Page 81 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
MT09A3. Plaats het paneel in de oorspronkelij- ke positie.
4. Monteer de bout en de drukclips.
Om toegang te krijgen tot zekeringenkastje
2, de hoofdzekering en de zekering van het
brandstofinspuitsysteem, verwijdert u het
zadel. (Zie pagina 3-20.) MT09 MT09A
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinspuitsysteem verwijdert u
de kap van het startmotorrelais door deze
omhoog te trekken.
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering ABS-regeleenheid
3. Zekering parkeerlichten
4. Circuitzekering
5. Zekering signaleringssysteem
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
123
7
456
1. Zekeringenkastje 2
2. Hoofdzekering
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
1. Zekering radiatorkoelvinmotor
2. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
3. Zekering elektronische smoorklep
4. Reservezekering
2
3
4
1
123
4
1. Zekering radiatorkoelvinmotor
2. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
3. Zekering elektronische smoorklep
4. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
5. Zekering ABS-motor
6. Reservezekering
123
6
45
U1RCDLD0.book Page 31 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
Page 82 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt. 4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
1
2
3
Voor geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Circuitzekering: 2.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 A
Zekering ABS-motor: MT09A 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: MT09A 15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
MT09A 7.5 A
Backup-zekering: 7.5 A
Zekering elektronische smoorklep: 7.5 A
U1RCDLD0.book Page 32 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
Page 83 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
DAU58001
Koplampgloeilamp vervan genDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zor g d at de vol gen de on der-
d elen niet wor den bescha digd:
Koplampg loeilamp
Raak het glas van d e koplamp gloei-
lamp niet aan zo dat dit vetvrij blijft,
an ders kan d e doorzichti ghei d van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vens duur na deli g wor den beïn-
vloe d. Wrijf eventuele
verontreini gin gen en vin geraf druk-
ken op het g loeilampglas we g met
een doekje ged renkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
d e kopl
amplens.
Ge bruik geen koplamp gloeilamp
met een ho ger watta ge dan is voor-
g eschreven.
1. Verwijder de zijkappen van de kop-
lampunit door de bouten aan beide zij-
den los te maken. 2. Trek de kap van de koplampunit om-
hoog om deze te scheiden van de
koplampunit.
3. Verwijder de doorvoerrubbers.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Bout
1
1
1. Bout
2. Zijpaneel koplampunit
1. Kap van koplampunit1
1
2
21
U1RCDLD0.book Page 33 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
Page 84 of 106
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
4. Maak de stekker van het parkeerlichtlos.
5. Maak de koplampstekker los en ver- wijder vervolgens de koplampunit van
het voertuig. 6. Verwijder de gloeilampkap.
7. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp. 8. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
9. Breng de gloeilampkap aan.
10. Bevestig de koplampunit zoals ge-
toond en sluit vervolgens de koplamp-
stekker aan.1. Doorvoer
1. Parkeerlichtstekker1
1
1. Koplampstekker
1. Gloeilampkap
1
1
1. Gloeilamphouder
2. Koplampgloeilamp
12
U1RCDLD0.book Page 34 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
Page 85 of 106
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
11. Sluit de stekker van het parkeerlichtaan.
12. Breng de gaten in de koplampunit op een lijn met de gaten in de kap van de
koplampunit.
13. Breng de doorvoerrubbers aan.
14. Plaats de zijkappen van de koplampu- nit in de oorspronkelijke positie en
breng dan de bouten aan.
15. Vraag indien nodig een Yamaha dea- ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU24182
Achterlicht/remlichtunitDit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
DAU24205
Gloeilamp in richtin gaanwijzer
vervan gen1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
1. Koplampunit
2. Koplampstekker1
2
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1
2
U1RCDLD0.book Page 35 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
Page 86 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hier door kan de
lens breken.
[DCA11192] DAU58010
Gloeilamp in kentekenverlichtin
g
vervan gen1. Verwijder de kentekenverlichtingsunit
door de moeren en kragen te verwij-
deren en verwijder vervolgens de
gloeilampfitting van de kentekenver-
lichting (samen met de gloeilamp)
door deze uit te trekken.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken. 3. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
4. Monteer de fitting (samen met de
gloeilamp) door deze in te drukken en
monteer vervolgens de kentekenver-
lichtingsunit door de moeren en kra-
gen te monteren.
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
1. Kentekenverlichtingsunit
2. Flensbus
3. Moer
4. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1
22
4
3
3
1. Gloeilamp kentekenverlichting
1
U1RCDLD0.book Page 36 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
Page 87 of 106
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-37
6
DAU58021
Parkeerlichtgloeilamp vervan genDit model is voorzien van twee parkeerlich-
ten. Vervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de zijkappen van de kop- lampunit door de bouten aan beide zij-
den los te maken. 2. Verwijder de fitting van de parkeer-
lichtgloeilamp (samen met de gloei-
lamp) door deze linksom te draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting. 5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Plaats de zijkappen van de koplampu- nit in de oorspronkelijke positie en
breng dan de bouten aan.1. Bout
1. Bout
2. Zijpaneel koplampunit
1
11
1
2
2
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1. Parkeerlichtgloeilamp
11
U1RCDLD0.book Page 37 Monday, May 12, 2014 11:27 AM
Page 88 of 106

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-38
6
DAU24351
Ondersteunen van de motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
On derhou d aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of,
als geen andere standaard voorhan-
den is, door een krik te plaatsen onder
het frame aan de voorzijde van het
achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwij deren van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
DAU44792
Voorwiel (voor mo dellen zon der
ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-mod ellen moeten door
een Yamaha- dealer verwij der d en ge-
monteer d wor den.
DAU56270
Om het voorwiel te verwij deren
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt on der-
steun d, zo dat deze niet kan omvallen.1. Draai de klembout van de voorwielas
los en draai dan de wielas en de rem-
klauwbouten los. 2. Licht het voorwiel van de grond vol-
gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”.
3. Verwijder aan beide zijden de rem- klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachti g d e rem niet na-
d at de remklauwen zijn verwij der d,
hier door wor den de rem blokken te-
g en elkaar geknepen.
[DCA11052]
1. Klembout voorwielas
2. Wielas
3. Remklauwbout
3
2
1
U1RCDLD0.book Page 38 Monday, May 12, 2014 11:27 AM