298
VRAAG ANTWOORDOPLOSSING
De voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geengeluid, 87,5 Mhz wordtg(gg(g
weergegeven...).g
Het verkeerde golfbereik is geselecteerd.
Druk op de toets BAND AST om het golfbereik (AM, FM1, FM2, FMAST) terug te vinden waarin de voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De functie TA (verkeersinformatie) isingeschakeld, maar ik krijg()()
geen verkeersinformatie g,
te horen. gg
De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzenden.
Stem af op een zender die wel verkeersinformatie uitzendt.
De ontvangstkwaliteitvan de beluisterderadiozender neemtgeleidelijk af of devoorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geengeluid, 87,5 Mhz wordtweergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostationof er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt. Activeer de functie RDS om het systeem te laten controleren of er een sterkere zender in het gebied aanwezig is.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.) veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie isingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraat of ondergrondse parkeergarage).
Laat de antenne controleren door het CITROËN-netwerk.
Het geluid van de radio valt 1 tot 2 seconden weg. Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar eeneventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station.
Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
Na het afzetten van de motor wordt deradio na enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestand van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De melding "hetaudiosysteem isoververhit" verschijnt ophet display.
Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hogeomgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler uitschakelt.
Schakel het audiosysteem enkele minuten uit omhet systeem te laten afkoelen.
302
ZOEKEN OP AFBEELDING
Cockpit
Instrumentenpanelen ......................... 26
Verklikkerlampjes.......................... 32-38
Meters ........................................... 39-41
Opschakelindicatort ......................... 136
Knoppen ............................................ 42
- dagteller
- weerstand
Parkeerplaatsassistent .................... 155
Ruitbediening................................ 75-76
Buitenspiegels ................................... 65
Motorkap openen............................. 162
Zekeringen dashboard.............. 191-193
Elektronisch geregelde vering
"Hydractive III +" .............................. 159
Handgeschakelde- / EGS- /
automatische
versnellingsbak
... 135, 137-140, 144-147
Hill holder......................................... 134
Plafondlampen.............................. 94-95
Binnenspiegel ............................... 65-66
Sfeerverlichting .................................. 96
Zonwering .......................................... 98
Handrem .......................................... 126
Elektronisch bediende
handrem ................................... 127-133
Stop & Start ..................................... 141
Multifunctionele displays............... 43-46
Alarmverlichting ................................114
Ventilatie ....................................... 47-48
Automatische airconditioning met
centrale regeling ........................... 49-51
Automatische airconditioning met
gescheiden regeling ..................... 52-55
Programmeerbare verwarming ..... 56-59
Noodoproep ...................... 114, 223-224
eMyWay ........................................... 225
Autoradio ......................................... 279
Instelling datum/tijd ...................... 44, 46
Stuurverstelling .................................. 66
Voorzieningen in het interieur ..... 98-100
- handschoenenkastje
- skiluik
- stopcontacten
- matten...
305
TREFWOORDENREGISTER
A Aanhanger ............................. 200
Aanjager, regeling ............. 49, 52
Aansluiting 12V ..................... 100
ABS met elektronische
remdrukregelaar .................. 117
Accessoires ........................... 205
Accu .............................. 172, 196
Accu laden ............................ 196
Achterbank .............................. 64
Achterruitverwarming ........ 49, 52
Achteruitrijcamera ................. 158
Achteruitrijlicht ............... 185, 187
Afmetingen ............................ 217
Afstandsbediening ....... 67, 68, 72
Afstandsbediening,
batterij ............................. 71, 72
Afstandsbediening
synchroniseren ...................... 71
Airbags vóór .......................... 125
Airconditioning ................... 24, 48
Airconditioning
met centrale regeling ............. 49
Airconditioning
met gescheiden regeling ....... 52
Alarmknipperlichten ............... 114
Alarmsysteem ......................... 73
Algemeen menu .................... 282
Allesdragers .......................... 201
Antiblokkeersysteem
(ABS) ................................... 117
Antislipregeling ...................... 118
Armleuning achter ................. 100
Armleuning vóór ...................... 99
Audio-aansluitingen ....... 286, 288
Automatische
ruitenwissers ................... 92, 93
Automatisch inschakelen
alarmknipperlichten ............. 114
Automatisch inschakelen
verlichting ........................ 86, 88A Autoradio ....... 279, 281, 292, 294
Aux-ingang ............ 265, 286, 288
B Bagageafdekking .................. 103
Bagagenet voor hoge
belading ............................... 103
Bagageruimte .................... 79, 80
Bagageruimte, indeling ...101, 102
Bagageruimte openen ............. 67
Banden .................................... 24
Bandenreparatieset ............... 174
Bandenspanning ............. 24, 221
Bandenspanning, detectie ..... 115
Bandreparatieset ................... 174
Bekerhouder .................... 99, 100
Beladen ................................... 24
Benzinemotor .................. 85, 165
Bestuurdersplaats
(instellingen) .......................... 63
Binnenspiegel .................... 65, 66
Bluetooth
(handsfree set) ............ 248, 289
Bochtverlichting .................. 89-91
Boordcomputer .................. 29, 30
Brake Assist System (BAS) .... 117
Brandstof ..................... 24, 84, 85
Brandstofaddititiefniveau ....... 171
Brandstofniveaumeter ............. 84
Brandstofsysteem
ontluchten ............................ 163
Brandstoftank .................... 84, 85
Brandstoftankdop .................... 84
Brandstof tanken ............... 84, 85
Brandstoftankklep ............. 84, 85
Brandstoftank leeg (diesel) .... 163
Brandstoftanklep openen ........ 84
Brandstofverbruik .................... 24
Buitenspiegels ......................... 65C CD-/MP3 -speler ................... 285
Centrale vergrendeling ...... 68, 77
Claxon ................................... 114
Confi guratie van de auto ......... 45
Controlelampjes .......... 32, 36, 38
Controlelampjes (status) ......... 34
Controles ....... 165, 167, 172, 173
D Dagrijverlichting ............... 88, 181
Dagteller .................................. 42
Dashboardkastje ..................... 98
Dashboardverlichting .............. 42
Datum (instellen) ............... 43, 45
Dieselmotor ..................... 85, 167
Dimlicht ........................... 86, 181
Display
instrumentenpaneel ....... 26, 136
E Eco-modus ............................ 198
Eco-rijden (adviezen) .............. 24
Electronic Brake Force
Distribution (EBD) ............... 117
Elektronisch gestuurde
vering .................................. 159
eMyWay .......................... 45, 225
ESP/ASR ............................... 118
F Follow-me-home-
verlichting ........................ 69, 88
Functie snelweg
(richtingaanwijzers) ............. 114
G Geheugen instellingen
bestuurder ............................. 63
Gereedschap ......................... 177
Gewichten ............. 207, 210, 216
306
TREFWOORDENREGISTER
G Gordelverstelling ................... 119
GPS ....................................... 234
Grootlicht ......................... 86, 181
H Handrem ............... 126, 127, 173
Handrem, elektrisch
bediend ............................... 127
Handsfree set ................ 248, 289
Hill Holder... ........................ ...134
Hill Start Assist ...................... 134
Hoofdsteunen achter ......... 63, 64
Hoofdsteunen verstellen .... 60, 63
Hoofdsteunen vóór ............ 60, 61
Hulpoproep .................... 114, 224
Hulpoproep gelokaliseerd ..... 224
I Identifi catie auto .................... 221
Identifi catieplaatjes
constructeur ........................ 221
Instapverlichting ...................... 96
Instellen van de uitrustingen..... 45
Instrumentenpanelen .............. 26
Interieurfi lter (vervangen) ...... 172
Interieur ontgrendelen ............. 77
Interieurverlichting ................... 94
ISOFIX (bevestigingen) ......... 109
ISOFIX
kinderzitjes ...........109, 111, 112
J JACK-aansluiting ........... 265, 286
K Kaartleeslampjes ..................... 94
Kentekenplaatverlichting ....... 189
Kilometerteller ......................... 42
Kinderbeveiliging ............. 75, 113K Kinderen .................108, 111, 112Kinderen
(veiligheidsvoorzieningen) ..... 105,
108, 109, 111, 112
Kinderzitjes .................... 105, 107
Kinderzitjes
(conventioneel) ............ 107, 108
Klembeveiliging ........... 75, 82, 83
Kleurcode lak ........................ 221
Kleurendisplay met
kaartweergave DT ....... 229, 268
Klokje (instellen) ................ 43, 45
Koelvloeistofniveau ......... 41, 171
Koelvloeistoftemperatuur ........ 41
Koelvloeistoftemperatuurmeter ... 41
Kofferdeksel sluiten ................. 68
Koplampsproeiers ................... 93
Koplampsproeiervloeistofniveau ... 171
Koplampverstelling .................. 89
Kou ........................................ 202
Krik ........................................ 177
L Lampen vervangen ...... 181, 185,
187, 190
Lane Departure
Warning System (LDWS) .... 154
Lekke band ............................ 174
Lichtmetalen velgen .............. 204
Lichtschakelaar ....................... 86
Logboek
waarschuwingsmeldingen ..... 45
Luchtfi lter (vervangen) .......... 172
Luchtrecirculatie ................ 49, 52
Luchttoevoer (bediening) ........ 49
Luchtverdeling ................... 49, 52
Luchtverdeling (zacht) ............. 47M Matte lak ................................ 204
Matten ..................................... 99
Menustructuren
display ................. 268, 292, 294
Milieu ................................. 24, 72
Milieubewust rijden .................. 24
Mistachterlicht ......... 87, 185, 187
Mistlampen vóór ...................... 87
Monochroom
display ................. 282, 292, 294
Monochroom display C ........... 43
Motorenoverzicht ... 207, 210, 216
Motorkap ............................... 162
Motorkapsteun ...................... 162
Motorolie ............................... 170
Motorolieniveau,
controle ......................... 40, 170
Motorolieniveaumeter ...... 40, 170
Motorolietemperatuurmeter ..... 41
Motorruimte ................... 165, 167
MP3 (CD) .............................. 285
Multifunctioneel display ........... 43
Multifunctioneel display
(met autoradio) ...................... 45
Multimediaspelers ................. 260
N Navigatiesysteem .... 231, 232, 239
Neerklappen stoelen achter .... 64
Niveaus controleren ...... 170, 171
Niveaus en
controles ...... 165, 167, 170, 171
Noodbediening achterklep ...... 79
Noodbediening portieren ......... 78
Noodoproep gelokaliseerd ..... 224
O Oliefi lter (vervangen) ............. 172
Olieniveau ....................... 40, 170
Oliepeilstok ...................... 40, 170
Controle tijdens het rijden
Enkele seconden na het aanzetten van het contact treedt de kilometerteller weer in
werking en blijft de sleutel branden
.
De factor tijd kan worden meegewogenbij de nog af te leggen kilometers, afhankelijk van de rijgewoonten van de bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden als het in het onderhouds- en garantieboekje
aangegeven onderhoudsinterval in tijd isoverschreden.
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende enkele seconden de sleutel knipperen
om aante geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden. Voorbeeld:u hebt de afstand tot deeerstvolgende onderhoudsbeur t met 300 km overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display een paar seconden het volgende
aan: -300 km.
Néerlandais
12ECH.A070
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
IX
!!
RIJDEN
11
ELEKTRISCHE
PARKEERREM
Automatische werking
Parkeerrem aantrekken bij
afgezette motor
Wanneer de auto stilstaat en u de
motor afzet, wordt de parkeerrem
automatisch aangetrokken
.
De aangetrokken toestand van de
parkeerrem wordt aangegeven door:
De elektrische parkeerrem kan op
twee manieren worden bediend:
- AUTOMATISCH
Automatisch aantrekken bij het
afzetten van de motor en auto-
matisch vrijzetten bij het wegrij-
den (geautomatiseerde functies
standaard geactiveerd),
- HANDMATIG
Handmatige bediening voor het
aantrekken en vrijzetten is altijd
mogelijk door het bedienen van
de hendel A
en het ingetrapt
houden van het rempedaal.
- het branden van het
controlelampje P
op de
hendel A
,
- de melding "parkeerrem aange-
trokken" op het display van het
instrumentenpaneel.
Het aantrekken of vrijzetten van de
elektrische parkeerrem gaat ge-
paard met een geluid.
- het branden van dit con-
trolelampje op het in-
strumentenpaneel,
Controleer voordat u de auto
verlaat of het controlelampje
P
en het controlelampje op
het instrumentenpaneel branden.
Laat kinderen nooit alleen in de
auto wanneer het contact is aan-
gezet: ze zouden de parkeerrem
kunnen vrijzetten.
Parkeerrem aantrekken met
draaiende motor
Wanneer de auto stilstaat met draai-
ende motor, dient u de auto tegen
wegrollen te beveiligen door de par-
keerrem handmatig aan te trekken.
Trek
hiertoe aan de hendel A
.
De aangetrokken toestand van de
parkeerrem wordt aangegeven door:
- het branden van het
controlelampje P
op de
hendel A
,
- het branden van dit con-
trolelampje op het instru-
mentenpaneel,
- de melding "parkeerrem aange-
trokken" op het display van het
instrumentenpaneel.
Wanneer u het bestuurdersportier
opent om uit te stappen terwijl de par-
keerrem niet is aangetrokken, klinkt
er een geluidssignaal en verschijnt er
een melding op het display.
Controleer voordat u de auto
verlaat of het controlelampje
P
en het controlelampje op
het instrumentenpaneel branden.