Page 58 of 332

56
Motorolieniveaumeter*
Te weinig olie
Als het motorolieniveau te laag is, wordt
de melding "Te laag olieniveau" op het
instrumentenpaneel weergegeven in
combinatie met het branden van het
verklikkerlampje Service en een geluidssignaal.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olie
worden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Raadpleeg de rubriek "Niveaus controleren".
Storing van de motorolieniveaumeter
Als de melding "Ongeldige meting olieniveau"
wordt weergegeven, duidt dit op een storing in
de motorolieniveaumeter.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Als de motorolieniveaumeter niet werkt, wordt
het motoroliepeil niet meer gecontroleerd.
Zolang het systeem niet werkt, moet u het
motoroliepeil controleren met de peilstok in de
motorruimte.Op het display wordt in het gedeelte A de
totale kilometerstand en in het gedeelte B de
dagteller weergegeven.
Druk, als de dagteller wordt weergegeven,
enkele seconden op de knop.
Kilometerteller
Nulstelling dagteller
Bij uitvoeringen met een motorolieniveaumeter wordt bij het aanzetten van het contact eerst de
onderhoudsindicator weergegeven en vervolgens gedurende enkele seconden het motorolieniveau.
Een controle van het olieniveau is alleen
betrouwbaar als de auto op een vlakke,
horizontale ondergrond staat en de motor
minstens 30 minuten niet heeft gedraaid.
Olieniveau correct
Raadpleeg de rubriek "Niveaus
controleren".
* Volgens uitvoering.
Controle tijdens het rijden
Page 59 of 332
57
508RXH_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2014
De boordcomputer geeft tijdens het rijden
verschillende informatie (actieradius,
brandstofverbruik...).
Boordcomputer
Display van het instrumentenpaneel
Weergave van de informatie
F Druk op de toets op het stuur wiel om achtereenvolgens de verschillende functies
van de boordcomputer weer te geven. -
A
ctuele informatie:
● actieradius,
● huidig brandstofverbruik,
● de teller van het Stop & Start-
systeem.
- Traject
"1":
● gemiddelde snelheid,
v
oor het eerste traject,
● gemiddeld
b
randstofverbruik,
● afgelegde afstand.
- Traject "2":
● gemiddelde
snelheid,
v
oor het tweede traject,
● gemiddeld
b
randstofverbruik,
● afgelegde
afstand.
F
O
f op het uiteinde van de
ruitenwisserschakelaar.
1
Controle tijdens het rijden
Page 62 of 332

60
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats als
tijdens het rijden de streepjes continu
worden weergegeven.
Deze functie wordt alleen weergegeven
bij snelheden vanaf 30 km/h.
Deze waarde kan variëren door een
gewijzigde rijstijl of het rijden op een
helling, waardoor het momentele
brandstofverbruik aanzienlijk kan wijzigen.
Boordcomputer, enkele definities...
Actieradius
(km of miles)
De actieradius geeft aan
hoeveel kilometer u nog met
de resterende hoeveelheid
brandstof kunt rijden, berekend
op basis van het gemiddelde
verbruik over de laatste
afgelegde kilometers.
Als de actieradius minder dan 30 km bedraagt,
verschijnen streepjes op het display. Na het
tanken van minimaal 5
liter brandstof wordt de
actieradius opnieuw berekend en weergegeven
als deze meer dan 100 km bedraagt.
Huidig verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde
brandstofverbruik over de
laatste seconden.
Gemiddeld verbruik
(l/100 km, km/l of mpg)
Dit is het gemiddelde verbruik
sinds de laatste nulstelling van
de boordcomputer.
Gemiddelde snelheid
(km/h of mph)
Dit is de gemiddelde snelheid
sinds de laatste nulstelling van de
boordcomputer (contact aan).
Het hybridesysteem en de
elektromotor zorgen niet voor een
grotere actieradius, neem daarom de
aanwijzingen van de boordcomputer
in acht.
Controle tijdens het rijden
Page 69 of 332

67
508RXH_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Selectieve ontgrendeling
F Alleen het bestuurdersportier ontgrendelen: druk één keer op
het geopende hangslot.
Met de afstandsbediening
De selectieve ontgrendeling kan worden
ingesteld met behulp van het configuratiemenu
op het display van het instrumentenpaneel.
S
tandaard is de volledige ontgrendeling
geactiveerd.Met de elektronische sleutel
F Steek om alleen het bestuurdersportier te ontgrendelen, terwijl u de elektronische
sleutel op zak hebt, uw hand achter de
portiergreep van het bestuurdersportier en
trek het portier open.
F
S
teek om de auto volledig te ontgrendelen
uw hand achter de portiergreep van een
van de andere portieren, aan de zijde waar
de elektronische sleutel zich bevindt, en
trek het portier open.
Het ontgrendelen wordt bevestigd
door het gedurende ongeveer
2
seconden snel knipperen van de
richtingaanwijzers.
Tegelijkertijd worden, afhankelijk
van de uitvoering van de auto, de
buitenspiegels uitgeklapt.
F
D
e overige portieren en de achterklep
ontgrendelen: druk nogmaals op het
geopende hangslot.
Vuil (vocht, stof, modder, zout, ...) op de
binnenzijde van de portiergreep kan de
detectie negatief beïnvloeden.
Als na het reinigen van de binnenzijde
van de portiergreep met een doek
de detectie niet verbetert, raadpleeg
dan het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Plotseling contact met water
(waterstraal, hogedrukspuit, ...) kan
door het systeem worden beschouwd
als een verzoek om ontgrendelen van
de auto.
2
Toegang tot de auto
Page 70 of 332

68
508RXH_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Sluiten van de auto
Normale vergrendeling
Met de sleutel
F Draai de sleutel in de richting van de achterzijde van de auto om de auto volledig
te vergrendelen.
Met de afstandsbediening
F Druk op het gesloten hangslot om de auto volledig te
vergrendelen.
Ontgrendelen van de bagageruimte
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de auto te ontgrendelen en de
bagageruimte te openen.
Met de elektronische sleutel
F Trek als de elektronische sleutel zich binnen het detectiebereik bevindt aan de
handgreep 1 om de auto te ontgrendelen
en de bagageruimte te openen.
Selectieve ontgrendeling bagageruimte geactiveerd
Het selectief ontgrendelen van de
bagageruimte kunt u instellen met
behulp van het configuratiemenu op het
display van het instrumentenpaneel.
Standaard is deze functie uitgeschakeld.
F
M
et de afstandsbediening of de
elektronische sleutel wordt dan alleen de
bagageruimte ontgrendeld en/of geopend.
Vergeet niet de bagageruimte weer te
vergrendelen.
Toegang tot de auto
Page 73 of 332

71
508RXH_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Vergrendelen / ontgrendelen van binnenuit
Automatische centrale
vergrendeling van de portieren
De portieren kunnen tijdens het rijden
automatisch worden vergrendeld (bij een
snelheid hoger dan 10 km/h).
Houd om deze functie in of uit te schakelen de
knop ingedrukt tot een melding op het display
wordt weergegeven.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld of als
de auto is vergrendeld met de afstandsbediening
of de portiergrepen, is de knop buiten
werking. Gebruik in dat geval de sleutel of de
afstandsbediening om de auto te ontgrendelen.
Het rijden met vergrendelde portieren
kan bij een noodgeval de toegang tot de
auto voor de hulpdiensten belemmeren.F
D
ruk op het symbooltje van het
gesloten hangslot om de eerder
vergrendelde auto te lokaliseren
op een parkeerplaats.
Lokaliseren van de auto
F Druk op de knop om de portieren en de achterklep te ver- of ontgrendelen.
Als de supervergrendeling is ingeschakeld, is
de knop buiten werking. De plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers knipperen gedurende enkele
seconden.
Als u vanwege het vervoer van een groot
voorwerp met de achterklep geopend
rijdt, kunt u het waarschuwingssignaal
voor de geopende achterklep
uitschakelen door de knop in te drukken.
Bij het van binnenuit vergrendelen
worden de buitenspiegels niet ingeklapt.
2
Toegang tot de auto
Page 75 of 332

73
508RXH_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Batterij van de sleutel vervangen
Batterij ref.: CR2032 / 3 V.
D eze batterij is via het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats verkrijgbaar.
Als de batterij van de afstandsbediening
vervangen moet worden, wordt u
gewaarschuwd door een melding op het display
van het instrumentenpaneel.
F
W
ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
P
laats een nieuwe batterij in de juiste
richting in de houder.
F
D
ruk het deksel op de afstandbediening vast.Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
Synchroniseren
(elektronische sleutel)
F Zet het contact af.
F D ruk zo snel mogelijk gedurende enkele
seconden op een van de knoppen van de
afstandsbediening.
F
Z
et het contact aan.
De elektronische sleutel werkt nu weer.
Batterij van de elektronische
sleutel vervangen
Batterij ref.: CR2032 / 3 V.
D eze batterij is via het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats verkrijgbaar.
Als de batterij vervangen moet worden, wordt u
gewaarschuwd door een melding op het display
van het instrumentenpaneel.
F
W
ip het deksel met een spits voor werp bij
de sleutelhanger los.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
S
chuif de nieuwe batterij in de juiste
richting op zijn plaats.
F
Z
et het deksel aan de voorzijde vast en klik
het dicht.
F
S
ynchroniseer de elektronische sleutel.
2
Toegang tot de auto
Page 81 of 332
79
508RXH_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2014
Bagageruimte
F Ontgrendel de auto volledig met de afstandsbediening of de sleutel, duw op de
hendel A en open de achterklep.Vanuit het interieur
Houd deze knop ingedrukt tot u aan het geluid
hoort dat de achterklep ontgrendeld is. F
T
rek de achterklep omlaag met behulp van
de handgreep aan de binnenzijde.
Openen
Als de achterklep niet goed is gesloten bij
ingeschakeld hybridesysteem of rijdende
auto (snelheid boven de 10
km/uur), verschijnt
er gedurende enkele seconden een melding op
het display van het instumentenpaneel.
Sluiten
2
Toegang tot de auto