Page 57 of 76

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
DAU45512
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23292
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAUM3280
AccuEen slecht onderhouden accu zal gaan cor-
roderen en verliest zijn lading snel. Het
elektrolytniveau, de aansluitpolen voor de
accukabels en de ligging van de ontluch-
tingsslang moeten worden gecontroleerd
voor iedere rit en volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
Om het elektrolytniveau te controleren
1. Zet de scooter op een vlakke onder-
grond en houd hem rechtop.OPMERKINGZorg dat de scooter rechtop staat bij het
controleren van het elektrolytniveau.
ZAUM0297
1. Zekering
2. AccuZAUM1079
12
U1GBD0D0.book Page 24 Monday, July 15, 2013 2:21 PM
Page 58 of 76

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
2. Verwijder paneel A. (Zie pagina 6-7.)
3. Controleer het elektrolytniveau in de
accu.OPMERKINGHet elektrolytniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.4. Als de elektrolyt bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, vul dan gedistilleerd water bij tot
de merkstreep voor maximumniveau.
LET OP: Gebruik uitsluitend gedis-
tilleerd water, aangezien kraanwa-
ter mineralen bevat die schadelijk
zijn voor de accu.
[DCA10612]
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden na-
bij accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
d
e buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
5. Controleer de aansluitingen van de
accukabels, zet ze indien nodig vast
en corrigeer de ligging van de ontluch-
tingsslang.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de scooter lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad volledig bij en zet dan weg
op een koele en droge plek. LET OP:
Draai voordat u de accu verwijdert
de sleutel naar “ ” en haal dan
eerst de negatieve kabel en daarna
de positieve kabel los.
[DCA17711]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt opgeborgen, moet het soortelijk
gewicht van de elektrolyt minstens
eens per maand worden gecontro-
leerd; laad de accu dan indien nodig
steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar “ ”
en sluit vervolgens eerst de positie-
ve kabel en daarna de negatieve ka-
bel aan.
[DCA17721]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen en kijk of de ontluchtings-
slang de juiste ligging heeft, in goede
conditie verkeert en niet verstopt of af-
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau1
2
+
UPPER
LOWER
ZAUM0106
U1GBD0D0.book Page 25 Monday, July 15, 2013 2:21 PM
Page 59 of 76

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
gekneld is. LET OP: Als het ontluch-
tingsslangetje zo wordt geplaatst
dat het frame wordt blootgesteld
aan elektrolyt of gas uit de accu,
kan externe en structurele schade
aan het frame ontstaan.
[DCA10602]
LET OP
DCAM1120
Houd de accu steeds opgeladen.
Stallen van een ontladen accu kan
leiden tot permanente accuschade.
Na het installeren van de accu dient
u het contactslot drie keer van “ ”
naar “ ” te draaien met tussenpo-
zen van drie seconden om het stati-
onairregelsysteem te initialiseren.
DAUM3270
De zekering vervangenDe hoofdzekeringhouder bevindt zich
naast de accu. Verwijder paneel A om toe-
gang te krijgen tot de zekering. (Zie pagina
6-7.)
Vervang de zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “ ” en
schakel alle elektrische circuits uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15132]
LET OP: Draai na het verwij-deren en plaatsen van de hoofdze-
kering het contactslot drie keer
van “ ” naar “ ” met tussenpo-
zen van drie seconden om het stati-
onairregelsysteem te initialiseren.
[DCAM1130]
3. Draai de contactsleutel naar “ ” en
schakel de elektrische circuits in om te
zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Zekering
2. AccuZAUM1079
12
Voorgeschreven zekering:
15.0 A
U1GBD0D0.book Page 26 Monday, July 15, 2013 2:21 PM
Page 60 of 76

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
DAUS1403
Koplampgloeilamp vervangenVervang de koplampgloeilamp als volgt als
deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zorg dat de volgende onder-
delen niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak g
een kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
LET OP
DCA10671
Het is aan te bevelen dit werk uit te laten
voeren door een Yamaha dealer.1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie pa-
gina 6-7.)
3. Maak de koplampstekker los.
4. Verwijder de gloeilampkap.5. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
6. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
7. Breng de gloeilampkap aan.
8. Sluit de koplampstekker aan.
9. Breng het stroomlijnpaneel aan.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
1. GloeilamphouderZAUM0935
1
ZAUM0936
1
U1GBD0D0.book Page 27 Monday, July 15, 2013 2:21 PM
Page 61 of 76
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
10. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU24134
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen1. Verwijder de lamplens van het rem-
licht/achterlicht door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te draai-
en.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe-
ven aan te brengen. LET OP: Draai de
schroeven niet te vast, hierdoor kan
de lens breken.
[DCA10682]DAU24205
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te draai-
en.
ZAUM0937
ZAUM0938ZAUM0939
U1GBD0D0.book Page 28 Monday, July 15, 2013 2:21 PM
Page 62 of 76
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hierdoor kan de
lens breken.
[DCA11192]DAU24331
KentekenverlichtingAls de kentekenverlichting niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen of vervang de
gloeilamp.
DAU45465
Parkeerlichtgloeilamp vervangen
(voor CHE)Vervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie pa-
gina 6-7.)
3. Verwijder de parkeerlichtfitting (samen
met de gloeilamp) door deze uit te
trekken.
4. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.1. Fitting parkeerlichtgloeilampZAUM0940
1
U1GBD0D0.book Page 29 Monday, July 15, 2013 2:21 PM
Page 63 of 76

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
5. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
6. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
7. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAU25882
Problemen oplossenYamaha scooters ondergaan een grondige
inspectie voordat ze vanaf de fabriek op
transport gaan, maar tijdens gebruik kun-
nen toch storingen optreden. Problemen in
de brandstof-, compressie- of ontstekings-
systemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname in mo-
torvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw scooter echter
wel naar een Yamaha dealer als reparaties
nodig zijn, hier zijn vakkundige monteurs
aanwezig die beschikken over het benodig-
de gereedschap en de ervaring en vakken-
nis om het nodige onderhoud aan de
scooter correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tijdens het controleren van het
brandstofsysteem en let erop dat er
geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explode-
ren, met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
1. Parkeerlichtgloeilamp
U1GBD0D0.book Page 30 Monday, July 15, 2013 2:21 PM
Page 64 of 76

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
DAUM3290
Storingzoekschema’sStartproblemen of slechte werking van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
DroogNat
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de startmotor.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de elektrolyt en de
aansluitingen van de accukabels en
laad da accu indien nodig bij.
Bedien de elektrische startknop of de
kickstarter.
Bedien de elektrische
startknop of de kickstarter.
U1GBD0D0.book Page 31 Monday, July 15, 2013 2:21 PM