Page 57 of 187
KLIMAATREGELING/VERWARMING
1 - Luchtroosters voor ontwasemen
van voorruit.
2 - Luchtroosters voor ontwasemen
van voorste zijruiten.
3 - Verstelbare roosters in het
midden en aan de zijkant.
4 - Uitstroomopeningen opzij om
lucht naar de beenruimten van de
voorpassagiers te voeren.
fig. 55F0X0027m
55
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 55
Page 58 of 187
VERSTELBARE EN
RICHTBARE
LUCHTROOSTERS fig. 56-57
De roosters kunnen naar boven en
naar beneden worden gedraaid.
A - Regelknop luchtopbrengst:
– in stand ❏: luchtrooster open;
– in stand ■: luchtrooster gesloten.B - Regelschuif voor zijdelings
richten van de luchtstroom.
De roosters kunnen naar boven
en naar beneden worden
gedraaid.
C - Vaste uitstroomopeningen voor
zijruiten fig. 57.VERWARMING EN
VENTILATIE
BEDIENINGSELEMENTEN
fig. 58
A - Regelknop van de
luchttemperatuur (mengt hete
en warme lucht).
B - Schuif voor inschakeling van de
recirculatiefunctie die invoer van
lucht van buitenaf voorkomt.
C - Knop voor inschakeling van de
ventilator.
D - Regelknop luchtverdeling.
fig. 56fig. 57
F0X0032m F0X0031m
fig. 58
F0X0033m
56
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 56
Page 59 of 187

VERWARMING
1) Draaiknop luchttemperatuur A:
wijzer in rode vlak.
2) Draaiknop ventilator C: wijzer op
gewenste snelheid.
3) Draaiknop luchtverdeling D;
wijzer op:
≤voor zowel een warme
luchtstroom naar de voeten
als het ontwasemen van de
voorruit;
μvoor lucht naar de
beenruimten en iets koelere
lucht uit de luchtroosters in
het midden en de
uitstroomopeningen op het
dashboard;
wvoor snelle verwarming.
4) Schuif recirculatie: plaats de
schuif in stand vvoor een
snellere verwarming, waarbij
alleen de lucht in het interieur
circuleert.SNEL ONTWASEN EN/OF
ONTDOOIEN
Voorruit en zijruiten
1) Draaiknop luchttemperatuur A:
wijzer in rode vlak (helemaal naar
rechts gedraaid).
2) Draaiknop ventilator C: wijzer op
maximumsnelheid.
3) Draaiknop luchtverdeling D;
wijzer op -.
BELANGRIJK Met de draaiknop
voor de luchtverdeling op -, komt
er ook lucht uit de luchtroosters in
het midden en opzij. Voor het
optimaliseren van het ontwasemen
en ontdooien (ook van de zijruiten),
moeten de luchtroosters in het
midden worden gesloten
(bedieningsknop naar beneden
gedraaid
O
p) en de luchtroosters
aan de zijkant worden geopend
(bedieningsknop naar boven
gedraaid
¥).4) Schuif luchtrecirculatie op
¶,
d.w.z. lucht van buiten wordt
naar binnen gevoerd.
Nadat de ruiten ontwasemd zijn, kan
een stand worden gekozen om
optimaal zicht te behouden.
VENTILATIE
1) Luchtroosters in midden en aan
zijkant: volledig open.
2) Draaiknop luchttemperatuur A:
wijzer in blauwe vlak.
3) Draaiknop ventilator C: wijzer op
gewenste snelheid.
4) Draaiknop luchtverdeling D;
wijzer op
¥.
5) Schuif luchtrecirculatie op
¶,
d.w.z. lucht van buiten wordt
naar binnen gevoerd.
57
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 57
Page 60 of 187

RECIRCULATIE
Met de schuif op v, circuleert
alleen de lucht in het interieur.
BELANGRIJK Wanneer de
buitentemperatuur zeer hoog is,
versnelt de recirculatie de koeling
van de lucht. De recirculatie is
bijzonder nuttig bij een hoge mate
van luchtvervuiling (in files, tunnels
enz.). Een langdurig gebruik van dit
systeem is echter niet raadzaam,
vooral als er meerdere personen in
de auto zitten.
BELANGRIJK Gebruik de
recirculatiefunctie niet tijdens
koude/regenachtige dagen. Hierdoor
kunnen de ruiten aan de binnenzijde
sneller beslaan, waardoor het zicht
en de rijomstandigheden in gevaar
kunnen worden gebracht.HANDBEDIENDE
KLIMAATREGELING
BEDIENINGSELEMENTEN
fig. 59
A - Regelknop van de
luchttemperatuur (mengt hete
en warme lucht).
B - Schuif voor inschakeling van de
recirculatiefunctie die invoer van
lucht van buitenaf voorkomt.
C - Draaiknop voor inschakeling van
de ventilator, en die bij
indrukken de airconditioning in-
/uitschakelt.De airconditioning kan alleen
worden ingeschakeld als deze
draaiknop in stand 1, 2, 3 of 4 -
staat, en wordt aangegeven door een
brandende led op de knop zelf. Als
de knop in de stand
O
pstaat, kan
de airconditioning niet worden
ingeschakeld.
D - Draaiknop luchtverdeling
fig. 59
F0X0033m
Het systeem gebruikt
het koelmiddel R134a
dat het milieu niet
verontreinigt als het per ongeluk
weglekt. Gebruik nooit het
koelmiddel R12, aangezien dit
niet compatibel is met de
systeemcomponenten.
58
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 58
Page 61 of 187

KLIMAATREGELING
(KOELING)
Voor een snelle koeling van de lucht
in het interieur is de auto met
airconditioning uitgerust.
Ga als volgt te werk:
1) Draaiknop luchttemperatuur A:
wijzer in blauwe vlak (helemaal
naar links gedraaid).
2) Draaiknop ventilator C in vierde
snelheid, wijzer op 4 -.
3) Schuif B: op v
4) Draaiknop luchtverdeling D:
wijzer op
¥; controleer of alle
luchtroosters open zijn.
5) Airconditioning: druk op de
knop C.Voor een snelle koeling van de lucht
in het interieur, wat vooral nuttig is
als de auto in de zon heeft gestaan,
moeten de portierruiten 2 of 3
minuten geheel geopend worden,
zodat de lucht ververst wordt met
lucht van buitenaf.
Voor een zwakkere koeling: zet de
schuif van de luchtrecirculatie op
¶,
verhoog de temperatuur en verlaag
de ventilatorsnelheid.
VERWARMING
Schakel voor de verwarming en
ventilatie niet de airconditioning in.
Gebruik hiervoor het normale
verwarmings- en ventilatiesysteem
(zie vorige hoofdstuk).SNEL ONTWASEN EN/OF
ONTDOOIEN
De airconditioning is zeer nuttig om
het ontwasemen te versnellen,
aangezien de lucht wordt
ontvochtigd.
Zet hiervoor de bedieningsknoppen
op ontwasemen en schakel de
airconditioning in door de knop C in
te drukken.
Voorruit en zijruiten
1) Airconditioning: druk op
de knop C.
2) Draaiknop luchttemperatuur:
wijzer in rode vlak (helemaal naar
rechts gedraaid) op koude dagen
of in blauwe vlak (helemaal naar
links gedraaid) op hete dagen.
3) Draaiknop ventilator: wijzer op
maximumsnelheid.
4) Draaiknop luchtverdeling: wijzer
op -.
5) Luchtrecirculatie uitgeschakeld,
schuif op ¶.
59
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 59
Page 62 of 187

BELANGRIJK Met de draaiknop
voor de luchtverdeling op -, komt
er ook lucht uit de luchtroosters in
het midden en opzij. Voor het
optimaliseren van het ontwasemen
en ontdooien (ook van de zijruiten),
moeten de luchtroosters in het
midden worden gesloten
(bedieningsknop naar beneden
gedraaid
Op) en de luchtroosters
aan de zijkant worden geopend
(bedieningsknop naar boven
gedraaid
¥).
Nadat de ruiten ontwasemd zijn, kan
een stand worden gekozen om
optimaal zicht te behouden.
BUITENVERLICHTING
De linkerhendel bedient de meeste
soorten buitenverlichting.
De buitenverlichting werkt
uitsluitend als de contactsleutel in de
stand MAR staat.
Bij inschakeling van de
buitenverlichting, worden het
instrumentenpaneel en verschillende
bedieningselementen op het
dashboard verlicht.
VERLICHTING UIT fig. 60
Draaischakelaar in de stand
O.
STADSLICHT fig. 60
Zet de draaischakelaar in stand
6.
Het controlelampje
3gaat op het
instrumentenpaneel branden.
DIMLICHT fig. 60
Zet de draaischakelaar in stand
2.
Het controlelampje
3gaat op het
instrumentenpaneel branden.GROOTLICHT fig. 60
Duw, met de draaischakelaar in
stand
2, de hendel naar voren
richting dashboard (stabiele stand).
Het controlelampje
1gaat op het
instrumentenpaneel branden.
Als de hendel naar het stuurwiel
wordt getrokken, dan dooft het
grootlicht (en wordt het dimlicht
weer ingeschakeld).
GROOTLICHTSIGNAAL fig. 60
Trek voor het grootlichtsignaal de
hendel naar het stuurwiel (instabiele
stand).
Het controlelampje
1gaat op het
instrumentenpaneel branden.
fig. 60
F0X0035m
60
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 60
Page 63 of 187

fig. 61
F0X0036m
RICHTINGAANWIJZERS fig. 61
Omhoog = richtingaanwijzer rechts.
Omlaag = richtingaanwijzer links.
Het controlelampje
¥of Îknippert
op het instrumentenpaneel.
De richtingaanwijzers schakelen
automatisch uit als het stuurwiel
weer wordt rechtgezet.
Als men kort richting wil aangeven,
voor het veranderen van rijstrook
waarbij het stuurwiel slechts weinig
hoeft te worden verdraaid, dan kan
de hendel iets omhoog of omlaag
worden bewogen zonder dat hij
vergrendelt (onstabiele stand).
Zodra de hendel wordt losgelaten,
keert hij in zijn ruststand terug.“FOLLOW ME
HOME” SYSTEEM fig. 62
Met dit systeem kan de ruimte vóór
het voertuig een bepaalde periode
worden verlicht.
Inschakeling
Trek, met de contactsleutel in de
stand STOP of verwijderd, de hendel
binnen 2 minuten na het afzetten van
de motor naar het stuurwiel.
Telkens dat de hendel wordt bediend,
blijft de verlichting 30 seconden
langer branden, tot een maximum van
210 seconden; hierna schakelt de
verlichting automatisch uit.
De display toont de ingestelde tijd.Uitschakeling
Houd de hendel langer dan 2
seconden naar het stuurwiel
getrokken of draai de contactsleutel
naar de stand MAR.
61
fig. 62
F0X0305m
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 61
Page 64 of 187

RUITEN REINIGEN
De rechter hendel fig. 63 bedient de
ruitenwissers/-sproeier en de
achterruitwisser en -sproeier.
RUITENWISSERS/-SPROEIER
Werkt alleen met de contactsleutel
in de stand MAR.
De hendel kan in vijf verschillende
standen worden gezet
(4 snelheidsregelingen):
0 ruitenwissers uit.
1 wissen met interval.
2 langzaam continu wissen.
3 snel continu wissen.
4 tijdelijk snel wissen (instabiele
stand).De tijdelijke snelle wisstand blijft
actief zolang de hendel handmatig in
die stand wordt gehouden.
Door de hendel los te laten, springt
deze onmiddellijk weer in de stand 0
en schakelen de ruitenwissers
automatisch uit.
Snelheidsverlaging
ruitenwissers op basis van
voertuigsnelheid
(voor bepaalde versies/markten)
Bij sommige versies, als er wordt
afgeremd tot het voertuig stilstaat,
wordt de snelheid van de
ruitenwissers automatisch een stand
verlaagd. De wisfrequentie wordt
automatisch hersteld zodra de
voertuigsnelheid boven 10 km/h
komt. Het is altijd mogelijk om de
snelheid van de ruitenwissers
handmatig te wijzigen.
fig. 63
F0X0038m
“Intelligente” wis-/wasfunctie
Trek de hendel naar het stuur
(onstabiele stand) om de
ruitensproeier in te schakelen.
Houd de hendel aangetrokken om
met één beweging de ruitenwissers/-
sproeiers in te schakelen; de
ruitenwissers worden automatisch
ingeschakeld als de hendel langer dan
een halve seconde naar het stuurwiel
wordt getrokken. Na het loslaten
van de hendel blijven de
ruitenwissers nog enkele wisslagen
werken; na enkele seconden volgt
nog een extra reinigingsslag.
62
045-094 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:13 Pagina 62