WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-5
3
(Zie pagina 3-16 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uit gaat zo dra met een snelhei d van 10
km/h (6 mi/h) of ho ger wor dt g ere den, of
als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal
niet gaat bran den, rij dan extra voorzich-
ti g om te voorkomen dat de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha d ealer
controleren.
DAU54681
Controlelampje start blokkerin g“”
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden ge controleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Licht het controlelampje niet meteen op
wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem. (Zie pagina 3-12 voor uitleg
over de werking van het zelfdiagnosesy-
steem.)
DAU58054
Multifunctionele meter1. “SELECT”-toets
2. “RESET”-toets
2
1
U1RCDLD0.book Page 5 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-6
3
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen in d e instellin gen van de
multifunctionele meter gaat aan bren-
g en. Het aan bren gen van wijzi gin gen tij-
d ens het rij den kan u aflei den en
ver groot het risico op een on geval.De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
een snelheidsmeter
een toerenteller
een klok
een brandstofniveaumeter
een eco-controlelampje
een aanduiding voor de ingeschakel-
de versnelling
een rijmodusweergave
een multifunctioneel display
een voorziening voor zelfdiagnose
OPMERKINGVergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u de “SELECT”- en
“RESET”-toets gebruikt.
Alleen Verenigd Koni nkrijk: Om te wis-
selen tussen de kilometer- en mijlen-
weergave van de snelheidsmeter en
het multifunctionele display drukt u de
“SELECT”-toets minstens 1 seconde
in.
Snelhei dsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Toerenteller
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
2. Toerenteller
3. Rijmodusweergave
4. Brandstofniveaumeter
5. Eco-controlelampje “ECO”
6. Multifunctioneel display
7. Klok
8. Snelheidsmeter
1
2
3
4
5
6
7
8
1. Snelheidsmeter
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1
2
1
U1RCDLD0.book Page 6 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-7
3
Met de toerenteller kan de bestuurder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de toerenteller uit tot het hoogste toe-
rental en keert daarna weer terug naar nul
tpm om het elektrische circuit te testen.LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de ro de zone wijst.
Ro de zone: 11250 tpm en ho gerKlok
De klok wordt weergegeven als de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid. Daarnaast kan
de klok gedurende 10 seconden worden weergegeven door op de toets “SELECT”
te drukken als het contactslot in de stand
“OFF”, “LOCK” of “ ” staat.
Om de klok op tijd te zetten
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “SELECT”-toets en de “RE-
SET”-toets tegelijkertijd minstens
twee seconden lang ingedrukt.
3. Als de uuraanduiding begint te knip- peren, drukt u op de “RESET”-toets
om de uren in te stellen.
4. Druk op de “SELECT”-toets en de mi- nutenaanduiding zal gaan knipperen.
5. Druk op de “RESET”-toets om de mi-
nuten in te stellen.
6. Druk op de “SELECT”-toets en laat deze dan los om de klok te starten. Bran
dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt. Als
het laatste segment en het waarschu-
wingslampje brandstofniveau “ ” gaan
knipperen, moet u zo snel mogelijk tanken.
OPMERKINGDeze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosesysteem. Als een storing
wordt gedetecteerd in het elektrische cir-
cuit, wordt de volgende cyclus herhaald
totdat de storing is verholpen: de segmen-
ten van de brandstofmeter en het waar-
schuwingslampje brandstofniveau “ ”
1. Klok
1
1. Brandstofniveaumeter
2. Waarschuwingsindicator brandstofniveau “ ”
1
2
U1RCDLD0.book Page 7 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-9
3
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen: een kilometerteller
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afgelegde afstand aangeeft sinds
het linkersegment van de brandstofni-
veaumeter begon te knipperen)
een weergave huidig brandstofver-
bruik
een weergave gemiddeld brandstof-
verbruik
een weergave koelvloeistoftempera-
tuur
een weergave luchtaanzuigtempera-
tuur
een helderheidsregeling
Druk op de toets “SELECT” om te schake-
len tussen de weergaven voor huidig
brandstofverbruik “km/L” of “L/100 km”,
gemiddeld brandstofverbruik “AVE_ _._
km/L” of “AVE_ _._ L/100 km”, koelvloei-
stoftemperatuur “°C”, luchtaanzuigtempe-
ratuur “Air_ _ °C”, kilometerteller “ODO” en
ritteller “TRIP 1” en “TRIP 2” in de volgende
volgorde: km/L of L/100 km
→ AVE_ _._ km/L of AVE_
_._ L/100 km → °C → Air_ _ °C → ODO →
TRIP 1 → TRIP 2
Alleen Verenigd Koninkrijk:
Druk op de toets “SELECT” om te schake-
len tussen de weergaven voor huidig
brandstofverbruik “km/L”, “L/100 km” of
“MPG”, gemiddeld brandstofverbruik
“AVE_ _._ km/L”, “AVE_ _._ L/100 km” of
“AVE_ _._ MPG”, koelvloeistoftemperatuur
“°C”, luchtaanzuigtemperatuur “Air_ _ °C”,
kilometerteller “ODO” en ritteller “TRIP 1”
en “TRIP 2” in de volgende volgorde:
km/L, L/100 km of MPG → AVE_ _._ km/L,
AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _._ MPG → °C
→ Air_ _ °C → ODO → TRIP 1 → TRIP 2
OPMERKINGDruk op de toets “RESET” om in omge-
keerde volgorde te schakelen tussen de
weergaven.Als het waarschuwingslampje
brandstofniveau “ ” en het linkersegment
van de brandstofniveaumeter gaan knippe-
ren, schakelt de weergave automatisch
naar de ritteller brandstofvoorraad “F-
TRIP” en wordt de afgelegde afstand vanaf dat punt aangegeven. In dat geval wordt
door het indrukken van de toets “SELECT”
gewisseld tussen de diverse weergaven
van ritteller, kilometerteller, huidige verbruik
en gemiddelde verbruik, in de onderstaan-
de volgorde:
F-TRIP
→ km/L of L/100 km → AVE_ _._
km/L of AVE_ _._ L/100 km → °C → Air_ _
°C → ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → F-TRIP
Alleen Verenigd Koninkrijk:
F-TRIP → km/L, L/100 km of MPG → AVE_
_._ km/L, AVE_ _._ L/100 km of AVE_ _._
MPG → °C → Air_ _ °C → ODO → TRIP 1
→ TRIP 2 → F-TRIP
Om een ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de toets “SELECT”
te drukken en dan de toets “RESET” min-
stens 1 seconde lang ingedrukt te houden.
Wanneer u de brandstofreserve-ritteller niet
zelf met de hand op nul terugstelt, wordt
deze automatisch teruggesteld zodra na
het tanken 5 km (3 mi) is gereden en wordt
de vorige ritteller weergegeven.
U1RCDLD0.book Page 9 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-10
3
Weergave hui dig b ran dstofver bruik
De weergave van het huidige brandstofver-
bruik kan worden ingesteld op “km/L”,
“L/100 km” of “MPG” (alleen Verenigd Ko-
ninkrijk). “km/L”: De afstand die onder de huidi-
ge rijomstandigheden kan worden af-
gelegd met 1.0 L brandstof wordt
weergegeven.
“L/100 km”: De hoeveelheid brandstof
die nodig is om onder de huidige rij-
omstandigheden 100 km af te leggen
wordt weergegeven.
“MPG” (alleen Verenigd Koninkrijk):
De afstand die onder de huidige rijom-
standigheden kan worden afgelegd
met 1.0 Imp.gal brandstof wordt
weergegeven. Houd de toets “SELECT” een seconde lang
ingedrukt om te wisselen tussen de twee
weergaven voor het huidige brandstofver-
bruik terwijl een van de weergaven wordt
getoond.
OPMERKINGBij snelheden onder 20 km/h (12 mi/h)
wordt “_ _._” weergegeven.Weer
gave gemi ddel d b ran dstofverb ruik
De weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik kan worden ingesteld op
“AVE_ _._ km/L”, “AVE_ _._ L/100 km” of
“AVE_ _._ MPG” (alleen Verenigd Konink-
rijk).
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op
nul is teruggezet.
“AVE_ _._ km/L”: De gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op 1.0
L brandstof wordt weergegeven.
“AVE_ _._ L/100 km”: De gemiddelde
hoeveelheid brandstof die nodig is om
100 km af te leggen wordt weergege-
ven.
“AVE_ _._ MPG” (alleen Verenigd Ko-
ninkrijk): De gemiddelde afstand die
kan worden afgelegd op 1.0 Imp.gal
brandstof wordt weergegeven.
Houd de toets “SELECT” een seconde lang
ingedrukt om te wisselen tussen de weer-
gaven voor het gemiddelde brandstofver-
bruik terwijl een van de weergaven wordt
getoond.
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen selecteert
u deze door op de toets “SELECT” te druk-
ken en dan de toets “RESET” minstens een
seconde lang ingedrukt te houden.
OPMERKINGNa het terugstellen van een weergave van
het gemiddelde brandstofverbruik wordt “_
_._” weergegeven voor die weergave totdat
de machine 1 km (0.6 mi) heeft afgelegd.
1. Weergave huidig brandstofverbruik
1
1. Weergave gemiddeld brandstofverbruik
1
U1RCDLD0.book Page 10 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-11
3
Weergave koelvloeistoftemperatuur
Dit display toont de koelvloeistoftempera-
tuur van 40 °C tot 116 °C in stappen van 1
°C.
Als de melding “HI” knippert, stop de ma-
chine dan, stop vervolgens de motor en
laat de motor afkoelen. (Zie pagina 6-43.)OPMERKING Als de koelvloeistoftemperatuur lager
is dan 40 °C, wordt “LO” weergege-
ven.
De koelvloeistoftemperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandigheden
en de motorbelasting.
Weer gave luchtaanzui gtemperatuur
De weergave luchtaanzuigtemperatuur
geeft de temperatuur aan van de lucht die
het luchtfilterhuis wordt binnengezogen.
Dit display toont de luchtaanzuigtempera-
tuur van –9 °C tot 99 °C in stappen van 1
°C.OPMERKING Als de luchtaanzuigtemperatuur lager
is dan –9 °C, wordt toch –9 °C aange-
geven.
De luchtaanzuigtemperatuur kan af-
wijken van de omgevingstemperatuur.
Hel derhei dsre gelin g
Met deze functie regelt u de helderheid van
het paneel voor de multifunctionele meter,
afgestemd op het aanwezige daglicht.
Om de helderheid in te stellen1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Houd de toets “SELECT” ingedrukt, draai de sleutel naar “ON” en blijf de
toets ingedrukt houden totdat de
weergave schakelt naar de modus
voor helderheidsregeling.
3. Druk op de toets “RESET” om het hel-
derheidsniveau in te stellen.
4. Druk op de toets “SELECT” om terug te keren naar de oorspronkelijke weer-
gave.
1. Weergave koelvloeistoftemperatuur
1
1. Weergave luchtaanzuigtemperatuur
1
1. Weergave helderheidsniveau
1
U1RCDLD0.book Page 11 Monday, May 12, 2014 11:27 AM