Page 25 of 82

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-10
3
DAU13222
BrandstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en b enzinedampen zijn zeer
b ran dbaar. Vol g de on derstaan de in-
structies om bran d en ontploffin g te
voorkomen en het letselrisico tij dens het
tanken te verla gen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt. 3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Veeg g emors-
te bran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte d oek, aange-
zien de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is g iftig en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om b enzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in na dat u b en-
zine heeft in geslikt, veel benzine damp
heeft in gead emd of b enzine in uw o gen
heeft gekreg en. Als b enzine op uw hui dterechtkomt, was
deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kle din g
morst, trek dan an dere kled ing aan.
DAU53012
LET OP
DCA11401
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 95 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
1
2
Voor geschreven bran dstof:
Normale loodvrije benzine (Gasohol
(E10) acceptabel)
Inhou d b ran dstoftank:
6.6 L (1.74 US gal, 1.45 Imp.gal)
U2CMD0D0.book Page 10 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 26 of 82

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-11
3
Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.
DAU13434
UitlaatkatalysatorDit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft ged raai d. Let op het vol gen de
om bran dgevaar of b randwon den te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit na bij
b ran dgevaarlijke stoffen, zoals op
g ras of op an der materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voet gan gers of kin deren niet
g emakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanrakin g kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoel d alvorens on derhou ds-
werkzaamhe den uit te voeren.
Laat de motor niet lan ger dan enke-
le minuten stationair d raaien. Lang
stationair draaien kan lei den tot
oververhittin g.
LET OP
DCA10702
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine. Bij
g eb ruik van loo dhou den de benzine zal
onherstel bare schad e worden toe ge-
b racht aan de uitlaatkatalysator.
U2CMD0D0.book Page 11 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 27 of 82
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-12
3
DAU60620
ZadelOpenen van het zad el
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contactslot en draai deze dan linksom naar de stand
“SEAT OPEN”.OPMERKINGDruk de sleutel niet in terwijl u deze draait.3. Klap het zadel omhoog.
Sluiten van het za del
1. Klap het zadel omlaag en druk dan aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit.
OPMERKINGControleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
DAUT3711
Voetsteun passa gierOm de voetsteun voor passagiers te ge-
bruiken, kunt u hem als volgt uittrekken.
Om de voetsteun voor passagiers in te
klappen, kunt u hem terugduwen in de oor-
spronkelijke positie.
1. Openen.
1
1. Voetsteun voor passagiers
1
U2CMD0D0.book Page 12 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 28 of 82

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-13
3
DAU61130
Opber gcompartimentOnder het zadel is een opbergcomparti-
ment aanwezig. (Zie pagina 3-12.)
WAARSCHUWING
DWA10962
Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 5 kg (11 lb) van het op-
b er gcompartiment niet.
Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 169 k g (373 l b) voor d e
machine niet.LET OP
DCA21150
Let op het vol gen de bij het g eb ruik van
het op ber gcompartiment.
Het op ber gcompartiment wor dt
warm bij blootstellin g aan zon en/of
warmte van d e motor, dus bewaar er
geen etenswaren of voorwerpen
in die slecht te gen warmte kunnen
of die ontvlam baar zijn.
Stop natte voorwerpen in een plas-
tic zak alvorens deze in het op ber g-
compartiment mee te nemen om te
voorkomen dat het vocht zich door
het op ber gcompartiment ver-
sprei dt.
Het op ber gcompartiment kan nat
wor den als d e machine wor dt ge-
reini gd, dus stop voorwerpen die u
wilt meenemen ter beschermin g in
een plastic zak.
Bew
aar geen waar devolle of breek-
b are voorwerpen in het op ber g-
compartiment.Als u een helm wilt opbergen in het opberg-
compartiment, moet de helm worden ge-
plaatst met de voorkant naar achteren.OPMERKING Sommige helmen kunnen vanwege
hun grootte of vorm niet worden weg-
geborgen in het opbergcompartiment.
Laat uw machine niet onbeheerd ach-
ter met het zadel open.
DAU61380
Bagag ehaakOm de bagagehaak te gebruiken, trekt u
deze uit zoals getoond.
Om de bagagehaak weer in te klappen,
duwt u deze terug in de oorspronkelijke po-
sitie.
WAARSCHUWING
DWAT1032
Overschrij d het maximumlaa dge-
wicht van 1.0 k g (2.2 l b) voor d e ba-
g ag ehaak niet.
Overschrij d het maximumlaa dge-
wicht van 169 k g (373 l b) voor de
machine niet.
1. Opbergcompartiment
1
1. Bagagehaak
1
U2CMD0D0.book Page 13 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 29 of 82

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-14
3
DAU15306
Zijstandaar dDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
d en terwijl de zijstan daar d omlaa g staat
of niet behoorlijk kan wor den op getrok-
ken (of niet omhoo g b lijft), an ders kan d e
zijstan daar d d e gron d raken en zo de
b estuur der aflei den, waar door de ma-
chine mo gelijk on bestuur baar wor dt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om de bestuur der te helpen b ij
zijn verantwoor delijkhei d de zijstan-
d aar d op te trekken alvorens we g te rij-
d en. Controleer dit systeem d aaromre
gelmati g en laat het repareren door
e
en Yamaha d ealer als de werking niet
naar behoren is.
DAUT1096
StartspersysteemControleer de werking van de sperschake-
laar van de zijstandaard als volgt.
U2CMD0D0.book Page 14 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 30 of 82
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-15
3
●
Bij deze inspectie moet de machine op de
middenbok worden gezet.
●
Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.WAARSCHUWING
Draai de sleutel naar aan.
Trek de zijstandaard op.Druk de startknop in terwijl een der
remhendels is aangetrokken. De motor
start.
Duw de zijstandaard omlaag.Als de motor afslaat:
De sperschakelaar voor de
zijstandaard is in orde.
U2CMD0D0.book Page 15 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 31 of 82
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-16
3
DAU61140
Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoiresLET OP
DCA21160
Het accessoire dat is aan gesloten op d e
g elijkstroom ka belstekker voor acces-
soires ma g niet wor den geb ruikt terwijl
d e motor uit staat en de belastin g ma g
niet meer bed ra gen dan 120 W (10 A), an-
d ers kan d e zekering d oor bran den of d e
accu ontla den raken.Dit voertuig is uitgerust met een gelijk-
stroom kabelstekker voor accessoires. U
kunt een op de gelijkstroom kabelstekker
voor accessoires aangesloten 12 V-acces-
soire gebruiken als de sleutel in de stand
“ON” staat.1. Gelijkstroom kabelstekker voor accessoires
1
U2CMD0D0.book Page 16 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM
Page 32 of 82

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15598
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en proce-
dures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvol doen de inspectie of on derhou d van de machine ver groot het risico op on geval of scha de. Rij d niet met d e machine als u
een pro bleem he bt g evon den. Als een pro bleem niet kan wor den op gelost via de proce dures in d eze handleid ing, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Bran dstof • Controleer het brandstofniv
eau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage. 3-10
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage. 6-10
Versnellin gsb akolie • Controleer de machine op olielekkage. 6-11
Koelvloeistof • Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloe
istof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage. 6-12
Voorrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-19, 6-20
U2CMD0D0.book Page 1 Wednesday, May 7, 2014 4:52 PM