IX
!
!
14
RIJDEN
Dynamische noodrem
Bij een storing van het hoofdrem-
systeem of bij uitzonderlijke situaties
(onwel worden van de bestuurder,
geven van rijles in de eigen auto
(indien toegestaan)...), kan de auto
worden gestopt door aan de hendel
A
te trekken en deze vast te houden.
De dynamische stabiliteitsregeling
(ESP) zorgt ervoor dat de auto sta-
biel blijft wanneer de dynamische
noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het
systeem van de dynamische nood-
rem verschijnt een van de volgende
meldingen op het display van het in-
strumentenpaneel:
- "Storing parkeerrem".
- "Storing bediening parkeerrem". Bij een defect aan het ESP,
aangegeven door het bran-
den van dit controlelampje,
kan de stabiliteit bij het rem-
men niet worden gegarandeerd. In
dat geval moet de bestuurder er zelf
voor zorgen dat de auto stabiel blijft
door afwisselend aan de hendel A
te trekken en deze weer los te laten.
De dynamische noodrem
mag alleen in uitzonderlijke
gevallen worden gebruikt.
Als de auto niet kan worden
stilgezet, raadpleeg dan het
CITROËN-netwerk of een gekwa-
lifi ceerde werkplaats.