Page 25 of 187

23
fig. 26
F0X0030m
Gebruik de gordel niet
voor een kind dat bij
een volwassene op schoot zit,
waarbij de gordel voor beiden
wordt gebruikt fig. 26.
WAARSCHUWING
Het is ten strengste
verboden onderdelen
van de veiligheidsgordel of
gordelspanner te demonteren
of aan te passen.
Werkzaamheden aan deze
onderdelen moeten worden
uitgevoerd door gekwalificeerd
en erkend personeel. Wendt u
zich altijd tot het Fiat
Servicenetwerk.
WAARSCHUWING
Nadat een gordel aan
een zware belasting is
blootgesteld (bijvoorbeeld bij
een ongeval), moet de gordel
compleet met de
verankeringen,
bevestigingsschroeven en de
gordelspanner worden
vervangen. Ook al vertoont de
gordel geen zichtbare defecten,
kan hij namelijk zijn weerstand
hebben verloren.
WAARSCHUWING
Elke gordel mag door
slechts één persoon
gebruikt worden: reis niet met
kinderen op schoot waarbij de
gordel voor beiden gebruikt
wordt. Steek geen enkel
voorwerp tussen de gordel en
het lichaam van een inzittende.
WAARSCHUWING
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:39 Pagina 23
Page 26 of 187

24
Ook zwangere vrouwen moeten de
veiligheidsgordel omleggen: voor
zwangere vrouwen en het
ongeboren kind wordt het risico op
verwondingen bij een ongeval fors
ingeperkt als de gordel wordt
gedragen.
Vanzelfsprekend moeten zwangere
vrouwen het onderste deel van de
gordel lager omleggen, zodat de
gordel over het bekken en onder de
buik loopt fig. 27.
fig. 27
F0X0155m
HOE DE
VEILIGHEIDSGORDELS IN
OPTIMALE TOESTAND
HOUDEN
1) Zorg altijd dat de gordel degelijk
uitgetrokken en niet gedraaid is;
controleer ook of de rolautomaat
niet haperend werkt.
2) Vervang de gordels na een
ongeval, ook al lijken ze niet
beschadigd.
3) Gebruik water en neutrale zeep
om de gordels met de hand te
wassen. Spoel de gordels en laat
ze in de schaduw drogen. Gebruik
nooit agressieve, blekende of
kleurende middelen of andere
producten die het weefsel van de
gordel kunnen aantasten.
4) Zorg dat er geen vocht in de
rolautomaat komt: de goede
werking ervan is alleen
gegarandeerd als ze droog blijven.
5) Vervang de gordels als ze sporen
van slijtage of beschadiging
vertonen.
BIJZONDER
GEVAARLIJK:
Als de auto een airbag
aan passagierszijde
heeft, plaats dan geen
kinderzitje op de
passagiersstoel.
WAARSCHUWING
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:39 Pagina 24
Page 27 of 187

25
De gordelspanner vereist geen
onderhoud of smering. Elke
verandering van de oorspronkelijke
conditie zal de werking ervan
benadelen. Als de gordelspanner
door extreme natuurlijke
gebeurtenissen (bijv.
overstromingen, vloedgolven enz.)
met water en modder in contact is
geweest, dan moet hij worden
vervangen.
Voor een maximale bescherming
door de gordelspanners moet de
veiligheidsgordel zo worden
omgelegd dat hij goed op borst en
bekken aansluit.GORDELSPANNERS
Voor een nog doeltreffendere
bescherming zijn de
veiligheidsgordels van de Fiat Strada
met gordelspanners uitgerust. De
gordelspanners “voelen” via een
sensor wanneer een heftige botsing
plaatsvindt en trekken de gordels
enige centimeters aan. Op die
manier worden de inzittenden veel
beter op hun plaats gehouden en
wordt de voorwaartse beweging
ingeperkt. De rolautomaat blokkeert
als de gordelspanner in werking is
geweest; het oprollen van de gordel
is niet meer mogelijk, ook niet als hij
wordt begeleid.
Tijdens de werking van de
gordelspanner kan er wat rook
ontsnappen. Deze rook is niet
schadelijk en duidt niet op brand.De gordelspanners
vereisen geen
onderhoud of inwendige
smering. De gordelspanners
mogen nooit eigenhandig
gerepareerd of geopend
worden. Dit kan de werking
van de veiligheidsvoorzieningen
in gevaar brengen. Als
werkzaamheden nodig
mochten zijn, neem dan
contact op met het Fiat
servicenetwerk.
WAARSCHUWING
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:39 Pagina 25
Page 28 of 187

26
Werkzaamheden in de
zone rondom de
gordelspanners waarbij
stoten, trillingen of plaatselijke
verhitting (maximum 100°C
gedurende ten hoogste 6 uur)
optreden, kunnen de
gordelspanners beschadigen of
doen activeren. De gordelspanners
worden niet beïnvloed door
trillingen voortgebracht door een
slecht wegdek of door contact met
kleine obstakels zoals
trottoirbanden. Wendt u zich voor
eventuele werkzaamheden tot het
Fiat Servicenetwerk.KRACHTBEGRENZERS
(voor bepaalde versies/markten)
Voor een nog betere bescherming
van de inzittenden bij een ongeval,
zijn de rolautomaten van de gordels
voor en achter (voor bepaalde
versies/markten) voorzien van een
krachtbegrenzer die bij een frontale
aanrijding de piekbelasting op de
borst en schouders beperkt.
De gordelspanner kan
slechts één keer
geactiveerd worden. Na
activering dient men zich te
wenden tot het Fiat
Servicenetwerk om de
gordelspanners te laten
vervangen. Raadpleeg het
gegevensplaatje in het
dashboardkastje om de
geldigheid van de
gordelspanners te controleren.
Laat voor het verstrijken van
deze geldigheidsdatum het
systeem door het Fiat
Servicenetwerk vervangen.
WAARSCHUWING
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:39 Pagina 26
Page 29 of 187
27
INSTRUMENTEN
SNELHEIDSMETER fig. 33-34
Afhankelijk van de versie kan het
meetbereik van de snelheidsmeter
verschillen.
fig. 34
F0X0037m
fig. 33
F0X0018m
BRANDSTOFMETER
fig. 35-36
De wijzer geeft de hoeveelheid
brandstof in de tank aan. Het reservelampje A gaat branden
wanneer er nog circa 5,5-7,5 liter
brandstof in de tank is.
Rijd niet met een bijna lege tank: een
onregelmatige brandstoftoevoer kan
de katalysator schade toebrengen.
E - tank leeg.
F - tank vol.
fig. 36
F0X0039m
fig. 35
F0X2010m
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:39 Pagina 27
Page 30 of 187

28
KOELVLOEISTOF-
TEMPERATUURMETER
fig. 37-38
Als het waarschuwingslampje A op
het instrumentenpaneel gaat
branden, dan is de temperatuur van
de koelvloeistof te hoog. Onder
normale gebruiksomstandigheden
kan de wijzer op verschillende
posities binnen het meetbereik
staan. Dit hangt af van de
gebruiksomstandigheden van de auto
en van de zelfregulerende werking
van het motorkoelsysteem.
De wijzer mag in elk geval niet in de
rode gevarenzone staan.
fig. 37
F0X0301m
BELANGRIJK Als de meter een lege
brandstoftank aangeeft en het
waarschuwingslampje van de
brandstofreserve A-fig. 35-36
knippert, dan duidt dit op een
storing in het systeem. Bij sommige
versies wordt dezelfde
storingsmelding door het knipperen
van de schaal C op de display
gegeven. Neem in dat geval contact
op met het Fiat Servicenetwerk om
het systeem te laten controleren.BELANGRIJK Als de wijzernaald aan
het begin van de schaal staat (lage
temperatuur) en het
waarschuwingslampje A voor een te
hoge koelvloeistoftemperatuur
brandt, dan is er een storing in het
systeem. Neem in dat geval contact
op met het Fiat Servicenetwerk om
het systeem te laten controleren.
De wijzernaald kan ook in het rode
gebied komen als te langzaam bij
zeer hoge buitentemperaturen
wordt gereden. In dit geval wordt
geadviseerd te stoppen en de motor
af te zetten.
Start de motor vervolgens opnieuw
en geef iets gas.
fig. 38
F0X0302m
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:39 Pagina 28
Page 31 of 187
29
Als de wijzernaald in het
rode gebied komt, zet
dan onmiddellijk de
motor af en neem contact op
met het Fiat Servicenetwerk.
Als deze situatie
ondanks alle getroffen
maatregelen aanhoudt,
zet dan de motor af en neem
contact op met het Fiat
Servicenetwerk.
TOERENTELLER fig. 39-40
Als de wijzernaald in het rode gebied
staat, dan draait de motor met een
te hoog toerental en kan de motor
beschadigd raken. Dit moet dan ook
vermeden worden.BELANGRIJK De
inspuitregeleenheid blokkeert
geleidelijk de brandstoftoevoer
wanneer de motor met te hoge
toerentallen draait, met afname van
het motorvermogen tot gevolg.
fig. 39
F0X0303m
fig. 40
F0X0304m
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:39 Pagina 29
Page 32 of 187

30
KOMPAS fig. 41
Sommige versies kunnen uitgerust
zijn met een navigatiekompas A. Dit
instrument geeft de juiste richting
aan door de rode leds op de schaal
in te schakelen. De belangrijkste
kardinale punten zijn op de schaal
aangegeven: N = Noord, S = Zuid,
E = Oost, W = West plus
NW = Noord-Westen,
NE = Noord-Oosten,
SW = Zuid-Westen,
SE = Zuid-Oosten.
BELANGRIJK De door het kompas
verschafte aanduiding mag slechts als
een hulpmiddel voor de bestuurder
wordt beschouwd. De bestuurder
mag niet uitsluitend op dit navigatie-
instrument vertrouwen, door naar
en in onbekende plaatsen en/of
gebieden te rijden.
BELANGRIJK In geval van sterke
magnetische velden (mobiele
telefoons, RF-antennes etc.) kan het
kompas verkeerde aanwijzingen
verschaffen.
S WESWSE-1-2
-3
-4
x10°-1
-2
-3
-40 01
-1
-2
-3
-4
x10°-1
-2
-3
-40
0
1
fig. 41
F0X0025m
HELLINGMETERS fig. 41
Sommige versies kunnen uitgerust
zijn met een hellingmeter van de
dwarsrichting B en een hellingmeter
van de lengterichting C.
De hellingmeters geven aanduidingen
op een schaal met stappen van
10 graden, van +40 tot -40 graden.
Bij stilstaand voertuig (acceleratie
van minder dan 0,18 G), komt de
aanduiding overeen met de
hellingshoek van het voertuig zelf.
BELANGRIJK De door de
hellingmeters verschafte aanduiding
mag slechts als een hulpmiddel voor
de bestuurder en niet als een
“controle” van het voertuig worden
beschouwd. De bestuurder is altijd
verantwoordelijk voor de controle
van het voertuig onder alle
omstandigheden.
Het risico op omslaan
is ook bij voertuigen
met hellingmeters aanwezig.
Vermijd dus gevaarlijke
situaties voor uzelf en andere
weggebruikers.
WAARSCHUWING
007-044 STRADA LUM NL 2ed 4-04-2012 9:39 Pagina 30