Page 25 of 90
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-10
3
DAU12892
RemhendelDe remhendel bevindt aan de rechterzijde
van het stuur. Trek de hendel naar gas-
greep toe om de voorrem te bekrachtigen.
DAU12942
Rempe daalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU13125
Tank dopOm de tankd op te verwij deren
Schuif het slotplaatje op de tankdop open,
steek de sleutel in het slot en draai deze
dan 1/4 slag rechtsom. Het slot wordt ont-
grendeld en de tankdop kan worden verwij-
derd.
Om de tankd op aan te bren gen
1. Breng de tankdop aan in de vulope- ning van de brandstoftank, met de
sleutel in het slot en met het “ ”-
merkteken naar voren toe.
1. Remhendel
1
1. Rempedaal
1
1. Slotplaatje tankdop
2. “ ”-merkteken
3. Vergrendelen.
4. Ontgrendelen.
1 2
3
4
U2SSD0D0.book Page 10 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
Page 26 of 90

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-11
3
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden aange-
bracht met de sleutel in het slot. Bovendien
kan de sleutel niet worden uitgenomen als
de tankdop niet correct aangebracht en
vergrendeld is.
WAARSCHUWING
DWA10132
Controleer voor u gaat rij den of de tank-
d op correct is aan geb racht. Door b rand-
stoflekka ge ontstaat bran dgevaar.
DAU13222
Bran dstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en benzined ampen zijn zeer
b ran dbaar. Vol g de on derstaan de in-
structies om bran d en ontploffin g te
voorkomen en het letselrisico tij dens het
tanken te verla gen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt. 3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Veeg g emors-
te bran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte doek, aan ge-
zien de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is gifti g en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om benzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in na dat u ben-
zine heeft ing eslikt, veel benzine damp
heeft ing eadem d of b enzine in uw o gen
heeft gekreg en. Als b enzine op uw hui d1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau1
2
U2SSD0D0.book Page 11 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
Page 27 of 90

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-12
3
terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u b enzine op uw kle din g
morst, trek dan an dere kle din g aan.
DAU59820
LET OP
DCA11401
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detone ren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood- vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.
Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.
DAU39453
Tank
beluchtin gsslan g/overloop-
slan gAlvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de tank-
beluchtingsslang/overloopslang.
Controleer de tankbeluchtings-
slang/overloopslang op scheuren of
beschadiging en vervang indien no-
dig.
Controleer of het uiteinde van de tank-
beluchtingsslang/overloopslang niet
verstopt is en reinig indien nodig.
Voo r
geschreven bran dstof:
Normale loodvrije benzine (Gasohol
(E10) acceptabel)
Inhou d b ran dstoftank:
15.0 L (3.96 US gal, 3.30 Imp.gal)
Reservehoeveelhei d (wanneer er
no g maar één se gment van de
b ran dstofmeter is over geb leven):
5.0 L (1.32 US gal, 1.10 Imp.gal)1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
1
U2SSD0D0.book Page 12 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
Page 28 of 90

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-13
3
DAU13434
UitlaatkatalysatorDit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft g ed raai d. Let op het vol gen de
om bran dgevaar of b randwon den te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit na bij
b ran dgevaarlijke stoffen, zoals op
g ras of op an der materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voet gan gers of kin deren niet
g emakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanrakin g kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoel d alvorens on derhou ds-
werkzaamhe den uit te voeren.
Laat de motor niet lan ger dan enke-
le minuten stationair d raaien. Lang
stationair draaien kan lei den tot
oververhittin g.
LET OP
DCA10702
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine. Bij
g eb ruik van loo dhou den de benzine zal
onherstel bare schad e worden toe ge-
b racht aan de uitlaatkatalysator.
DAU50681
Za delVerwij deren van het za del
1. Steek de sleutel in het zadelslot, draai deze linksom en trek het zadel dan
aan de voorzijde omhoog.
2. Trek het zadel naar voren zoals ge- toond om het los te haken van de mid-
delste zadelbevestiging.1. Zadelslot
2. Ontgrendelen.
2
1
U2SSD0D0.book Page 13 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
Page 29 of 90

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-14
3
3. Trek het zadel naar achteren om het
los te haken van de achterste zadel-
bevestiging en neem dan het zadel
los. Aan
bren gen van het za del
1. Steek het uitsteeksel aan de achterzij- de van het zadel in de achterste zadel-
bevestiging.
2. Schuif het zadel naar achteren zodat
de sleuf in de onderzijde aangrijpt op
de middelste zadelbevestiging.
3. Druk het zadel aan de voorzijde om-
laag om te vergrendelen.
4. Neem de sleutel uit.
OPMERKINGControleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
DAU14312
Helm bevesti gin gDe helmbevestiging bevindt zich onder het
zadel.
Om een helm aan de helm bevesti gin g te
b evesti gen
1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-13.)
2. Maak de helm vast aan de helmbe- vestiging en druk dan het zadel stevig
dicht. WAARSCHUWING! Ga nooit
rij den met een helm vast gemaakt
aan de helm bevesti gin g, aan gezien
d e helm o bjecten kan raken met
mo gelijk verlies van de controle
over de machine en een on geval tot
g evol g.
[DWA10162]
1. Middelste zadelbevestiging
1. Achterste zadelbevestiging1
1
1. Uitsteeksel
2. Achterste zadelbevestiging
3. Sleuf
4. Middelste zadelbevestiging12
3
4
1. Helmbevestiging
1
U2SSD0D0.book Page 14 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
Page 30 of 90

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-15
3
Om een helm los te maken van de helm-
b evesti gin g
Verwijder het zadel, neem de helm los van
de helmbevestiging en breng het zadel
weer aan.
DAU42547
Schok demperunit afstellenDeze schokdemperunit is voorzien van een
stelring voor de veervoorspanning, zodat
de veervoorspanning naar uw eigen voor-
keur kan worden afgesteld.
U wordt aangeraden de veervoorspanning
door een Yamaha dealer te laten afstellen.
Mocht u deze toch zelf willen afstellen, ge-
bruik hiervoor dan de speciale sleutel van
de extra gereedschapsset, die apart is
meegeleverd bij de aankoop van de machi-
ne.LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te d raaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
r i n g i n d e r i c h ti n g ( a) . D r a ai o m de ve er vo o r -
spanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de st elring in de richting
(b).
OPMERKINGZet de gewenste inkeping in de stelring te-
genover de positie-indicator op de schok-
demper.1. Positie-indicator
2. Stelring veervoorspanningAfstellin g veervoorspannin g:
Minimum (zacht):
1
Standaard: 4
Maximum (hard): 9
1 23456789
(a)
(b)
12
U2SSD0D0.book Page 15 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
Page 31 of 90

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-16
3
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schokdemperunit is gevul d met
stikstof gas on der ho ge druk. Lees de
on derstaan de informatie zor gvul dig
d oor alvorens werkzaamhe den uit te
voeren aan d e schokdemperunit.
Pro beer de gascilin der niet te ope-
nen en b lijf er ver der vanaf.
Stel de schokd emperunit niet bloot
aan open vuur of een an dere hitte-
b ron. Hier door kan de gas druk zo
hoo g oplopen dat de unit explo-
d eert.
Voorkom vervormin g of bescha di-
g in g van de cilin der. Scha de aan de
c
ilin der zal resulteren in slechte
d empin gsprestaties.
Werp een bescha digde of versleten
schok demperunit niet zelf we g.
Bren g d e schok demperunit voor elk
on derhou d naar een Yamaha- dea-
ler.
DAU15306
Zijstan daar dDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
d en terwijl de zijstan daar d omlaa g staat
of niet behoorlijk kan word en opgetrok-
ken (of niet omhoo g b lijft), an ders kan d e
zijstan daar d d e gron d raken en zo d e
b estuur der aflei den, waar door de ma-
chine mo gelijk on bestuur baar wor dt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om de bestuur der te helpen b ij
zijn verantwoor delijkhei d de zijstan-
d aar d op te trekken alvorens we g te rij-
d en. Controleer d it systeem daaromre
gelmati g en laat het repareren door
e
en Yamaha d ealer als de werkin g niet
naar behoren is.
U2SSD0D0.book Page 16 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
Page 32 of 90
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-17
3
DAU44893
StartspersysteemHet startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies. Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de zijstandaard is op-
geklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersy-
steem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.U2SSD0D0.book Page 17 Monday, November 4, 2013 11:15 AM