Page 49 of 269

2
Starten en stoppen
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap02_Pret-a-partir_ed01-2014
47
VOORDAT u GAAT RIJDEN
Gebruiksvoorschrift: stoppen Gebruiksvoorschrift: starten
Verklikkerlampje
voorgloeien dieselmotor
Als de motor voldoende
op temperatuur is, gaat
het lampje na minder dan
1 seconde uit en kunt u de
motor direct starten.
Wacht bij koud weer tot dit lampje
uitgaat en zet vervolgens de startmotor
in werking (stand "Starten") tot de
motor aanslaat.
Verklikkerlampje geopend portier
Controleer als dit lampje brandt
of de portieren, achterdeuren,
schuifdeuren en de motorkap
goed zijn gesloten!
Ontzien van de motor en de
versnellingsbak
Laat de motor voordat u het contact
afzet enkele seconden draaien om
het toerental van de turbocompressor
(dieselmotor) te laten dalen.
Geef geen gas bij het afzetten van het
contact.
Het inschakelen van alleen een
versnelling bij het parkeren van de
auto is niet afdoende.
STARTEN EN STOPPEN
Stand "AAN" en "Accessoires".
Verdraai terwijl u de contactsleutel
omdraait het stuurwiel iets (zonder
te forceren) om het stuurslot te
ontgrendelen. In deze stand kunnen
verschillende accessoires functioneren.
Stand "Starten".
De startmotor wordt in werking gezet.
Laat de sleutel los zodra de motor is
aangeslagen.
Stand STOP: stuurslot.
Het contact is afgezet. Draai het
stuurwiel tot het stuurslot wordt
vergrendeld. Haal de sleutel uit het
contact.
Page 50 of 269

Starten en stoppen
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap02_Pret-a-partir_ed01-2014
48
HILL START ASSIST
Deze aan het ESC gekoppelde functie
vereenvoudigt het wegrijden op een
helling. Het systeem en wordt geactiveerd
onder de volgende omstandigheden:
- de auto moet stilstaan met draaiende motor en het rempedaal ingetrapt,
- de helling moet steiler zijn dan 5%,
- bij het omhoog rijden op een helling moet de versnellingsbak in de
neutraalstand staan of moet een
versnelling zijn ingeschakeld, maar
niet de achteruitversnelling,
- bij het afdalen van een helling moet de achteruitversnelling zijn
ingeschakeld.
De Hill Holder of hulp bij het wegrijden
op een helling is een voorziening om
het rijcomfort te vergroten en kan
niet gebruikt worden als elektrisch
bediende handrem.
Werking
Als u het rempedaal en het
koppelingspedaal hebt ingetrapt,
hebt u zodra u het rempedaal loslaat
ongeveer 2 seconden de tijd om,
zonder dat de auto de helling af begint
te rollen, gas te geven en weg te rijden.
Bij het wegrijden wordt de functie
automatisch gedeactiveerd door de
remdruk geleidelijk te laten afnemen.
Gedurende deze fase is het mogelijk
dat de remmen hoorbaar zijn, het
teken dat de auto in beweging komt.
Storing
De Hill Holder wordt gedeactiveerd
onder de volgende omstandigheden:
- als u het koppelingspedaal laat opkomen,
- als de handrem wordt aangetrokken,
- als de motor wordt afgezet,
- als de motor afslaat.
In het geval van een storing
in het systeem gaat dit
verklikkerlampje branden
in combinatie met een
geluidssignaal en een
melding ter bevestiging op het display.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats om
het systeem te laten nakijken.
Page 51 of 269

49
Stuurkolomschakelaars
ERGONOMIE
en
COMFORT
3
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap03_Ergonomie_ed01-2014
RICHTINGAANWIJZERS
Functie "snelweg"
Duw de schakelaar één keer omhoog
of omlaag om de richtingaanwijzer aan
de desbetreffende zijde driemaal te
laten knipperen.
LICHTSCHAKELAAR
Links : omlaag duwen tot
voorbij het zware punt.
Rechts : omhoog duwen tot
voorbij het zware punt. Verlichting vóór en achter
Draai de ring
A om de verlichting in te
schakelen. Lichten uit
Automatische verlichting
Parkeerlichten
Dimlicht (groen)
Grootlicht (blauw)
Overschakelen van dim- naar
grootlicht
Trek de hendel helemaal naar u toe.
Vergeten verlichting
Wanneer u het contact afzet en
de follow-me-home-verlichting is
ingeschakeld, doven alle lichten
behalve de dimlichten.
U bedient de verlichting door de ring A
in de stand "0" (verlichting uit) te zetten
en vervolgens in de stand van uw
keuze.
Als de verlichting aanstaat en er een
voorportier wordt geopend, klinkt er
een geluidssignaal.
Zie in rubriek 2 het gedeelte
"Cockpit" voor meer informatie
over de verklikkerlampjes.
Knipperlichten
Page 52 of 269

50
Stuurkolomschakelaars
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap03_Ergonomie_ed01-2014
LED-DAGRIJVERLICHTING
Mistachterlichten
(amberkleurig, draai de ring
2 standen naar voren).
Mistlampen vóór (groen, draai
de ring 1 stand naar voren).
Mistlampen vóór/mistachterlicht
Deze worden ingeschakeld door
de ring
B naar voren te draaien en
uitgeschakeld door de ring naar
achteren te draaien. Het branden van
de mistlampen wordt aangegeven
door een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel.
Deze branden in combinatie met
parkeer- en dimlicht. Vergeet niet de mistlampen uit te
zetten zodra ze niet meer nodig
zijn.
De automatische verlichting schakelt
het mistachterlicht uit, maar de
mistlampen vóór blijven branden.
Draai de ring twee standen naar achteren
om achtereenvolgens het mistachterlicht
en de mistlampen vóór te doven.
Bij helder of regenachtig weer,
zowel overdag als 's nachts, is het
mistachterlicht verblindend voor
medeweggebruikers en daarom niet
toegestaan.
Automatisch inschakelen van de verlichting
Bij mist of sneeuwval kan de
lichtsensor voldoende licht waarnemen,
waardoor de lichten niet automatisch
zullen worden ingeschakeld. Schakel indien
nodig het dimlicht handmatig in.
Dek de lichtsensor, die zich achter
de binnenspiegel op de voorruit
bevindt, niet af. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische
verlichting en ruitenwissers.
Inschakelen
Draai de ring in de stand AUTO . Bij het
inschakelen van de functie verschijnt
een melding op het display.
Uitschakelen
Draai de ring naar voren of naar achteren.
Bij het uitschakelen van de functie
verschijnt een melding op het display.
De functie wordt tijdelijk uitgeschakeld
als de verlichting met de
lichtschakelaar wordt bediend.
Het parkeerlicht en
het dimlicht worden
automatisch ingeschakeld
als de lichtsterkte van de
omgeving onvoldoende
is en als de ruitenwissers wissen. De
verlichting wordt uitgeschakeld als de
lichtsterkte van de omgeving weer
voldoende is of het wissen is gestopt.
Deze functie is niet mogelijk in
combinatie met verlichting overdag.
Als de motor wordt gestart, wordt
de dagrijverlichting automatisch
ingeschakeld.
Zodra de parkeerlichten of het dim- of
grootlicht handmatig of automatisch wordt
ingeschakeld, gaat de dagrijverlichting uit.
Programmeren
Voor landen waar het voeren van
verlichting overdag niet wettelijk
verplicht is, kunt u de functie in- of
uitschakelen via het confi guratiemenu.
Als in de daarop volgende 30 minuten
niet wordt ingegrepen, treedt de
eco-modus in werking (zie rubriek 7,
"accu"). om te voorkomen dat de accu
leeg raakt. De functies komen dan in
een standby-stand en het acculampje
knippert.
De eco-modus wordt niet ingeschakeld
voor de parkeerlichten.
Page 53 of 269

51
Stuurkolomschakelaars
ERGONOMIE
en
COMFORT
3
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap03_Ergonomie_ed01-2014
Bij een storing in de
lichtsensor gaat de
verlichting branden en
wordt het pictogram service
weergegeven in combinatie
met een geluidssignaal en een melding
op het display.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
Follow me home
Deze functie zorgt ervoor dat bij
afgezet contact de dimlichten even
blijven branden om het uitstappen in
het donker te vergemakkelijken.
KOPLAMPVERSTELLING
Afhankelijk van de belading van de
auto kan het noodzakelijk zijn om de
koplampen in hoogte te verstellen.
0 - Geen belading.
1 - Gedeeltelijke belading.
2 - Gemiddelde belading.
3 - Maximaal toegestane belading.
Handmatige bediening
- Geef binnen 1 minuut na het
afzetten van het contact een
"lichtsignaal".
De follow me home-verlichting wordt
na een bepaalde tijd automatisch
uitgeschakeld.
Automatische werking
Raadpleeg in rubriek 9 het
gedeelte "Menustructuur display". Stand 0: basisinstelling.
Activeer de functie via het
menu "Confi g auto".
Programmeren
U kunt de statische bochtverlichting
desgewenst uitschakelen via het
confi guratiemenu van de auto.
Standaard is de statische
bochtverlichting ingeschakeld. Statische bochtverlichting werkt niet
De verlichting werkt in de volgende
gevallen niet:
- bij een geringe stuuruitslag,
- bij snelheden boven 40 km/h,
- als de achteruit is ingeschakeld. Statische bochtverlichting ingeschakeld
De bochtverlichting wordt in de
volgende gevallen ingeschakeld:
- bij het inschakelen van een richtingaanwijzer,
of
- als het stuurwiel ver genoeg wordt verdraaid.
Tijdens het rijden met dim- of grootlicht
wordt de mistlamp vóór ingeschakeld
om de binnenkant van de bocht extra
te verlichten bij snelheden tot 40 km/h
(handig in de stad, op bochtige wegen,
kruispunten, parkeergarages enz.).
Statische bochtverlichting
Reizen naar het buitenland
Wanneer u uw auto gaat
gebruiken in een land waarin het
verkeer aan de andere kant van de
weg rijdt, moet de afstelling van de
dimlichten worden gewijzigd om te
voorkomen dat tegemoetkomend
verkeer wordt verblind.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats.
Page 54 of 269

52
Stuurkolomschakelaars
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap03_Ergonomie_ed01-2014
2 Hoge snelheid (hevige neerslag).
1 Normale snelheid (matige
regenval).
I Interval.
0 Uit.
Eén keer wissen
(omlaag duwen).
In de I ntervalstand wordt de snelheid
van de wissers aangepast aan de
rijsnelheid.
RUITENWISSERSCHAKELAAR
Handbediende ruitenwissers vóór Als het contact langer dan één minuut
is afgezet terwijl de schakelaar in
de stand 2, 1 of I stond, dient de
schakelaar weer geactiveerd te
worden:
- zet de schakelaar in een willekeurige stand,
- zet de schakelaar vervolgens in de gewenste stand.
Dek de regensensor, die zich
achter de binnenspiegel op de
voorruit bevindt, niet af. Inschakelen
Duw de hendel omlaag. Bij het
inschakelen van de automatische
ruitenwissers verschijnt een melding
op het display.
Deactiveren/Uitschakelen
Zet de schakelaar in de stand
I , 1 of 2 .
Als de functie wordt uitgeschakeld,
verschijnt er een melding op het
display.
In het geval van een storing in
de werking van de automatische
ruitenwissers werken de ruitenwissers
in de intervalstand.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalifi ceerde werkplaats om het
systeem te laten controleren.
De ruitenwissers werken automatisch
in de stand
AUTO , waarbij de snelheid
van de wissers aan de hoeveelheid
neerslag wordt aangepast.
De werking van de ruitenwissers in andere
standen dan de stand AUTO komt overeen
met die van de handbediende ruitenwissers.
Als het contact meer dan 1 minuut
afgezet is geweest, moet de automatische
werking van de ruitenwissers opnieuw
worden geactiveerd door de schakelaar
één keer omlaag te bewegen.
Zet het contact uit als de
auto gewassen wordt in een
wasstraat, om te voorkomen dat
de automatische ruitenwissers
worden ingeschakeld.
Wacht 's winters met het inschakelen
van het automatisch wissen tot de
voorruit ontdooid is.
Automatische ruitenwissers
Page 55 of 269

53
Stuurkolomschakelaars
ERGONOMIE
en
COMFORT
3
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap03_Ergonomie_ed01-2014
Ruiten- en koplampsproeiers
Trek de hendel naar u toe, de
ruitensproeiers treden in werking in
combinatie met het tijdelijk inschakelen
van de ruitenwissers.
De koplampsproeiers treden gelijktijdig
met de ruitensproeiers in werking als
de dimlichten zijn ingeschakeld. Draai de ring voorbij de
eerste stand, zodat de
ruitensproeier in werking
treedt en vervolgens de
ruitenwisser enige tijd wordt
ingeschakeld.
Wacht 's winters, als de ruit
met sneeuw of ijs bedekt is,
met het inschakelen van de
ruitenwisser achter. Zet eerst de
achterruitverwarming aan, wacht tot de
sneeuw of het ijs begint te smelten en
veeg de ruitenwisser achter schoon.
Zet dan pas de ruitenwisser achter
aan.
Raadpleeg voor het bijvullen van
het reservoir in de rubriek 6 het
gedeelte "Niveaus".
Onderhoudsstand ruitenwissers
vóór
Als de ruitenwisserschakelaar binnen
één minuut nadat het contact is
afgezet wordt bediend, bewegen de
ruitenwissers naar de voorruitstijlen.
Deze stand moet worden gebruikt
voor 's winters parkeren en het
vervangen of reinigen van de
ruitenwisserbladen.
Zie in de rubriek 7 het gedeelte
"Ruitenwisserbladen vervangen".
Zet het contact aan en bedien
de ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers na de werkzaamheden
weer in de ruststand te zetten. Draai de ring tot de eerste
stand.
Ruitenwisser achter
Ruitensproeier achter
Page 56 of 269
54
Stuurkolomschakelaars
Berlingo-2-VP-papier_nl_Chap03_Ergonomie_ed01-2014
SNELHEIDSREGELAAR "CRUISE"
Deze voorziening werkt alleen bij
snelheden boven 40 km/h, vanaf de
4e versnelling. Op het controledisplay wordt
aangegeven of de functie is
geselecteerd. Ook de ingestelde
snelheid wordt hier weergegeven:
Functie geselecteerd,
weergave van
het symbool
"Snelheidsregelaar".
Functie
uitgeschakeld,
OFF .
Functie ingeschakeld,
Wagensnelheid
hoger dan ingestelde
snelheid,
de weergegeven
ingestelde snelheid
knippert.
Storing in de werking
van het systeem,
OFF - de streepjes
knipperen.
Voor het instellen van de gewenste
wagensnelheid.
Met dit systeem kan de bestuurder - bij
normaal doorstromend verkeer - met
een constante, zelf ingestelde snelheid
rijden, behalve op steile hellingen.