100Veelgestelde vragenVeelgestelde vragenVeelgestelde vragen..................100Veelgestelde vragen
Telefoon? Hoe koppel ik mijn telefoon aan het
Infotainmentsysteem?
! Druk voor het koppelen van een
telefoon op ;, selecteer het picto‐
gram TELEFOON en selecteer
vervolgens Apparaat verbinden .
Volg de instructies op uw apparaat
en zorg dat Bluetooth ingescha‐
keld is.
Gedetailleerde beschrijving 3 89.? Hoe kan ik mijn telefooncontacten
en recente gesprekken bekijken?
! Om de contactpersonen of oproe‐
penlijst te benaderen, druk op ;,
selecteer het pictogram TELEFOON en selecteer vervol‐
gens CONTACTEN of RECENT .
Zorg dat het telefoonboek en de
recente gesprekkenlijst op de tele‐ foon toegankelijk zijn. Afhankelijk
van de telefoon kan het enige mi‐nuten duren voor het telefoonboek en de recente gesprekkenlijst ge‐
laden zijn.
Gedetailleerde beschrijving 3 92.
Touchpad? Hoe kan ik op het touchpad een
toets selecteren? Als ik op het
touchpad tik, gebeurt er niets.
! Op het touchpad moet u drukken.
Er gebeurt niets als u het aantikt.
Gedetailleerde beschrijving 3 15.? Welke bewegingen met meerdere
vingers worden door het touchpad
ondersteund?
! Het touchpad ondersteunt diverse
bewegingen met meerdere vin‐
gers, zoals met 3 vingers omhoog/
omlaag om door de favorietenrij te bladeren.
Gedetailleerde beschrijving 3 36.
104TrefwoordenlijstAAanraakscherm ............................ 15
Adresboek .................................... 70
Afstandsbediening op stuurwiel ....15
Algemene aanwijzingen 6, 52, 61, 88
Algemene informatie ..............55, 81
AUX ........................................... 55
Bluetooth-muziek ......................55
CD ............................................. 52
Infotainment-systeem ..................6
Navigatie ................................... 61
Radio ......................................... 46
SD ............................................. 55
Telefoonportal ........................... 88
USB ........................................... 55
Antidiefstalfunctie ..........................7
Audible Touch Feedback ..............41
Audio afspelen .............................. 58
Audiobestanden ........................... 55
Automatische volumeaanpassing Automatisch volume ..................41
Automatisch volume .....................41
Auto Set ........................................ 41
AUX .............................................. 55
AUX activeren............................... 58
B BACK-knop ................................... 15
Balans........................................... 40Bas ............................................... 40
Basisbediening Aanraakscherm ......................... 15
Afstandsbediening op stuurwiel 15
Bedieningsorganen ...................15
Contacten .................................. 32
Displays..................................... 14
Favorieten ........................... 27, 36
Instrumentenpaneel ..................15
Interactieve selectiebalk ............21
Lettertekenherkenningsveld ......24
Menu's ....................................... 36
Startscherm ............................... 21
Toepassingenbalk .....................21
Toetsenblok............................... 24
Toetsenbord .............................. 24
Touchpad .................................. 15
Vijfstandenknop ........................ 15
Bediening ............................... 83, 92
AUX ........................................... 58
Bluetooth-muziek ......................58
CD ............................................. 53
Contacten .................................. 32
Displays..................................... 14
Favorieten ................................. 27
Infotainment-systeem ................12
Navigatiesysteem ......................63
Radio ......................................... 46
SD-kaart .................................... 58
105
Telefoon.................................... 92
Toetsenborden .......................... 24
USB ..................................... 58, 60
Bedieningselementen ...................15
Infotainment-systeem ..................8
Stuurwiel ..................................... 8
Bedieningselementen van infotainment............................... 15
Bedieningspaneel Infotainment ......8
Bediening van het menu ...............21
Begeleiding .................................. 75
Beltoon ......................................... 92
Bestandsindelingen Audiobestanden ........................55
Filmbestanden........................... 55
Bluetooth-muziek ..........................55
Bluetooth-verbinding ....................89
C Categorielijst ................................. 46
CD-speler ..................................... 52
CD-speler activeren ......................53
Contacten ............................... 32, 70
Aanpassen ................................ 32
Opslaan ..................................... 32
Opvragen .................................. 32
D
DAB .............................................. 49
DAB-koppeling.............................. 49Datum ........................................... 41
Diakritische tekens .......................24
Digital Audio Broadcasting ...........49
Displaymodus ............................... 41
Displays ........................................ 14
Bestuurdersinformatiecentrum ..14
Middendisplay ........................... 14
Door de pagina's bladeren .....15, 21
Door lijsten bladeren..................... 15
E Een schermtoets activeren ...........15
Een toepassing starten .................21
EQ ................................................ 40
Equaliser....................................... 40
F
Fabrieksinstellingen terugzetten ...41
Fader ............................................ 40
Favorieten..................................... 27 Clusterdisplay............................ 27
Naam wijzigen ........................... 27
Opslaan ..................................... 27
Opvragen .................................. 27
Weergave .................................. 27
Wissen ...................................... 27
Favorieten opslaan .......................27
Favorieten opvragen ....................27
Favorieten weergeven ..................27
Filmbestanden .............................. 55Films............................................. 60
Films afspelen .............................. 60
Frequentiebereikmenu's ...............47
Frequentielijst ............................... 46
G Gebruik ....................... 12, 46, 53, 63
AUX ........................................... 58
Bedieningselementen van
infotainment............................... 15
Bluetooth-muziek ......................58
CD ............................................. 53
Displays..................................... 14 Infotainment-systeem ................12
Navigatiesysteem ......................63
SD-kaart .................................... 58
Telefoon .................................... 92
USB ..................................... 58, 60
Geluidsinstellingen .......................40
H Het Infotainmentsysteem activeren.................................... 12
Het navigatiesysteem activeren ...63
Home-toets ............................. 15, 21
I
Infotainmentsysteem inschakelen 12
Intellitext ....................................... 49
110InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............110
Antidiefstalfunctie ......................111
Overzicht bedieningselementen 112
Gebruik ...................................... 115Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
Met de FM-, AM-, of DAB-radiofunc‐
ties kunt u op diverse favorietenpagi‐
na's een groot aantal zenders op‐
slaan.
U kunt externe gegevensopslagappa‐ raten als alternatieve audiobron op
het Infotainmentsysteem aansluiten,
bv. een iPod, USB-apparaten of an‐
dere randapparatuur; via een kabel of
via Bluetooth.
Het digitale geluidssysteem heeft di‐
verse vooraf ingestelde equaliser-
modi, waarmee u het geluid kunt op‐
timaliseren.
Ook is het Infotainmentsysteem uit‐
gevoerd met een Telefoonportaal waarmee u uw mobiele telefoon com‐
fortabel in de auto kunt gebruiken.
Daarnaast kan het Infotainmentsys‐ teem worden bediend met behulp van het bedieningspaneel of de knoppenop het stuur.Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de
bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Rijd altijd veilig wanneer u het in‐
fotainment-systeem gebruikt.
Stop bij twijfel de auto voordat u het infotainment-systeem bedient.
9 Waarschuwing
In sommige gebieden zijn eenrich‐
tingsstraten en andere wegen en
inritten (bijv. voetgangerszones) waar u niet mag inrijden niet op de
Inleiding111kaart aangegeven. In dergelijke
gebieden geeft het infotainment‐
systeem mogelijk een waarschu‐
wing die geaccepteerd moet wor‐
den. Hier moet u in het bijzonder
letten op eenrichtingsstraten, we‐
gen en inritten waar u niet mag in‐ rijden.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der
■ ontvangst van meerdere signalen tegelijk door reflecties
■ obstakels
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is voorzien
van een elektronisch beveiligingssys‐ teem dat het systeem tegen diefstal
beveiligt.
De beveiliging houdt in dat het Info‐
tainmentsysteem alleen in uw auto
werkt en daarom voor een eventuele
dief waardeloos is.
Inleiding115
j - weergeven toepas‐
singsspecifiek hoofdmenu
P / Q - selecteer menuoptie
9 - bevestig selectie
2 ! / #
Druk op omhoog: volume
harder zetten
Druk op omlaag: volume
zachter zetten
3 k / l
Als de radio actief is: druk
op volgende / vorige
favoriet kiezen .....................124
Als de mediabron actief is:
druk op volgende / vorige
nummer kiezen ...................133Bestuurdersinformatiecentrum
Het Driver Information Center geeft
aan Infotainment gerelateerde infor‐
matie en menu's weer.
De menu's op het Driver Information
Center worden bediend via de
vijfstandenknop rechts op het stuur‐ wiel.
Gebruik
Bedieningselementen
Het Infotainmentsysteem wordt be‐
diend met behulp van functietoetsen,
een knop MENU en menu's op het
display.
Invoer kan naar keuze plaatsvinden
via:
■ het bedieningspaneel op het Info‐ tainmentsysteem 3 112
■ audioknoppen op het stuurwiel 3 112
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen Druk kortstondig op X. Na het inscha‐
kelen wordt de laatst geselecteerde
Infotainmentbron actief.
Druk op X en houd deze ingedrukt
om het systeem uit te schakelen.
Automatisch uitschakelen
Als het Infotainmentsysteem wordt in‐ geschakeld door op X te drukken ter‐
wijl het contact is uitgeschakeld,
schakelt het na 30 minuten automa‐
tisch weer uit.
116Inleiding
Volume instellen
Draai aan m. De actuele instelling
wordt weergegeven op het display.
Bij het inschakelen van het Infotain‐
mentsysteem wordt automatisch het
laatst geselecteerde volume inge‐
steld, mits dit het maximale inscha‐
kelvolume niet overschrijdt 3 119.
Voor snelheid gecompenseerd
volume
Na inschakeling van het voor snel‐
heid gecompenseerd volume 3 119
wordt het volume automatisch zoda‐
nig aangepast dat er geen geluid van het wegdek of van de wind hoorbaar
is.
Stiltefunctie
Druk op m voor het dempen van de
audiobronnen.
Draai aan m om de mute-functie te
annuleren.Bedieningsmodi
Radio
Druk op RADIO om het radiohoofd‐
menu te openen of te wisselen tussen de verschillende golfbereiken.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de radiofuncties 3 123.
CD-speler
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
cd-speler te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de functies van de cd-speler
3 130.
Externe apparaten
Druk herhaaldelijk op MEDIA om de
afspeelmodus van een verbonden ex‐
tern apparaat (bijv. USB-apparaat,
iPod of smartphone) te activeren.
Voor een gedetailleerde beschrijving
over het aansluiten en bedienen van externe apparaten 3 133.
Telefoon
Druk op ; om het Startscherm weer
te geven.Selecteer TEL. om een Bluetooth-
verbinding tussen het Infotainment‐
systeem en een mobiele telefoon tot
stand te brengen.
Bij het tot stand brengen van een ver‐
binding verschijnt het hoofdmenu van de telefoonmodus.
Voor een gedetailleerde beschrijving
van de werking van de mobiele tele‐
foon via het Infotainmentsysteem
3 141.
Als er geen verbinding tot stand kan
worden gebracht, verschijnt er een
bericht met die strekking. Voor een
gedetailleerde beschrijving van het
opzetten en het tot stand brengen van
een Bluetooth-verbinding tussen het
Infotainmentsysteem en een mobiele
telefoon 3 138.
120Basisbediening
Druk ; en selecteer vervolgens het
pictogram INSTELL.. Blader door de
lijst en selecteer Radio en vervolgens
Volume autom. .
Druk op MENU, blader door de lijst en
selecteer Volume autom. om de in‐
stelling vanuit een audio-hoofdmenu te benaderen.
Stel Volume autom. in op een van de
beschikbare opties om de mate van
volumeaanpassing in te stellen.
Uit : geen harder volume bij een toe‐
nemende snelheid.
Hoog : maximaal hard volume bij een
toenemende snelheid.
Systeeminstellingen
Er kunnen diverse instellingen en
aanpassingen voor het Infotainment‐
systeem via INSTELL. worden ge‐
configureerd.
Tijd
Druk ; en selecteer vervolgens het
pictogram INSTELL..
Selecteer Tijd.
Tijd instellen
Selecteer Tijd instellen om naar het
betreffende submenu te gaan.
Selecteer AUTOSET onderin het
scherm. Activeer Aan - RDS of Uit -
handmatig .
Selecteer Uit - handmatig en stel de
uren en minuten in.
Selecteer herhaaldelijk 12-24 u. on‐
derin het scherm om een tijdmodus te kiezen.
Is de 12-uursmodus geselecteerd,
dan verschijnt er een derde kolom
voor AM- en PM-keuze. Selecteer de
gewenste optie.
Klokdisplay
Selecteer Klokweergave om naar het
betreffende submenu te gaan.
Selecteer Uit om het digitale klokdis‐
play in de menu's uit te schakelen.
Taal Druk ; en selecteer vervolgens het
pictogram INSTELL..
Selecteer Taal.
Blader door de lijst en selecteer de
gewenste taal.
Valetmodus
Is de valetmodus geactiveerd, dan
zijn alle voertuigdisplays vergrendeld
en kunnen er in het systeem geen
veranderingen worden doorgevoerd.