Page 129 of 187

127
ACCU LEEGGELOPEN
Raadpleeg bij voorkeur het
hoofdstuk “Onderhoud van de auto”
voor een overzicht van alle
voorzorgsmaatregelen om het
leeglopen van de accu te voorkomen
en om een lange levensduur van de
accu te kunnen garanderen.
DE ACCU OPLADEN
BELANGRIJK De beschrijving voor
het opladen van de accu geldt slechts
ter informatie. Raadpleeg bij
voorkeur het Fiat Servicenetwerk
om deze werkzaamheden te laten
uitvoeren.
Het verdient aanbeveling de accu
langzaam en met een laag ampèrage
gedurende ongeveer 24 uur op te
laden. De accu langer opladen, kan
de accu beschadigen.Ga als volgt te werk om de accu op
te laden:
– maak de minklem los van de accu;
– sluit de kabels van de acculader
aan op de accupolen; let daarbij
op de polariteit;
– schakel de acculader in;
– schakel na het opladen eerst de
acculader uit alvorens de accu los
te koppelen;
– sluit de minklem aan op de accu.
Accuvloeistof is giftig en
corrosief: vermijd
contact met huid en ogen. Het
opladen van de accu moet
worden uitgevoerd in een goed
geventileerde ruimte, uit de
buurt van open vuur en vonken:
brand- en ontploffingsgevaar.
WAARSCHUWING
Probeer een bevroren
accu niet op te laden:
eerst moet hij ontdooid worden
om het risico op ontploffing te
voorkomen. Als de accu
bevroren is geweest, moet door
vakbekwaam personeel worden
gecontroleerd of de cellen niet
beschadigd zijn en of de
behuizing geen scheuren
vertoont, waardoor de giftige
en corrosieve vloeistof kan
weglekken.
WAARSCHUWING
107-132 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:18 Pagina 127
Page 130 of 187
128
DE AUTO OPTILLEN
MET DE AUTOKRIK
Zie de paragraaf “Lekke band” in dit
hoofdstuk.
Gebruik de krik
uitsluitend voor het
verwisselen van een wiel van de
auto waarbij de krik geleverd
is. Gebruik de krik niet voor
andere doeleinden, zoals het
opkrikken van andere auto’s.
Gebruik de krik nooit om
werkzaamheden onder het
voertuig te verrichten.
WAARSCHUWING
Door de krik niet juist
te plaatsen, kan de
auto van de krik vallen.
Gebruik de krik niet voor
zwaardere lasten dan is
aangegeven op het plaatje op
de krik.
WAARSCHUWINGOnthoud dat:
– de krik behoeft geen afstelling;
– de krik niet kan worden
gerepareerd: in geval van defect
moet de krik door een origineel
exemplaar worden vervangen;
– afgezien van de slinger die in dit
hoofdstuk is aangegeven, mag geen
enkel ander gereedschap op de
krik gemonteerd worden.
107-132 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:18 Pagina 128
Page 131 of 187
129
Til de auto niet aan de
achterkant (onder de
carrosserie of de onderdelen
van de wielophanging) noch
aan de voorkant
(versnellingsbakhuis) op.
WAARSCHUWINGMET DE GARAGEKRIK
Zijdelings
De auto mag alleen zijdelings
worden opgekrikt met de hefarm
van de hydraulische krik geplaatst
zoals is afgebeeld in fig. 146 en 147.
fig. 146
F0X0129m
fig. 147
F0X0130m
fig. 148
F0X0131m
MET DE HEFBRUG
Til de auto zo op dat de uiteinden
van de hefarmen zich aan de
onderzijde van de carrosserie
bevinden, zoals aangegeven in fig. 148.
Zorg dat de hefarmen
de carrosserie of de
zijbekleding niet
beschadigen. Schik de hefarmen
op de juiste wijze en gebruik
eventueel een houten of rubber
blokje.
107-132 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:18 Pagina 129
Page 132 of 187

130
Draai vóór het slepen de
sleutel naar de stand
MAR en vervolgens naar STOP
zonder de contactsleutel uit het
slot te verwijderen. Bij
verwijdering van de sleutel
schakelt automatisch het
stuurslot in en kan het stuur
niet meer worden verdraaid.
WAARSCHUWING
Het sleepoog mag
uitsluitend worden
gebruikt voor het slepen op
wegen in geval van nood.
Het is toegestaan de auto op
korte afstanden te slepen
m.b.v. geschikte middelen
conform de
wegenverkeerswetgeving
(starre stang), om de auto op
de weg te verplaatsen om hem
gebruiksklaar te maken voor
het slepen of voor transport
met takelwagen. Het sleepoog
MAG NIET worden gebruikt
om voertuigen off-road (d.w.z.
op het terrein) te slepen of
waar hindernissen zijn en/of
voor het slepen met kabels of
andere niet-starre
hulpmiddelen.
In overeenstemming met
voornoemde voorwaarden,
moet men voor het slepen twee
voertuigen gebruiken
(een slepend en een gesleepte
voertuig), beiden zoveel
mogelijk op één lijn.
WAARSCHUWING
fig. 149
F0X0132m
DE AUTO SLEPEN
Het voertuig is voorzien van een
meegeleverd sleepoog.
Het sleepoog bevindt zich in de
gereedschapstas.
Het sleepoog bevestigen:
1) Neem het sleepoog uit de
gereedschapstas.
2) Verwijder (indien aanwezig) het
deksel op de voorbumper
fig. 149 m.b.v. een
schroevendraaier in de inkeping
op het deksel.
3) Draai het sleepoog stevig op de
schroefdraadpen fig. 150 of
fig. 151 (Adventure versie).
107-132 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:18 Pagina 130
Page 133 of 187
131
Maak voor de montage
van het sleepoog de
schroefdraad zorgvuldig
schoon. Controleer of het
sleepoog volledig op de
schroefdraadpen is gedraaid
alvorens de auto te slepen.
WAARSCHUWINGBRANDBLUSSER
(voor bepaalde versies/markten)
Sommige versies kunnen zijn
voorzien van een brandblusser
fig. 152.
De gebruik- en
onderhoudsinstructies zijn op de
brandblusser zelf aangegeven.Tijdens het slepen
werken de
rembekrachtiging en de
elektrische stuurbekrachtiging
niet. Om die reden is meer
kracht benodigd voor de
bediening van het rempedaal en
het stuur. Gebruik geen
elastische kabels voor het
slepen en vermijd bruuske
bewegingen. Zorg tijdens het
slepen dat er geen onderdelen
door de sleepverbinding
kunnen worden beschadigd.
WAARSCHUWING
Start de motor niet
wanneer het voertuig
wordt gesleept.
WAARSCHUWING
fig. 152
F0X0135m
107-132 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:18 Pagina 131
Page 134 of 187
pagina opzettelijk blanco gelaten
107-132 STRADA LUM NL 1ed 10-01-2012 15:18 Pagina 132
Page 135 of 187

133
ONDERHOUD VAN DE AUTO
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUD
Juist onderhoud is uiterst belangrijk
voor een lange levensduur van de
auto onder optimale
omstandigheden.
Om die reden heeft Fiat een reeks
controles en onderhoudsbeurten
opgesteld die elke 35.000 kilometer
uitgevoerd moeten worden.
Het geprogrammeerde onderhoud is
echter niet volledig toereikend om
de auto in optimale toestand te
houden: zowel in de beginperiode
vóór de servicebeurt bij 35.000
kilometer als daarna, tussen twee
servicebeurten in, is regelmatig wat
extra aandacht vereist, zoals
bijvoorbeeld de vloeistofniveaus
controleren en eventueel bijvullen
en de bandenspanning controleren.BELANGRIJK De servicebeurten van
het Geprogrammeerde Onderhoud
zijn door de fabrikant
voorgeschreven.
Het niet uitvoeren ervan kan het
vervallen van de garantie tot gevolg
hebben.
Het geprogrammeerde onderhoud
wordt door alle dealers van het Fiat
Servicenetwerk tegen vaste
tarieftijden uitgevoerd.Eventuele reparaties die nodig
blijken tijdens het uitvoeren van de
diverse inspecties en controles van
het geprogrammeerd onderhoud,
mogen uitsluitend worden
uitgevoerd na toestemming van de
klant.
BELANGRIJK Het verdient
aanbeveling eventuele kleine
defecten onmiddellijk door de Fiat-
dealer te laten verhelpen en
daarmee niet te wachten tot de
volgende servicebeurt.
Als de auto dikwijls gebruikt wordt
voor het trekken van aanhangers,
dan moet een korter interval tussen
de onderhoudsbeurten worden
aangehouden.
133-154 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:31 Pagina 133
Page 136 of 187

35 70 105 140 175
24 48 72 96 120
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●●●●
●●
134
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA
De servicebeurten moeten elke 35.000 km worden verricht.
km x 1000
Maanden
Laadtoestand accu controleren en zo nodig opladen
Banden op conditie/slijtage controleren en eventueel op spanning brengen
Werking verlichtingssysteem (koplampen, richtingaanwijzers,
alarmknipperlichten, bagageruimte, inzittendenruimte, opbergvak,
lampje instrumentenpaneel, enz.) controleren
Werking van ruitenwissers/-sproeiers controleren en zo
nodig de sproeiers afstellen
Stand en conditie van wisrubbers van ruitenwissers controleren
Slot van motorkap en achterklep op aanwezigheid van vuil controleren,
schoonmaken en mechanismen smeren
Visueel de toestand controleren van: buitenzijde van carrosserie,
bodemplaatbescherming, slangen en leidingen
(uitlaat, brandstof- en remsysteem en
rubber elementen (hoezen, balgen, bussen enz.)
Conditie en slijtage remblokken van schijfremmen voor controleren
en de werking van remblokslijtagesensor controleren
Remvoeringen van trommelremmen achter op conditie en slijtage controleren
133-154 STRADA LUM NL 1ed 13-02-2012 13:31 Pagina 134