1
Controle tijdens het rijden
33
Motorolieniveaumeter
Bij het aanzetten van het contact wordt eerst
de onderhoudsintervalindicator weergegeven en ver volgens gedurende enkele seconden het motorolieniveau.
Olieniveau correct
Te w e i n i
g olie
Storin
g motorolieniveaumeter
Olie
peilstok
Als de aanduiding "OIL"knippert incombinatie met het verklikkerlampje ser vice,
een geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display, is het motorolieniveau
te laag.
Controleer het olieniveau met de peilstok. Als
blijkt dat het olieniveau te laag is, moet olieworden bijgevuld om te voorkomen dat ernstige
motorschade ontstaat.
Als de aanduiding "OIL --"
knipper t, duidt dit op een storing in de motorolieniveaumeter. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Raadplee
g het hoofdstuk "Onderhoud" voor
de plaats van de peilstok en het bijvullen van
motorolie voor het motortype van uw auto.
2 merktekens op de peilstok:
-A= maxi; het oliepeil mag nooit boven het niveau A uitkomen (kans op schade aan de motor), - B= mini; als het oliepeil niet
boven het niveau B uitkomt,
moet het voor de motor van uw auto voorgeschreven type motorolie worden bijgevuld
via de vuldop.
Een controle van het olieniveau is alleen betrouwbaar als de auto op een vlakke,horizontale ondergrond staat en de motor minstens 30 minuten niet heeft gedraaid. S
ysteem dat de bestuurder informeer t of hetmotoroliepeil in orde is.