Wassen
Was uw auto regelmatig. Was uw
auto altijd in de schaduw en gebruik
een milde autoshampoo. Spoel de
auto zorgvuldig af met schoon water.
Gebruik een hoogwaardige was omolieaanslag en vlekken te verwijde-
ren en de laklaag te beschermen.
Zorg dat u geen krassen maakt op
de lak.
Gebruik geen schurende producten en polijstmiddelen die de glans of
de dikte van de laklaag kunnen
aantasten.
LET OP!
Gebruik nooit schurende of sterke
reinigingsmiddelen zoals staalwol
of schuurpoeder. Deze veroorzaken
krassen op het metaal en de lak. Speciale verzorging
Spuit de onderzijde van de auto
regelmatig schoon (minstens één
keer per maand) wanneer u op be-
pekelde of stoffige wegen of in kust-
streken rijdt.
Het is belangrijk dat de wateraf- voeropeningen onder in de portie-
ren en in de dorpellijsten vrij zijn en
open worden gehouden.
Als u steenslag of krassen in de lak bespeurt, werk dergelijke plekken
dan meteen bij. Voor de kosten van
dergelijke reparaties is de eigenaar
van de auto verantwoordelijk.
Wanneer de auto door bijvoorbeeld een ongeval schade heeft opgelopen
aan de lak en de beschermende coa-
ting, moet u deze zo spoedig moge-
lijk laten repareren. Voor de kosten
van dergelijke reparaties is de eige-
naar van de auto verantwoordelijk. Wanneer u speciale ladingen met
chemicaliën, kunstmest, zout, enz.,
vervoert, let dan goed op of alles
goed is verpakt en afgesloten.
Wanneer u vaak op grindwegen rijdt, raden wij u aan spatlappen bij
ieder wiel te laten aanbrengen.
Gebruik Touch Up Paint of een ge- lijkwaardig product om krassen zo
snel mogelijk bij te werken. Uw er-
kende dealer heeft de lakstift die
overeenkomt bij uw lakkleur.
Verzorging van velgen en
wieldoppen
Alle velgen en wieldoppen moeten re-
gelmatig worden gereinigd met een
milde zeep en water om corrosie tegen
te gaan. Dit geldt vooral wanneer een
coating van aluminium of chroom is
aangebracht.
368
Reiniging, koplampen
Uw auto is uitgerust met kunststof
koplamplenzen en mistlampen die
lichter en minder gevoelig voor steen-
slag zijn dan glazen koplamplenzen.
Kunststof is minder krasbestendig
dan glas. Ga daarom anders te werk
bij het reinigen van de koplamplens.
Om krassen tot een minimum te be-
perken en de lichtopbrengst maxi-
maal te houden, mogen de koplamp-
lenzen niet met een droge doek
worden schoongemaakt. Verwijder
vuil met een milde zeepoplossing en
spoel goed na.
Gebruik nooit schurende reinigings-
middelen, oplosmiddelen, staalwol of
andere bijtende stoffen om de lenzen
te reinigen.Ruitoppervlakken
Alle ruiten behoren regelmatig met
een normale glasreiniger te worden
gereinigd. Gebruik nooit schurende
reinigingsmiddelen. Wees voorzichtig
bij het reinigen van de binnenkant
van de achterruit, die is voorzien van
achterruitverwarming of de achterzij-
ruit aan de rechterkant die is voorzien
van een radioantenne. Gebruik geen
schrapers of andere scherpe voorwer-
pen die krassen kunnen maken op de
elementen.
Wanneer u de binnenspiegel schoon-
maakt, moet u reinigingsmiddel op de
gebruikte doek spuiten. Spuit de rei-
nigingsvloeistof niet rechtstreeks op
de spiegel.
Kunststoflenzen van
instrumentengroep reinigen
De lenzen voor de instrumenten in
deze auto zijn gemaakt van doorzich-
tige kunststof. Wees bij het reinigen
van deze lenzen extra voorzichtig om
krassen te voorkomen.1. Reinig met een zachte bevochtigde
doek. Eventueel kan een zachte zeep-
oplossing worden gebruikt, maar ge-
bruik in geen geval reinigingsalcohol
of bijtende of schurende reinigings-
middelen. Verwijder de zeep met een
schone, vochtige doek.
2. Drogen met een zachte doek.
Verzorging van autogordels
Bleek of verf de gordels nooit en reinig
ze niet met chemische oplosmiddelen
of schurende reinigingsmiddelen. De
gordelband kan hierdoor worden aan-
getast. Ook zonnestraling kan de stof
aantasten.
Als u de gordels moet reinigen, ge-
bruik dan een lauw sopje van zachte
zeep. Verwijder de gordels hiertoe niet
uit de auto. Drogen met een zachte
doek.
Laat de gordels vervangen wanneer ze
rafels of slijtplekken vertonen of wan-
neer de gespsluitingen niet goed func-
tioneren.
370
ZEKERINGEN/TIPM
Locatie Patroonzekering Minizekering Omschrijving M33 — 10 A rood Regelmodule aandrijflijn, regelmodule transmissie
M34 — 10 A rood Parkeersensoren, verwarmingsmodule klimaatregeling, koplampsproeier, kompas, infraroodsensor, achteruit-rijcamera, lamp portier vooruit rijden/OK, lamp zak-
lamp, AHLM, relais diesel interieurverwarming, koel- ventilator diesel
M35 — 10 A rood Verwarmde buitenspiegels
M36 — 20 A geel Aansluitcontact nr. 3
M37 — 10 A rood Antiblokkeerremmen, ESP-systeem, remlichtschake- laar, regeling brandstofpomprelais hoog
M38 — 25 A blanco Motoren portiervergrendeling/-ontgrendeling, motoren achterklepvergrendeling/-ontgrendeling
De verwarmde spiegels, het elektrisch
aansluitcontact in het instrumenten-
paneel onder en de uitneembare
vloerconsole voorin zijn beveiligd met
zelfterugstellende zekeringen die al-
leen kunnen worden vervangen door een erkend dealer. Het circuit voor het
elektrische stoelverstelsysteem is be-
veiligd via een 30A-
stroomonderbreker onder de bestuur-
dersstoel. Het circuit voor elektrische
raambediening is beveiligd via een25A-stroomonderbreker onder het
dashboard bij de stuurkolom. Als
deze circuits tijdelijk of permanent
uitvallen, ga dan naar een erkende
dealer voor onderhoud.
376
In duizenden kilometers 24 48 72 96 120 144 168 192Maanden 12 24 36 48 60 72 84 96
Bougies vervangen. (***)
Luchtfilterelement vervangen.
Remvloeistof verversen (of elke 24 maanden).
Pollenfilter vervangen.
(*) Vloeistof van automatische ver-
snellingsbak verversen en filter(s)
vervangen bij 96.000 km of 48 maan-
den als u met de auto onder een van de
volgende omstandigheden rijdt: rij-
den in stadsverkeer, herhaaldelijke
korte ritten (minder dan 7-8 km), of
regelmatig trekken van aanhangwa-
gen of caravan.
(**) Verversing van de motorolie en
vervanging van het oliefilter moet
worden uitgevoerd indien dit wordt
aangegeven door een waarschuwings-
lampje of via een bericht op het in-
strumentenpaneel, en maximaal elke
12 maanden.
(***) Het vervangingsinterval van de
bougies wordt uitgedrukt in kilome-
ters, niet in maanden. Periodieke controles
Controleer na elke
1.000 kmof voor-
afgaand aan lange ritten het volgende
en vul indien nodig bij:
koelvloeistof;
remvloeistof;
stuurbekrachtigingsvloeistof;
ruitensproeiervloeistof;
stuurbekrachtigingsvloeistof;
bandenspanning en staat van de banden;
werking van verlichting (koplam- pen, richtingaanwijzers, waarschu-
wingsknipperlichten, enz.);
werking van ruitenwissers/- sproeiers, stand en slijtage van
voor- en achterwisserbladen. Controleer na elke
3.000 kmhet mo-
toroliepeil en het vloeistofpeil van de
automatische versnellingsbak (alleen
automatische versnellingsbak met
vier versnellingen).
Gebruik van auto onder zware
omstandigheden
Als de auto hoofdzakelijk onder een
van de volgende omstandigheden
wordt gebruikt:
trekken van aanhanger of caravan;
stoffige wegen;
herhaaldelijke korte ritten (minder dan 7-8 km) bij temperaturen on-
der het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstanden met lage snel-
heden of langere perioden zonder
gebruik.
390
Controleer na elke3.000 kmhet mo-
toroliepeil en het vloeistofpeil van de
automatische versnellingsbak (alleen
automatische versnellingsbak met
vier versnellingen).
Gebruik van auto onder zware
omstandigheden
Als de auto hoofdzakelijk onder een
van de volgende omstandigheden
wordt gebruikt:
trekken van aanhanger of caravan;
stoffige wegen;
herhaaldelijke korte ritten (minder dan 7-8 km) bij temperaturen on-
der het vriespunt;
motor draait vaak stationair, rijden van lange afstanden met lage snel-
heden of langere perioden zonder
gebruik.
U dient de volgende inspecties vaker
uit te voeren dan is aangegeven in het
onderhoudsschema: remblokken vóór op conditie en
slijtage contoleren;
controleren of sloten van motorkap en scharnieren schoon en vol-
doende gesmeerd zijn;
visuele controle uitvoeren van con- ditie van: motor, versnellingsbak,
pijpen en leidingen (uitlaat -
brandstofsysteem - remmen) en
rubberdelen (hoezen - manchetten
- bussen - enz.);
accustatus en het accuvloeistofni- veau (elektrolyt) controleren;
visuele controle uitvoeren van de conditie van de
hulpaandrijfriemen;
motorolie controleren en indien no- dig verversen en oliefilter
vervangen;
pollenfilter controleren en indien nodig vervangen;
luchtfilter controleren en indien no- dig vervangen.
395
Aanhangergewicht...........318
Aanhangwagen trekken........316
Aanvullend veiligheidssysteem -Airbag
..................52
ABS, waarschuwingslampje.....198
Accu................... .356
Accu,
besparingsfunctie
(bescherming)
...........149
starten met startkabels......340
van afstandsbediening
vervangen
...............22
Achterklep.................37
Achterligger................99
Achtermistlamp.............204
Achtermistlampen...........204
Achterruitvoorzieningen.......183
Additieven, brandstof.........314
Afkoelen, turbo.............269
Afstandsbediening autoradio. . . .251
Afstellen, koplampen.........151
Afvoeren,
antivries (motorkoelvloeistof). .362
Airbag.................52, 60
Airbag, activering.............61
Airbaglampje......58, 62, 80, 201
Airbagonderhoud.............62
Airbag, raam (zijgordijn). .56, 57, 60
Airbag, zij-.........56, 57, 59, 60
Airco, achterin............. .257
Airco achterin..............257
Airco, filter............260, 357
Airco, koelmiddel........356, 357
Aircosysteem...........253, 356
Airco, tips voor gebruik........260
Alarmknipperlichten..........329
Alarmlampje.............. .202
Alarmsysteem (diefstalbeveiliging). .17
Algemene informatie........17, 23
Antidiefstalsysteem............17
Antivries (motorkoelvloeistof). . .361,
362, 381
Antivries (motorkoelvloeistof), afvoeren
.............. .362
Asbak................172, 175
Assist, Hill Start.............289
Automatisch controlelampje Olie
verversen
................211
Automatische koplampen.......148
Automatischeportiervergrendelingen
.....25, 26
Automatische temperatuurregeling(ATC)
..................253
Automatische transaxle,vloeistofpeil controleren
.....366
vloeistof toevoegen........366
Automatischeversnellingsbak
. . . .270, 366, 367
Automatische versnellingsbak,schakelgroepen
...........272
soort vloeistof............366
speciale additieven........366
vloeistof bijvullen.........367
vloeistof en filter vervangen. .367
vloeistof verversen.........367
Automatisch openen, elektrisch be-diende ramen
..............30
Automatisch sluiten, elektrisch be-diende ramen
..............30
Autowasserijen............. .368
Bagagerek (dakdrager)........184
Bagageruimte..............182
Bagageruimte,
bagagebox
............. .184
Bagageruimte, voorzieningen. . . .182
Bagage (voertuiglast).........178
Banden................81, 296
Banden,
algemene informatie
.......296
bandenmaten............290
bandenspanning..........296
belastbaarheid........293, 294
compacte thuiskomer.......300
controlesysteem voor bandenspan-
ning
..................305
hoge snelheden...........298
398
levensduur..............302
opkrikken...........331, 335
oppompdruk............297
radiaal................298
reservewiel..............332
rouleren................305
slijtagemarkeringen........302
sneeuwkettingen..........304
spinnen................301
veiligheid...........289, 296
veroudering (levensduur van de
banden)
................302
vervangen..............302
verwisselen..............331
waarschuwingslampje bandenspan-
ning
..................199
winterbanden............299
Band- en
beladingsinformatiesticker
. . . .293
Bandenslijtage-indicatoren......302
Bandenspanning............297
Bandenveiligheidsinformatie. . . .289
Bandmarkeringen............289
Batterij van de afstandsbedieningvervangen
................22
Bediening van de radio........252
Bekerhouders...........173, 371
Benzine (brandstof)..........312
Benzine (brandstof),besparen
.............. .212
Bergplaats krik.............331
Bewaking,
bandenspanningssysteem
.....305
Binnenspiegel...............93
Binnenspiegel met automatischedimstand
.................93
Binnenspiegels...............93
Bougies.................. .381
Brandstof.............312, 315
Brandstof,
additieven
............. .314
benzine................312
besparen.............. .212
besparingsmodus..........212
diesel..............315, 381
ethanol................313
Brandstof
lampje
.................209
meter.................201
Brandstof,octaangetal
..........312, 381
specificaties.............381
tanken.................315
tankinhoud.............381
vereisten.............. .381
vuldop (gasdop)......201, 315
vulklep (gasdop)..........201
Brandstof besparen...........212
Brandstofbesparing...........212
Brandstofoptimalisering.......212
Brandstof tanken............315
Brandstofvuldop.............315
B-stijl................... .293
Buitenspiegels,
elektrisch bediend
..........94
inklapbaar...............94
Buitenste achteruitkijkspiegel.....93
Buitenverlichting.............81
Camera, achter.............163
Camera achter............. .163
Capaciteiten, vloeistof.........381
Carrosserie, smering van
mechanismen
.............358
Cd, onderhoud............. .252
Chassisnummer (VIN)..........8
Compacte reserveband........300
Computer, boord-............213
Connector
UCI
..................222
universele verbruiksinterface
(UCI)
.................222
Console..................179
Console, dak.............. .165
Console, verwijderbaar........181
399
Console, vloer..............179
Contact
sleutel
..................14
Contactsleutel verwijderen.......14
Corrosiebescherming..........367
Dagkilometerteller...........197
Dakconsole................165
Dakdrager (imperiaal)........184
Dashboardbekleding..........369
Datarecorder................63
Datarecorder, gebeurtenis.......63
Derde remlicht............. .380
Diagnosesysteem............351
Diagnosesysteem, onboard......351
Dieselbrandstof..........315, 381
Dieselbrandstof, vereisten......315
Disselgewicht / Gewicht
aanhangwagen
............318
Dodehoekbewaking...........96
Driepuntsgordels.............40
Elektrisch bediendeachterklep
...............37
ramen..................29
stoelen.................127
Elektrisch bediende buitenspiegels. .94
Elektrischeportiervergrendeling
........25
schuifdeur...............32
Elektrische aansluitingen.......170
Elektrische bediendespiegels
.................94
Elektronische snelheidsregeling(cruisecontrol)
............155
Elektronisch remregelsysteem. . . .284
Elektronisch remregelsysteem,rembekrachtiging
.........285
Elektronisch stabiliteitsregelsysteem(ESC)
................. .286
Elektronisch voertuiginformatiecen-
trum (EVIC)
..........163, 204
Ethanol..................313
Filters,airco
............. .260, 357
luchtfilter.............. .354
motorolie...........354, 381
oliefilter afvoeren.........353
Gebruiksaanwijzing
(instructieboekje)
............6
Geheugen (stoel metgeheugenfunctie)
..........143
Geïntegreerde voedingsmodule(zekeringen)
............. .372
Geluidsinstallatie (radio).......222
Geluidsinstallaties...........222
Gevaar,
rijden door stromend, opkomend, of
ondiep stilstaand water
.....279
Gevarenknipperlichten........329
Gordels, veiligheids-...........80
Gordelsystemen........39, 57, 61
Gordelsystemen (sedan). . .56, 57, 60
Grootlichtschakelaar/
dimlichtschakelaar
.........150
Handleiding voor het trekken van eenaanhangwagen
............318
Handrem.................281
Handsfree telefoon (Uconnect®). .101
Hill Start Assist.............289
Hoofdsteunen............. .132
Huisdieren vervoeren..........78
Indicatielampje,
Elektronisch Stabiliteitsprogramma
(ESP)
.................287
tractiecontrole...........287
wachten met starten.......209
Indicatielampje Olie
verversen
........198, 211, 391
Indicatielampje Olie verversen,resetten
.........198, 211, 391
Informatiecentrum, voertuig.....204
Inklapbare buitenspiegels.......94
Inklapbare stoelen (Stow `n Go). .134
400