Page 57 of 90

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een ban d. Het ban d-
oppervlak dient eerst te zijn
in gere den voor dat het zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
DAU21963
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
DAU50701
Vrije sla g van koppelin gshend el
afstellenDe vrije slag van de koppelingshendel dient
5.0–10.0 mm (0.20–0.39 in) te bedragen,
zoals weergegeven. Controleer de vrije slag
van de koppelingshendel regelmatig en stel
indien nodig als volgt af.
1. Draai de borgmoer bij de koppelings-
hendel los.
2. Draai de stelbout van de koppelings- speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelbout richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.1. Vrije slag van koppelingshendel
2. Borgmoer
3. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
3(a)(b)
2
1
U2SSD0D0.book Page 17 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
Page 58 of 90

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
OPMERKINGAls de voorgeschreven vrije slag van de
koppelingshendel wordt gehaald, zoals
hierboven beschreven, kunt u de stappen
3–6 overslaan.3. Draai de stelbout richting (a) om dekoppelingskabel losser te stellen.
4. Schuif de rubber afdekkingen weg en draai de borgmoer los.
5. Draai de stelmoer van de koppelings- speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelmoer richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel. 6. Draai de borgmoer op de koppelings-
kabel vast en schuif de rubber afdek-
kingen weer naar hun oorspronkelijke
positie.
7. Draai de borgmoer bij de koppelings-
hendel vast.
DAU37914
Vrije sla g van remhen del contro-
lerenAan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzi g g evoel in d e rem-
hend el kan betekenen dat er lucht in het
hy draulisch systeem aanwezi g is. Als er
lucht in het hy draulisch systeem zit, laat
d an het systeem d oor een Yamaha d ea-
ler ontluchten voor dat de machine wor dt
g eb ruikt. Lucht in het hy draulisch sy-
steem heeft een ne gatief effect op de
1. Rubberafdekking
2. Borgmoer
3. Stelmoer voor vrije slag van de koppelings-
hendel
(a)
1
(b)
1
2
3
1. Geen vrije slag remhendel
1
U2SSD0D0.book Page 18 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
Page 59 of 90

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
remwerking, waar door u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
on geluk als gevol g.
DAU22274
RemlichtschakelaarsHet remlicht, dat wordt geactiveerd door
het rempedaal en de remhendel, moet op-
lichten nét voordat de remmen aangrijpen.
Stel de remlichtschakelaar achter indien
nodig als volgt af. De remlichtschakelaar
voor dient te worden afgesteld door een
Yamaha dealer.
Verdraai de stelmoer van de achterste rem-
lichtschakelaar en houd daarbij de rem-
lichtschakelaar vast. Draai de stelmoer in
de richting (a) om het remlicht eerder te la-
ten branden. Draai de stelmoer in de rich-
ting (b) om het remlicht later te laten
branden.
DAU22393
Controleren van voor- en achter-
remb lokkenDe remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU22432
Remblokken voorrem
Elk voorremblok is voorzien van slijtage-in-
dicatorgroeven, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
hoeven demonteren. Let op de slijtage-in-
dicatorgroeven om de remblokslijtage te
controleren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat de slijtage-indicatorgroeven
1. Remlichtschakelaar
2. Stelmoer remlichtschakelaar
(b)
(a)
1
2
1. Slijtage-indicatorgroef remblok1
1
U2SSD0D0.book Page 19 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
Page 60 of 90

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
vrijwel zijn verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te vervangen.
DAU22501
Rem blokken achterrem
Controleer elk achterremblok op schade en
meet de remvoeringsdikte. Als een remblok
beschadigd is of als de remvoeringsdikte
minder is dan 0.8 mm (0.03 in), vraag dan
een Yamaha dealer de remblokken als set
te vervangen.
DAU22582
Controleren van remvloeistofni-
veauControleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van
het reservoir horizontaal staat. Vul indien
nodig remvloeistof bij.
Voorrem Achterrem
WAARSCHUWING
DWA15991
Onjuist uit
gevoer d on derhou d kan resul-
teren in verlies van remvermo gen. Neem
d e vol gen de voorzor gsmaatre gelen in
acht: Bij een te laa g remvloeistofniveau
kan lucht b innendringen in het rem-
systeem, waard oor de rempresta-
ties afnemen.
Reini g de reservoir dop alvorens
d eze te verwij deren. Ge bruik uit-
sluiten d DOT 4 remvloeistof uit een
onaan geb roken verpakkin g.
1. Remvoeringdikte
1
1. Merkstreep minimumniveau
1
1. Merkstreep minimumniveauAan bevolen remvloeistof:
DOT 41
U2SSD0D0.book Page 20 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
Page 61 of 90

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
Gebruik uitsluiten d d e aan bevolen
remvloeistof, an ders kunnen d e
ru bberaf dichtin gen beschad igd ra-
ken met lekkag e tot gevolg.
Vul bij met hetzelf de type remvloei-
stof. Toevoe gin g van een an der
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een scha delijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zor g d at tij dens bijvullen
g een water het remvloeistofreser-
voir kan binnen drin gen. Water zal
het kookpunt van de remvloeistof
aanzienlijk verla gen zo dat damp-
b elvormin g kan optre den.LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
on der delen bescha dig en. Veeg g emors-
te remvloeistof stee ds direct af.Naarmate de remblokke n afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
DAU22733
Remvloeistof verversenVraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema. Laat bovendien de
oliekeerringen van de hoofdremcilinders,
de remklauwen en de remslangen vervan-
gen volgens de intervalperioden of wan-
neer ze lek of beschadigd zijn.
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslangen: Vervang elke vier jaar.
U2SSD0D0.book Page 21 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
Page 62 of 90

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
DAU23041
Doorbui gin g aan drijfriemDe doorbuiging van de aandrijfriem moet
worden gecontroleerd en afgesteld volgens
de intervalperioden vermeld in het periodie-
ke smeer-en onderhoudsschema.
DAU38411
Spannin g van aan drijfriem controleren
1. Zet de machine op de zijstandaard.
2. Noteer de huidige positie van de aan-
drijfriem, gebruik daartoe de merkte-
kens bij het inspectiegat.OPMERKINGDe merktekens bij het inspectiegat hebben
een onderlinge afstand van 5.0 mm (0.2 in).
3. Noteer de positie van de aandrijfriemals met een riemspanningsmeter een
kracht van 45 N (4.5 kgf, 10 lbf) op de
riem wordt uitgeoefend.OPMERKINGEen riemspanningsmeter is verkrijgbaar bij
een Yamaha dealer.4. Bereken de riemdoorbuiging door vande meetwaarde uit stap 3 de meet-
waarde gevonden in stap 2 af te trek-
ken. 5. Als de riemdoorbuiging niet correct is,
laat deze dan door een Yamaha dealer
bijstellen.
1. Aandrijfriem
2. Merktekens2 1
1. Riemspanningsmeter
2. Doorbuiging aandrijfriemDoor
bui gin g aan drijfriem:
5.0–7.0 mm (0.20–0.28 in)
6 8 10 12 14
1
2
U2SSD0D0.book Page 22 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
Page 63 of 90

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
DAU23098
Kabels controleren en smerenDe werking van alle bedieningskabels en
de conditie van alle kabels moet vooraf-
gaand aan elke rit worden gecontroleerd en
de kabel en kabeleinden moeten indien no-
dig worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te ver-
vangen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Scha de aan d e buiten behuizing van ka-
b els kan lei den tot interne roestvormin g
en storin g veroorzaken met de bewe-
g in g van kab els. Vervan g b eschad igde
ka bels zo snel mo gelijk om onveili ge
omstan dig he den te voorkomen.
[DWA10712] DAU49921
Controleren en smeren van
gas-
g reep en gaska belDe werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
DAU44275
Rem- en schakelped alen contro-
leren en smerenDe werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden ge-
smeerd.
Rempe daal
Schakelped aal
Aan
bevolen smeermi ddel:
Yamaha-kabelsmeermiddel of een
ander geschikt kabelsmeermiddel
U2SSD0D0.book Page 23 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
Page 64 of 90
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
DAU23144
Rem- en koppelingshen dels con-
troleren en smerenDe werking van de rem- en de koppelings-
hendel moet voorafgaand aan elke rit wor-
den gecontroleerd en de
hendelscharnierpunten moeten indien no-
dig worden gesmeerd.
Remhen del
Koppelin gshen del
Aan
bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
Aan bevolen smeermi ddelen:
Remhendel:
Siliconenvet
Koppelingshendel: Lithiumvet
U2SSD0D0.book Page 24 Monday, November 4, 2013 11:15 AM