestigen -instelling te gebruiken.
Als u meer ervaring hebt met het
systeem, d.w.z weet hoe u de com‐
mando's moet uitspreken zodat de
spraakherkenning u goed begrijpt,
kan het handiger zijn om de Minder
bevestigen -instelling te gebruiken.Lengte waarschuwing
De lengte en gedetailleerdheid van
de vragen en meldingen van het
spraakherkenningssysteem kunnen in het bijbehorende submenu worden
aangepast.Snelheid audiomelding
De snelheid waarmee het spraakher‐ kenningsmenu vragen stelt en mel‐
dingen doet kan in het corresponde‐
rende submenu worden ingesteld.
Kiest u Medium , dan komt de spreek‐
snelheid van het systeem overeen
met natuurlijke spraak.
Let op
Als u de spraakherkenning start, kan
het een voordeel zijn om de Lang-
instelling te gebruiken. Als u meer
ervaring hebt met het systeem, kan
het voordelen hebben om de instel‐
ling Kort te gebruiken.Spraakdoorschakel-toepassing
Via de spraakdoorschakel-toepas‐
sing van het Infotainmentsysteem
hebt u toegang tot de spraakherken‐
ningscommando's op uw smart‐
phone. Zie de gebruikershandleiding
van uw smartphone om te controleren of uw smartphone deze functie on‐
dersteunt.
Bediening Geïntegreerde
spraakherkenning
Spraakherkenning activeren Let op
Tijdens een actief telefoongesprek is
spraakherkenning niet beschikbaar.Activeren door de knop w op het stuur
in te drukken
Druk op w links op het stuurwiel.