Page 129 of 252
127
Wiel verwisselen
SNEL WEER OP WEG
7
Expert-VU_nl_Chap07_Aide rapide_ed01-2014
- Laat de auto volledig zakken door de krik omlaag te draaien en verwijder de
krik vervolgens.
- Draai de wielbouten met de wielsleutel volledig vast, zonder te forceren.
- Berg het wiel met de lekke band op in de reservewielhouder. - Hang de reservewielhouder op aan
de haak en draai deze omhoog
met behulp van de bout en de
wielsleutel. Controleer of het wiel en
de reservewielhouder goed vast zitten
tegen de vloer van de auto.
- Let erop dat u het deksel bij de dorpel sluit.
- Berg de sierdop op in de auto.
Ga nooit onder een auto liggen die
alleen op de krik steunt.
Gebruik nooit ander gereedschap in plaats
van de wielsleutel.
5. MONTEREN VAN HET RESERVEWIEL
- Plaats het wiel op de naaf en draai de
wielbouten met de hand vast.
- Draai de wielbouten met de wielsleutel enigszins vast.
Page 130 of 252

128
Sneeuwscherm
Expert-VU_nl_Chap07_Aide rapide_ed01-2014
AFNEEMBAAR SNEEUWSCHERM
Afhankelijk van het land van bestemming
wordt het afneembare sneeuwscherm op
het onderste gedeelte van de voorbumper
geplaatst om een opeenhoping van sneeuw
bij de koelventilateur van de radiateur te
voorkomen.
PLAATSEN
- Breng het afneembare sneeuwscherm aan in de richting van de centreerstift A
op de voorbumper.
- Zet het scherm vast door de vier hoeken aan te drukken ter hoogte van de clips B .
Vergeet niet het sneeuwscherm te
verwijderen als de buitentemperatuur hoger
is dan 10°C (en er geen kans op sneeuw
meer is) of als de auto een aanhanger trekt.
VERWIJDEREN
- Steek een schroevendraaier in de opening ter hoogte van de clips.
- Wip de vier clips B één voor één los.
6. MONTEREN VAN HET
GEREPAREERDE WIEL
Het wiel dient op dezelfde manier te
worden gemonteerd als bij stap 5. Vergeet
bovendien niet de sierdop te monteren.
Zie in de rubriek 8 het gedeelte
"Identificatie" voor de plaats van de
sticker met informatie over de banden.
Het noodreservewiel is niet geschikt
voor het afleggen van lange afstanden,
laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment
van de wielbouten en de bandenspanning
van het noodreservewiel door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats controleren. Laat bovendien de
lekke band zo spoedig mogelijk repareren
en het oorspronkelijke wiel in de plaats
van het reservewiel monteren door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 131 of 252

129
Sneeuwkettingen
SNEL WEER OP WEG
7
Expert-VU_nl_Chap07_Aide rapide_ed01-2014
SNEEUWKETTINGEN
Onder winterse omstandigheden verbeteren
sneeuwkettingen de tractie en het
remgedrag van de auto. Uitsluitend de aangedreven wielen
mogen van sneeuwkettingen worden
voorzien. Een noodreservewiel mag niet
worden voorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het gebruik
van sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid. Montagetips
Als u onderweg sneeuwkettingen moet
monteren, zet de auto dan langs de
kant van de weg stil op een vlakke
ondergrond.
Trek de handrem aan en plaats
eventueel wielblokken voor of achter
de wielen om te voorkomen dat de auto
wegglijdt.
Monteer de sneeuwkettingen, volg
daarbij de aanwijzingen van de
fabrikant.
Rijd langzaam weg en rijd een klein
stukje met een snelheid van maximaal
50 km/h.
Zet de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
Rijd niet met sneeuwkettingen op een
sneeuwvrij gemaakte weg om schade
aan de banden en het wegdek te voorkomen.
Het is raadzaam voor vertrek het monteren
van de sneeuwkettingen te oefenen; doe
dit op een vlakke en droge ondergrond.
Als uw auto is voorzien van lichtmetalen
velgen, controleer dan of de ketting en de
bevestigingen de velg niet raken.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt
zijn voor het type velg van uw auto:
Maat van
de af fabriek
gemonteerde banden Maximale afmeting
van de schakels
215/65 R15
12 mm
215/60 R16
MICHELIN
215/60 R16
BRIDGESTONE
Neem voor meer informatie over
sneeuwkettingen contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Page 132 of 252
130
Lamp vervangen
Expert-VU_nl_Chap07_Aide rapide_ed01-2014
LAMPEN VERVANGEN
Type A
Glassokkellamp: de
lamp is gemonteerd met
een drukbevestiging.
Trek de lamp daarom
voorzichtig los.
Type B
Lamp met
bajonetsluiting: druk de
lamp iets in en draai
hem linksom.
Type C
Halogeenlamp: duw
de borgveer open en
verwijder de lamp uit de
lamphouder.
LAMPEN
Uw auto is voorzien van verschillende typen lampen. Verwijder ze als volgt: Wacht na het uitschakelen van de
verlichting enkele minuten alvorens
een halogeenlamp te vervangen (om
brandwonden te voorkomen). Raak de lamp
niet met de hand aan, maar gebruik een
droge, pluisvrije doek.
Controleer na het vervangen of de
verlichting goed werkt.
Page 133 of 252

131
Lamp vervangen
SNEL WEER OP WEG
7
Expert-VU_nl_Chap07_Aide rapide_ed01-2014
3. Richtingaanwijzers
Type B , PY21W - 21W (amberkleurig)
- Draai de lamphouder een kwart omwenteling linksom.
- Druk de lamp iets in en draai hem linksom.
- Vervang de lamp.
- Plaats het deksel terug en controleer
of het rondom goed aansluit voor een
goede afdichting. KOPLAMPEN
Open de motorkap. Steek uw hand achter de
koplampunit om bij de lampen te komen.
Voer het monteren uit in omgekeerde
volgorde.
1. Dimlicht/Grootlicht
Type C , H4 - 55W
- Trek aan de rubber borglip en verwijder het middelste deksel.
- Neem de stekker los.
- Duw de borgveer open.
- Vervang de lamp en let erop dat het metalen gedeelte goed aansluit op de
groeven van de lampunit. 2. Parkeerlicht
Type A , W5W - 5W
- Trek aan de rubber borglip en verwijder het deksel.
- Trek aan de stekker om de met een drukbevestiging gemonteerde
lamphouder los te nemen.
- Vervang de lamp.
- Plaats het deksel terug en controleer of het rondom goed aansluit voor een
goede afdichting. 4. Mistlampen vóór
Type C , H1 - 55W
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Page 134 of 252

132
Lamp vervangen
Expert-VU_nl_Chap07_Aide rapide_ed01-2014
ZIJKNIPPERLICHT
Type A , WY5W - 5W (amberkleurig)
- Druk het zijknipperlicht naar achteren en trek het los.
- Houd de stekker vast en draai de lamphouder een kwart omwenteling naar
links.
- Draai de lamp een kwart omwenteling naar links, verwijder hem en vervang hem.
- Breng het zijknipperlicht vanaf de achterzijde aan en duw hem naar de
voorzijde van de buitenspiegel. Voor/achter
De amberkleurige lampen
(richtingaanwijzers en zijknipperlichten)
moeten worden vervangen door lampen met
dezelfde kleur en eigenschappen. PLAFONNIERS
Type A , 12V5W - 5W
- Maak de plafonnier los door aan weerszijden een schroevendraaier door
de gleuf te steken.
- Trek de lamp los en vervang hem.
- Bevestig het lampglas en controleer of het goed vastzit.
Gebruik hogedrukreiniger
Richt bij het wassen van hardnekkig
vuil met een hogedrukspuit niet
direct op de koplampen, de verlichting en
omringende delen om te voorkomen dat de
lak en de afdichting beschadigd raken.
Page 135 of 252
133
Lamp vervangen
SNEL WEER OP WEG
7
Expert-VU_nl_Chap07_Aide rapide_ed01-2014
ACHTERLICHTEN
Zie voor meer informatie "Lampen". - Bepaal de plaats van de defecte lamp
en open de achterdeuren in een hoek
van 180°. Raadpleeg in rubriek 2 het
gedeelte "Toegang tot de auto".
- Verwijder de twee bevestigingsmoeren.
- Trek aan de buitenzijde de lampunit los. - Maak de 8 borglippen los en verwijder
de lamphouder uit de lampunit.
- Druk de defecte lamp iets in en draai hem linksom om hem te verwijderen.
- Vervang de lamp.
1. Remlichten/achterlichten
Type B , P21/5W - 21/5W
2. Richtingaanwijzers
Type B , PY21W - 21W (amberkleurig)
3. Achteruitrijlichten
Type B , P21W - 21W
4. Mistachterlicht
Type B , P21W - 21W Let bij het monteren op het volgende:
- maak de 8 borglippen vast,
- controleer of de twee witte nokjes in de
uitsparingen van het rubber komen voor
een goede afdichting van de lamp,
- controleer of de bedrading nergens klem zit.
Page 136 of 252

134
Lamp vervangen
Expert-VU_nl_Chap07_Aide rapide_ed01-2014
DERDE REMLICHT
Type A, W5W - 5W
KENTEKENPLAATVERLICHTING
Type A , W5W - 5W Lamp, bereikbaar via de binnenzijde
(achterklep)
- Draai de twee bouten los met behulp van een Torx
TM -sleutel met
20 mm-hulpstuk.
- Verwijder de kunststof afdekkap.
- Druk de twee borglippen uit elkaar en verwijder de lamphouder.
- Druk de defecte lamp iets in en draai hem linksom om hem te verwijderen.
- Vervang de lamp.
Type B, P21 W - 21 W
Met achterklep
- Wip het lampglas met behulp van een
schroevendraaier op het door de pijl
aangegeven punt los.
- Vervang de lamp.
- Breng het lampglas aan en druk het aan de bovenzijde vast.
Met achterdeuren
- Maak de bekleding aan de binnenzijde los.
- Druk de borglip opzij en neem de stekker los.
- Verwijder de plastic afdekkap.
- Draai de lamphouder een kwart omwenteling linksom.
- Vervang de lamp. Lamp, bereikbaar vanaf de buitenzijde
(achterdeuren)
- Draai de twee bouten los met behulp van
een Torx TM -sleutel met 20 mm-hulpstuk.
- Verwijder de lampunit.
- Vervang de lamp. Type B, P21 W - 21W
Lamp op de bovenste deur
- Verwijder de bouten met behulp van een 8 mm-sleutel.
- Druk de defecte lamp iets in en draai hem linksom om hem te verwijderen.
- Vervang de lamp.