Eerste kennismaking
16
Frontair bag voorpassagier
Elektrische
kinderbeveiliging
1.
Steek de sleutel in de schakelaar. 2.
Selecteer de stand:
"OFF"
(uitschakelen) wanneer een kinderzitje"met de rug in de rijrichting" is bevestigd,
"ON"
(inschakelen) wanneer een passagier
op de voorstoel zit of een kinderzitje "met het gezicht in de rijrichting" is bevestigd. 3. Ver wijder de sleutel zonder de stand van de schakelaar te veranderen. Het branden van het lamp
je A
geeft aan dat de elektrische kinderbeveiliging is geactiveerd.A.
Waarschuwingslampje autogordels voor en/of
achter niet vastgemaakt of weer losgemaakt. B. Waarschuwingslampje autogordel linksvoor. C.
Waarschuwingslampje autogordel rechtsvoor.D.Waarschuwingslampje autogordel
rechtsachter.E. Waarschuwingslampje autogordelmiddenachter.F.
Waarschuwingslampje autogordel linksachter.
G.Controlelampje uitschakeling frontairbagaan passagierszijde. H.Controlelampje frontairbag aan
passagierszijde actief.
Autogordels en frontairbag
aan passagierszijde
Veiligheid voor de inzittenden
123
118, 119
113
1
Controle tijdens het rijden
25
permanent.De schakelaar in het dashboard aan passagierszijde staat in de stand "ON".De passagiersairbag is ingeschakeld.
Plaats in dit geval geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".
Zet de schakelaar in de stand "OFF" om depassagiersairbag uit te schakelen.U kunt nu een kinderzitje plaatsen met de "rug in de
rijrichting".
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Elektrische
kinderbeveiliging
tijdelijkDe elektrische kinderbeveiliging is
actief. Elk
e keer als u deze functie inschakelt en het contact
aanzet, wor
dt dit enkele seconden weergegeven.
Raadpleeg voor meer informatie het hoofdstuk "Veilig
vervoeren van kinderen".
Controle tijdens het rijden
26
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Passagiersairbagpermanent.De schakelaar aan passagierszijde in het dashboardkastje staat in de stand
" OFF
".
De frontairba
g aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
In dit
geval kunt u een kinderzitje met
de "rug in de rijrichting" plaatsen.
Zet de schakelaar in de stand " ON" om de frontairbagaan passagierszijde in te schakelen. Bevestig in ditgeval op deze zitplaats geen kinderzitje met de "rug in
de rijrichting".
ESP/ASR
permanent. De toets midden op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorende
controlelampje gaat branden.
De functie ESP/ASR wordt
uitgeschakeld.
ESP: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antispinregeling. Druk op de toets om de functie ESP/ASR in te
schakelen. Het controlelampje dooft.
De functie ESP/ASR wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestar t.
Wanneer het systeem is uitgeschakeld wordt het
automatisch opnieuw ingeschakeld bij snelheden
hoger dan ongeveer 50 km/h.
Veilig vervoeren van kinderen
106
Airbag aan passagierszijde OFF
Raadpleeg de voorschriften op de sticker diezich aan beide zijden van de zonneklep aan
passagierszijde bevindt:
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde altijd uit als u eenkinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst. Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
8
Veiligheid
123
Storing
Als dit lampje op het
instrumentenpaneel gaat branden in
combinatie met een geluidssignaal en
een melding op het multifunctionele
display, laat het systeem dan controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats. De kans bestaat dat deairbags bij een ernstige aanrijding niet worden geactiveerd.
Opnieuw inschakelen
Als u het kinderzitje "met de rug in derijrichting" hebt ver wijderd, zet dan de schakelaar 1weer op "ON"
om de airbagopnieuw in te schakelen en zo de veiligheid vanuw passagier te garanderen.
Als het contact is aangezet en de airbag aan passagierszijde opnieuw wordt ingeschakeld, gaat dit
lampje op het instrumentenpaneel
of op het display van de
waarschuwingslampjes van de
autogordels en de airbag aan
passagierszijde gedurende ongeveer
1 minuut branden. A
fhankelijk van de uitvoering
van uw auto brandt dit lampje hetzij op het instrumentenpaneel,hetzij op het display voor dewaarschuwingslampjes van deautogordels en de airbag aanpassagierszijde, bij aangezet contact
en zo
lang de airbag is uitgeschakeld. Als dit lamp
je knipper t, raadpleeg
dan het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats. Dekans bestaat dat de airbag aanpassagierszijde bij een ernstigeaanrijding niet wordt geactiveerd.
Uitschakelen
Alleen de airbag aan passagierszijde kan
worden uitgeschakeld: )zet het contact af , steek de sleutel in defschakelaar voor uitschakelen van de airbagaan passagierszijde 1, )draai deze in de stand "OFF"
, )ver wijder de sleutel zonder de stand van de schakelaar te veranderen.
Schakel voor de veiligheid van uw kindde airbag aan passagierszijde altijd uit
als u een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaats geen kinderzitje op devoorstoel als minimaal één van beide waarschuwingslampjes van de airbagspermanent blijft branden.
Laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of door eengekwalificeerde werkplaats.
200
URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
CITROËN OPROEP NAAR URGENCE MET
LOKALISERING
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze
toets. Het knipperen van het groene LED-lampje en een geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de alarmcentrale CITROËN-Urgence is verstuurd * . gg g pp
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproepgeannuleerd. Het groene LED-lampje dooft.
Wanneer u deze toets op een willekeuri
g moment langer dan 8 seconden
ingedrukt houdt, annuleert u de oproep.
CITROËN OPROEP NAAR ASSISTANCE
MET LOKALISERING
Bij het aanzetten van het contact, gaat het groene lampje 3 seconden branden.Dit duidt op een goede werking van hetsysteem.
Het oranje lampje knippert: er is eenstoring in het systeem.
Het oranje lampje blij
ft branden: denoodbatterij moet vervangen worden.
Raadpleeg in beide gevallen het CITROËN-netwerk.pg
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraaggeannuleerd.
Dit wordt bevesti
gd door een gesproken bericht.
Druk langer dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvra
gen van hulp bij het stranden van de auto.
Een
gesproken bericht bevestigt dat de oproep is
verstuurd*.
WERKING VAN HET SYSTEEM Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de
verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de CITRO
ËN-Urgence alarmcentrale
die de informatie over de lokalisatie van de auto ontvangt en een
waarschuwing kan zenden naar de gekwalificeerde hulpdiensten.
In landen waar de alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt de oproep meteen
doorgestuurd naar de hulpdiensten (11 2), zonder lokalisatie.
Wanneer de elektronische eenheid airba
gs een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan vande airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
*
Deze diensten zijn afhankelijk van bepaalde voorwaarden en beschikbaarheid.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk.Wanneer u uw auto buiten het CITROËN-netwerk hebt gekocht, raden
wi
j u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te latencontroleren en eventueel configureren. In een meertalig land kunt u het
systeem laten configureren in de officiële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het verbeteren van de
telematicadiensten aan de klant, behoudt de constructeur zich het recht
voor om op elk willekeuri
g moment het telematicasysteem in de auto te
wijzigen. Indien u
gebruik maakt van de dienst CITROËN eTouch, beschikt u ook over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina MyCITROEN op deCITROËN-internetsite voor uw land. Surf hiervoor naar www.citroen.com. pjpgy p