Page 25 of 120

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-10
3
De cruise control wordt ook uitgeschakeld
wanneer een afwijking in een van de syste-
men van de machine wordt gedetecteerd.
Het controlelampje “SET” gaat uit en het
controlelampje “ ” gaat knipperen. U kunt
de cruise control niet gebruiken terwijl het
waarschuwingslampje motorstoring of het
waarschuwingslampje YCC-S-systeem
brandt, en niet tijdens een storing in de crui-
se control.
WAARSCHUWING
DWA16360
Als cruise control niet goed functio-
neert, knippert het controlelampje “ ”.
Schakel in dat geval cruise control uit en
laat hem nakijken door een Yamaha
dealer.LET OP
DCA11590
Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de machine zo spoedig mo-
gelijk worden gecontroleerd om
motorschade te voorkomen.
DAU55411
Multifunctionele meter
WAARSCHUWING
DWA12422
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van de
multifunctionele meter gaat aanbrengen. Het aanbrengen van wijzigingen tijdens
het rijden kan u afleiden en vergroot het
risico op een ongeval.
OPMERKINGDe selectieschakelaar “ / ” en de me-
nuschakelaar “MENU” bevinden zich links
op het stuur. Met deze schakelaars kunt u
de instellingen van de multifunctionele me-
ter regelen of wijzigen.De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:●
een snelheidsmeter
●
een toerenteller
●
een klok
●
een brandstofniveaumeter
1. “RESET”-toets
2. Toets “TCS”
3. Toerenteller
4. Klok
5. Brandstofniveaumeter
6. Eco-controlelampje “ECO”
7. Rijmodusweergave
8. Snelheidsmeter
9. Aanduiding ingeschakelde versnelling
10.Functieweergave
11.Informatieweergave
GEARN
25
A.TEMP
˚C
Lo
C.TEMP˚C
0:06
TIME TRIP
12
3
11
4
5
8
7
6
9
10
1. Menuschakelaar “MENU”
2. Selectieschakelaar “ / ”
1
2
U1MDD0D0.book Page 10 Monday, February 18, 2013 10:45 AM
Page 26 of 120

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-11
3
●
een aanduiding voor de ingeschakelde
versnelling
●
een rijmodusweergave (die de gese-
lecteerde rijmodus aangeeft)
●
een functieweergave (dat de geselec-
teerde functie toont)
●
een informatieweergave (dat verschil-
lende informatie toont, zoals de kilo-
meterstand)
●
een instelmodusweergave (waarin u
de items die in de informatieweergave
worden getoond kunt instellen, selec-
teren of terugzetten)
●
een voorziening voor zelfdiagnose
OPMERKING●
Vergeet niet de sleutel naar “ON” te
draaien voordat u drukt op de
selectieschakelaar “ / ”, menus-
chakelaar “MENU”, toets “RESET” en
toets “TCS”.
●
Alleen Verenigd Koninkrijk: Zie pagina
3-17 als u de meterweergaven wilt
schakelen tussen kilometers en mijlen.
Toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de be-
stuurder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller eenmaal
helemaal uit tot het hoogste aantal toeren
per minuut en keert daarna weer terug naar
nul tpm om het elektrische circuit te testen.LET OP
DCA10031
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 9000 tpm en hoger
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt. Als
het laatste segment begint te knipperen,
dient u zo snel mogelijk te tanken.
Wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, lichten alle displaysegmenten één
keer op om het elektris che circuit te testen.OPMERKINGDeze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosesysteem. Als in het elek-
trisch circuit een storing wordt gedetec-
teerd, gaan alle displaysegmenten
knipperen. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
12
1. Brandstofniveaumeter
GEARNA.TEM
P
C.TEM
P
1
U1MDD0D0.book Page 11 Monday, February 18, 2013 10:45 AM
Page 27 of 120

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-12
3
Eco-controlelampje
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.OPMERKINGHierna volgen enkele tips om het brandstof-
verbruik te verlagen:●
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
●
Rijd met een constante snelheid.
●
Selecteer de versnelling die geschikt is
voor de snelheid van de machine.
Aanduiding ingeschakelde versnelling
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt aan-
gegeven door het
vrijstandcontrolelampje “ ” en door de
aanduiding voor de ingeschakelde
versnelling “ ”.
Om schade aan de YCC-S-koppeling te
voorkomen, gaat het terugschakelcontrole-
lampje knipperen als het nodig is om terug
te schakelen. Als dit gebeurt, schakel dan
terug totdat de aanduiding stopt met knip-
peren. Rijmodusweergave
Deze weergave geeft aan welke rijmodus is
geselecteerd: Toerm
odus “T” of sportmo-
dus “S”. Zie pagina 3-23 en 3-26 voor meer
informatie over de modi en hoe u deze kunt
selecteren.
Functieweergave
1. Eco-controlelampje “ECO”
GEARNA.TEM
P
C.TEM
P
1
1. Terugschakelcontrolelampje “ ”
2. Vrijstandcontrolelampje “ ”
3. Aanduiding ingeschakelde versnelling
GEARN
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP˚C
0:06
TIME TRIP
2
1
3
1. Rijmodusweergave
1. Functieweergave
GEARNA.TEM
P
C.TEM
P
1
GEARN
25
A.TEMP˚C
Lo
C.TEMP˚C
0:06
TIME TRIP
1
U1MDD0D0.book Page 12 Monday, February 18, 2013 10:45 AM
Page 28 of 120

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-13
3
Druk op de menuschakelaar “MENU” om de
weergave te schakelen tussen de volgende
functies. De weergav e verandert telkens
wanneer u op de schakelaar drukt.●
Afstelling handvatverwarming
●
Selectie informatieweergave
●
Afstelling kuipruit
●
Afstelling veerdemping
●
Afstelling voorspanning
OPMERKINGDe afstelfunctie voor de voorspanning
wordt alleen weergegeven wanneer de ma-
chine stilstaat met draaiende motor.
De volgende pagina’s bevatten uitleg over
de functies voor handvatverwarming, infor-
matieweergave en kuipruit. Zie pagina 3-40
voor een uitleg over de afstelfuncties voor
veerdemping en voorspanning.
De handvatverwarming afstellenDeze machine is voorzien van handvatver-
warming, die alleen kan worden gebruikt als
de motor loopt. Er zijn 4 instellingen voor de
handvatverwarming.
Als u de temperatuur van de handvatver-
warming wilt verhogen, drukt u op de “ ”-
zijde van de selectieschakelaar. Als u de
temperatuur van de handvatverwarming
wilt verlagen, drukt u op de “ ”-zijde van
de selectieschakelaar.
LET OP
DCA17930
●
Draag handschoenen wanneer u de
handvatverwarming gebruikt.
●
Als de omgevingstemperatuur 20
°C (68 °F) of meer bedraagt, moet u
de handvatverwarming niet op de
instelling Hoog zetten.
●
Als het stuurhandvat of de gashen-
del versleten of beschadigd is, ge-
bruik de handvatverwarming dan
niet meer en vervang handvat en
hendel.
De informatieweergave selecteren
1. Afstelling handvatverwarming
2. Selectie informatieweergave
3. Afstelling kuipruit
4. Afstelling veerdemping
5. Afstelling voorspanning
2
1
3
4
5
Uit
Laag
Middel Weergave
Instelling
Hoog
1. Informatieweergave
2. Weergave–1
3. Weergave–2
4. Weergave–3
GEARN
5.0
TRIP-1 km
7.0
TRIP-2km
km
20
ODO
GEARN
11
RANGEkm
12.3
FUEL AVG km/L
km/L
12.3
FUEL CRNT
GEARN
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP˚C
0:06
TIME TRIP
3
4
2
1
U1MDD0D0.book Page 13 Monday, February 18, 2013 10:45 AM
Page 29 of 120

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-14
3
Er zijn 3 informatieweergaven. U kunt de
geselecteerde informatieweergave wijzigen
door te drukken op de selectieschakelaar.
De volgende items worden getoond in de in-
formatieweergaven:●
een kilometertellerweergave
●
rittellerweergaven
●
een ritteller-brandstofreserveweerga-
ve
●
een weergave geschatte actieradius
●
een weergave verstreken tijd
●
een omgevingstemperatuurweergave
●
een weergave koelvloeistoftempera-
tuur
●
een weergave gemiddeld brandstof-
verbruik
●
een weergave huidig brandstofver-
bruik
U kunt de items die in de informatieweerga-
ven worden getoond selecteren.
Zie pagina 3-17 als u de weergegeven
items wilt instellen of selecteren.
Kilometertellerweergave:
Rittellerweergaven:“TRIP-1” en “TRIP-2” tonen de afstand af-
gelegd sinds de tellers het laatst werden te-
ruggesteld op nul.
Wanneer ongeveer 5.5 L (1.45 US gal,
1.21 Imp.gal) van de brandstof resteert in
de brandstoftank, gaat het laatste segment
van de brandstofniveaumeter knipperen.
Daarnaast schakelt de informatieweergave
automatisch naar de brandstofreserve-rit-
tellermodus “TRIP-F” en wordt de afgeleg-
de afstand vanaf dat punt aangegeven. In dat geval kunt u door het indrukken van
de selectieschakelaar schakelen tussen de
diverse informatieweergaven in de onder-
staande volgorde:
TRIP-F
Weergave–1 Weergave–2
Weergave–3 TRIP-F
Als u een ritteller op nul wilt terugzetten, ge-
bruikt u de selectieschakelaar om de infor-
matieweergave te selecteren die de ritteller
bevat. Druk kort op de toets “RESET” zodat
de ritteller knippert en druk vervolgens ge-
durende ten minste 2 seconden opnieuw op
de toets “RESET” terwijl de ritteller knippert.
Wanneer u de brandstofreserve-ritteller niet
zelf met de hand op nul terugstelt, wordt
deze automatisch teruggesteld zodra na het
tanken 5 km (3 mi) is gereden en verschijnt
de vorige weergavemodus weer.
20
ODO km
5.0
TRIP-1km
7.0
TRIP-2km
GEAR4
3.4
TRIP-Fkm
U1MDD0D0.book Page 14 Monday, February 18, 2013 10:45 AM
Page 30 of 120

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-15
3
Weergave geschatte actieradius:De afstand die u onder de huidige rijom-
standigheden kunt afleggen met de reste-
rende brandstof in de brandstoftank wordt
weergegeven.
Weergave verstreken tijd:De tijd die is verstreken sinds de sleutel
naar “ON” is gedraaid wordt weergegeven.
De maximale tijd die kan worden weergege-
ven is 99:59.
De weergave wordt automatisch teruggezet
op nul als de sleutel naar “OFF” wordt ge-
draaid.OPMERKINGEr zijn ook weergaven “TIME–2” en “TIME–
3” met verstreken tijd, maar deze kunt u niet
instellen op de informatieweergave. Zie “In-
stelmodus” op pagina 3-17 voor uitgebreide
informatie.
Omgevingstemperatuurweergave:Dit display toont de omgevingstemperatuur
van –9 °C tot 50 °C in stappen van 1 °C. De
weergegeven temperatuur kan afwijken van
de omgevingstemperatuur.OPMERKING●
Ook als de omgevingstemperatuur la-
ger dan –9 °C is, wordt –9 °C weerge-
geven.
●
Ook als de omgevingstemperatuur ho-
ger dan 50 °C is, wordt 50 °C weerge-
geven.
●
De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door langzaam rijden [ongeveer onder
20 km/h (12.5 mi/h)] of door het opont-
houd bij verkeerslichten, spoorweg-
overgangen etc.
Weergave koelvloeistoftemperatuur:
De weergave koelvloeistoftemperatuur
geeft de temperatuur van de koelvloeistof
aan. De koelvloeistoft emperatuur is afhan-
kelijk van de weersomstandigheden en de
motorbelasting.
Als de melding “Hi” knippert, stop de machi-
ne dan, stop vervolgens de motor en laat de
motor afkoelen. (Zie pagina 6-37.)OPMERKINGU kunt de geselecteerde informatieweerga-
ve niet wijzigen terwijl de melding “Hi” knip-
pert.LET OP
DCA10021
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
11
RANGE km
0:06
TIME TRIP
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP˚C
GEAR4
Hi
C.TEMP ˚C
U1MDD0D0.book Page 15 Monday, February 18, 2013 10:45 AM
Page 31 of 120

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-16
3
Weergave gemiddeld brandstofverbruik:De weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik “km/L”, “L/100km” of “MPG” (al-
leen Verenigd Koninkrijk) geeft het
gemiddelde brandstofverbruik aan sinds de
weergave voor het laatst is teruggezet.●
De weergave “km/L” geeft de gemid-
delde afstand aan die kan worden af-
gelegd op 1.0 L brandstof.
●
De weergave “L/100km” geeft de ge-
middelde hoeveelheid brandstof aan
die nodig is om 100 km af te leggen.
●
Alleen Verenigd Koninkrijk: De weer-
gave “MPG” geeft de gemiddelde af-
stand aan die kan worden afgelegd op
1.0 Imp.gal brandstof.
Als u de weergave gemiddeld brandstofver-
bruik op nul wilt terugzetten, gebruikt u de
selectieschakelaar om de informatieweer-
gave te selecteren die de weergave gemid-
deld brandstofverbruik bevat. Druk kort op
de toets “RESET” zodat de weergave ge-
middeld brandstofverbruik knippert en druk
vervolgens gedurende ten minste 2 secon-
den opnieuw op de toets “RESET” terwijl de
weergave knippert.
OPMERKINGNa het terugstellen van de weergave van
het gemiddelde brandstofverbruik wordt “_
_._” weergegeven totdat de machine 1 km
(0.6 mi) heeft afgelegd.LET OP
DCA15473
Bij storingen wordt continu “– –.–” weer-
gegeven. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.Weergave huidig brandstofverbruik:De weergave van het huidige brandstofver-
bruik “km/L”, “L/100km” of “MPG” (alleen
Verenigd Koninkrijk) gee ft het brandstofver-
bruik onder de huidige rijomstandigheden
aan.●
De weergave “km/L” geeft de afstand
aan die kan worden afgelegd op 1.0 L
brandstof.
●
De weergave “L/100km” geeft de hoe-
veelheid brandstof aan die nodig is om
100 km af te leggen.
●
Alleen Verenigd Koninkrijk: De weer-
gave “MPG” geeft de afstand aan die
kan worden afgelegd op 1.0 Imp.gal
brandstof.
OPMERKINGBij snelheden onder 10 km/h (6.0 mi/h)
wordt “_ _._” weergegeven.LET OP
DCA15473
Bij storingen wordt continu “– –.–” weer-
gegeven. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.De stand van het kuipruit afstellenAls u de kuipruit hoger wilt stellen, drukt u
op de “ ”-zijde van de selectieschake-
laar. Als u de kuipruit lager wilt stellen, drukt
u op de “ ”-zijde van de selectieschake-
laar.
12.3
FUEL AVG km/L
12.3
FUEL CRNT km/L
U1MDD0D0.book Page 16 Monday, February 18, 2013 10:45 AM
Page 32 of 120

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-17
3
InstelmodusOPMERKING●
De versnellingsbak moet in de vrij-
stand staan en de machine moet zijn
gestopt als u instellingen in deze mo-
dus wilt wijzigen.
●
Wanneer u naar een versnelling scha-
kelt en gaat rijden, of de sleutel naar
“OFF” draait, worden alle gemaakte in-
stellingen opgeslagen en wordt de in-
stelmodus vervolgens afgesloten.
Houd de menuschakelaar “MENU” ten min-
ste 2 seconden ingedrukt om de instelmo-
dus te openen. Houd de menuschakelaar
“MENU” opnieuw ten minste 2 seconden in-
gedrukt om de instelmodus af te sluiten en
terug te keren naar de normale weergave. Temperatuurniveaus van de instellingen
voor de handvatverwarming aanpassen1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Grip Warmer” te markeren.
1. Instelmodusweergave
MENUGrip WarmerMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClock
1
Weergave Beschrijving
“Grip Warmer” Met deze functie kunt u de
instellingen voor laag, mid-
del en hoog tot 10 tempe-
ratuurniveaus instellen.
“Maintenance” Met deze functie kunt u het
olieverversingsinterval
“OIL” (afgelegde afstand)
en de onderhoudsinterval-
len “FREE-1” en “FREE-2”
controleren en terugzetten
op nul.
“Time Trip” Met deze functie kunt u de
functies “TIME–2” en “TI-
ME–3” controleren en te-
rugzetten op nul. Deze
tijdweergaven tonen de to-
tale verstreken tijd dat de
sleutel in de stand “ON”
staat. Wanneer de sleutel
naar “OFF” wordt ge-
draaid, worden de tijdweer-
gaven gestopt, maar niet
teruggezet op nul. De
maximale tijd die kan wor-
den weergegeven is 99:59.
Als de tijdweergaven 99:59
bereiken, worden deze au-
tomatisch teruggesteld
naar 0:00 om vervolgens
door te gaan met tellen.
“Unit”
Met deze functie kunt u de
eenheden voor brandstof-
verbruik schakelen tussen
“L/100km” en “km/L”.
Alleen Verenigd Konink-
rijk: Met deze functie kunt
u de weergave-eenheden
schakelen tussen kilome-
ters en mijlen. Wanneer u
kilometers hebt geselec-
teerd, kunt u de eenheden
voor brandstofverbruik
schakelen tussen
“L/100km” en “km/L”.
“Display” Met deze functie kunt u de
items die in 3 informatie-
weergaven worden ge-
toond wijzigen.
“Brightness” Met deze functie regelt u
de helderheid van het pa-
neel voor de multifunctio-
nele meter, afgestemd op
het aanwezige daglicht.
“Clock” Met deze functie kunt u de
klok instellen.
“All Reset” Met deze functie kunt u
alle items terugstellen, be-
halve de kilometerteller en
klok.
U1MDD0D0.book Page 17 Monday, February 18, 2013 10:45 AM