Page 65 of 210

64
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
BAGAGERUIMTE
IN NOODGEVALLEN OPENEN
VAN BINNENUIT
In geval van nood kan de bagageruimte
vanuit het interieur van de auto geopend
worden; ga hiervoor als volgt te werk:
❒open de zijschuifdeur en klap de rug-
leuning van de achterbank neer, zodat
de laadruimte bereikt kan worden
(Combi-uitvoeringen);
of
❒open de zijschuifdeur (Cargo-uitvoe-
ringen)
❒bedien het mechanisme A-fig. 79aan
de binnenzijde van de rechter achter-
deur;
❒open de linker achterdeur door de be-
treffende handgreep te bedienen (zie de
paragraaf “Portieren” in dit hoofdstuk).
fig. 79F0T0060m
Bij het gebruik van de baga-
geruimte mag het maximum
laadvermogen van de auto nooit
overschreden worden (zie hoofdstuk
“Technische gegevens”). Controleer
bovendien of de bagageruimte goed
geladen is, om te voorkomen dat een
voorwerp bij bruusk remmen naar vo-
ren schiet en letsel veroorzaakt.
ATTENTIE!
Als u in een gebied rijdt waar
brandstof moeilijk verkrijg-
baar is en u daarom reservebrandstof
in een jerrycan wilt vervoeren, dan
dient u zich aan de geldende wetge-
ving te houden. Gebruik alleen een
goedgekeurde jerrycan en bevestig de-
ze op passende wijze. Toch zal bij een
ongeval de kans op brand groter zijn.
ATTENTIE!
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 64
Page 66 of 210

65
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
HOEDENPLANK VERWIJDEREN
(Combi-uitvoeringen)
De hoedenplank fig. 80bestaat uit twee
delen. Ga voor volledige verwijdering als
volgt te werk:
❒open de achterdeuren, haak de pen A-
fig. 82los uit de zitting B-fig. 83door
het voorste deel A-fig. 81omhoog te
plaatsen;
❒haak de pennen Ben C-fig. 82los uit
de zittingen Den E-fig. 83door het
achterste deel B-fig. 81omhoog te
plaatsen;Als de achterbank volledig is omgeklapt,
verwijder de hoedenplank dan zoals hier-
voor is beschreven en plaats hem dwars
tussen de rugleuningen van de voorstoe-
len en de omgeklapte achterbank.
Voer voor het terugplaatsen van de hoe-
denplank de beschreven handelingen in
omgekeerde volgorde uit.
fig. 80F0T0061mfig. 81
A
A
F0T0062mfig. 83
D
E
B
F0T0287m
fig. 82
AAA
F0T0063m
Het is absoluut verboden de
achterbank met neergeklap-
te rugleuning te gebruiken voor het
vervoer van lading of bagage. De la-
ding kan tegen de rugleuning van de
voorstoelen worden geworpen, waar-
door de inzittenden ernstig kunnen
worden verwond.
ATTENTIE!
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 65
Page 67 of 210

66
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
BAGAGERUIMTE VERGROTEN
Ga als volgt te werk:
❒open de achterdeuren en verwijder de
hoedenplank (zie de aanwijzingen in de
vorige paragraaf);
❒laat de hoofdsteunen van de achterbank
geheel zakken;❒plaats de veiligheidsgordel opzij en con-
troleer of de gordel niet gespannen is of
gedraaid zit;
❒trek de borghendel van de rugleuning A-
fig. 84omhoog en kantel de rugleuning
naar voren, zodat een vlakke laadruimte
ontstaat. Als de borghendel omhoog
staat, is er een “rode band” Bzichtbaar;Uitvoeringen met ondeelbare
achterbank
Om de capaciteit van de laadruimte ver-
der te vergroten, moet u aan het lipje A-
fig. 85achter de rugleuning van de ach-
terbank trekken en de zitting en rugleu-
ning naar voren klappen fig. 86;
Uitvoeringen met deelbare
achterbank
Om de capaciteit van de laadruimte verder
te vergroten, moet u aan de lippen A en
B-fig. 87achter de rugleuningen van de
achterbank trekken en de zittingen en rug-
leuningen neerklappen fig. 88.
OpmerkingZowel de ondeelbare als de
deelbare achterbank hebben op de achter-
ste rand van de zitting elastieken om de
neergeklapte achterbank te bevestigen aan
de stangen voor de hoofdsteunen van de
voorstoelen.
fig. 84
AB
F0T0064m
fig. 85F0T0065m
fig. 86F0T0066m
fig. 87
AB
F0T0289m
fig. 88F0T0290m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 66
Page 68 of 210

67
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
ACHTERBANK VERWIJDEREN
Indien lading met ongewone afmetingen
moet worden vervoerd, kan de laadruimte
verder worden vergroot door de achter-
bank te verwijderen.
Combi-uitvoeringen
Na het neerklappen van de achterbank zo-
als hiervoor beschreven, moet u de twee
beugels A-fig. 89aan de zijkant van de
achterbank bedienen (een per zijde).ACHTERBANK
TERUGPLAATSEN
Ga als volgt te werk:
❒controleer of de veiligheidsgordels goed
in de betreffende geleidebeugels zitten;
❒kantel de zitting terug en controleer of
deze goed vastgehaakt is;
❒zet de rugleuning weer rechtop en con-
troleer of hij goed vastgehaakt zit.
Onder de zitting van de deelbare achter-
bank is op een afbeelding (fig. 90) aange-
geven hoe de zitting moet worden ver-
grendeld in de beugels die op de bodem-
plaat zijn geschroefd.BAGAGE VASTZETTEN
Er zijn voor de bevestiging van de lading
haken op de laadvloer aanwezig (het aan-
tal is afhankelijk van de uitvoering).
fig. 91: Cargo-uitvoeringen;
fig. 92: Combi-uitvoeringen.
fig. 91F0T0057mfig. 89
AA
F0T0199m
fig. 92F0T0058m
fig. 90
2
3
1
F0T0302m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 67
Page 69 of 210

68
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
Controleer of de armen van
de ruitenwissers tegen de ruit
aanstaan voordat u de motorkap op-
tilt.
ATTENTIE!
MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de hendel A-fig. 93in de richting
van de pijl;
❒trek aan het hendeltje B-fig. 94en til
de motorkap omhoog;
❒open de motorkap;
❒plaats de steunstang van de motorkap
A-fig. 95omhoog totdat hij hoorbaar
vergrendelt;
fig. 93F0T0045m
fig. 94F0T0067m
fig. 95
A
F0T0216m
SLUITEN
Ga als volgt te werk:
❒houd de motorkap met een hand om-
hoog, trek met de andere het mecha-
nisme A-fig. 96naar u toe en laat de
stang Bzakken;
❒laat de motorkap tot op ongeveer 20
cm van de motorruimte zakken, laat de
motorkap vallen en controleer of de
motorkap goed is gesloten door hem
op te tillen. De motorkap mag niet al-
leen door de beveiliging vergrendeld
zijn. Druk in dit laatste geval de mo-
torkap niet dicht, maar til hem opnieuw
op en herhaal de handeling.
fig. 96
A
B
F0T0283m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 68
Page 70 of 210

69
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
BELANGRIJK Onder de motorkap be-
vindt zich een plaatje met een korte sa-
menvatting van de hiervoor beschreven
handelingen voor het openen/sluiten van
de motorkap (zie fig. 97).
fig. 97
F0Q0603m
12
CLACK
=
OK
PUSH TO OPEN12
PULL TO CLOSE
F0T0215m
Om veiligheidsredenen moet
de motorkap tijdens het rij-
den altijd goed gesloten zijn. Contro-
leer daarom altijd of de motorkap
goed vergrendeld is. Als u tijdens het
rijden merkt dat de motorkap niet
goed is vergrendeld, stop dan onmid-
dellijk en sluit de motorkap op de juis-
te wijze.
ATTENTIE!
IMPERIAAL/SKIDRAGER
BEVESTIGINGSPUNTEN
De bevestigingspunten bevinden zich op
de punten A, B, C-fig. 98.
DAKRAILS fig. 99
(indien aanwezig)
Enkele uitvoeringen zijn uitgerust met
twee dakrails waarop verschillende ac-
cessoires geplaatst kunnen worden voor
het vervoer van diverse voorwerpen (ski-
’s, surfplanken enz.).
fig. 98F0T0154m
fig. 99F0T0176m
Houdt u zorgvuldig aan de
wettelijke bepalingen be-
treffende de maximale afmetingen.
ATTENTIE!
Controleer na enkele kilo-
meters rijden nogmaals of de
bevestigingsbouten nog goed vastzit-
ten.
ATTENTIE!
Verdeel de lading gelijkmatig
en houd tijdens de rit rekening
met een verhoogde zijwindge-
voeligheid.
Het maximum laadvermogen
van de auto mag nooit over-
schreden worden (zie hoofd-
stuk “Technische gegevens”).
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 69
Page 71 of 210

KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk
voor het comfort en de veiligheid van uzelf
en de overige weggebruikers. Voor opti-
maal zicht en zichtbaarheid moeten de
koplampen op de juiste wijze zijn afgesteld.
Wendt u voor controle of afstelling tot
het Fiat Servicenetwerk.
KOPLAMPVERSTELLING
De stand kan worden geregeld als de con-
tactsleutel in stand MARstaat en de dim-
lichten zijn ingeschakeld.
Als de auto beladen is, helt hij achterover.
Het gevolg is dat de lichtbundel meer naar
boven schijnt. De stand van de koplampen
moet nu worden gecorrigeerd.
70
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
MISTLAMPEN VOOR
AFSTELLEN
(indien aanwezig)
Wendt u voor controle of afstelling tot
het Fiat Servicenetwerk.
KOPLAMPAFSTELLING IN HET
BUITENLAND
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik
in het land waarin de auto is verkocht. In
die landen waarin aan de andere zijde van
de weg wordt gereden, moet om het te-
gemoetkomende verkeer niet te verblin-
den, de vorm van de lichtbundel worden
gewijzigd door het aanbrengen van een
speciaal daarvoor ontwikkelde sticker. De-
ze sticker is opgenomen in het Fiat Line-
accessori-programma en verkrijgbaar bij
het Fiat Servicenetwerk. Koplampen afstellen
De koplampen kunnen worden versteld
met de knoppen Òen fig. 100op het
schakelaarpaneel.
Op het display van het instrumentenpa-
neel wordt de stand aangegeven.
Stand 0 - een of twee personen op de
voorstoelen.
Stand 1 - vijf personen.
Stand 2 - vijf personen + bagage in de ba-
gageruimte.
Stand 3 - bestuurder + maximale lading in
de bagageruimte.
BELANGRIJK Controleer de afstelling van
de koplampen telkens als het gewicht van
de lading wijzigt.
fig. 100F0T0037m
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 70
Page 72 of 210

71
VEILIGHEID
STARTEN EN
RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENINGSE-
LEMENTEN
ABS
Het ABS dat geïntegreerd is in het rem-
systeem, voorkomt dat tijdens het rem-
men de wielen blokkeren, ongeacht de
conditie van het wegdek en de pedaaldruk,
en verhindert daarmee het doorslippen
van een of meerdere wielen. Hierdoor
blijft de auto bestuurbaar, zelfs bij nood-
stops.
Het systeem wordt gecompleteerd met
een elektronische remdrukverdeling EBD
(Electronic Braking Force Distribution),
die de remdruk verdeelt tussen de voor-
en achterwielen.
BELANGRIJK Voor een maximale werking
van het remsysteem is een inrijperiode no-
dig van ongeveer 500 km: tijdens deze pe-
riode moet bruusk, herhaaldelijk of lang-
durig remmen worden voorkomen.STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Bij een storing brandt het waarschu-
wingslampje
>op het instrumentenpa-
neel (op enkele uitvoeringen verschijnt
ook een bericht op het display (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
In dat geval blijft het remsysteem normaal
werken, maar zonder de mogelijkheden
van het ABS. Rijd voorzichtig naar de
dichtstbijzijnde werkplaats van het Fiat
Servicenetwerk om het systeem te laten
controleren. ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Als het ABS in werking is getreden, merkt
de bestuurder dit aan een trilling in het
rempedaal, die gepaard gaat met enig ge-
luid: dit geeft aan dat het noodzakelijk is
uw snelheid aan te passen aan de beschik-
bare grip op het wegdek.
Als het ABS in werking
treedt, merkt u dat aan een
trilling in het rempedaal. Verlaag de
remdruk niet maar houd het rempe-
daal juist goed ingetrapt; op deze ma-
nier hebt u de kortste remweg in re-
latie tot de conditie van het wegdek.
ATTENTIE!
Als het ABS in werking
treedt, dan is de grip van de
banden op het wegdek beperkt: u
dient uw snelheid te verlagen en aan
te passen aan de beschikbare grip.
ATTENTIE!
Het ABS maakt zoveel mo-
gelijk gebruik van de be-
schikbare grip maar kan deze niet
verhogen. Daarom moet op gladde
weggedeelten altijd voorzichtig wor-
den gereden en mogen er geen on-
nodige risico’s worden genomen.
ATTENTIE!
036-082 Fiorino NL 1ed:_ 11-12-2009 10:39 Pagina 71