WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-3
3
Dit model is ook uitgerust met een
zelfdiagnosesysteem voor het circuit
van het waarschuwingslampje olieni-
veau. Als het waarschuwingscircuit
voor het olieniveau een probleem aan-
geeft, wordt de volgende cyclus her-
haald totdat de storing is opgeheven:
Het waarschuwingslampje olieniveau
knippert tien keer en dooft dan gedu-
rende 2.5 seconden. Als dit zich voor-
doet, vraag dan een Yamaha dealer
de machine te controleren.
DAU50782
Waarschuwin gslampje
b ran dstofniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer het brandstofniveau zeer laag is
geworden. (Zie pagina 3-5.) Vul in dat geval
zo snel mogelijk brandstof bij.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
OPMERKINGDit model is bovendien uitgerust met een
zelfdiagnosesysteem voor het circuit van
het waarschuwingslampje brandstofni-
veau. Als het waarschuwingscircuit voor
het brandstofniveau een probleem aan-
geeft, wordt de volgende cyclus herhaald
totdat de storing is opgeheven: Het waar-
schuwingslampje brandstofniveau knippert
acht keer en dooft dan gedurende 3.0 se-
conden. Als dit zich voordoet, vraag dan
een Yamaha-dealer de machine te contro-
leren.
DAU11447
Waarschuwin gslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de
tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.OPMERKING Bij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in de
radiator.
Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-36 nadere instructies ver-
meld.
DAU42775
Waarschuwin gslampje
motorstorin g“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er een probleem wordt aangege-
ven in het elektrisch circuit dat de motor
controleert. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het zelfdiagnosesysteem te contro-
leren. (Zie pagina 3-6 voor uitleg over de
werking van het zelfdiagnosesysteem.)
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
U2SSD0D0.book Page 3 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-6
3
BrandstofniveaumeterDe brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt.
Wanneer de brandstofmeter wisselt van
twee segmenten naar slechts een segment,
is er nog ongeveer 5.0 L (1.32 US gal,
1.10 Imp.gal) brandstof over in de brand-
stoftank. Vul zo snel mogelijk brandstof bij.OPMERKINGAls de weergave een andere functie toont
wanneer dit gebeurt, wisselt de weergave
automatisch naar de brandstofmetermo-
dus.
Het waarschuwingslampje brandstofniveau
gaat branden en de weergave wisselt naar
de brandstofreserve-rittellermodus “Trip F”
als het brandstofniveau zeer laag is. Vul zo
snel mogelijk brandstof bij om te voorko-
men dat u zonder brandstof komt te staan.
Om de klok op tijd te zetten1. Druk op de toets “SELECT” om te wis-
selen naar de klokweergave.
2. Houd de “SELECT”-schakelaar en de “RESET” tegelijkertijd ten minste drie
seconden ingedrukt.
3. Als de uuraanduiding begint te knip- peren, druk dan op de “SELECT”-
schakelaar om de uren in te stellen.
4. Als u op de “RESET”-schakelaar drukt, gaat de minutenaanduiding
knipperen. 5. Druk op de “SELECT”-schakelaar om
de minuten in te stellen.
6. Druk op de “RESET”-toets en laat deze dan los om de klok te starten.
Zelf dia gnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor diverse elektrische circuits.
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en
geeft het display een foutcode weer.
Als het display foutcodes weergeeft, noteer
deze dan en vraag een Yamaha dealer om
het voertuig te controleren.
1. Brandstofniveaumeter
2. Segment
1
2
1. Klok
1
1. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
2. Weergave foutcode
1
2
U2SSD0D0.book Page 6 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van d e controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot g evolg.
DAU48711
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. In dat geval
wordt op het multifunctionele display
foutcode 30 weergegeven, maar dit
betreft geen storing. Draai de sleutel
naar “OFF” en vervolgens naar “ON”
om de foutcode te wissen. Als u dat
niet doet zal de motor niet starten, on-
danks dat de motor wordt aange-
zwengeld als u op de startknop drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de
startknop om de motor opnieuw te
starten.
DAU59690
Starten van d e motorDoor het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-17 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
moeten enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Waarschuwingslampje olieni-
veau
Waarschuwingslampje brand-
stofniveau
Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
Waarschuwingslampje motor-
storingLET OP
DCA15485
Als een waarschuwin gslampje niet gaat
b ran den wanneer d e sleutel naar “ON”
wor dt ged raai d, of wanneer een waar-
U2SSD0D0.book Page 1 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-16
6
Inspectie van ban den
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.Ban deninformatie
Deze motorfiets is uitgerust met gietwielen
en tubeless banden met bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10462
Monteer altij d voor- en achter ban den
van hetzelf de merk en type. Verschillen-
d e ban den kunnen het wegge dra g van
d e machine veran deren, wat kan lei den
tot een on geval.Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden voor dit model goed-
gekeurd door Yamaha Motor Co., Ltd.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten b anden door
een Yamaha d ealer vervangen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijsta biliteit, waar door
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief b an-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha d ealer, die over d e
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om d it te doen.
1. Wang van band
2. BandprofieldiepteMinimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
Voor ban d:
Maat:
120/70 21M/C 62H
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/EXEDRA G721 G
Achter ban d:
Maat: 210/40R18M/C 73H
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/EXEDRA G852
RADIAL G
U2SSD0D0.book Page 16 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
DAU23292
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU50711
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-13.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is gifti g en gevaarlijk om-
d at het zwavelzuur b evat, een stof
d ie ernsti ge bran dwon den veroor-
zaakt. Vermij d contact met d e huid,
o gen of kle din g en b escherm uw o
gen altij d b ij werkzaamhed en na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloe dig
met water.
INWENDIG: Drink g rote hoeveel-
he den water of melk en roep d i-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel g ed uren de 15 mi-
nuten met water en roep direct
me dische hulp in.
Accu’s pro duceren het explosieve
waterstof gas. Hou d daarom von-
ken, open vuur, sig aretten e.d. uit
d e buu
rt van d e accu en zor g voor
vol doen de ventilatie bij acculad en
in een af gesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
LET OP
DCA10621
Pro beer nooit om celaf dichtin gen op d e
accu te verwij deren, hier door kan per-
manente scha de aan d e accu wor den
toe geb racht.
1. Accu
2. Negatieve accukabel (zwart)
3. Positieve accukabel (rood)
1
23
U2SSD0D0.book Page 27 Monday, November 4, 2013 11:15 AM
SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2535 mm (99.8 in)
Totale breedte:
860 mm (33.9 in)
Totale hoogte: 1130 mm (44.5 in)
Zadelhoogte: 670 mm (26.4 in)
Wielbasis:
1755 mm (69.1 in)
Grondspeling: 150 mm (5.91 in)
Kleinste draaicirkel: 3400 mm (133.9 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:293 kg (646 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, SOHC
Cilinderopstelling: 2-cilinder, V-blok
Slagvolume: 1304 cm3
Boring × slag:
100.0 × 83.0 mm (3.94 × 3.27 in)
Compressieverhouding: 9.50 : 1
Startsysteem: Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:YAMALUBE
Type:
SAE 10W-30, 10W-40, 10W-50, 15W-40,
20W-40 of 20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie: Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon:3.20 L (3.38 US qt, 2.82 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
3.40 L (3.59 US qt, 2.99 Imp.qt)Koelsysteem:Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):0.45 L (0.48 US qt, 0.40 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen): 2.10 L (2.22 US qt, 1.85 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:Papieren element met oliecoating
Bran dstof:Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije benzine (Gasohol (E10)
acceptabel)
Inhoud brandstoftank: 15.0 L (3.96 US gal, 3.30 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
5.0 L (1.32 US gal, 1.10 Imp.gal)Bran dstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:3D8D 40Bou gie(s):Fabrikant/model:
NGK/LMAR7A-9
Elektrodenafstand: 0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)Koppelin g:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellin gsb ak:Primaire reductieverhouding:
1.556 (70/45)
Eindoverbrenging:
Riem
Secundaire reductieverhouding: 2.258 (70/31)
Type versnellingbak: Constant mesh, 5 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
Overbrengingsverhoudingen: 1e:
2.769 (36/13)
–20 –10 0 1020 30 40 50 C
10 30 50 70 90 110
0 130 F
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40SAE 10W-50
U2SSD0D0.book Page 1 Monday, November 4, 2013 11:15 AM