Page 9 of 243
Kort en bondig7
Rugleuning voorstoelen
Trek aan de hendel, stel de rugleu‐
ning in en laat de hendel los. Laat de
stoel hoorbaar vastklikken.
Stoelpositie 3 38, stoelverstelling
3 38.
Zithoogte
Pompbeweging van de hendel
omhoog=stoel omhoogomlaag=stoel omlaag
Stoelpositie 3 38, stoelverstelling
3 38.
Zithoek
Pompbeweging van de hendel
omhoog=voorkant omhoogomlaag=voorkant omlaag
Stoelpositie 3 38, stoelverstelling
3 38.
Page 10 of 243
8Kort en bondigHoofdsteunverstelling
Ontgrendelingsknop indrukken,
hoogte instellen en vastklikken.
Trek de hoofdsteun naar voor als u
deze horizontaal wilt afstellen. Hij klikt
vast in verschillende posities. Zet
deze weer geheel naar achteren door geheel naar voren te trekken en los telaten.
Hoofdsteunen 3 36.
Veiligheidsgordel
Veiligheidsgordel afrollen en in gor‐
delslot vastklikken. De veiligheidsgor‐ del mag niet gedraaid zitten en moet
strak tegen het lichaam aanliggen. De
rugleuningen mogen niet te ver naar
achteren hellen (maximaal ca. 25°).
Om de gordel los te maken, de rode
knop van het gordelslot indrukken.
Stoelpositie 3 38, veiligheidsgor‐
dels 3 46, airbagsysteem 3 50.
Spiegelverstelling
Binnenspiegel
Om verblinding te verminderen, de
hendel aan de onderkant van de spie‐ gelbehuizing verstellen.
Binnenspiegel 3 31, automatisch
dimmende binnenspiegel 3 31.
Page 11 of 243
Kort en bondig9
Buitenspiegels
Desbetreffende buitenspiegel selec‐
teren en verstellen.
Bolle buitenspiegels 3 30, elektri‐
sche verstelling 3 30, inklapbare
buitenspiegels 3 30, verwarmde
buitenspiegels 3 31.
Stuurwiel instellen
Hendel omlaagbewegen, stuurwiel
instellen, hendel omhoogbewegen en
vergrendelen.
Stuurwiel uitsluitend bij stilstaande
auto en ontgrendeld stuurslot verstel‐ len.
Airbagsysteem 3 50, contactslot‐
standen 3 138.
Page 12 of 243
10Kort en bondigOverzicht instrumentenpaneel
Page 13 of 243

Kort en bondig11
1Elektrisch bediende ruiten ....32
2 Buitenspiegels ......................30
3 Cruise control .....................152
4 Zijdelingse luchtroosters .....135
5 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dimlicht en
grootlicht ............................ 122
Uitstapverlichting ................ 125
Parkeerlichten .....................123
Driver Information Centre .... 103
6 Instrumenten ........................ 91
7 Stuurbedieningsknoppen .....84
8 Driver Information Centre .... 103
9 Voorruitenwisser, wis-/
wasinstallatie voor, ach‐
terruitenwisser, wis-/
wasinstallatie achter ............. 86
10 Middelste luchtroosters ......135
11 Centrale vergrendeling .........22
Alarmknipperlichten ...........122
Controlelamp airbag-
deactivering .......................... 98
12 Info-Display ......................... 10513Sensor voor elektronische
airco ................................... 129
14 Handschoenenkastje ...........63
15 Traction Control .................150
Elektronische
stabiliteitsregeling ...............151
Ultrasoonparkeerhulp ........153
Eco-knop ............................. 140
Brandstofkeuzeschakelaar ...93
16 Verwarming en ventilatie ....127
17 Schakelpook,
handgeschakelde
versnellingsbak ..................147
Automatische
versnellingsbak ..................144
18 Elektrische handrem ...........149
19 Contactslot met stuurslot ...138
20 Claxon .................................. 85
Bestuurdersairbag ...............54
21 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 17222Opbergvak ............................ 63
Zekeringhouder ..................193
23 Stuurwiel instellen ................84
24 Lichtschakelaar ..................118
Koplampverstelling ............120
Mistlampen voor ................. 122
Mistachterlicht ....................123
Instrumentenverlichting ......124
Page 14 of 243
12Kort en bondigRijverlichting
Lichtschakelaar draaien:
7=verlichting uit8=zijmarkeringslichten9=dimlicht
Automatisch dimlicht
AUTO=Automatische verlichting:rijverlichting wordt auto‐
matisch in- en uitgescha‐
keldm=activering of deactivering
van de automatische ver‐
lichting8=zijmarkeringslichten9=dimlicht
Mistlampen
Druk op de lichtschakelaar
>=mistlampenr=mistachterlichtVerlichting 3 118.
Page 15 of 243
Kort en bondig13
Lichtsignaal, grootlicht en
dimlichtlichtsignaal=hendel naar u toe
trekkengrootlicht=hendel van u af du‐
wendimlicht=hendel van u af du‐
wen of naar u toe
trekken
Automatische verlichting 3 119,
grootlicht 3 119, lichtsignaal 3 119.
Richtingaanwijzershendel
omhoog=rechter richtingaanwij‐
zerhendel
omlaag=linker richtingaanwij‐
zer
Richtingaanwijzers 3 122, parkeer‐
lichten 3 123.
Alarmknipperlichten
Bediening met toets ¨.
Alarmknipperlichten 3 122.
Page 16 of 243
14Kort en bondigClaxon
j indrukken.
Wis-/wasinstallatie
Voorruitwissers2=snel1=langzaamP=intervalschakeling of automa‐
tisch wissen met regensensor§=uit
Hendel omlaagduwen om wissers
één slag te laten maken wanneer de
voorruitwisser uitgeschakeld is.
Voorruitwisser 3 86, wisserblad
vervangen 3 177.
Wis-/wasinstallatie voor
Hendel naar u toe trekken.
Wis-/wasinstallatie voor 3 86,
sproeiervloeistof 3 174.