Page 33 of 106

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-18
3
DAU13222
BrandstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en b enzinedampen zijn zeer
b ran dbaar. Vol g de on derstaan de in-
structies om bran d en ontploffin g te
voorkomen en het letselrisico tij dens het
tanken te verla gen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt. 3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Veeg g emors-
te bran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte d oek, aange-
zien de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is g iftig en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om b enzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in na dat u b en-
zine heeft in geslikt, veel benzine damp
heeft in gead emd of b enzine in uw o gen
heeft gekreg en. Als b enzine op uw hui dterechtkomt, was
deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kle din g
morst, trek dan an dere kled ing aan.
DAU58110
LET OP
DCA11401
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van loodvrije superbenzine met een
octaangetal van RON 95 of hoger. Als de
motor gaat detoneren (pingelen), gebruik
dan benzine van een ander merk. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan bou-
gies langer mee en blijven de onderhouds-
kosten beperkt.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
1
2
Voor geschreven bran dstof:
Loodvrije superbenzine (Gasohol
(E10) acceptabel)
Inhou d b ran dstoftank:
14.0 L (3.70 US gal, 3.08 Imp.gal)
Bran dstofreserve:
2.8 L (0.74 US gal, 0.62 Imp.gal)
U1RCDLD0.book Page 18 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
Page 34 of 106

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-19
3
Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.
DAU51193
Tankbeluchtin gsslan g en over-
loopslan gAlvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer alle slangen op scheuren
of beschadiging en vervang indien no-
dig.
Controleer voor alle slangen of het uit-
einde ervan niet is verstopt en reinig
indien nodig.
Controleer of alle slangen door de
klem worden geleid.
DAU13434
UitlaatkatalysatorDit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet na dat de mo-
tor heeft g ed raai d. Let op het vol gen de
om bran dgevaar of bran dwon den te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit na bij
b ran dgevaarlijke stoffen, zoals op
g ras of op an der materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voet gan gers of kin deren niet
g emakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanrakin g kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoel d alvorens on derhou ds-
werkzaamhe den uit te voeren.
Laat de motor niet lan ger dan enke-
le minuten stationair d raaien. Lang
stationair draaien kan lei den tot
oververhittin g.
1. Tankbeluchtingsslang en overloopslang
2. Klem
21
U1RCDLD0.book Page 19 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
Page 35 of 106
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-20
3
LET OP
DCA10702
Gebruik uitsluiten d loo dvrije benzine. Bij
g eb ruik van loo dhou den de benzine zal
onherstel bare schad e worden toeg e-
b racht aan de uitlaatkatalysator.
DAU57991
Za delVerwij deren van het zad el
1. Open de zadelslotafdekking, steek de sleutel in het zadelslot en draai deze
vervolgens linksom.
2. Houd de sleutel in deze stand vast, trek het zadel aan de achterzijde om-
hoog en trek dan het zadel los.
Aan bren gen van het za del
1. Steek de uitsteeksels in de zadelbe- vestiging zoals afgebeeld. 2. Druk het zadel aan de achterzijde om-
laag om te vergrendelen.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKINGControleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
1. Zadelslot
2. Afdekking zadelslot
3. Ontgrendelen.1
32
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1
2
21
U1RCDLD0.book Page 20 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
Page 36 of 106

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-21
3
DAU58200
Opber gcompartimentHet opbergcompartiment bevindt zich on-
der het zadel. (Zie pagina 3-20.)
Als documenten of andere voorwerpen in
het opbergcompartiment worden opgebor-
gen, doe ze dan in een plastic zak om nat
worden te voorkomen. Zorg bij het wassen
van de machine dat geen water het op-
bergcompartiment kan binnendringen.
WAARSCHUWING
DWA10962
Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 3 k g (7 l b) van het op ber g-
compartiment niet.
Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van MT09 177 k g (390 l b)
MT09A 174 k g (384 l b) voor de ma-
chine niet.
DAU62450
De voorvork afstellen
WAARSCHUWING
DWA14671
Geef altij d bei de vorkpoten dezelf de
veervoorspannin g, an ders kan slecht
wegge dra g en vermin der de rijsta biliteit
het gevol g zijn.Beide voorvorkpoten zijn voorzien van een
stelbout voor veervoorspanning. De rech-
tervoorvorkpoot is voorzien van een stel-
schroef voor uitgaande demping.LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te d raaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspannin g
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b). De afstelling voor veervoorspanning wordt
gecontroleerd door de afstand A te meten,
zoals getoond in de afbeelding. Hoe korter
de afstand A, hoe hoger de veervoorspan-
ning; hoe langer de afstand A, hoe lager de
veervoorspanning.
1. Opbergcompartiment
1
1. Stelbout veervoorspanning
1. Afstand A
1
1
(a)
(b)
(a)
(b)
1
U1RCDLD0.book Page 21 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
Page 37 of 106

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-22
3
Uitgaan de dempin g
De uitgaande demping wordt alleen afge-
steld op de rechtervorkpoot.
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef in de richting (a). Draai om de
uitgaande demping te verlagen en zo de
vering zachter te maken de stelschroef in
de richting (b).
OPMERKINGDoor geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeen-
komen; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan te
passen.
DAU57940
Schok demperunit afstellenDeze schokdemperunit is voorzien van een
stelring voor veervoorspanning en een stel-
schroef voor uitgaande demping.LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te draaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspannin g
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
r i n g i n de r i ch t i n g (a ). D r a ai o m d e v ee r v o o r -
spanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelring in de richting
(b).
Afstellin
g veervoorspannin g:
Minimum (zacht):
Afstand A = 19.0 mm (0.75 in)
Standaard: Afstand A = 16.0 mm (0.63 in)
Maximum (hard): Afstand A = 4.0 mm (0.16 in)
1. Stelschroef voor uitveerdemping
1
(a)
(b)
Afstellin g uit gaan de dempin g:
Minimum (zacht):
11 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 8 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig ge-
draaid in de richting (a)
U1RCDLD0.book Page 22 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
Page 38 of 106

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-23
3
Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator op
de schokdemper.
Verricht de afstelling met de speciale
sleutel met het verlengstuk in de
boordgereedschapsset. Uit
gaan de dempin g
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef in de richting (a). Draai om de
uitgaande demping te verlagen en zo de
vering zachter te ma ken de stelschroef in
de richting (b).
OPMERKINGVoor een nauwkeurige afstelling is het
raadzaam om het aantal slagen te controle-
ren waarmee het afstelmechanisme van de
demping kan worden gedraaid. Het kan
voorkomen dat dit afstelbereik vanwege
kleine productieverschillen niet exact over-
eenkomt met de opgegeven specificaties.
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schok demperunit is gevul d met
stikstof gas on der ho ge druk. Lees de
on derstaan de informatie zor gvul dig
d oor alvorens werkzaamhe den uit te
voeren aan d e schokdemperunit.
Pro beer de gascilin der niet te ope-
nen en b lijf er verder vanaf.
Stel de schokd emperunit niet bloot
aan open vuur of een an dere hitte-
b ron. Hier door kan de gas druk zo
hoo g oplopen dat de unit explo-
d eert.
Voorkom vervormin g of b eschad i-
g in g van de cilin der. Scha de aan d e
ci
lin der zal resulteren in slechte
d empin gsprestaties.
1. Stelring veervoorspanning
2. Speciale sleutel
3. Verlengstuk
4. Positie-indicatorAfstellin g veervoorspannin g:
Minimum (zacht): 1
Standaard:
4
Maximum (hard): 7
7654321
1(b) (a)
4
2
3
1. Stelschroef voor uitveerdempingAfstellin
g uit gaan de dempin g:
Minimum (zacht):
3 slag(en) in de richting (b)*
Standaard: 1 1/2 slag(en) in de richting (b)*
Maximum (hard): Stelschroef volledig gedraaid in
de richting (a)
* Met de stelschroef volledig ge- draaid in de richting (a)
1 (a)(b)
U1RCDLD0.book Page 23 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
Page 39 of 106

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-24
3
Werp een bescha digde of versleten
schok demperunit niet zelf we g.
Bren g d e schok demperunit voor elk
on derhou d naar een Yamaha- dea-
ler.
DAU15152
Ba gag eriem bevesti gin gAan elke passagiersvoetsteun zit een baga-
geriembevestiging.
DAU15306
Zijstan daar dDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
d en terwijl de zijstan daar d omlaa g staat
of niet behoorlijk kan wor den op getrok-
ken (of niet omhoo g b lijft), an ders kan d e
zijstan daar d d e gron d raken en zo de
b estuur der aflei den, waar door de ma-
chine mo gelijk on bestuur baar wor dt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om d e bestuur der te helpen b ij
zijn verantwoor delijkhei d de zijstan-
d aar d op te trekken alvorens we g te rij-
d en. Controleer d it systeem daarom
1. Bagageriembevestiging
1
U1RCDLD0.book Page 24 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
Page 40 of 106
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-25
3
regelmati g en laat het repareren door
een Yamaha dealer als de werkin g niet
naar behoren is.
DAU57950
StartspersysteemHet startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de zijstandaard is op-
geklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersy-
steem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
U1RCDLD0.book Page 25 Monday, May 12, 2014 11:27 AM